2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 05/09/2017
Geldig vanaf: 01/10/2017
Geldig tot: 30/09/2019

Vorstvergoeding en vergoeding-bouw:

  • Toekenningsvoorwaarde: in het bezit zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende".
  • Betaling: door het Fonds via de erkende uitbetalingsinstellingen van werkloosheidsuitkeringen.
  • Bedrag: van 6,34 EUR tot 10,85 EUR al naargelang de looncategorie.
  • Maximumaantal uitkeringen: de vergoedingen-bouw worden maximum 60 dagen/dienstjaar (6-dagenregeling) uitbetaald.
  • Terugvordering bij de werkgever door het Fonds: de vergoeding-bouw bij overschrijding van 2 afzonderlijke drempels van 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer of 24 dagen economische werkloosheid (met een verhoging van het terug te betalen bedrag in geval van economische werkloosheid).

Wettelijke vergoeding:

  • Toekenningsregels: voor alle dagen tijdelijke werkloosheid, geïntegreerd in de vorstvergoeding en de vergoeding-bouw.
  • Betaling:
    • door het Fonds via de erkende uitbetalingsinstellingen van werkloosheidsuitkeringen voor alle dagen tijdelijke werkloosheid wegens vorst of blijvende sneeuw en voor de eerste 60 dagen economische werkloosheid;
    • door de werkgever voor alle andere dagen tijdelijke werkloosheid.
  • Bedrag: 2 EUR/dag (5d/w);
  • Terugvordering bij de werkgever door het Fonds: de wettelijke vergoedingen bij overschrijding van 2 afzonderlijke drempels van 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer of 24 dagen economische werkloosheid (met een verhoging van het terug te betalen bedrag in geval van economische werkloosheid). Bij de berekening van deze drempels wordt geen rekening gehouden met de wettelijke vergoedingen betaald (hetzij alleen, hetzij als gedeelte van de vorstvergoedingen) voor de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw. De wettelijke vergoedingen betaald voor deze vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw worden niet teruggevorderd.

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 8 juni 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen en van de wettelijke vergoeding (registratienummer: 140185/CO/124). Deze overeenkomst handelt over de toekenning van de vorstvergoeding, over de toekenning van de vergoeding-bouw, evenals over de aanvullende werkloosheidsuitkering. Zij  treedt in werking op 1 oktober 2017 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2019.

Wij geven U hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een commentaar.

De toeslag in geval van tijdelijke werkloosheid wordt in de bouwsector geregeld via het Fonds voor Bestaanszekerheid, zonder beperking indien het gaat om tijdelijke werkloosheid die aanleiding zou geven tot de toekenning van een vorstvergoeding, of beperkt tot 60 dagen in de 6 dagen-week, indien het gaat om andere tijdelijke werkloosheid.

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders en arbeidsters die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Onder "Constructiv" verstaat men het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf.

§2. Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in §1, 1ste lid, en op het uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt.

§3. Deze CAO heeft tot doel de verordenende bepalingen vast te stellen in verband met de toekenning van de vorstvergoeding en de vergoeding-bouw aan de arbeiders die gerechtigd zijn de hoofdwerkloosheidsuitkering te ontvangen. Zij stelt ook de verordenende bepalingen vast met betrekking tot de toekenning van de wettelijke vergoeding bedoeld bij artikel 51, §8 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

HOOFDSTUK II – Toekenningsvoorwaarden van de vorstvergoeding

Artikel 2

De vorstvergoeding wordt toegekend aan de in artikel 1 beoogde arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, en die door een in artikel 1 beoogde werkgever, tijdelijk werkloos worden gesteld gedurende de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw, waarvan de Raad van Bestuur van Constructiv heeft aanvaard dat ze voor vergoeding in aanmerking komen voor de vergoedingszone waarin de plaats van de tewerkstelling gelegen is, indien zij wegens vorst of blijvende sneeuw tijdelijk werkloos gesteld worden of voor de vergoedingszone waarin hun woonplaats gelegen is, indien zij voor een andere reden tijdelijk werkloos zijn.

Artikel 3

De vorstvergoeding wordt aan de in artikel 1 beoogde arbeiders niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

HOOFDSTUK III – Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-bouw

Artikel 4

De vergoeding-bouw wordt toegekend aan de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, die door een in artikel 1 beoogde werkgever werkloos worden gesteld gedurende de werkloosheidsperiodes, andere dan deze vergoed door de vorstvergoeding.

