040101 Loonvoorwaarden - Niet AGORIA leden

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00

Bijwerking: 28/06/2004
Geldig vanaf: 01/01/2003
Geldig tot: 31/12/2006

In het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid werd op 13 november 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het regionale akkoord 2003-2004 voor de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 februari 2004 onder het nr. 69669/CO/209; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 20 februari 2004.

 

Een collectieve arbeidsovereenkomst houdende de nationale overeenkomst 1973-1974 heeft de degressieve schaal voor de bedienden van minder dan 18 jaar vastgesteld, die sedert 31 december 1974 van toepassing is en tot op heden onverkort geldig blijft.

 

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden van toepassing in de ondernemingen gelegen in de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.  Voor de evolutie van de minimumwedden verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

CAO 13 november 2003

HOOFDSTUK I – Inleiding

A. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid gelegen in de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Onder “bedienden” wordt verstaan mannelijke en vrouwelijke bedienden.

De bepalingen uit deze overeenkomst met betrekking tot de koopkracht (...) zijn uitsluitend van toepassing op de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

Volgende multizetel-ondernemingen worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van deze overeenkomst, enkel met betrekking tot het hoofdstuk II – koopkracht – artikel 3 en onder voorbehoud dat de onderneming tot een akkoord komt op bedrijfsvlak:

Nexans Benelux NV,

Philips NV.

B. Voorwerp

Artikel 2

Deze overeenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003.

HOOFDSTUK II – Koopkracht

Commentaar: De naamloze vennootschappen Philips Belgium, Philips Mediacal Systems, Philips Coordination Center, Philips Innovative Applications, allen met maatschappelijke zetel te Tweestationsstraat 80 te 1070 Brussel en PITS met maatschappelijke zetel te Interleuvenlaan 80 te 3001 Heverlee worden uitgesloten van de toepassing van artikel 3 door de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 8 maart 2004 tot uitsluiting van bepaalde ondernemingen uit het toepassingsgebied van bepalingen van een aantal collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten op 13 november 2003 (neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 15 april 2004 onder het nr. 70725/CO/209 - het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 7 mei 2004).

Artikel 3 – Enveloppe

Met ingang van 1 januari 2004 wordt aan de ondernemingen een overdraagbaar budget van 1 % van de loonmassa van de bedienden ter beschikking gesteld.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder loonmassa begrepen de totaliteit van de brutowedden en de desbetreffende sociale lasten van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

De besteding van deze enveloppe wordt op ondernemingsvlak bepaald in paritair overleg volgens de verbintenissen opgenomen in de bijlage 1 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Indien dit overleg voor 31 december 2003 niet uitmondt in een ondernemingsakkoord, worden de effectieve brutowedden van de bedienden verhoogd met 1 % vanaf 1 januari 2004.

Artikel 4 – Uitzonderingen

Artikel 3 is niet van toepassing op de ondernemingen die reeds gedekt zijn door een akkoord voor de jaren 2003-2004.  Het gewestelijk verzoeningscomité is bevoegd om de eventuele toepassingsmoeilijkheden te regelen.

Deze bepalingen zijn evenmin van toepassing op de ondernemingen die zich in de economische onmogelijkheid bevinden deze voordelen toe te passen.  Het gewestelijk verzoeningscomité is belast met de bepaling van de ondernemingen die zich volledig of gedeeltelijk in deze toestand bevinden.  Zij dient daarbij rekening te houden met duidelijk aanwijsbare feiten en de toestand van de onderneming.

Ondernemingen getroffen door ingrijpende reorganisatie en/of herstructurering kunnen zich tot het gewestelijk verzoeningscomité wenden om, op basis van aanwijsbare redenen, een afwijking of een herschikking van de voordelen te bekomen.

