070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen
Paritair (sub-)Comité nr.:
317.00.00-00.00
Bijwerking: 13/02/2024
Geldig vanaf: 01/01/2024
Arbeidstijd:
- aanwezigheidsuren (werkelijk gewerkte uren) + schaft- en rusttijd ter beschikking van de werkgever.
Maximale wekelijkse arbeidsduur:
- gemiddeld 37 uur op jaarbasis, van 1 januari tot en met 31 december.
Minimale maandelijkse arbeidsduur:
- 6-dagenstelsel: (aantal werkdagen van de maand x 6,17) - feestdag(en)
- 5-dagenstelsel: (aantal werkdagen van de maand x 7,40) - feestdag(en)
Minimumgrens maandelijkse planning:
- 15 uur minder dan de contractuele uren. Als dit aantal uren hoger is dan 160, wordt het minimum bepaald op 145 uur.
Maximumgrens maandelijkse planning:
- 175 uur.
Dagelijkse rusttijd:
- 12 uur tussen 2 volledige arbeidsprestaties
Wekelijkse rusttijd:
- 36 uur rust na een prestatieperiode van 48 uur of 6 ononderbroken dagen
- 48 uur rust na een prestatieperiode van 48 uur gespreid over 6 ononderbroken dagen
Minimumaantal te betalen aanwezigheidsuren:
- minimale maandelijkse arbeidsduur
Maximumaantal te betalen aanwezigheidsuren:
- 180 uur/maand en 1924 uur/jaar
Overloon van 50% boven:
- 12 uur per dag
- 48 uur per week
- 180 uur per maand
- 1.924 uur per jaar
Betaalde inhaalrust:
- voor de aanwezigheidsuren die 180 uur per maand overschrijden: op te nemen tijdens de referteperiode
- voor de aanwezigheidsuren die 1924 uur per jaar overschrijden: op te nemen tijdens het kwartaal dat op de referteperiode volgt
Deeltijdse werknemers
- toepassing van de wettelijke bepalingen
Op 4 juni 1999 werd een koninklijk besluit uitgevaardigd betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair comité voor de de bewakings- en/of toezichtsdiensten ressorteren (BS van 29 juni 1999). Dit koninklijk besluit bepaalt in een aantal gevallen wat onder arbeidsduur moet worden verstaan en in welke gevallen het toegestaan is langer te werken dan de normale wekelijkse arbeidsduur.
In het Paritair comité voor de bewakingsdiensten en/of toezichtsdiensten werd op 15 maart 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid gesloten (nr. 109432/CO/317). Deze CAO is verscheidene malen gewijzigd.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2023 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen (nr. 180888/CO/317), heeft een recente verandering tot gevolg gehad. Deze CAO bepaalt namelijk: " In uitvoering van de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 van de Nationale Arbeidsraad betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen, wordt de maximum aanwezigheidsduur per dag vastgelegd op 12. De werknemer heeft het recht een langere periode van prestaties te weigeren zonder dat hij hiervoor kan gesanctioneerd worden.". De collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2012 over de arbeidsduur en de humanisering van het werk (nr. 109432/CO/317) werd in die zin aangepast door een CAO van 23 juni 2023 met registratienummer 180889/CO/317. Deze wijzigingen bieden een wettelijke basis voor de 12-urige dagelijkse limiet die al geldt in de sector.
U vindt hierna de bepalingen inzake arbeidsduur voor arbeiders tewerkgesteld aan alle activiteiten andere dan waardevervoer en militaire basissen.
1. Definities
Een volledige arbeidsprestatie stemt overeen met alle uren aanwezigheid overdag en/of 's nachts, begrepen tussen het eerste en het laatste gewerkte uur overdag en/of 's nachts. Het is mogelijk dat een volledige arbeidsprestatie twee kalenderdagen overbrugt.
De aanwezigheidsuren zijn de werkelijk gewerkte uren, de schafttijd en de rusttijd.