Artikel 5

§1. De vergoeding-bouw wordt uitbetaald aan de begunstigden ten belope van 60 dagen (kredietdagen) per dienstjaar, met dien verstande dat dit aantal is uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week.

§2. In afwijking op het 1ste lid komen de vergoedingen-bouw uitbetaald tijdens geprogrammeerde winteropleidingen niet in mindering op het aantal kredietdagen bepaald in het 1ste paragraaf.

Artikel 6

De vergoeding-bouw wordt niet uitbetaald gedurende de periodes tijdens welke het recht op de vorstvergoeding openstaat, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van voormeld koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

HOOFDSTUK IV – Bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 7

§1. De dagbedragen (uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week) van de aanvullende uitkeringen die in de loop van deze overeenkomst worden uitgekeerd, belopen:

  • 6,34 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie I;
  • 6,66 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider categorie IA;
  • 7,63 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van de categorie II;
  • 8,02 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van de categorie IIA;
  • 10,08 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III;
  • 10,85 EUR, voor een conventioneel uurloon dat hoger is dan het conventioneel loon van de arbeider van categorie III.

§2. De dagbedragen worden bepaald op basis van de barema's die Constructiv opstelt en waarin voor de referte-uurlonen van elke werkloosheidscode het overeenstemmende dagbedrag wordt vermeld.

Het toepasbare dagbedrag wordt vastgesteld bij de eerste tijdelijke inwerkloosheidsstelling in de periode van 1 oktober tot 30 september. Dit dagbedrag blijft gedurende deze periode behouden zolang de arbeider in dienst blijft bij dezelfde werkgever.

Het dagbedrag wordt evenwel herzien in volgende gevallen:

  • indien de arbeider tijdens de periode in tijdelijke werkloosheid wordt gesteld door een andere werkgever;
  • indien de arbeider tijdens de periode opnieuw in tijdelijke werkloosheid wordt gesteld door dezelfde werkgever bij wie hij voor de eerste maal tijdelijk werkloos werd gesteld, en hij een loonsverhoging heeft gekregen.

In geval van volledige werkloosheid wordt het toepasbare dagbedrag vastgesteld op basis van het barema dat van toepassing is voor de maand waarin de eerste effectieve dag van volledige werkloosheid zich situeert.

HOOFDSTUK V – Betalingsmodaliteiten van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 8

De vergoeding-bouw en de vorstvergoeding worden uitbetaald door de bij artikel 8 van de statuten van Constructiv beoogde uitbetalingsinstellingen, mits naleving van de procedures die ter zake worden vastgesteld met de Raad van Bestuur van Constructiv.

Artikel 9

Onverminderd de sancties toegepast krachtens het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en van artikel 20 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, mag de Raad van Bestuur van Constructiv de arbeider, die op de voorgeschreven wijze door zijn werkgever individueel teruggeroepen wordt, en die zich zonder geldige reden niet op het werk aanbiedt, van al de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uitsluiten.

Artikel 10

De grensarbeiders die in België tijdelijk werkloos worden gesteld door een bij artikel 1 beoogde onderneming en die, krachtens artikel 65 van de verordening (EG) nr. 883/2004 van 29 april 2004, de hoofdwerkloosheidsuitkeringen genieten in het land waar ze zijn tewerkgesteld, kunnen eveneens de overeenstemmende aanvullende uitkeringen verkrijgen wanneer ze de voorwaarden vervullen.

Artikel 11

De aanvullende werkloosheidsuitkeringen worden niet uitgekeerd aan de arbeiders die tevens het statuut hebben van zelfstandige in bijberoep in het bouwbedrijf.

HOOFDSTUK VI - Terugvorderingsmodaliteiten van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 12

§1. Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk VIII van deze CAO, vordert Constructiv van de werkgever, binnen de perken zoals hierna bepaald, de terugbetaling van de aanvullende vergoeding-bouw, bedoeld bij artikel 4, die de instellingen bedoeld in artikel 8 uitbetaald hebben aan de arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, wanneer het aantal vergoedingen-bouw één of beide van de volgende twee drempels overschrijdt:

  1. Er zijn vergoedingen-bouw toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet (in de 6-dagenweek);
  2. Er zijn vergoedingen-bouw toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen (in de 6-dagenweek).

