2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 14/02/2012
Geldig vanaf: 01/10/2011
Geldig tot: 30/09/2012

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 9 februari 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid.

Deze overeenkomst handelt over de toekenning van de vorstvergoeding, over de toekenning van de vergoeding-bouw, over de toekenning van de vergoeding-ontslag evenals over de aanvullende werkloosheidsuitkering. Zij  treedt in werking op 1 oktober 2011 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2012.

Wij geven U hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een commentaar.

De toeslag van 2 EUR in geval van tijdelijke werkloosheid zal in de bouwsector worden geregeld via het Fonds voor Bestaanszekerheid, zonder beperking indien het gaat om tijdelijke werkloosheid die aanleiding zou geven tot de toekenning van een vorstvergoeding, of beperkt tot 60 dagen in de 6 dagen-week, indien het gaat om andere tijdelijke werkloosheid.

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

In deze CAO verstaat men onder:

  • arbeiders: de arbeiders en arbeidsters;
  • fbz-fse Constructiv: het Fonds voor Bestaans-zekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv.

Deze overeenkomst heeft tot doel de verordenende bepalingen vast te stellen in verband met de toekenning van de vorstvergoeding, de vergoeding-bouw en de vergoeding-ontslag aan de arbeiders die gerechtigd zijn de hoofdwerkloosheidsuitkering te ontvangen.

HOOFDSTUK II – Toekenningsvoorwaarden van de vorstvergoeding

Artikel 2

De vorstvergoeding wordt toegekend aan de in artikel 1 beoogde arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, en die door een in artikel 1 beoogde werkgever, tijdelijk werkloos worden gesteld gedurende de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw, waarvan de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv heeft aanvaard dat ze voor vergoeding in aanmerking komen voor de vergoedingszone waarin de plaats van de tewerkstelling gelegen is, indien zij wegens vorst of blijvende sneeuw tijdelijk werkloos gesteld worden of voor de vergoedingszone waarin hun woonplaats gelegen is, indien zij voor een andere reden tijdelijk werkloos zijn.

Artikel 3

De vorstvergoeding wordt aan de in artikel 1 beoogde arbeiders niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

HOOFDSTUK III – Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-bouw

Artikel 4

De vergoeding-bouw wordt toegekend aan de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, die door een in artikel 1 beoogde werkgever werkloos worden gesteld gedurende de werkloosheidsperiodes, andere dan deze vergoed door de vorstvergoeding.

Artikel 5

De vergoeding-bouw wordt uitbetaald aan de begunstigden ten belope van 60 dagen (kredietdagen) per dienstjaar, met dien verstande dat dit aantal is uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week.

In afwijking op het 1ste lid komen de vergoedingen-bouw uitbetaald tijdens geprogrammeerde winteropleidingen niet in mindering op het aantal kredietdagen bepaald in het 1ste lid.

Artikel 6

De vergoeding-bouw wordt niet uitbetaald gedurende de periodes tijdens welke het recht op de vorstvergoeding openstaat, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van voormeld koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

HOOFDSTUK IV – Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-ontslag

Artikel 7

De vergoeding-ontslag wordt uitbetaald aan de in artikel 1 beoogde arbeiders die ontslagen worden door een in datzelfde artikel 1 beoogde werkgever, waarbij ze minder dan 20 jaar ononderbroken hebben gewerkt en die houder zijn van een kredietkaart-ontslag die hen door hun uitbetalingsinstelling werd bezorgd en voor het lopende dienstjaar geldig is.

De vergoeding-ontslag wordt uitbetaald, hetzij nadat al de in artikel 5 beoogde kredietdagen-bouw werden opgebruikt, hetzij onmiddellijk in het geval de begunstigde geen houder is van een legitimatiekaart "rechthebbende".

Artikel 8

Het aantal kredietdagen vermeld op de kredietkaart-ontslag, uitgedrukt, rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen, per week, wordt vastgesteld op 20 dagen.

De kredietkaart-ontslag wordt slechts eenmaal afgeleverd in de loop van het dienstjaar, en wel bij het eerste ontslag dat er recht op geeft.

Artikel 9

De vergoeding-ontslag wordt niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van voormeld koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf, indien de ontslagen arbeider recht heeft op deze rustdagen.

