070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen

Paritair (sub-)Comité nr.:
317.00.00-00.00

Bijwerking: 02/12/2015
Geldig vanaf: 01/01/2012
Geldig tot: 31/12/2015

In het Paritair Comité woor de bewakings- en/of toezichtsdiensten werd op 15 maart 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeidsduur en de humanisering van de arbeid. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 23 april 2012 onder het nr. 109432/CO/317. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 mei 2012.

De CAO is van toepassing vanaf 1 januari 2012 voor een onbepaalde duur.

Artikel 19, 3° en 23 van de arbeidswet van 16 maart 1971 geven aan de Koning de mogelijkheid om respectievelijk de tijd te bepalen gedurende dewelke het personeel ter beschikking is van de werkgever en toe te staan dat de normale grenzen van de arbeidsduur kunnen overschreden worden in de bedrijfstakken, de categorieën van ondernemingen en de takken van ondernemingen waar deze grenzen niet kunnen worden toegepast. In dat kader werd een koninklijk besluit van 4 juni 1999 genomen betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren (B.S. van 29 juni 1999). Dit K.B. bepaalt in sommige gevallen wat arbeidsduur is en in welke gevallen meer mag gepresteerd worden dan de normale wekelijkse arbeidsduur.

Wij geven u hierna de bepalingen van de CAO inzake de arbeidsduur van toepassing op de arbeiders tewerkgesteld aan alle activiteiten andere dan waardevervoer en militaire basissen alsmede de tekst van het koninklijk besluit van 4 juni 1999 betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren.

A. Tekst van de CAO

Hoofdstuk I : Toepassingsgebied 

Artikel 1 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. 

Onder werknemer wordt verstaan zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende. 

Hoofdstuk II : Principes 

Artikel 2

De arbeidsduur wordt vastgelegd op een gemiddelde van 37 uren per week. 

Artikel 3

§ 1. De minimale arbeidsduur per maand (het geheel van aanwezigheidsuren en afwezigheidsuren) wordt voor elke arbeider en operationele bediende, met uitzondering van de administratieve bedienden zoals vermeld in artikel 18 van deze overeenkomst, op de volgende wijze berekend : 

  • voor de werknemers in een stelsel van 6 dagen per week: aantal werkdagen (werkdag = van maandag tot zaterdag inbegrepen) per maand, vermenigvuldigd met 6,17, min de feestdag(en) ongeacht de dag(en) waarop deze feestdag(en) valt/vallen. 
  • Voor de werknemers in een stelsel van 5 dagen per week: aantal werkdagen (werkdag = van maandag tot vrijdag inbegrepen) per maand, vermenigvuldigd met 7,40, min de feestdag(en) ongeacht de dag(en) waarop deze feestdag(en) valt/vallen.

§ 2. Voor 2012 is dit gelijk aan :

Stelsel van 6 dagen/week

 

  Aantal dagen Aantal uren
januari 25 154u15'
februari 25 154u15'
maart 27 166u36'
april 24 148u05'
mei 24 148u05'
juni 26 160u25'
juli 25 154u15'
augustus 26 160u25'
september 25 154u15'
october 27 166u36'
november 24 148u05'
december 25 154u15

Ter gelegenheid van de feestdagen van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

  Aantal dagen Aantal uren
Vlaamse Gemeenschap in juli 24 148u05'
Franstalige Gemeenschap in september 24 148u05'
Duitstalige Gemeenschap in november 23 141u55'

 

Stelsel 5 dagen/week

 

  Aantal dagen Aantal uren
januari 21 155u24'
februari 21 155u24'
maart 22 162u48'
april 20 148u00'
mei 20 148u00'
juni 21 155u24'
juli 21 155u24'
augustus 22 162u48'
september 20 148u00'
october 23 170u12'
november 20 148u00'
december 20 148u00'

Ter gelegenheid van de feestdagen van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

  Aantal dagen Aantal uren
Vlaamse Gemeenschap in juli 20 148u00'
Franstalige Gemeenschap in september 19 140u36'
Duitstalige Gemeenschap in november 19 140u36'

 

§ 2. Voor 2013 is dit gelijk aan:

Stelsel 6 dagen/week

 