§2. Wanneer vergoedingen-bouw werden toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet (in de 6-dagenweek), vordert Constructiv van de werkgever de terugbetaling van de vergoedingen-bouw voor de dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet boven de vermelde drempel van 24 dagen (tot en met de 60ste dag).

§3. Wanneer vergoedingen-bouw werden toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen (in de 6-dagenweek), vordert Constructiv van de werkgever de terugbetaling van de vergoedingen-bouw voor de dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen boven de vermelde drempel van 24 dagen (tot en met de 60ste dag). In dat geval wordt het bedrag dat de werkgever moet terugbetalen verhoogd met:

  • 15 EUR/dag vanaf de 36ste t.e.m. de 44ste dag;
  • 30 EUR/dag vanaf de 45ste t.e.m. de 60ste dag.

HOOFDSTUK VII – Betalingsmodaliteiten van de wettelijke vergoeding

Artikel 13

De betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 51, §8 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (hierna wettelijke vergoeding genoemd) wordt uitbetaald door de bij artikel 8 van de statuten van Constructiv beoogde uitbetalingsinstellingen, mits naleving van de procedures die ter zake in gemeen worden vastgesteld met de Raad van Bestuur van Constructiv.

Artikel 14

De betaling van de wettelijke vergoeding is als volgt geregeld:

  1. Voor de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart “rechthebbende” geldig voor het lopende dienstjaar is de wettelijke vergoeding begrepen in de vorstvergoedingen en vergoedingen-bouw die in toepassing van deze CAO worden toegekend.
  2. Aan de arbeiders die niet bedoeld zijn onder a) en die de hoofdwerkloosheidsuitkering genieten, betalen de uitbetalingsinstellingen de wettelijke vergoeding:
    • Voor de dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor zij de vorstvergoeding in toepassing van Hoofdstuk II van deze CAO hadden kunnen genieten, mochten zij recht hebben gehad op deze vergoeding;
    • Voor de andere dagen tijdelijke werkloosheid ten gevolge van gebrek aan werk om economische redenen, weerverlet of technische stoornis, ten belope van 60 dagen per dienstjaar (uitgedrukt in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week).
    De vergoeding bedraagt 2 EUR per dag tijdelijke werkloosheid uitgedrukt in een regeling van 5 vergoedbare dagen per week (het aantal vergoede dagen dat uitgedrukt is in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week wordt omgezet naar het overeenstemmend aantal dagen in een regeling van 5 vergoedbare dagen per week).
  3. Voor de dagen tijdelijke werkloosheid wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst bedoeld in de artikelen 49, 50 en 51 van de voormelde wet van 3 juli 1978 waarvoor Constructiv noch een vorstvergoeding of vergoeding-bouw, noch de wettelijke vergoeding toekent, betaalt de werkgever de wettelijke vergoeding aan de arbeider.

Als bewijs van uitputting van zijn rechten bij Constructiv, ontvangt de arbeider van zijn uitbetalingsinstelling een attest dat hij aan zijn werkgever moet overhandigen om de betaling te bekomen. Het attest vermeldt de datum vanaf wanneer de werkgever moet tussenkomen tot op het einde van het dienstjaar. De door de werkgever te betalen vergoeding bedraagt minimum 2 EUR.

HOOFDSTUK VIII - Terugvorderingsmodaliteiten van de wettelijke vergoeding

Artikel 15

§1. Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk VI van deze CAO, vordert Constructiv van de werkgever, binnen de perken zoals hierna bepaald, de terugbetaling van de bij artikel 13 bedoelde wettelijke vergoedingen (of gedeelte van de vergoedingen-bouw dat daarmee overeenstemt), die de instellingen bedoeld in artikel 8 uitbetaald hebben aan de arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, wanneer het aantal wettelijke vergoedingen (hetzij alleen toegekend, hetzij als gedeelte van de vergoedingen- bouw) één of beide van de volgende twee drempels overschrijdt:

  1. Er zijn wettelijke vergoedingen toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet (in de 6-dagenweek);
  2. Er zijn wettelijke vergoedingen toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen (in de 6-dagenweek).

