01 Sectoraal akkoord 2009-2010

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 18/05/2009
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2010

In het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf werd op 14 mei 2009 een sectoraal akkoord 2009-2010 gesloten.

Wij geven u hierna de integrale tekst van dit akkoord.

Verschillende delen van dit sectoraal akkoord maken het voorwerp uit van afzonderlijke CAO ’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

 

Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten:

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor:

  • de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening;
  • de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding;
  • de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie;
  • de werknemers van een gebonden werkgever.

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

 

Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan:

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

Tekst van het sectoraal akkoord van 14 mei 2009

Inhoudstafel

I. Arbeidsvoorwaarden

  • 1.1. Toekenning van een sociaal voordeel
  • 1.2. Mobiliteitsvergoeding
  • 1.3. Tijdelijke werkloosheid bij gebrek aan werk wegens economische redenen
  • 1.4. Hospitalisatieverzekering
  • 1.5. Anciënniteitspremie

II. Arbeidstijdorganisatie

III. Betoncentrales - ingroeilonen

IV. Bestaanszekerheid

  • 4.1. Brugpensioen
  • 4.2. Dotaties
  • 4.3. Aanmoedigingspremie voor langer werken na 58 jaar
  • 4.4. Modernisering stelsels gewaarborgd loon, zegels en rustdagen
  • 4.5. Terugbetaling gewaardborgd loon

V. Veiligheid en welzijn

  • 5.1. Rol en werking NAVB
  • 5.2. Onderhoud arbeidskledij
  • 5.3. Werkgroepen
  1. a) Psychologische bijstand
  2. b) Rijgeschiktheidsattest
  3. c) Aangepast werk
  4. d) Alcohol- en drugpreventie

VI. Opleiding

  • 6.1. Duurtijd CAO
  • 6.2. Structuur en opdrachten FVB
  • 6.3. Opleidingsstelsels
  1. a) JLW en ABO
  2. b) Werknemersopleidingen
  3. c) Opleidingspasje
  4. d) Scholingsbeding
  5. e) Sectorale onthaalprocedure
  • 6.4. Sectoraal outplacement

VII. Diverse bepalingen

  • 7.1. Sociale fraude
  • 7.2. Wijziging KB 213 

VIII. Clausule van sociale vrede

 

Inleiding

Dit akkoord is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het
Bouwbedrijf en de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder arbeiders verstaat men arbeiders en arbeidsters.

Tenzij anders bepaald gaat dit akkoord in op 1 januari 2009 en heeft een geldigheidsduur van twee jaar.

I. Arbeidsvoorwaarden

1.1. Toekenning van een sociaal voordeel

Vanaf 2009 wordt aan de arbeiders aangesloten bij één van de in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf vertegenwoordigde werknemersorganisaties, volgens de onderstaande voorwaarden een sociaal voordeel toegekend.
Bedrag: 0,62 € per dag en max. 135 € per jaar;

Op basis van de prestatiegegevens (code 1) in de DmfA;

Worden gelijkgesteld: de rustdagen, de dagen jaarlijkse vakantie, de dagen weerverlet en 20 dagen tijdelijke werkloosheid om andere redenen.

Deze gelijkstelling wordt gebracht op 40 dagen zolang de 8 weken tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen van kracht is.
Betaling elk jaar in juni - referteperiode 2de kwartaal voorgaand jaar t.e.m. 1ste kwartaal lopend jaar.

Uitbetaling door de vakorganisaties op basis van document FBZ dat naar de arbeider wordt gestuurd.

Administratiekosten te beslissen door Raad van Bestuur FBZ. De financieringsbasis van dit voordeel te berekenen in functie van de kostprijs.

Overgangsregeling voor 2009: 0,62 € per dag voor prestaties 4de kwartaal 2008 en 1ste kwartaal 2009.

1.2. Mobiliteitsvergoeding

Uitgangspunten en mechanismen: de conventionele bepalingen vervat in de cao van 21 juni 2007 betreffende de arbeidsvoorwaarden, blijven onverkort van kracht (reële kilometers).