HOOFDSTUK V – Bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 10

De dagbedragen (uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week) van de aanvullende uitkeringen die in de loop van deze overeenkomst worden uitgekeerd, belopen:

  • 6,34 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie I;
  • 6,66 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider categorie IA;
  • 7,63 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van de categorie II;
  • 8,02 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van de categorie IIA;
  • 10,08 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III;
  • 10,85 EUR, voor een conventioneel uurloon dat hoger is dan het conventioneel loon van de arbeider van categorie III.

Bovendien worden de dagbedragen berekend op basis van het door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vastgestelde gemiddelde van de twee referte-uurlonen voor de werkloosheidscode.

HOOFDSTUK VI – Betalingsmodaliteiten van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 11

De vergoeding-bouw, de vorstvergoeding en de vergoeding-ontslag worden uitbetaald door de bij artikel 9 van de statuten van fbz-fse Constructiv beoogde uitbetalingsinstellingen, mits naleving van de procedures die ter zake worden vastgesteld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, in gemeen overleg met de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv.

Artikel 12

Fbz-fse Constructiv vordert van de werkgever de terugbetaling van de aanvullende vergoeding-bouw die de instellingen bedoeld in artikel 11 uitbetaald hebben aan de arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, behoudens de vergoedingen-bouw die betrekking hebben op de eerste 25 kredietdagen.

Indien de aanvullende vergoeding-bouw werd uitbetaald aan arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, wordt het bedrag dat de werkgever moet terugbetalen verhoogd met:

  • 10 EUR vanaf de 36ste t.e.m. de 44ste kredietdag;
  • 20 EUR vanaf de 45ste t.e.m. de 60ste kredietdag.

Artikel 13

Onverminderd de sancties toegepast krachtens het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en van artikel 20 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, mag de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv de arbeider, die op de voorgeschreven wijze door zijn werkgever individueel teruggeroepen wordt, en die zich zonder geldige reden niet op het werk aanbiedt, van al de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uitsluiten.

Artikel 14

In afwijking van de artikelen 11 en 12, betaalt fbz-fse Constructiv zelf de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uit:

  1. aan de arbeiders van 65 jaar of meer die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" en die, ter wille van hun leeftijd, de hoofdwerkloosheidsuitkering niet genieten;
  2. eventueel aan de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" en die voor de toekenning van de hoofdwerkloosheidsuitkering zijn uitgesloten.

Artikel 15

De grensarbeiders die in België tijdelijk werkloos worden gesteld door een bij artikel 1 beoogde onderneming en die, krachtens artikel 65 van de verordening (EG) nr. 883/2004 van 29 april 2004, de hoofdwerkloosheidsuitkeringen genieten in het land waar ze zijn tewerkgesteld, kunnen eveneens de overeenstemmende aanvullende uitkeringen verkrijgen wanneer ze de voorwaarden vervullen.

Artikel 16

De aanvullende werkloosheidsuitkeringen worden niet uitgekeerd aan de arbeiders die tevens het statuut hebben van zelfstandige in bijberoep in het bouwbedrijf.

HOOFDSTUK VII – Betalingsmodaliteiten van de wettelijke vergoeding

Artikel 17

De betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 51, §8 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (hierna wettelijke vergoeding genoemd) is als volgt geregeld:

  1. Voor de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart “rechthebbende” geldig voor het lopende dienstjaar is de wettelijke vergoeding begrepen in de vorstvergoedingen en vergoedingen-bouw die in toepassing van deze CAO worden toegekend.
  2. Aan de arbeiders die niet bedoeld zijn onder a) en die de hoofdwerkloosheidsuitkering genieten, betaalt fbz-fse Constructiv de wettelijke vergoeding:
    • Voor de dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor zij de vorstvergoeding in toepassing van Hoofdstuk II van deze CAO hadden kunnen genieten, mochten zij recht hebben gehad op deze vergoeding;
    • Voor de andere dagen tijdelijke werkloosheid ten gevolge van gebrek aan werk om economische redenen, weerverlet of technische stoornis, ten belope van 60 dagen per dienstjaar (uitgedrukt in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week).
    De vergoeding bedraagt 2 EUR per dag tijdelijke werkloosheid uitgedrukt in een regeling van 5 vergoedbare dagen per week (het aantal vergoede dagen dat uitgedrukt is in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week wordt omgezet naar het overeenstemmend aantal dagen in een regeling van 5 vergoedbare dagen per week).
    Voor het dienstjaar 2011-2012 loopt de teller van het aantal vergoedbare dagen vanaf 1 oktober 2011, maar fbz-fse Constructiv kent de wettelijke vergoeding van 2 EUR enkel toe voor de voormelde dagen die zich na 31 december 2011 situeren. Fbz-fse Constructiv betaalt de vergoedingen in één keer na afloop van het dienstjaar in de maand december.
  3. Voor de dagen tijdelijke werkloosheid wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst bedoeld in de artikelen 49, 50 en 51 van de voormelde wet van 3 juli 1978 die zich na 31 december 2011 voordoen en waarvoor fbz-fse Constructiv noch een vorstvergoeding of vergoeding-bouw, noch de wettelijke vergoeding toekent, betaalt de werkgever de wettelijke vergoeding aan de arbeider.