De verplaatsingstijd tussen opeenvolgende prestaties bij verschillende klanten of op verschillende locaties wordt beschouwd als te betalen arbeidstijd. Onder verplaatsingstijd verstaat men de tijd die nodig is om zich van de ene klant/locatie naar de andere klant/locatie te begeven.
|
Begrip |
Definitie |
C |
Contractuele uren |
Minimumaantal te betalen uren per maand |
P |
Gepresteerde uren |
Gepresteerde uren/aanwezigheidsuren ter beschikking van de werkgever: effectief gepresteerde uren, rust- en schafttijd, trainingsuren, niet-productieve uren (onder andere onderhoud, administratie, bijgepaste uren om tot het minimum van 3 uur per prestaties te komen, medisch onderzoek) tijdens de betrokken maand |
IS |
Interne syndicale uren |
OR, CPBW, SD, interne opdrachten binnen de onderneming |
R |
Gerecupereerde uren |
Aantal uren recuperatie genomen tijdens de betrokken maand. |
ES |
Externe syndicale uren |
Externe syndicale vergaderingen en opleiding |
BA1 |
Betaalde afwezigheid aan 100 % |
Betaalde afwezigheidsuren aan 100 %: ziekte (7 dagen), arbeidsongeval (7 dagen), klein verlet, anciënniteitsverlof, educatief verlof |
RBA |
Rest betaalde afwezigheid |
Uren niet aanwezig maar wel betaald: ziekte en arbeidsongeval (meer dan 7 dagen) |
NA |
Niet-betaalde afwezigheid |
Niet-betaalde afwezigheidsuren: ziekte en arbeidsongeval (meer dan 30 dagen), toegestane afwezigheid, ongewettigde afwezigheid, schorsing, onbetaald verlof, betaald verlof, economische werkloosheid |
- contractuele uren = P + IS + R + ES + BA1 + RBA + NA
- te recupereren uren (boven 180 uren): P + IS + R + ES + BA1
-
overuren = P
2. Gemiddelde wekelijkse arbeidsduur
De arbeidsduur is vastgelegd op gemiddeld 37 uur per week op jaarbasis (van 1 januari tot en met 31 december).
3. Minimale maandelijkse arbeidsduur (aanwezigheidsuren + gelijkgestelde uren)
De minimale arbeidsduur per maand wordt op de volgende wijze berekend:
- in een stelsel van 6 dagen per week: aantal werkdagen per maand, vermenigvuldigd met 6,17, min de feestdag(en) ongeacht de dag(en) waarop deze feestdag(en) valt/vallen;
- in een stelsel van 5 dagen per week: aantal werkdagen per maand, vermenigvuldigd met 7,40, min de feestdag(en) ongeacht de dag(en) waarop deze feestdag(en) valt/vallen.
Zie hoofdstuk 0701 voor een concrete toepassing in het lopende jaar
4. Planning van de werkroosters en controle van de planningen
Voor de vaste commerciële contracten moeten de werkgevers de planningen aan de arbeiders overmaken tussen de 22e en 25e van iedere maand.
Voor werknemers die werken met een maandplanning (behalve functies van brand- en veiligheidswacht en deze van waardetransporteur): indien na uitgifte van de planning zich planningswijzigingen voordoen, die een impact hebben op de werktijden, ontvangt de werknemer vanaf de vierde wijziging in dezelfde maand per gewijzigde of nieuwe prestatie een geïndexeerde premie van 0,5707€ per uur. Worden niet als planningswijziging beschouwd en worden dus niet meegeteld voor het bepalen van het aantal planningswijzigingen per maand: de planningswijzigingen op vraag van de werknemer; de wijzingen waardoor de initieel geplande prestatie met maximaal 2 u.wijzigt; in geval de volgende bijzondere regimes worden toegepast: oproepen buiten planning binnen de 48 uur, oproepen om te werken tijdens dagen van geplande economische werkloosheid, oproepen vanuit de flexibele pool.
- Minimumgrens maandelijkse planning: 15 uur minder dan de contractuele uren. Als dit aantal uren hoger is dan 160, wordt het minimum bepaald op 145 uur.
- Maximumgrens maandelijkse planning: 175 uur.
Als de planning van de arbeider het maandelijks contractueel minimum niet bereikt, mag de werknemer worden opgeroepen mits naleving van een termijn van minimum 48 uur.