Sensibilisering vanuit de organisaties voor correcte toepassing in de praktijk van de sectorale bepalingen.

Verduidelijking in de Franse cao-tekst dat Mappy in geval van betwisting geldt als de referentie.
De mobiliteitsvergoedingen worden als volgt aangepast:
Chauffeur: + 15%.
Passagier: + 10%.
Inwerkingtreding: 1 juli 2009.

1.3. Tijdelijke werkloosheid bij gebrek aan werk wegens economische redenen

Advies van het Paritair Comité om de periode gedurende één jaar te brengen op 8 weken.

1.4. Hospitalisatieverzekering

Cao ter invoering van een sectoraal systeem zonder opting out voor onbepaalde duur met derde betalersysteem.Ingaande op 1 januari 2010, maar moet technisch mogelijk zijn en in ieder geval een overgangsperiode van 1 jaar.

Ondernemingen die momenteel een hospitalisatieverzekering aanbieden waarbij de dekkingsgraad beter is (zoals bv. de gezinsleden) zijn gehouden dit verder te blijven doen, op basis van de sectoraal onderhandelde voorwaarden.

Financiering gedurende 1 jaar door FBZ.
Financiering vanaf 2011: garantie dat alle engagementen binnen het FBZ zullen betaald worden.

1.5. Anciënniteitspremie

Verhoging van de premie tot 500 € na 25 jaar anciënniteit en tot 700 € na 35 jaar anciënniteit.
Inwerkingtreding 1 juli 2009.

II. Arbeidstijdorganisatie

2.1. KB 213

Aantal uren van 130 op 180 uur brengen.

Procedure:

Eerste 130 uur: status-quo huidige procedure.

De bijkomende 50 uur: procedure van zaterdagwerk.

Met de bedoeling mogelijke misbruiken tegen te gaan, wordt de buitengewone combinatie van tijdelijke werkloosheid en bijkomende uren gecontroleerd door de syndicale afvaardiging en bij ontstentenis door de arbeiders.

Afspraak om binnen het FBZ een monitoringssysteem op te zetten over het gebruik van tijdelijke werkloosheid.

2.2. Betoncentrales

Onderstaande bepaling kan in de bedrijven worden ingevoerd, mits akkoord van de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis, akkoord van de werknemers en voor te leggen via een werkgeversorganisatie aan het Paritair Comité ter goedkeuring.Overuren

De huidige cao Stortklaar Beton voorziet dat de overuren per dag (per 8 uur) worden gerecupereerd.

Er wordt overeengekomen om onder de volgende voorwaarden overuren per uur te recupereren:
- Verbod om negatieve saldi te hebben;
- Geen onderbroken werkdag;
- Na minimum 6 werkuren per dag;
- Het voorbehouden van 24 te recupereren uren die per volledige dag opgenomen kunnen worden, voordat er tot recuperatie per uur kan worden overgegaan.

2.3. Bouwmaterialenhandel

Wijziging art. 54 cao 22/12/2005: mogelijke recuperatie in volle dagen op een maandag

III. Betoncentrales - ingroeilonen

De nieuwkomers in het beroep vangen aan in categorie III. Na 1 jaar ervaring in dit beroep gaan zij
naar categorie IV over, op voorwaarde dat zij het attest behaald hebben van betonmixerchauffeur en/of pompbedienaar. De nieuwkomers die gedurende hun eerste jaar ervaring in deze functie niet werden ingeschreven in de opleiding om het bedoelde attest te behalen, gaan automatisch over naar categorie IV.

IV. Bestaanszekerheid

Alle stelsels van bestaanszekerheid worden verlengd voor een periode van 2 jaar.