Als bewijs van uitputting van zijn rechten bij fbz-fse Constructiv, ontvangt de arbeider van zijn uitbetalingsinstelling een attest dat hij aan zijn werkgever moet overhandigen om de betaling te bekomen. Het attest vermeldt de datum vanaf wanneer de werkgever moet tussenkomen tot op het einde van het dienstjaar. De door de werkgever te betalen vergoeding bedraagt minimum 2 EUR.

Artikel 18

Fbz-fse Constructiv vordert van de werkgever de terugbetaling van de wettelijke vergoeding die het heeft uitbetaald aan de arbeiders die tijdelijk werk-loos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, behoudens de vergoedingen toegekend voor de dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor de arbeider de vorstvergoeding had kunnen genieten, mocht hij recht hebben gehad op deze vergoeding. Fbz-fse Constructiv gaat echter niet tot terugvordering over wanneer de arbeider in het dienstjaar minder dan 26 dagen tijdelijke werkloosheid telt (uitgedrukt in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week en exclusief de erkende dagen van vorst of blijvende sneeuw).

Indien de wettelijke vergoeding werd uitbetaald aan arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, wordt het bedrag dat de werkgever moet terugbetalen verhoogd met:

  • 10 EUR vanaf de 36ste t.e.m. de 44ste dag;
  • 20 EUR vanaf de 45ste t.e.m. de 60ste dag.

HOOFDSTUK VIII – Algemene bepalingen

Artikel 19

De bij artikel 23 van de statuten van fbz-fse Constructiv voorziene patronale instelling is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortspruiten uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 20

De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv.

HOOFDSTUK IX – Geldigheidsduur

Artikel 21

Deze CAO wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 oktober 2011 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2012.

Ze vervangt de CAO van 16 juni 2011 betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid.

Commentaar

Het bedrag van 2 EUR per werkloosheidsdag is niet verschuldigd door de werkgever wanneer de arbeider de aanvullende vergoeding vorst of de aanvullende vergoeding bouw ontvangt (max 60 dagen per jaar – stelsel zesdagenweek). In deze gevallen verandert er niets.

Voor de arbeiders die geen legitimatiekaart hebben (of gelijkgestelden) waarmee ze de vergoeding bouw kunnen krijgen, zal het FBZ door tussenkomst van de betalingsinstellingen, het bedrag van 2 EUR per werkloosheidsdag betalen gedurende maximum 60 dagen (zesdagenweek). Het FBZ zal de betaalde 2 EUR dan terugvorderen van de werkgever.

Wanneer de quota van 60 dagen bouwvergoeding opgebruikt is, dan zal de betalingsinstelling een attest afleveren dat de arbeider aan zijn werkgever moet bezorgen. De werkgever zal dan rechtstreeks de 2€ voor alle supplementaire werkloosheidsdagen aan de arbeider betalen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/02/2012
Registratienr
108937
Geldig van
01/10/2011
Geldig tot
30/09/2012
Neerleggingsdatum
16/02/2012
Registratiedatum
20/03/2012
Onderwerp
aanvullende werkloosheidsuitkeringen
BS Bericht van neerlegging
02/04/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/03/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
13/06/2013
Keywords
WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), OPZEGGING/ONTSLAG

Historiek
01/10/2023 30/09/2025 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2019 30/09/2023 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2017 30/09/2019 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2015 30/09/2017 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/01/2015 30/09/2015 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/01/2014 31/12/2014 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2013 31/12/2013 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2012 30/09/2013 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2011 30/09/2012 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2011 01/10/2011 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2009 30/09/2011 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2007 30/09/2009 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag, aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/10/2003 30/09/2007 2001 Bestaanszekerheid - Vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - Aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/10/2001 30/09/2003 2001 Bestaanszekerheid - Vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - Aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/09/1999 30/09/2001 2001 Aanvullende werkloosheidsuitkeringen ten laste van de werkgever