  Aantal dagen Aantal uren
januari 26 160u25'
februari 24 148u05'
maart 26 160u25'
april 25 154u15'
mei 24 148u05'
juni 25 154u15'
juli 26 160u25'
augustus 26 160u25'
september 25 154u15'
october 27 166u36'
november 24 148u05'
december 25 154u15

Ter gelegenheid van de feestdagen van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

  Aantal dagen Aantal uren
Vlaamse Gemeenschap in juli 25 154u15'
Franstalige Gemeenschap in september 24 148u05'
Duitstalige Gemeenschap in november 23 141u55'

 

Stelsel 5 dagen/week

 

  Aantal dagen Aantal uren
januari 22 162u48'
februari 20 148u00'
maart 21 155u24'
april 21 155u24'
mei 20 148u00'
juni 20 148u00'
juli 22 162u48'
augustus 21 155u24'
september 21 155u24'
october 23 170u12'
november 19 140u36'
december 21 155u24'

Ter gelegenheid van de feestdagen van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

  Aantal dagen Aantal uren
Vlaamse Gemeenschap in juli 21 155u24'
Franstalige Gemeenschap in september 20 148u00'
Duitstalige Gemeenschap in november 18 133u12'

 
Hoofdstuk III : Arbeiders

Artikel 4 - Definities : 

  1. Onder "aanwezigheidsuur" verstaat men de werkelijk gewerkte uren, de schaft- en rusttijd. (Voor de definitie van schaft- en rusttijd, zie het K.B. betreffende de arbeidsduur van de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het PC 317). Elk aanwezigheidsuur wordt verloond volgens de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 
  2. Onder "volledige arbeidsprestaties" wordt verstaan, alle uren aanwezigheid overdag en/of 's nachts, begrepen tussen het eerste en het laatste gewerkte uur overdag en/of 's nachts. Het is mogelijk dat een volledige arbeidsprestatie twee kalenderdagen overbrugt. 
  3. De uren die worden meegeteld voor de berekening van de contractuele uren, van de recuperatie-uren of de uren die gerecupereerd moeten worden, en van de overuren, zijn gedefinieerd in de bijlage aan deze overeenkomst.

AFDELING 1. ALLE ACTIVITEITEN ANDERE DAN HET WAARDEVERVOER EN DE MILITAIRE BASISSEN 

Artikel 5

Het aantal aanwezigheidsuren is beperkt als volgt : 

a) per dag:

  • maximum 12 uren. De arbeider heeft het recht een langere periode te weigeren zonder dat hij hiervoor kan gesanctioneerd worden. 
  • er wordt een rusttijd van 12 uren gewaarborgd tussen 2 volledige arbeidsprestaties; 
  • aan de mobiele bewakingsagent wordt een maaltijd-/ rustpauze van 30 minuten gegarandeerd gedurende een voorziene prestatie tussen 5 en 8 uren. Indien de voorziene prestatie groter is dan 8 uren (tot 12 uren), wordt een maaltijd- /rustpauze van 1 uur gegarandeerd. Deze maaltijd-/rustpauzes maken integraal deel uit van de voorziene prestatie. 

b) per week: 

  • maximum 48 uren 
  • de maximum ononderbroken prestatieperiode mag niet meer bedragen dan 6 opeenvolgende dagen of 48 uren (eventueel twee aaneensluitende weken overlappende). 
  • De minimale rustperiode is als volgt: 

    • 36 uren na een prestatieperiode van 48 uren of 6 ononderbroken dagen; 
    • 48 uren na een prestatieperiode van 48 uren verspreid over 6 ononderbroken dagen. 
  • Deze periodes kunnen twee aaneensluitende weken overlappen. 
  • de mogelijkheid bestaat om op het niveau van de ondernemingen afwijkende overeenkomsten te sluiten waarbij rekening wordt gehouden met specifieke toestanden zoals flexibele arbeidstijdregelingen die in de onderneming van de klant toepasselijk zijn. 

c) per maand : 

De planning mag afwijken van de maandelijkse duur zoals is bepaald in artikel 2 van deze overeenkomst en het verschil mag door de werkgever worden gecompenseerd, volgens de bepalingen voorzien in artikel 6. 

Omwille van operationele noodwendigheden kan de planning schommelen tussen het contractueel aantal uren min 15 en 175 uren. De prestaties boven 175 uren gebeuren op vrijwillige basis. 