4.1. Brugpensioen

De nieuwe bedragen voor de brugpensioenstelsels worden vanaf 1 januari 2009 als volgt vastgesteld:

Categorie Bedrag Samenw.
zonder inkomen
Bedrag
01/01/2009
Samenw.
zonder inkomen
> IA 152,11 207,61 161,24 216,74
IA --> II 159,42 214,92 168,99 224,49
II --> IIA 180,42 235,92 191,25 246,75
IIA --> III 189,14 244,64 200,49 255,99
III --> IV 212,84 268,34 225,61 281,11
IV 240,11 295,61 254,52 310,02
Ploegbaas B 273,51 329,01 289,92 345,42
Meestergast 306,91 362,41 325,32 380,82

Jaarlijkse verhoging in december:
- 122,50 €: werknemers met gezinslast;
- 61,25 €: overige arbeiders.

4.2. Dotaties

Dotaties FVB en NAVB: behoud minimaal huidige dotatie en studie o.a. rekening houdend met de synergie.
Andere dotaties: status-quo.

4.3. Aanmoedigingspremie voor langer werken na 58 jaar

Akkoord over de integratie van deze premie in het stelsel van het aanvullend pensioen vanaf 01/01/2009.

4.4. Modernisering stelsels gewaarborgd loon, zegels en rustdagen

Akkoord over het principe, mits verder onderzoek:
- Geen impact op het RSZ-statuut;
- Behoud van de rol van elkeen.

4.5. Terugbetaling gewaarborgd loon

Akkoord voor de uitbreiding tot ondernemingen met minder dan 20 werknemers met bijkomende financiering (verder te becijferen door FBZ).

V. Veiligheid en welzijn

5.1. Rol en werking NAVB

- De opdracht van het NAVB wordt uitgebreid naar "welzijn".
- De adviesverlening op de bouwplaatsen en in de bouwbedrijven blijft de primaire opdracht van het NAVB.
- De afdeling onderzoek en ontwikkeling van het NAVB dient uitgebreid te worden tot een kenniscentrum ter ondersteuning van de adviseurs van het NAVB alsmede van de bouwbedrijven.
- Het actieplan van de adviseurs van 25 mei en 22 juni 1999 wordt geactualiseerd.
- De Raad van Bestuur van het NAVB wordt belast met de organisatorische uitwerking, rekening houdend met de vergadering van 25/10/2008 (MASSEMEN), met het "actieplan voor adviseurs" en andere van kracht zijnde beleidsdocumenten.
- De statuten van het NAVB zullen aangepast worden rekening houdend met de geherdefinieerde doelstellingen en opdrachten, met de organisatie van de controle, het beheer, de financiering, …, in harmonie met de andere Fondsen.

5.2. Onderhoud arbeidskledij

- De partijen verbinden zich tot sensibiliseren en informatieverspreiding over de bestaande sectorale afspraken en hulpmiddelen.
- Vergoeding onderhoud werkkledij: 0,50 € vanaf 01/05/2009

5.3. Werkgroepen

a. Psychologische bijstand

- De uitbreiding van de regeling naar "ernstige" ongevallen wordt verder besproken in een op te richten paritaire werkgroep in de schoot van het NAVB, met terugkoppeling naar het PC.
- De financiële regeling via IPV-POBOS blijft bij het FBZ. De inhoudelijke opvolging en de coördinatie wordt toevertrouwd aan het NAVB.
- De huidige werking wordt grondig geëvalueerd in september 2009 in de schoot van de op te richten bovenvermelde werkgroep met terugkoppeling naar het PC.

b. Rijgeschiktheidsattest

- Er wordt een samenwerkingsovereenkomst bewerkstelligd tussen de externe diensten voor preventie en bescherming en het NAVB om tot afspraken te komen rond het specifiek medisch onderzoek van chauffeurs met mededeling van de geschiktheid of ongeschiktheid aan de werkgever en de werknemer.