Deze oproepen mogen niet samenvallen met de jaarlijkse vakantie noch met de volgens de regels door de arbeider aangevraagde recuperatie. Voor de arbeider die in economische werkloosheid wordt geplaatst, geldt deze regel niet.
Deze oproep is verschillend van de dringende oproep zoals beschreven in artikel 2, § 3, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2011 betreffende de verplaatsingskosten (zie hoofdstuk 1201 van onze sectorale documentatie voor de cao van 11/10/2011).
De sector verbindt zich ertoe om, met respect voor het bioritme van het individu, behoudens punctuele en zeer uitzonderlijke omstandigheden geen onmiddellijke dag-nacht of nacht-dag opvolging van shiften in te plannen. Bij het plannen moet bovendien zoveel mogelijk het principe van voorwaartse rotatie worden gehanteerd. Deze verbintenis wordt systematisch geëvalueerd tijdens de planningcontrole.
Economische werkloosheid kan niet worden gebruikt als een planningsinstrument. Nulplanningen zijn verboden.
Uren en dagen jaarlijkse vakantie komen niet in aanmerking om eventuele planningsproblemen op te lossen. De ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging moet een verlofaanvraagformulier uitwerken waardoor misbruiken kunnen worden uitgesloten.
Specifieke problemen op ondernemingsvlak moeten worden besproken met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties die in het paritair comité vertegenwoordigd zijn en maken het voorwerp uit van een lokale of bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst die wordt neergelegd bij de voorzitter van het paritair comité.
4.1. Controle van de planningen
Een beperkte vakbondsafvaardiging waarvan de samenstelling wordt bepaald binnen de onderneming, beschikt over de mogelijkheid om de planning na te zien. De modaliteiten moeten op ondernemingsvlak worden overeengekomen.
Bij het begin van de maand ontvangt deze beperkte afvaardiging een lijst van de arbeiders die geen minimumplanning (15 uur minder dan de contractuele uren of 145 uur) hebben gekregen.
In het midden van de maand heeft een evaluatie plaats met de afvaardiging die daartoe is aangeduid en worden eventuele correcties aangebracht.
De ondernemingsraad of de beperkte vakbondsafvaardiging oefent toezicht uit op de correcte naleving van deze bepalingen.
A. Beperkte vakbondsafvaardiging
Tijdens de geldende controleprocedure moet de werkgever de beperkte vakbondsafvaardiging informeren over de redenen van het negatieve saldo.
Elke maand moet hij de nominatieve lijst verstrekken van de arbeiders die ofwel over een saldo van in te halen uren ofwel over een negatief saldo beschikken.
B. Ondernemingsraad
Er wordt een gedetailleerde evaluatie van het toegepaste systeem aan de leden van de ondernemingsraad voorgelegd. Telkens worden ook de effecten van deze maatregelen op tewerkstelling nagegaan. In geval van betwisting wordt een beroep gedaan op de vakbondsafvaardiging om een bijkomend onderzoek uit te voeren inzake betaling, omzetting naar inhaalrust en afrekening van de uren.
C. Paritair comité
Deze jaarlijkse evaluatie wordt ter informatie aan de voorzitter van het paritair comité overgemaakt.
5. Pauzes en rusttijden
5.1. Pauzes
De werknemers hebben recht op 15 minuten pauze na 6 uur prestaties. Deze 15 minuten maken integraal deel uit van de duur van de prestaties en worden vergoed als arbeidstijd. De pauze in de zin van deze bepaling kan door de werknemer worden gebruikt voor zijn persoonlijke bezigheden, zonder dat het hem is toegelaten afwezig te zijn, te slapen of zich te onttrekken aan de behoeften van de dienst.
5.2. Rusttijden
Per dag
|
Per week
|
|
Deze periodes kunnen 2 aaneensluitende weken overlappen.