Artikel 5 – Minimumweddeschalen en gewaarborgd nationaal minimumloon

Voor de werkgevers gevestigd in de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de door hen tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden gelden vanaf 1 januari 2004 de nationale minimumweddeschalen en (...) die vanaf 1 juli 2003 van toepassing zijn, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 1993 betreffende de nationale minimumweddeschalen voor de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 juni 1997 en (...) verhoogd met 2 % (zie in bijlage 2).

(...)

HOOFDSTUK XII – Sociale vrede

Artikel 24

De sociale vrede zal verzekerd zijn tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Bijgevolg zal op provinciaal, subgewestelijk of ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, uit te breiden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen.

Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de eerbiediging door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen.

HOOFDSTUK XIII – Duur

Artikel 25

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten voor bepaalde duur vanaf 1 januari 2003 tot 31 december 2004, tenzij anders bepaald.

De artikelen 5, (...) zijn gesloten voor onbepaalde duur en kunnen opgezegd worden mits een aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid en mits inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden.

Bijlage 1

De onderhandeling van de enveloppe van 1 % op ondernemingsvlak (artikel 3)

De werkgevers- en bediendenvertegenwoordigers op provinciaal en lokaal vlak verbinden zich ertoe om volgende regels toe te passen en te doen toepassen bij de onderhandeling van de enveloppe van 1 % op het ondernemingsvlak.

Berekening en omzetting

a)    De ondernemingen en hun syndicale delegatie voor bedienden kunnen op hun vlak onderhandelen over de aanwending van een budgettaire enveloppe van 1 %  van de loonmassa van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

b)    In een onderneming zonder syndicale delegatie dient de eventuele onderhandeling uit te monden in een collectieve arbeidsovereenkomst.

c)    Onder loonmassa worden begrepen de brutowedden (met inbegrip van de eindejaarspremies, de ploegenpremies, het overloon, enz.) en bijhorende sociale lasten (sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever en andere sociale lasten) van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

d)    Deze enveloppe mag aangewend worden voor de financiering van bijkomende voordelen, loonsverhogingen of andere verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden.

e)    Om na te gaan of de enveloppe van 1 % niet wordt overschreden, wordt volgende berekening gemaakt:

In de eerste plaats mag het recurrent effect op de gemiddelde maandloonkost van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden niet hoger zijn dan 1 %

In de tweede plaats mag de loonmassa voor de periode gaande van 1 januari 2004 tot 31 december 2004 ingevolge de toekenning van de enveloppe niet stijgen met meer dan 1 %.

Bijlage 2

Regionale minimum weddenschaal voor bedienden voor de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf 1 januari 2004

(...)

Commentaar: voor de minimumwedden van toepassing vanaf 1 januari 2004 en voor de evolutie van deze minimumwedden verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Nationale overeenkomst 1973-1974

 

Degressieve loonschalen voor jongeren onder 18 jaar

Vereist wordt dat deze bedienden op een permanente wijze de kwalitatieve en kwantitatieve normen vervullen welke normaal door de ondernemingen worden gevorderd voor een meerderjarige bediende voor dezelfde functie.

 

Vanaf 31 december 1974 worden de degressieve loonschalen als volgt vastgesteld:

 

18 jaar                    100 %

17 ½ jaar                95 %

17 jaar                    90 %

16 ½ jaar                85 %

16 jaar                    80 %

- 16 jaar                  75 %

 


Historiek
01/07/2022 31/12/2022 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2022 30/06/2022 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2021 31/12/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2020 30/06/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2019 30/06/2020 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2018 30/06/2019 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2017 30/06/2018 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2016 31/12/2016 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2017 31/12/2016 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2016 30/06/2016 0401 Loonvoorwaarden
01/04/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2014 31/03/2014 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2009 31/12/2009 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2007 30/06/2009 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2006 0401 02 Lonvoorwaarden - Werkgevers aangesloten bij AGORIA
01/01/2003 31/12/2006 0401 01 Loonvoorwaarden - Niet AGORIA leden
01/01/2001 31/12/2002 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1999 31/12/2000 0401 Loonvoorwaarden