1502 Opzeggingstermijnen

Cfr  hoofdstuk 26 van dit paritair comité over de werkzekerheid.

 In het artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt bepaald welke opzeggingstermijnen men dient in acht te nemen om een einde te stellen aan een arbeidsovereenkomst voor werklieden. In artikel 61 van diezelfde wet is echter voorzien dat de Koning, op voorstel van het Paritair Comité of van de Nationale Arbeidsraad, de opzeggingstermijnen kan wijzigen in het belang van bepaalde bijzondere categorieën van werknemers of voor de opzeggingen die om sociale of economische redenen zijn gedaan.

 Voor de ondernemingen die in het Paritair comité voor de stoffering en de houtbewerking ressorteren, werden afwijkende opzeggingstermijnen vastgesteld in een koninklijk besluit van 12 december 2005 dat werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2005.

Dit koninklijk besluit treedt in werking op 29 december 2005 voor een onbepaalde duur.

Deze opzeggingstermijnen zijn niet van toepaassing in geval van opzegging met het oog op brugpensioen. in geval van brugpensioen blijven de algemene opzeggingstermijnen van de artikelen 59 en 60 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing.

Van deze opzeggingstermijn (112 kalenderdagen) voorzien in het K.B. kan bovendien worden afgeweken in uitvoering van een herstructureringsplan dat wordt opgesteld in het geval van collectief ontslag of sluiting van de onderneming.

Wij geven U hierna een overzicht van de opzeggingstermijnen van toepassing in de ondernemingen in het Paritair comité voor de stoffering en de houtbewerking ressorteren.

1. Opzegging om een ander motief dan brugpensioen

 Vanaf  29 december 2005 gelden de volgende opzeggingstermijnen in alle gevallen van ontslag, behalve in geval van brugpensioen :  

Opmerking :  de opzeggingen betekend vóór 29 december 2005 blijven hun gevolgen behouden.

2. Opzegging in geval van brugpensioen

(1)      De verkorte opzeggingstermijn van 7 kalenderdagen kan slechts worden toegepast op voorwaarde dat hij uitdrukkelijk werd vastgesteld in de individuele arbeidsovereenkomst en/of in het arbeidsreglement. In de individuele arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement kan men eveneens bepalen dat de opzeggingstermijn ingaat de dag volgend op de dag van de betekening. Indien deze bepaling niet uitdrukkelijk is ingeschreven, is de algemene regel van toepassing en gaat de opzeggingstermijn in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

(2)      Kalenderdagen, dit is met inbegrip van zon- en feestdagen.

  (3)  De opzeggingstermijn gaat in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.