Mogelijkheid om op ondernemingsvlak afwijkende overeenkomsten te sluiten waarbij rekening wordt gehouden met specifieke toestanden (bv. flexibele arbeidsregelingen die in de onderneming van de klant van toepassing zijn).
|
Mobiele bewakingsagenten:
Deze maaltijd-/rustpauzes maken integraal deel uit van de voorziene prestatie. |
6. Maximumgrenzen van de aanwezigheidstijd (werkelijk gewerkte uren +schaft- en rusttijd)
Per dag
|
Per week
|
Per maand
|
Per jaar (1 januari tot 31 december)
|
12 uur
De arbeider heeft het recht een langere periode te weigeren zonder dat hij hiervoor kan worden gesanctioneerd
|
48 uur
maximum 6 ononderbroken dagen of 48 uur (eventueel gespreid over 2 weken)
|
180 uur
Aanwezigheidsuren boven 175 uur worden op vrijwillige basis verricht
|
1924 uur
|
6.1. Nuances
- Arbeiders tewerkgesteld aan het vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of aan de begeleiding van dit vervoer.
Als de totale aanwezigheidsduur met inbegrip van de schafttijd 11 uur per dag of 42 uur per week niet overschrijdt, wordt voor de vaststelling van de toegelaten arbeidsduur de tijd die de werknemer besteedt aan maaltijden voor maximaal 5 uur per week niet beschouwd als tijd die de arbeider ter beschikking van de werkgever is.
- Arbeiders tewerkgesteld aan andere taken
Als de totale aanwezigheidsduur van de werknemer 11 uur per dag of 50 uur per week overschrijdt, wordt voor de vaststelling van de toegelaten arbeidsduur niet beschouwd als tijd die de werknemer ter beschikking van de werkgever is, de tijd besteed aan:
- voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 6 uur en 20 uur, de schafttijd naar rato van een half uur per volledige periode van vier uur;
- voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 6 uur en 20 uur, de maaltijdpauze naar rato van een half uur per volledige periode van vier uur;
- voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 20 uur en 6 uur, de rusttijd naar rato van 4 uur en voor zover deze rust wordt genomen in een plaats die daartoe behoorlijk is ingericht.
Een plaats die behoorlijk is ingericht, is een lokaal dat ter beschikking van de werknemer wordt gesteld, beschut tegen slechte weersomstandigheden, verwarmd, verlicht en bemeubeld met een tafel, een stoel en een kast.
De rustperiode kan door de werknemer worden gebruikt voor zijn persoonlijke bezigheden, zonder dat het hem is toegelaten afwezig te zijn, te slapen, of zich te onttrekken aan de behoeften van de dienst.
Voorwaarde: Dit is enkel van toepassing als de totale aanwezigheidsduur, met inbegrip van de rusttijden, 12 uur per dag of 60 uur per week niet overschrijdt.
7. Bezoldiging van de aanwezigheidstijd
Minimumaantal te betalen aanwezigheidsuren: minimale maandelijkse arbeidsduur ( zie hfst. 0701)
Maximumaantal te betalen aanwezigheidsuren: 180 uur/maand en 1924 uur /jaar.
8. Overloon
Per maand
|
Per dag |
Per week (maandag 00u00 — zondag 24u00) |
Per jaar (1 januari tot 31 december) |
50 % per uur boven 180 aanwezigheidsuren |
50 % per gewerkt uur boven 12 uur
|
50 % per aanwezigheidsuur boven 48 uur |
50 % per aanwezigheidsuur boven 1924 uur; betaald bij de afrekening aan het einde van de referteperiode
|
Berekeningsbasis
Het overloon wordt berekend op basis van een gemiddeld uurloon dat wordt bekomen door het loon (met inbegrip van de premies) van de 3 kalendermaanden die voorafgaan aan de maand waarin overloon verschuldigd is, te delen door het aantal gewerkte uren. Voor de bepaling van het loon wordt rekening gehouden met normale prestaties, niet-productieve uren, opleiding, interne syndicale uren, externe syndicale uren, inhaaluren en de verschillende aan de RSZ onderworpen premies (zaterdag, zondag, feestdagen, nacht, wapen, hond, ...). Voor het aantal gewerkte uren wordt rekening gehouden met normale uren, niet-productieve uren, opleiding, interne syndicale uren en externe syndicale uren.
|
|||
Cumulatie
Overlonen op dagbasis en op weekbasis zijn cumuleerbaar. Deze regel geldt niet voor de cumulatie van de weekgrens, de maandgrens en de jaargrens.
