0401 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00

Bijwerking: 25/06/2004
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 31/12/2002

In het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid werd op 11 juni 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het nationaal akkoord 2001-2002.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 16 juli 2001 onder het nr. 57918/CO/209; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 2001.

 

In hetzelfde paritair comité werd op 5 november 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten strekkende tot omzetting van de bedragen uitgedrukt in Belgische frank naar de Euro, voorkomende in sommige collectieve arbeidsovereenkomsten van toepassing voor het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 19 december 2001 onder het nr. 60381/CO/209; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 16 januari 2002.  Deze CAO heeft de nationale minimumweddeschalen uitgedrukt in Euro vastgesteld op 1 januari 2002.  Voor de evolutie van de minimumwedden verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

 

Een collectieve arbeidsovereenkomst houdende de nationale overeenkomst 1973-1974 heeft de degressieve schaal voor de bedienden van minder dan 18 jaar vastgesteld, die sedert 31 december 1974 van toepassing is en tot op heden onverkort geldig blijft.

 

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden van toepassing in de ondernemingen gelegen in de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.  Voor de evolutie van de minimumwedden verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

CAO 11 juni 2001

HOOFDSTUK I – Kader

Artikel 1 – Voorwerp

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002 van 22 december 2000.

HOOFDSTUK II – Koopkracht

Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden onder bedienden de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden bedoeld.

Artikel 2 – Weddeverhogingen

Vanaf 1 mei 2001 worden de effectieve brutowedden van de bedienden verhoogd met 1 %.

Artikel 3 – Enveloppe

Met ingang van 1 januari 2002 wordt aan de ondernemingen een overdraagbaar budget van 1 % van de loonmassa van de bedienden ter beschikking gesteld.  Over deze aanwending kan enkel op ondernemingsvlak onderhandeld worden.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder loonmassa begrepen de totaliteit van de brutowedden en bijhorende sociale lasten (sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever en andere sociale lasten) van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

De besteding van deze enveloppe wordt op ondernemingsvlak bepaald in paritair overleg volgens de engagementen opgenomen in de bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Indien voor 31 december 2001 geen ondernemingsoverleg wordt aangegaan omtrent de enveloppe, en/of indien tegen deze datum dit overleg niet uitmondt in een ondernemingsakkoord, worden alle effectieve bruto-wedden van de bedienden verhoogd met 1 %  vanaf 1 januari 2002.

(...)

Artikel 5 – Uitzonderingen

De artikelen 2, 3 (...) zijn niet van toepassing op de ondernemingen die reeds door een akkoord gedekt zijn voor de jaren 2001 en 2002.  De gewestelijke verzoeningscomités zijn bevoegd om de eventuele toepassingsmoeilijkheden te regelen.

Deze bepalingen zijn evenmin van toepassing op de ondernemingen die zich in de economische onmogelijkheid bevinden deze voordelen toe te passen.  De gewestelijke verzoeningscomités zijn belast met de bepaling van de ondernemingen die zich volledig of gedeeltelijk in deze toestand bevinden.  Zij dienen daarbij rekening te houden met duidelijk aanwijsbare feiten en de toestand van de onderneming.

Ondernemingen getroffen door ingrijpende reorganisatie en/of herstructurering kunnen zich tot de gewestelijke verzoeningscomités wenden om, op aanwijsbare feiten, een afwijking of een herschikking van de voordelen te bekomen.

Artikel 6 – Nationale minimumweddeschalen en gewaarborgd nationaal minimumloon

De geldende nationale minimumweddeschalen zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 1993 betreffende de nationale minimumweddeschalen voor de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 juni 1997 (...) worden verhoogd met 1 % op 1 mei 2001 en met 1 % op 1 januari 2002.

Commentaar: voor de evolutie van de minimumwedden verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2

(...)

HOOFDSTUK XIII – Duur

Artikel 27 – Duur

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur vanaf 1 januari 2001 tot 31 december 2002, tenzij anders bepaald werd.

Voor de bepalingen van onbepaalde duur gelden de opzegtermijnen van de collectieve arbeidsovereenkomsten waaraan deze bepalingen wijzigingen aanbrengen.

BIJLAGE – DE ONDERHANDELING VAN DE ENVELOPPE VAN 1 % OP ONDERNEMINGSVLAK (ARTIKEL 3)

De werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers op nationaal, provinciaal en lokaal vlak engageren zich om volgende regels toe te passen en te doen toepassen bij de onderhandeling van de enveloppe van 1 % op het ondernemingsvlak.

Berekening en omzetting

a)    De ondernemingen en hun syndicale delegatie voor bedienden kunnen op hun vlak onderhandelen over de aanwending van een budgettaire enveloppe van 1 % van de loonmassa van de bedienden.  Over deze aanwending kan enkel op ondernemingsvlak onderhandeld worden.

In een onderneming zonder syndicale delegatie dient de eventuele onderhandeling uit te monden in een collectieve arbeidsovereenkomst.

b)    Onder loonmassa worden begrepen de brutowedden (met inbegrip van de eindejaarspremies, de ploegenpremies, het overloon, enz.) en bijhorende sociale lasten (sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever en andere sociale lasten).

c)    Deze enveloppe mag aangewend worden voor de financiering van bijkomende voordelen, loonsverhogingen of andere verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden.

 

d)    Om na te gaan of de enveloppe van 1 % niet wordt overschreden, wordt volgende berekening gemaakt:

-     in de eerste plaats mag het recurrent effect op de gemiddelde maandloonkost van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden niet hoger zijn dan 1 %

-     in de tweede plaats mag de loonmassa voor de periode gaande van 1 januari 2002 tot 31 december 2002 ingevolge de toekenning van de enveloppe niet stijgen met meer dan 1 %.

 

Nationale overeenkomst 1973-1974

 

Degressieve loonschalen voor jongeren onder 18 jaar

Vereist wordt dat deze bedienden op een permanente wijze de kwalitatieve en kwantitatieve normen vervullen welke normaal door de ondernemingen worden gevorderd voor een meerderjarige bediende voor dezelfde functie.

 

Vanaf 31 december 1974 worden de degressieve loonschalen als volgt vastgesteld:

 

18 jaar                    100 %

17 ½ jaar                95 %

17 jaar                    90 %

16 ½ jaar                85 %

16 jaar                    80 %

- 16 jaar                  75 %

 

 


Historiek
01/07/2022 31/12/2022 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2022 30/06/2022 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2021 31/12/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2020 30/06/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2019 30/06/2020 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2018 30/06/2019 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2017 30/06/2018 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2016 31/12/2016 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2017 31/12/2016 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2016 30/06/2016 0401 Loonvoorwaarden
01/04/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2014 31/03/2014 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2009 31/12/2009 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2007 30/06/2009 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2006 0401 02 Lonvoorwaarden - Werkgevers aangesloten bij AGORIA
01/01/2003 31/12/2006 0401 01 Loonvoorwaarden - Niet AGORIA leden
01/01/2001 31/12/2002 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1999 31/12/2000 0401 Loonvoorwaarden