Bij de berekening van deze drempels wordt geen rekening gehouden met de wettelijke vergoedingen betaald (hetzij alleen, hetzij als gedeelte van de vergoedingen-vorst) voor de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw bedoeld in artikel 2.

De wettelijke vergoedingen betaald voor deze vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw worden niet teruggevorderd.

§2. Voor de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" geldig voor het lopende dienstjaar, vordert Constructiv van de werkgever de terugbetaling van de wettelijke vergoedingen (als gedeelte van de vergoedingbouw):

  1. Voor de eerste 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet wanneer vergoedingenbouw zijn toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet (in de 6-dagenweek);
  2. Voor de eerste 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen wanneer vergoedingen-bouw zijn toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen (in de 6-dagenweek).

§3. Voor de arbeiders die niet bedoeld zijn ander §2 vordert Constructiv van de werkgever de terugbetaling van de wettelijke vergoedingen voor alle dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet en wegens gebrek aan werk om economische redenen (tot en met de 60ste dag), ook al werd slechts één van de twee voormelde drempels overschreden.

Indien de wettelijke vergoeding werd uitbetaald voor tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen, wordt het bedrag dat de werkgever moet terugbetalen verhoogd met:

  • 15 EUR/dag vanaf de 36ste t.e.m. de 44ste dag;
  • 30 EUR/dag vanaf de 45ste t.e.m. de 60ste dag.

HOOFDSTUK IX – Algemene bepalingen

Artikel 16

De bij artikel 23 van de statuten van Constructiv voorziene patronale instelling is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortspruiten uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 17

De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de Raad van Bestuur van Constructiv.

HOOFDSTUK X – Geldigheidsduur

Artikel 18

Deze CAO wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 oktober 2017 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2019.

Commentaar

De bouwsector voorziet in een sectorale aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid ingevolge economische reden, weerverlet of technische stoornis. Sinds 1 januari 2012 legt ook de wet een minimale aanvullende vergoeding van 2 euro per dag op bij tijdelijke werkloosheid ingevolge economische reden, weerverlet of technische stoornis. Hiermee rekening houdend, kan het stelsel van aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid in de bouwsector als volgt worden samengevat:

Wie heeft recht op de sectorale aanvullende vergoeding?

Alle tijdelijk werkloze bouwarbeiders die in het bezit zijn van een “legitimatiekaart rechthebbende”. Is dit niet het geval, dan hebben zij nog steeds recht op de minimale wettelijke vergoeding van 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid wegens weerverlet, economische redenen of technische stoornis.

Wanneer is er recht op de sectorale aanvullende vergoeding?

De sectorale aanvullende vergoeding wordt onbeperkt in de tijd toegekend aan de rechthebbende werknemers voor alle dagen tijdelijke werkloosheid in een periode van vorst of blijvende sneeuw erkend door het Fonds voor Bestaanszekerheid. Voor de andere vormen van tijdelijke werkloosheid wordt zij slechts gedurende maximaal 60 dagen per dienstjaar toegekend, te berekenen in een zesdagenstelsel.

Niet-rechthebbende werknemers en rechthebbende werknemers wiens krediet van 60 dagen voor andere vormen van tijdelijke werkloosheid dan erkende periodes van vorst of blijvende is opgebruikt, kunnen nog steeds hun recht laten gelden op de wettelijke minimumvergoeding van 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid.

Wie betaalt de sectorale aanvullende vergoeding?

Het Fonds voor Bestaanszekerheid betaalt de sectorale aanvullende vergoeding van de rechthebbenden via de uitbetalingsinstellingen. Voor elke dag tijdelijke werkloosheid ten gevolge van gebrek aan werk om economische redenen, weerverlet (geen erkende periode van vorst of blijvende sneeuw want daar komt het Fonds onbeperkt tussen) of technische stoornis die zich voordoet nadat de rechthebbende arbeider zijn recht op aanvullende vergoedingen heeft uitgeput bij het Fonds voor Bestaanszekerheid (na uitputting van het krediet van 60 dagen), moet de werkgever zelf de wettelijke vergoeding van minimum 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid betalen.