  • minimumgrens : de werkgever verbindt zich ertoe een planning te voorzien die het minimum aan contractuele uren inhoudt. Indien hij hier niet in slaagt, moet hij in ieder geval een minimum aantal uren waarborgen gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren. Indien dit aantal hoger is dan 160, wordt het minimum bepaald op 145 uren. 
  • maximum grens : 180 uren. 
  • indien de planning van de arbeider niet het maandelijks contractueel minimum bereikt, mag hij worden opgeroepen mits respect van een termijn van minimum 48 uren. 
    Deze oproepen mogen niet samenvallen met de jaarlijkse vakantie, noch met de volgens de regels door de arbeider aangevraagde recuperatie. 
    Voor de arbeider die op economische werkloosheid geplaatst wordt, geldt deze regel niet. 
    Deze oproep is verschillend van de dringende oproep zoals beschreven in artikel 2 § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2011 betreffende de verplaatsingskosten.

d) per jaar (van 1 januari tot en met 31 december) : 

  • maximum grens: 1924 uren. 

Artikel 6 

De verloning en de inhaalrust van de aanwezigheidsuren worden als volgt vastgesteld : 

§ 1. Verloning 

a) per dag : 

Elke arbeidsprestatie die de 12 uren aanwezigheid overschrijdt, geeft recht op een overloon van 50 pct. per gepresteerd uur boven deze 12 uren. 

b) per week (maandag 00u00 — zondag 24u00): 

Elke arbeidsprestatie die de 48 uren aanwezigheid overschrijdt geeft recht op een overloon van 50 pct. per aanwezigheidsuur boven de 48 uren. 

c) per maand : 

  • het minimum te betalen aanwezigheidsuren wordt vastgesteld volgens artikel 3 van deze overeenkomst. 
  • het maximum te betalen aanwezigheidsuren bedraagt 180 uren. 
  • de aanwezigheidsuren boven de 180 uren per maand worden gerecupereerd via betaalde inhaalrust die kan plaatsvinden tijdens de referteperiode (van 1 januari tot en met 31 december). 
  • de geplande aanwezigheidsuren onder het maandelijks minimum, zoals bepaald in artikel 5 § 3 van deze overeenkomst (minimum gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren of 145 uren) kunnen niet meer in aanmerking worden genomen voor recuperatie en blijven verworven voor de arbeider. 
  • voor elk aanwezigheidsuur gepresteerd boven het 180ste uur wordt een overloon van 50 pct. toegekend. 

d) per jaar : 

  • op het einde van de referteperiode (van 1 januari tot 31 december) moeten de nog niet betaalde aanwezigheidsuren worden betaald, met een maximum van 1924 uren. 
  • voor elk aanwezigheidsuur boven de 1924 wordt een overloon van 50 pct. toegekend en betaald bij de verrekening op het einde van de referteperiode. 
  • de aanwezigheidsuren die de 1924 overschrijden en die nog niet werden betaald moeten worden omgezet in betaalde inhaalrust, op te nemen tijdens het trimester dat volgt op de referteperiode. 

e) cumul van overloon:

De overlonen op dagbasis en op weekbasis zijn cumuleerbaar. Deze regel geldt niet voor de cumul van de weekgrens, de maandgrens en de jaargrens.

§2. Inhaalrust

a. principes:

Tijdens de referteperiode mag het positieve saldo (de uren boven 180 uren per maand) op geen ogenblik groter zijn dan 65 uren. Zodra deze grens is bereikt, moet er inhaalrust zijn.

Tijdens de referteperiode mag het negatieve saldo (in geval de werkgever niet in staat was aan de arbeider het minimum contractuele uren te waarborgen) de 30 uren niet overschrijden. De uren die deze grens overschrijden, mogen niet meer in aanmerking worden genomen voor inhaalrust en blijven voor de arbeider verworven. Op het einde van de referteperiode moet elk negatief saldo worden aangezuiverd of blijft verworven voor de arbeider.

b. modaliteiten:

  • de inhaalrust tijdens de referteperiode kan op eender welk ogenblik plaatsvinden, op initiatief van de arbeider of op initiatief van de werkgever. Van zodra de arbeider het minimum aantal contractuele uren bereikt, mag de werkgever geen inhaalrust meer opleggen.
  • de inhaalrust van die uren is volgens de volgende procedure bepaald:

    • de werkgever zal aan de arbeider de afrekening van zijn overuren bezorgen met zijn loonfiche;
    • voor zover de werkgever deze afrekening aan de arbeider bezorgt ten laatste op de 15de van de maand, dient deze laatste zijn aanvraag om deze uren te recupereren te doen ten laatste de 20ste van dezelfde maand, voor de maand die er op volgt.
    • indien de werkgever voornoemde afrekening niet binnen de voorziene termijn heeft verstrekt, staat de arbeider vrij zelf zijn recuperatieperiode te bepalen.
    • in geval er binnen de gestelde termijn geen aanvraag werd ingediend door de arbeider, heeft de werkgever de mogelijkheid inhaalrust op te leggen zonder dat hierbij het minimum aantal contractuele uren mag worden overschreden.
  • elk probleem dat het resultaat is van de toepassing van dit nieuwe régime, zal worden voorgelegd aan de betrokken syndicale delegatie.
  • ingeval de uren niet kunnen worden gerecupereerd binnen de voorziene termijnen, bestaat de mogelijkheid om een akkoord te sluiten met de vakbondsafvaardiging en de gewestelijke secretarissen om deze uren te laten recupereren volgens andere modaliteiten. Er wordt in ieder geval overeengekomen dat deze uren niet worden uitbetaald.

Artikel 7 - Controle

§1. Een beperkte vakbondsafvaardiging, waarvan de samenstelling wordt bepaald binnen de onderneming, beschikt over de mogelijkheid om de planning na te zien. De modaliteiten moeten worden overeengekomen op het niveau van de onderneming.

§2. Bij het begin van de maand wordt aan deze vakbondsafvaardiging, zoals hierboven omschreven, een lijst overgemaakt van de arbeiders die geen minimum planning hebben gekregen (gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren of 145 uren).

§3. In het midden van de maand zal door de hiertoe aangewezen afvaardiging een evaluatie worden gemaakt en zullen eventuele correcties worden aangebracht.

§4. De ondernemingsraad of de beperkte vakbondsafvaardiging oefent toezicht uit op de correcte naleving van deze bepalingen.

  1. Beperkte vakbondsafvaardiging
    De werkgever zal de syndicale afvaardiging informeren aangaande de redenen van het negatief saldo, ter gelegenheid van de in voege zijnde controleprocedure.
    Elke maand zal hij de nominatieve lijst verstrekken van de arbeiders, die beschikkenofwel over een saldo van in te halen uren, ofwel over een negatief saldo.
  2. Ondernemingsraad
    Sinds oktober 2002 wordt een jaarlijkse gedetailleerd evaluatie van het toegepaste systeem aan de leden van de ondernemingsraad voorgelegd. Telkens worden ook de effecten van deze maatregelen op de tewerkstelling nagegaan. In geval van betwisting, wordt beroep gedaan op de vakbondsafvaardiging om een bijkomend onderzoek te doen inzake betaling, omzetting naar inhaalrust en afrekening van de uren.
  3. Paritair comité
    Deze jaarlijkse evaluatie wordt ter informatie aan de Voorzitter van het paritair comité overgemaakt.

Artikel 8 - Patrouille en interventie na alarm

Modaliteiten van werkorganisatie moeten onderzocht worden op het niveau van de onderneming. 

(...)

Sectie 4 - Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 12

De verplaatsingstijd gelegen tussen opeenvolgende arbeidsprestaties bij verschillende klanten of op verschillende locaties, zal beschouwd worden als arbeidstijd en als dusdanig worden vergoed. Onder verplaatsingstijd wordt verstaan de effectieve tijd die noodzakelijk is om zich van de ene klant/locatie naar de andere klant/locatie te begeven.

Artikel 13 - Oproepen

Onder oproep wordt verstaan prestatie die wordt gedaan buiten de planning. Zij gebeurt op vrijwillige basis en geeft geen aanleiding tot de betaling van een specifieke premie.

Er wordt een lijst opgesteld van de personen die beschikbaar zijn voor deze oproepen; deze lijst wordt gecontroleerd door de vakbondsafvaardigingen. Indien er geen vakbondsafvaardigingen zijn, wordt de controle uitgevoerd door de gewestelijke secretarissen van de ondertekenende vakorganisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 14

§1. Voor elke prestatie van 3 uren kan worden afgeweken van de wettelijke regeling voor zover dit het voorwerp heeft uitgemaakt van een discussie binnen de syndicale delegatie, en er met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten een bijzonder collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten die zal worden neergelegd bij de Voorzitter van het paritair comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, en goedgekeurd door het Paritair Comité.