|
9. Inhaalrust voor aanwezingheidsuren
9.1. Positief saldo
Per maand |
Per jaar |
Aanwezigheidsuren boven 180 uur per maand worden via betaalde inhaalrust ingehaald in de loop van de referteperiode (van 1 januari tot 31 december). Tijdens de referteperiode mag het maximale positieve saldo (namelijk de uren boven 180 aanwezigheidsuren per maand) op geen enkel ogenblik groter zijn dan 65 uur. Zodra deze grens is bereikt, moet er inhaalrust zijn.
|
De aanwezigheidsuren boven 1924 uur die nog niet betaald zijn, moeten worden omgezet in betaalde inhaalrust, op te nemen binnen het kwartaal dat op de referteperiode volgt.
Mits akkoord van beide partijen kan maximum de helft van de inhaaluren worden betaald aan het einde van het eerste kwartaal dat op de referteperiode volgt.
|
9.2. Negatief saldo
Per maand |
Per jaar |
Geplande aanwezigheidsuren onder het maandelijks minimum (minimum gelijk aan 15 uur minder dan de contractuele uren of 145 uur) kunnen niet meer in aanmerking worden genomen voor inhaalrust en blijven verworven voor de arbeider.
Tijdens de referteperiode mag het maximale negatieve saldo (namelijk ingeval de werkgever niet in staat was aan de arbeider het minimumaantal contractuele uren te waarborgen) 30 uur niet overschrijden. De uren boven deze grens mogen niet meer in aanmerking worden genomen voor inhaalrust en blijven voor de arbeider verworven.
|
Op het einde van de referteperiode moet elk negatief saldo worden aangezuiverd of blijft verworven voor de arbeider.
|
9.3. Modaliteiten
Inhaalrust tijdens de referteperiode kan op eender welk ogenblik plaatsvinden op initiatief van de arbeider of de werkgever. Zodra de arbeider het minimumaantal contractuele uren bereikt, mag de werkgever geen inhaalrust meer opleggen.
De inhaalrust van deze uren wordt volgens de volgende procedure bepaald:
- de afrekening van de in te halen uren wordt door de werkgever samen met de loonbrief aan de werknemer bezorgd;
- op voorwaarde dat de werkgever deze afrekening ten laatste op de 15e van de maand aan de arbeider bezorgt, moet de arbeider zijn aanvraag om deze uren in te halen ten laatste de 20e van diezelfde maand indienen voor de maand(en) die erop volgt/volgen;
- als de werkgever de afrekening niet binnen de voorziene termijn heeft verstrekt, kan de arbeider zelf zijn inhaalperiode bepalen;
- als de arbeider zijn aanvraag om inhaalrust niet binnen de gestelde termijn indient, kan de werkgever inhaaluren opleggen zonder dat hierbij het minimumaantal contractuele uren mag worden overschreden.
Problemen worden voorgelegd aan de vakbondsafvaardiging.
Ingeval de uren niet kunnen worden ingehaald binnen de voorziene termijnen, bestaat de mogelijkheid om een akkoord te sluiten met de vakbondsafvaardiging en de gewestelijke secretarissen om deze uren te laten inhalen volgens andere modaliteiten. Er wordt in ieder geval overeengekomen dat deze uren niet worden uitbetaald.
10. Weekends
De arbeiders hebben recht op twintig vrije weekends per jaar/ buiten de jaarlijkse vakantie. De werkgever verbindt zich er toe alles in het werk te stellen om meer vrije weekends in te plannen voor de arbeiders.
Vanaf 1 januari 2022 wordt het jaarlijks aantal vrije weekends op 22 gebracht behalve voor de bewaking van evenementen (7de activiteit) en de bewaking in het uitgangsmilieu (sste activiteit).
Vanaf 1 januari 2020 hebben arbeiders van 55 jaar en ouder recht op 1 bijkomend vrij weekend en arbeiders van 60 jaar en ouder recht op 2 bijkomende vrije weekends.
Vanaf 1 januari 2022 betekent dit dat ze recht hebben op
- 23 vrije weekends als ze 55jaar of ouder zijn
- 24vrije weekends als ze 60 jaar of ouder zijn
Behalve voor de arbeiders actief in de bewaking van evenementen (7de activiteit) of in de bewaking in het uitgangsmilieu (8ste activiteit) waar het aantal vrije weekends behouden blijft op 2 vrije weekends als ze 55 jaar of ouder zijn en op 22 vrije weekends als ze 60 jaar of ouder zijn.