- Dit wordt inhoudelijk verder uitgewerkt binnen een op te richten paritaire werkgroep in de schoot van het NAVB.

c. Aangepast werk

- Inzake het diversiteitsbeleid (tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid) wordt in de schoot van het NAVB een werkgroep opgerich met als doel alle beschikbare informatie te inventariseren en deze ter beschikking te stellen van alle beroepsorganisaties.
- De werkgevers- en werknemersorganisaties verbinden zich tot sensibiliseren en informatieverspreiding in dit verband.

d. Alcohol- en drugpreventie

- Oprichting van een paritaire werkgroep in de schoot van het NAVB met het oog op het uitwerken van een sectoraal beleid inzake preventie van alcohol en drugs.
- Dit beleid moet kunnen geïmplementeerd worden tegen 01/01/2010.

VI. Opleiding

6.1. Duurtijd CAO

Voor een periode van 4 jaar, met een financiering vastgelegd voor een periode van 2 jaar.

6.2. Structuur en opdrachten FVB

Uitwerking in een federale cao van een referentiekader, doelstellingen en risicogroepen (0,10% en 0,15%).
De 3 pijlers van het FVB zijn:
- samenwerking met het bouwvakonderwijs;
- ondersteuning van de werkzoekenden opleiding;
- stimuleren van de bijscholing van de actieve bouwvakarbeiders.

Het FVB is hiervoor het aanspreekpunt voor alle betrokken doelpublieken.

Heroriëntering structuur: het FVB is en blijft een federaal sectoraal Fonds.

Binnen de opdrachten "onderwijs" en "werkzoekenden" wordt er gewerkt met sectorale referentiekaders waarbij de uitvoering gebeurt door de regionale oriëntatiegroepen:

- in de sectorale referentiekaders worden uniforme sectorale doelstellingen vastgelegd zoals:
· het verhogen van de instroom naar bouwopleidingen;
· de kwaliteit van de opleiding verhogen;
· de doorstroming naar de tewerkstelling bouw verhogen;
· het verminderen van het aantal afhakers.
Cfr. naar nota Leuven dd. 12 november 2008.

Rekening houdend met deze sectorale referentiekaders wordt de verdere uitwerking toevertrouwd aan de 3 regionale oriëntatiegroepen.

Hierbij zal gestreefd worden naar een optimale afstemming met de regionale overheden inzake deze materies.

Men streeft naar de werking van 3 volwaardige oriëntatiegroepen: Vlaanderen, Brussel, Wallonië.
In algemene zin zullen deze waar nodig samen overleg plegen.

De Raad van Bestuur van het FVB kent een financiële enveloppe toe aan de 3 regionale oriëntatiegroepen op basis van nog nader vast te leggen parameters.

De regie en het beheer van de werknemersopleidingen blijft een federale aangelegenheid. De sociale partners gelasten de Raad van Bestuur van het FVB met een onderzoek gericht op het verbeteren van de getrouwheid van de bouwvakarbeiders.
Dit kan leiden tot een nieuwe opdracht voor het FVB.

Wat betreft de doorstroming van de opleiding naar de effectieve tewerkstelling wordt een bijzondere aandacht gevraagd voor de kwaliteitsbewaking van de stages ter afronding van de opleiding en van de begeleiding naar tewerkstelling van de stagiairs. Wat betreft de verbreding van de instroom naar de doelgroepen wordt ook een bijzondere aandacht gevraagd voor de werknemers van buitenlandse afkomst en voor werknemers met arbeidsongeschiktheid. Wat dit laatste betreft worden deze activiteiten afgestemd met deze van de werkgroep "Aangepast werk" in de schoot van het NAVB. De mogelijke uitwerking hiervan gebeurt in de schoot van de regionale oriëntatiegroepen (cfr. referentiekaders).

6.3. Opleidingsstelsels

a. JLW en ABO

Deze stelsels worden ongewijzigd behouden. Evenwel kunnen wijzigingen zich opdringen in de loop van de cao naar aanleiding van nieuwe reglementeringen vanuit de regionale en/of gemeenschapsoverheden. Dit zal het voorwerp uitmaken van een overleg binnen het Paritair Comité.

b. Werknemersopleidingen

De Europese doelstelling die voorziet dat tegen 2010 één op twee arbeiders een jaarlijkse bijscholing dient te volgen, wordt onderschreven.