§2. De uren en dagen jaarlijkse vakantie komen niet in aanmerking om eventuele planningsproblemen op te lossen. De ondernemingsraad of syndicale delegatie zal een verlofaanvraagformulier uitwerken waardoor misbruiken uitgesloten kunnen worden.

§3. Specifieke problemen op het vlak van een onderneming dienen met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité, besproken te worden en maken het voorwerp uit van een lokale of bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst die zal neergelegd worden bij de Voorzitter van het Paritair Comité.

Artikel 15 - Weekends

§1. De arbeiders hebben recht op twintig vrije weekends per jaar, buiten de jaarlijkse vakantie. De werkgever verbindt zich ertoe alles in het werk te stellen om voor de arbeiders meer vrije weekends te plannen.

§2. Sinds 1 januari 2008 kunnen arbeiders weigeren om te werken vanaf het 29ste weekend (i.e. na 28 gepresteerde weekends) zonder te worden gesanctionneerd.

§3. Onder weekend verstaat men een referteperiode van vrijdag 20 uur tot maandag 8 uur (60 uren) met de waarborg van een ononderbroken periode van 48 uren binnen de referteperiode, terwijl een volledige zaterdag of zondag wordt gehandhaafd.  De mogelijkheid bestaat om in de ondernemingen samen met de vakbondsafvaardiging eventuele afwijkingen te bepalen tijdens het onderzoek van de planningen.

§4. In de ondernemingen voor dewelke deze definitie van het begrip weekend een probleem zou vormen, kan een ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst voorzien in een afwijking als zij de volgende elementen bevat :

  • Het gaat om vrijwilligheid beperkt in de tijd met een mogelijkheid voor de werknemer om uit deze vrijwilligheid te stappen met een te bepalen opzeggingstermijn;
  • De vrijwillige aanvraag zal worden ingediend door de vakbondsafvaardigingen die de lijst van de vrijwilligers aan de betrokken werkgever zullen overhandigen.

Alle (bestaande of komende) ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomsten die afwijken van de definitie van het bovenvermelde begrip weekend zullen ter controle moeten worden voorgelegd aan de Voorzitter van het Paritair comité. De Voorzitter zal het Paritair Comité informeren over alle ontvangen collectieve arbeidsovereenkomsten.

§5. De bepaling van §§1 en 2 gelden niet voor arbeiders die een weekendovereenkomst hebben afgesloten.  Weekendprestaties zullen bij voorkeur gebeuren door vrijwilligers.

De werkgevers engageren zich om strikter toe te zien op de bestaande regeling voor weekendarbeid, en om op het bedrijfsniveau, samen met de ondernemingsraad, een concrete evaluatie uit te werken.

Artikel 16 - Feestdagen

Sinds 1 januari 2008 verdubbelt, vanaf de 7de gewerkte feestdag, de premie voor prestaties geleverd tijdens een feestdag, zoals bepaald in artikel 4, § 2, b) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2011 met betrekking tot lonen, premies, diverse vergoedingen en indexeringen.

Artikel 17 - Planningen

§ 1. De werkgevers zullen voor de vaste commerciële contracten de planningen overmaken aan de arbeiders tussen de 22ste en 25ste van iedere maand.

§ 2. Elke onderneming zal de mogelijkheid om een chronologische controle van de planning in te voeren moeten bespreken. 

(...)

Hoofdstuk V : Algemeenheden

Artikel 24

Wat betreft de arbeidstijd van deeltijdse werknemers zijn de wettelijke bepalingen inzake de deeltijdse arbeid van toepassing.

Artikel 25

Overeenkomstig artikel 38 quater, §4, alinea 1 van de wet van 16 maart 1971 op de arbeid en zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van toepassing op de waardevervoerders en op de mobiele agenten, hebben de werknemers zoals bedoeld in artikel 1 recht op 15 minuten pauze na 6 uren van prestatie. Deze 15 minuten maken integraal deel uit van de duur van de prestaties en worden vergoed als arbeidstijd. De pauze in de zin van deze bepaling kan door de werkman worden gebruikt voor zijn persoonlijke bezigheden, zonder dat het hem is toegelaten afwezig te zijn, te slapen, of zich te onttrekken aan de taken van de dienst.