Arbeiders kunnen weigeren om te werken zonder hiervoor te worden gesanctioneerd na:
- 28 gepresteerde weekends in de bewaking van evenementen (7de activiteit) en in de bewaking van het uitgangsmilieu (8 ste activiteit)
- 26 gepresteerde weekends voor de andere arbeiders jonger dan 55 jaar
- 25 gepresteerde weekends voor arbeiders van 55 jaar of meer behalve in de bewaking van evenementen en in de bewaking van het uitgangsmilieu waar dit behouden blijft op 27 gepresteerde weekends
- 24 gepresteerde weekends voor arbeiders van 60 jaar of meer behalve in de bewaking van evenementen en in de bewaking van het uitgangsmilieu waar dit behouden blijft op 26 gepresteerde weekends
Onder weekend wordt verstaan de ononderbroken periode tussen de vrijdag om 20.00 u. en de maandag 6.00 u.
In de ondernemingen waarvoor deze definitie van het begrip weekend een probleem zou vormen, kan een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingniveau voorzien in een afwijking als ze de volgende elementen bevat:
- Het gaat om vrijwilligheid beperkt in de tijd met een mogelijkheid voor de werknemer om uit deze vrijwilligheid te stappen met een te bepalen opzeggingstermijn;
- De vrijwillige aanvraag moet worden ingediend door de vakbondsafvaardigingen die de lijst van de vrijwilligers aan de betrokken werkgever overhandigen.
Alle (bestaande of komende) collectieve arbeidsovereenkomsten op ondernemingsniveau die afwijken van de definitie van het bovenvermelde begrip weekend moeten ter controle worden voorgelegd aan de voorzitter van het paritair comité. De voorzitter informeert het paritair comité over alle ontvangen collectieve arbeidsovereenkomsten.
Deze bepalingen gelden niet voor arbeiders die een weekendovereenkomst hebben gesloten.
Weekendprestaties worden bij voorkeur door vrijwilligers verricht.
De werkgevers verbinden zich ertoe om strikter toe te zien op de bestaande regeling voor weekendarbeid en om op ondernemingsvlak samen met de ondernemingsraad een concrete evaluatie uit te werken.
11. Deeltijdse werknemers
Wat betreft de arbeidstijd van deeltijdse werknemers zijn de wettelijke bepalingen inzake deeltijdse arbeid van toepassing.
12. Bepalingen eigen aan de onderneming
Alle voordeligere overeenkomsten blijven van toepassing voor zover ze niet strijdig zijn met de algemene bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.
Voor elke prestaties van 3 uur kan worden afgeweken van de wettelijke regeling op voorwaarde dat dit het voorwerp heeft uitgemaakt van een discussie binnen de vakbondsafvaardiging en er met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten een bijzonder collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten die wordt neergelegd bij de voorzitter van het Paritair comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten en goedgekeurd door het paritair comité.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
01/02/2018 |
Registratienr
144989 |
Geldig van
01/01/2018 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
15/02/2018 |
Registratiedatum
05/03/2018 |
||
Onderwerp
arbeidsduur en humanisering van de arbeid |
|||
BS Bericht van neerlegging
15/03/2018 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
17/08/2018 |
Gepubliceerd in het B.St. van
10/09/2018 |
||
Keywords
ARBEIDSDUURMODALITEITEN, DEELTIJDSE ARBEID |
Datum CAO
10/09/2015 |
Registratienr
130083 |
Geldig van
01/01/2016 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
08/10/2015 |
Registratiedatum
18/11/2015 |
||
Onderwerp
wijziging van de CAO van 12 maart 2012 over de arbeidsduur en de humanisering van de arbeid |
|||
BS Bericht van neerlegging
07/12/2015 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/07/2016 |
Gepubliceerd in het B.St. van
14/09/2016 |
||
Keywords
ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, DEELTIJDSE ARBEID |
Datum CAO
15/03/2012 |
Registratienr
109432 |
Geldig van
01/01/2012 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
04/04/2012 |
Registratiedatum
23/04/2012 |
||
Onderwerp
arbeidsduur en humanisering van de arbeid |
|||
BS Bericht van neerlegging
11/05/2012 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/04/2013 |