Teneinde de participatiegraad te verhogen (zowel in uren als in aantal arbeiders) en terzelfdertijd het financieel evenwicht in het FVB te verbeteren, worden de volgende maatregelen voorgesteld:
- uitbreiding van de winteropleidingen naar andere publieke partners: IFAPME, Syntra, CDR/BRC;
- BEV: vanaf 2009-2010 kan het eventuele patronale saldo aangewend worden ter financiering van veiligheids- en welzijnsopleidingen. In voorkomend geval zullen de verdere modaliteiten worden vastgelegd in een paritaire werkgroep NAVB/FVB;
- aanmoediging van bedrijfsinterne opleidingen met een bijzondere aanduiding/aandacht in het BOP. De bestaande procedures ter goedkeuring van het BOP blijven van kracht;
- promotie van langdurige opleidingen (meer dan 32 uur op schooljaar basis).

c. Opleidingspasje

Alle door het FVB gekende opleidingen worden vermeld op het opleidingspasje. Verdere modaliteiten worden besproken binnen de Raad van Bestuur van het FVB.
d. Scholingsbeding

Op het ogenblik dat de arbeider een opleiding volgt, kan schriftelijk een scholingsbeding worden opgesteld overeenkomstig de wet van 27 december 2006, tot invoering van art. 22bis in de wet op de arbeidsovereenkomsten.

e. Sectorale onthaalprocedure

Vertrekkende van de bestaande reglementeringen wordt een moduleerbaar model van sectorale onthaalprocedure als hulpmiddel uitgewerkt waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan welzijn, respect en orde. Deze laatste intentieverklaring
wordt voor de bestaande werknemers opgenomen in het arbeidsreglement.

De sectorintreders zonder bouwopleiding dienen een veiligheidsopleiding te kunnen volgen. De inhoud ervan dient aangepast te zijn aan de aard van de functie en van het bedrijf en voorziet in een gefaseerde invulling. Deze opleidingen worden
ontwikkeld door FVB/NAVB.

6.4. Sectoraal outplacement

Wijziging van de bestaande cao waarbij werkzoekende die ander werk vindt niet noodzakelijk de procedure moet volgen, maar wel zijn rechten behoudt (vooral financiële impact).
Toetsing van nieuwe reglementering inzake herstructureringen en sluiting van ondernemingen aan sectoraal systeem.

VII. Diverse bepalingen

7.1. Sociale fraude

Gemeenschappelijke vraag naar sluiten van een convenant tussen de overheid, de werknemers- en werkgeversorganisaties, teneinde het toezicht op het terrein te optimaliseren, en misbruiken te beteugelen.

7.2. Wijziging KB 213

Schrappen verbod tewerkstelling gepensioneerden.

VIII. Clausule van sociale vrede

Met inachtneming van de sociale vrede en de procedures eigen aan de bouwsector, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van dit sectoraal akkoord aan elkaars eisen zijn tegemoet gekomen.

Dit akkoord is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om het te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest. Dit akkoord zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve
Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

 


Historiek
01/01/2023 31/12/2024 01 Sectoraal akkoord 2023-2024
01/01/2021 31/12/2022 01 Sectoraal akkoord 2021-2022
01/01/2017 31/12/2018 01 Sectoraal akkoord 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 01 Sectoraal akkoord 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Sectoraal akkoord 2013-2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Sectoraal akkoord 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Sectoraal akkoord 2009-2010
01/01/2007 31/12/2008 01 Sectoraal akkoord 2007-2008
01/01/2005 31/12/2006 01 Sectoraal akkoord 2005-2006
01/01/2003 31/12/2004 01 Sectoraal akkoord 2003-2004
01/01/2001 31/12/2002 01 Sectoraal akkoord 2001-2002