Artikel 26 

Economische werkloosheid kan niet worden gehanteerd als een planningsinstrument. Nulplanningen zijn verboden. 

Artikel 27 

Het overloon waarvan spraken in bovenstaande artikelen wordt berekend op basis van een gemiddeld uurloon dat wordt bekomen door de verloning (met inbegrip van de premies) tijdens de 3 kalendermaanden voorafgaand aan de maand waarop de verloning moet gebeuren te delen door het aantal gepresteerde uren. 

Voor de verloning worden in rekening gebracht : de normale prestaties, de niet-productieve uren, de opleiding, de interne syndicale uren, de externe syndicale uren, de inhaaluren, de verschillende premies (zaterdag, zondag, feestdag, nacht, wapen, hond, ....) onderworpen aan de RSZ. 

Onder aantal gepresteerde uren wordt verstaan : de normale uren, de niet-productieve uren, de opleiding, de interne syndicale uren en de externe syndicale uren. 

Artikel 28 

§ 1. Indien sommige van de voordelen, opgenomen in deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds geheel of gedeeltelijk door bepaalde werkgevers worden toegepast op werknemers, wordt tussen de ondertekenende partijen overeengekomen dat deze werkgevers enkel het eventuele verschil tussen wat reeds werd toegekend en wat is bepaald in de huidige overeenkomst, moeten betalen. 

Alle hogere voordelen die reeds worden toegekend blijven verkregen. 

§ 2. Alle bepalingen van de bestaande overeenkomsten die niet door deze conventie worden gewijzigd blijven van toepassing, meer in het bijzonder de bepalingen inzake waardentransport. 

§ 3. Alle voordeliger overeenkomsten en voor zover ze niet strijdig zijn met de algemene bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten blijven behouden. 

Hoofdstuk VI : Slotbepalingen

Artikel 29 

§ 1. In geval van betwisting zijn partijen akkoord om uitsluitend een beroep te doen op de Voorzitter van het Paritair Comité die een verzoeningsbureau kan samenstellen en een oplossing kan voorstellen aan betrokken partijen. 

§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012 en is gesloten voor onbepaalde duur. 

§ 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2011 (K.B. 22 juni 2010 — B.S. 18 oktober 2010), zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 maart 2011 (K.B. 6 juli 2011 - B.S. 25 augustus 2011) met betrekking tot de arbeidsduur en de humanisering van de arbeid. 

§ 4. Zij kan worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.

Bijlage

C Contractuele uren Minimumaantal te betalen uren per maand
P Gepresteerde uren / aanwezigheidsuren ter beschikking van de werkgever Effectief gepresteerde uren, rust- en schafttijd, trainingsuren, niet productieve uren (o.a. onderhoud, administratie, bijgepaste uren om tot het minimum van 3 uren per prestatie te komen, medisch onderzoek) tijdens de betrokken maand.
IS Interne syndicale uren OR, VGV, SO, interne opdrachten binnen de onderneming
R Genomen recuperatie Aantal uren recuperatie genomen tijdens de betrokken maand
ES Externe syndicale uren Externe syndicale vergaderingen en opleiding
BA1 Betaalde afwezigheid tot 100 % Uren niet aanwezig maar wel betaald aan 100 %: ziekte (eerste 7 dagen), arbeidsongeval (eerste 7 dagen) klein verlet, anciënniteitsverlof, educatief verlof
RBA Rest betaalde afwezigheid Uren niet aanwezig maar wel betaald: ziekte en arbeidsongeval (meer dan 7 dagen)
NA Niet betaalde afwezigheid Uren niet aanwezig en niet betaald: ziekte en arbeidsongeval (meer dan 30 dagen), toegestane afwezigheid, ongewettigde afwezigheden, schorsing, onbetaald verlof, betaald verlof, economische werkloosheid

Referentie 1: Voor het bepalen van de contractuele uren: P + IS + R + ES + BA1 + RBA + NA

Referentie 2: Voor het bepalen van de uren die gerecupereerd moeten worden (boven 180 u): P + IS + R + ES + BA1

Referentie 3: voor het bepalen van de overuren: P 

Algemeen principe: het aantal te betalen uren mag maximaal 180 uren bedragen.

