In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 4 juli 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 14 augustus 2007 onder het nr. 84346/CO/118. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 10 oktober 2007.

In hetzelfde paritair comité werd op 4 juli 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loonprogrammatie 2007-2008. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 14 augustus 2007 onder het nr. 84309/CO/118. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 10  oktober 2007.

Wij geven u hierna de nuttige bepalingen van beide CAO’s.

A. CAO 04/07/2007 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees, en vleesderivaten.

Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II – Uurlonen

Artikel 2

Op 1 juli 2007 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen 6 maand anciënniteit in de onderneming tellen, ongeacht hun leeftijd:

Artikel 3

§ 1.      Op 1 juli 2007 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die 6 maand anciënniteit in de onderneming tellen, ongeacht hun leeftijd:

§ 2.      De minimumuurlonen vermeld in dit artikel worden op 1 januari 2008 verhoogd met een percentage bepaald overeenkomstig artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2007 betreffende de sociale programmatie 2007-2008 voor de arbeiders van de voedingsindustrie.

Het resultaat van deze loonsverhoging wordt afgerond op twee decimalen.

Commentaar: 

voor de evolutie van de minimumlonen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040201.

Artikel 4

De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.

Onder tewerkstellingsperiodes dient men te verstaan de periodes gedekt door:

·       alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschort; en/of

·       een interimovereenkomst.

Artikel 5

De arbeiders die functies van verschillende waarde uitoefenen, hebben recht op het voor de hoogste functie voorzien loon, voor zover zij ofwel aangenomen werden om de hoogste functie uit te oefenen, ofwel deze laatste functie minstens gedurende meer dan de helft van de duur van hun prestaties uitoefenen.

Artikel 6

Het loon van de vaklieden is het normaal loon dat in het gewest wordt toegepast voor de categorie van arbeiders waartoe zij behoren.

Artikel 7

In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen:

(...)

HOOFDSTUK IV – Premie voor nachtarbeid

Artikel 9

Onverminderd de bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt het werk verricht tussen tweeëntwintig en zes uur als nachtarbeid beschouwd.

Artikel 10

De nachtarbeid geeft recht op een loontoeslag van 20 %. Deze premie moet met het normale loon uitbetaald worden.

HOOFDSTUK V – Premie voor ploegenarbeid

Artikel 11

De arbeiders die in ploegen werken van 6 uur tot 14 uur of van 14 uur tot 22 uur hebben recht op een premie gelijk aan een loonbijslag van 10 %.

HOOFDSTUK VI – Premie voor arbeid in gekoelde plaatsen

Artikel 12

De arbeiders tewerkgesteld in gekoelde plaatsen hebben recht, voor de erin doorgebrachte uren, op een loontoeslag van:

-        5 % wanneer de temperatuur er lager is dan + 5 graden C;

-        10 % wanneer de temperatuur er lager is dan – 18 graden C;

met een minimum van 0,54 EUR. Dit minimum wordt op 1 januari 2008 gebracht op 0,57 EUR

.

HOOFDSTUK VII – Toekenning van een loonbijslag voor verschillende functies

Artikel 13

De hierna opgesomde functies geven aanleiding tot het toekennen van een loonbijslag van 5 %:

1.     Geschoolde arbeider: zouter;

2.     Geoefende arbeider:

a) roker;

b) arbeider tewerkgesteld in de koelinstelling;

3.     Hulparbeider:

a) helper-zouter;

b) helper-roker;

c)  helper van de arbeider tewerkgesteld in de koelinstelling.

Artikel 14

De bij artikel 13 vastgestelde loonbijslag wordt berekend op grond van het aan de arbeider werkelijk betaalde loon. Hij wordt evenwel slechts toegekend voor de tijd dat de functie wordt verricht.

HOOFDSTUK VIII – Geldigheid

Artikel 15

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 27.04.2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16.02.2006 (Belgisch Staatsblad van 16.05.2006).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Gunstiger regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Commentaar bij artikel 4:

De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentiepriode van twee jaar.  Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.

B. CAO 04/07/2007 betreffende de loonprogrammatie 2007-2008

Toepassingsgebied

Artikel 1

§ 1.   Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsnijverheid.

§ 2.   Met “arbeiders” worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Artikel 2

De reële lonen kunnen in de periode 2007-2008 nominaal stijgen met 4,75 %, indexeringen inbegrepen, volgens de volgende modaliteiten.

Artikel 3

Bij ontstentenis van een CAO op ondernemingsvlak zullen de reële lonen per 1 juli 2007 verhogen met 0,40%.

Artikel 4

Per 1 januari 2008 en na indexering van de lonen, verhogen de reële lonen met het saldo van de nominale loonsverhoging van 4,75% vermeld in artikel 2.

Paritair commentaar:

Bij een indexering van 2,06 %, zoals verwacht, bedraagt de conventionele loonsverhoging per 1 januari 2008 0,37 % volgens de volgende berekening.

- 01.01.2007: 1,85 % jaarindexering

- 01.07.2007: 0,40 % conventionele verhoging

- 01.01.2008: jaarindexering = 2,06% (veronderstelling)

- 01.01.2008: saldo: 1.0475 / (1.0185 X 1.0040 X 1.0206) = 1.0475 / 1.0436 = 1.0037 zijnde 0,37 % conventionele verhoging

De evolutie van het loon in 2007-2008 in chronologische volgorde:

- 01.01.2007: 1,85 % jaarindexering

- 01.07.2007: 0,40 % conventionele verhoging;

- 01.01.2008: jaarindexering + saldo = 2,43 % 

Artikel 5

Een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak kan de verhogingen van de reële lonen bepaald in deze overeenkomst vervangen door andere voordelen, voor zover de sectorale loonschalen en premies nageleefd worden.

Artikel 6

In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle vakbonden vertegenwoordigd in de onderneming, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen. In elk geval dienen de sectorale loonschalen en premies nageleefd te worden.

Geldigheidsduur

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008.