Wat de niet-rechthebbenden betreft, betaalt het Fonds ook de minimale wettelijke vergoeding van 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid ingevolge economische reden, weerverlet of technische stoornis, maar ook hier met een beperking van 60 dagen te rekenen in een zesdagenstelsel (behalve voor de erkende periodes van vorst of blijvende sneeuw waarvoor het Fonds onbeperkt de wettelijke vergoeding betaalt). Daarna betaalt de werkgever deze vergoeding.

Wanneer het quotum van 60 dagen vergoeding bij het Fonds opgebruikt is, zal de betalingsinstelling een attest afleveren dat de arbeider aan zijn werkgever moet bezorgen. De werkgever moet dus geen teller bijhouden.

Regeling van terugbetaling door de werkgever aan het Fonds

De werkgever moet een deel van de door het Fonds toegekende vergoedingen terugbetalen in geval van economische werkloosheid en weerverlet behalve voor de gevallen van erkende periodes van vorst en blijvende sneeuw.

Een afzonderlijke drempel wordt ingevoerd voor economische werkloosheid en weerverlet (de erkende periodes van vorst en blijvende sneeuw buiten beschouwing gelaten) van 24 dagen, berekend in een zesdagenstelsel.

Wordt geen van beide drempels overschreden, dan is er geen terugbetaling. Wordt enkel de drempel van het weerverlet overschreden maar niet die van de economische werkloosheid of omgekeerd, dan is er slechts een gedeeltelijke terugbetaling enkel voor de werkloosheidsvorm waarvan de drempel werd overschreden.

Deze terugbetaling geldt zowel voor de door het Fonds betaalde sectorale vergoeding, als voor de door het Fonds betaalde wettelijke vergoeding.

Bovendien wordt bij economische werkloosheid nog in een extra bedrag voorzien dat de werkgever moet terugbetalen bovenop de aanvullende vergoeding: vanaf 1 oktober 2012 wordt dit extra bedrag opgetrokken naar 15 euro (voordien 10 euro) per dag vanaf dag 36 van economische werkloosheid in een zesdagenstelsel en zelfs op 30 euro (voordien 20 euro) per dag vanaf dag 45 tot en met dag 60 van economische werkloosheid in een zesdagenstelsel.

Op welke vergoeding hebben de bedienden in de bouwsector recht in geval van economische werkloosheid?

Een bediende die economisch werkloos wordt gesteld, heeft recht op een aanvullende vergoeding ten laste van zijn werkgever voor elke dag waarop hij economische werkloos wordt gesteld. Wat het bedrag van deze aanvullende vergoeding betreft, hebben bedienden recht op een bedrag dan minstens gelijk is aan het bedrag dat arbeiders in de onderneming krijgen in geval van economische werkloosheid.

Het probleem dat zich in PC 124 stelt, is dat de verschillende categorieën van bedienden niet overeenkomen met de categorieën van arbeiders.

Volgens het standpunt van de Confederatie Bouw is het aangewezen om het maandloon van de bedienden om te rekenen naar een uurloon en dit te vergelijken met de uurlonen van de verschillende categorieën van arbeiders. De bediende heeft dan recht op het bedrag dat overeenstemt met de categorie van arbeiders met hetzelfde uurloon als hij. Aangezien de bedragen worden uitgedrukt in een zesdagenweek, moet het bekomen bedrag ook nog worden vermenigvuldigd met 5/6 wanneer de bedienden in een vijfdagenweek werken.

 

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
08/06/2017
Registratienr
140185
Geldig van
01/10/2017
Geldig tot
30/09/2019
Neerleggingsdatum
19/06/2017
Registratiedatum
06/07/2017
Onderwerp
toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen en van de wettelijke vergoeding
BS Bericht van neerlegging
23/08/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
11/01/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
31/01/2018
Keywords
WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN)

Historiek
01/10/2023 30/09/2025 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2019 30/09/2023 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2017 30/09/2019 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2015 30/09/2017 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/01/2015 30/09/2015 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/01/2014 31/12/2014 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2013 31/12/2013 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2012 30/09/2013 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2011 30/09/2012 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2011 01/10/2011 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2009 30/09/2011 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2007 30/09/2009 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag, aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/10/2003 30/09/2007 2001 Bestaanszekerheid - Vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - Aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/10/2001 30/09/2003 2001 Bestaanszekerheid - Vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - Aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/09/1999 30/09/2001 2001 Aanvullende werkloosheidsuitkeringen ten laste van de werkgever