Gepubliceerd in het B.St. van
25/06/2013 |
||
Keywords
LONEN, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, DEELTIJDSE ARBEID |
Datum CAO
05/12/2019 |
Registratienr
157033 |
Geldig van
01/01/2020 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
23/12/2019 |
Registratiedatum
11/02/2020 |
||
Onderwerp
Arbeidsduur en humanisering van de arbeid. |
|||
BS Bericht van neerlegging
11/03/2020 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
22/06/2020 |
Gepubliceerd in het B.St. van
29/07/2020 |
||
Keywords
ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET |
Datum CAO
22/12/2021 |
Registratienr
171204 |
Geldig van
01/01/2022 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
22/12/2021 |
Registratiedatum
21/03/2022 |
||
Onderwerp
Arbeidsduur en humanisering van de arbeid |
|||
BS Bericht van neerlegging
31/03/2022 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
07/10/2022 |
Gepubliceerd in het B.St. van
16/02/2023 |
||
Keywords
ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, BETAALDE VERLOFDAG EN FEESTDAG, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN (EXCL. E-COMMERCE) |
|||
Tekst aangepast op
23/03/2022 |
Datum CAO
23/06/2023 |
Registratienr
180888 |
Geldig van
- |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
27/06/2023 |
Registratiedatum
17/07/2023 |
||
Onderwerp
Nieuwe arbeidsregeling |
|||
BS Bericht van neerlegging
01/08/2023 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/11/2023 |
Gepubliceerd in het B.St. van
01/12/2023 |
||
Keywords
ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, DEELTIJDSE ARBEID, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT EN OVERUREN - ARBEIDSORGANISATIE, DEELTIJDSE ARBEID |
|||
Tekst aangepast op
20/07/2023 |
Datum CAO
23/06/2023 |
Registratienr
180889 |
Geldig van
- |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
27/06/2023 |
Registratiedatum
17/07/2023 |
||
Onderwerp
Arbeidsduur en humanisering van de arbeid |
|||
BS Bericht van neerlegging
01/08/2023 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/11/2023 |
Gepubliceerd in het B.St. van
07/12/2023 |
||
Keywords
ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT EN OVERUREN - ARBEIDSORGANISATIE |
|||
Tekst aangepast op
20/07/2023 |
Datum CAO
18/01/2024 |
Registratienr
185724 |
Geldig van
- |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
22/01/2024 |
Registratiedatum
01/02/2024 |
||
Onderwerp
Wijziging van de cao's vervoersonkosten, lonen, premies, vergoedingen en indexering en arbeidsduur en humanisering van de arbeid |
|||
BS Bericht van neerlegging
20/02/2024 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
- |
Gepubliceerd in het B.St. van
- |
||
Keywords
- |
|||
Tekst aangepast op
03/02/2024 |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2024 | 31/12/2050 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen |
23/06/2023 | 31/12/2023 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen |
01/01/2022 | 22/06/2023 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen |
01/01/2018 | 31/12/2021 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen |
01/01/2016 | 31/12/2017 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen |
01/01/2012 | 31/12/2015 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen |
01/03/2011 | 31/12/2011 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen |
01/09/2009 | 28/02/2011 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan militaire basissen |
01/06/2007 | 31/08/2009 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan militaire basissen |
01/09/2005 | 31/05/2007 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan militaire basissen |
01/06/2003 | 31/08/2005 | 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan militaire basissen |
01/01/2001 | 31/05/2003 | 070101 Arbeidsduur en tewerkstelling: arbeiders van de privé-sector |
01/01/1999 | 31/12/2000 | 070101 Arbeidsduur en tewerkstelling: arbeiders van de privé-sector |
01/04/1997 | 31/12/1998 | 070101 Arbeidsduur en tewerkstelling: arbeiders van de privé-sector |
01/01/1996 | 31/03/1997 | 070101 Arbeidsduur en tewerkstelling: arbeiders van de privé-sector |