B. Tekst van het Koninklijk besluit van 4 juni 1999 betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsondernemingen.

HOOFDSTUK II - Vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of de begeleiding van dit vervoer

Artikel 2

Dit hoofdstuk is van toepassing op werklieden, bedoeld in artikel 1, die worden tewerkgesteld aan het vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of die het vervoer ervan begeleiden

Artikel 3

Voor de vaststelling van de toegelaten arbeidsduur wordt niet beschouwd als tijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de werkgever, de tijd welke de werkman besteedt aan het nuttigen van de maaltijden, ten belope van maximaal 5 uur per week.

Artikel 4

De bepalingen van artikel 3 zijn slechts van toepassing inzover de totale aanwezigheidsduur, met inbegrip van de in artikel 3 vermelde periodes, niet hoger ligt dan 11 uur per dag of 42 uur per week.

Artikel 5

De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld door de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of een lagere grens vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden overschreden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van een week, of een andere periode vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het bevoegde Paritair Comité, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld door de wet of de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt.

HOOFDSTUK III - Andere dan vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of dan de begeleiding van dit vervoer

Artikel 6

Dit hoofdstuk is van toepassing op de werklieden, bedoeld in artikel 1, tewerkgesteld aan werken andere dan die bedoeld in Hoofdstuk 2 van dit besluit.

Artikel 7

Inzover de totale aanwezigheidsduur van de werkman 11 uur per dag of 50 uur per week overschrijdt, wordt voor de vaststelling van de toegelaten arbeidsduur niet beschouwd als tijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de werkgever, de tijd besteed aan:

  1. voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 6 uur en 20 uur, de schafttijd, ten belope van een half uur per volledige periode van vier uren;
  2. voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 20 uur en 6 uur, de rustperiode ten belope van 4 uren en voor zover deze rust wordt genomen in een plaats die daartoe behoorlijk is ingericht.

Onder plaats die behoorlijk is ingericht wordt verstaan, het lokaal dat ter beschikking wordt gesteld van de werkman, beschut tegen slechte weersomstandigheden, verwarmd, verlicht en bemeubeld met een tafel, een stoel en een kast.
De rustperiode in de zin van deze bepaling kan door de werkman worden gebruikt voor zijn persoonlijke bezigheden, zonder dat het hem is toegelaten afwezig te zijn, te slapen, of zich te onttrekken aan de taken van de dienst.

Artikel 8

De bepalingen van artikel 7 zijn slechts van toepassing inzoverre de totale aanwezigheidsduur, met inbegrip van de in artikel 7 vermelde periodes, niet hoger ligt dan 12 uur per dag of 60 uur per week.

Artikel 9

De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld door de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of een lagere grens vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden overschreden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van een trimester, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld door de wet of de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt.

HOOFDSTUK V - Slotbepalingen

Artikel 10

Het koninklijk besluit van 28 april 1994 betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 1996.

Artikel 10bis

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Artikel 11

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
15/03/2012
Registratienr
109432
Geldig van
01/01/2012
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
04/04/2012
Registratiedatum
23/04/2012
Onderwerp
arbeidsduur en humanisering van de arbeid
BS Bericht van neerlegging
11/05/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/04/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
25/06/2013
Keywords
LONEN, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, DEELTIJDSE ARBEID

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen
23/06/2023 31/12/2023 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen
01/01/2022 22/06/2023 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen
01/01/2018 31/12/2021 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen
01/01/2016 31/12/2017 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen
01/01/2012 31/12/2015 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen
01/03/2011 31/12/2011 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan waardevervoer en militaire basissen
01/09/2009 28/02/2011 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan militaire basissen
01/06/2007 31/08/2009 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan militaire basissen
01/09/2005 31/05/2007 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan militaire basissen
01/06/2003 31/08/2005 070101 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan alle andere activiteiten dan militaire basissen
01/01/2001 31/05/2003 070101 Arbeidsduur en tewerkstelling: arbeiders van de privé-sector
01/01/1999 31/12/2000 070101 Arbeidsduur en tewerkstelling: arbeiders van de privé-sector
01/04/1997 31/12/1998 070101 Arbeidsduur en tewerkstelling: arbeiders van de privé-sector
01/01/1996 31/03/1997 070101 Arbeidsduur en tewerkstelling: arbeiders van de privé-sector