2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 25/04/2014
Geldig vanaf: 01/01/2014
Geldig tot: 31/12/2014

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 17 april 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid.

Deze overeenkomst handelt over de toekenning van de vorstvergoeding, over de toekenning van de vergoeding-bouw, evenals over de aanvullende werkloosheidsuitkering. Zij  treedt in werking op 1 januari 2014 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2015.

Wij geven U hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een commentaar.

De toeslag in geval van tijdelijke werkloosheid zal in de bouwsector worden geregeld via het Fonds voor Bestaanszekerheid, zonder beperking indien het gaat om tijdelijke werkloosheid die aanleiding zou geven tot de toekenning van een vorstvergoeding, of beperkt tot 60 dagen in de 6 dagen-week, indien het gaat om andere tijdelijke werkloosheid.

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

§2. In deze CAO verstaat men onder:

  • arbeiders: de arbeiders en arbeidsters;
  • fbz-fse Constructiv: het Fonds voor Bestaans-zekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv.

§3. Deze CAO heeft tot doel de verordenende bepalingen vast te stellen in verband met de toekenning van de vorstvergoeding en de vergoeding-bouw aan de arbeiders die gerechtigd zijn de hoofdwerkloosheidsuitkering te ontvangen. Zij stelt ook de verordenende bepalingen vast met betrekking tot de toekenning van de wettelijke vergoeding bedoeld bij artikel 51, §8 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

HOOFDSTUK II – Toekenningsvoorwaarden van de vorstvergoeding

Artikel 2

De vorstvergoeding wordt toegekend aan de in artikel 1 beoogde arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, en die door een in artikel 1 beoogde werkgever, tijdelijk werkloos worden gesteld gedurende de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw, waarvan de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv heeft aanvaard dat ze voor vergoeding in aanmerking komen voor de vergoedingszone waarin de plaats van de tewerkstelling gelegen is, indien zij wegens vorst of blijvende sneeuw tijdelijk werkloos gesteld worden of voor de vergoedingszone waarin hun woonplaats gelegen is, indien zij voor een andere reden tijdelijk werkloos zijn.

Artikel 3

De vorstvergoeding wordt aan de in artikel 1 beoogde arbeiders niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

HOOFDSTUK III – Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-bouw

Artikel 4

De vergoeding-bouw wordt toegekend aan de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, die door een in artikel 1 beoogde werkgever werkloos worden gesteld gedurende de werkloosheidsperiodes, andere dan deze vergoed door de vorstvergoeding.

Artikel 5

§1. De vergoeding-bouw wordt uitbetaald aan de begunstigden ten belope van 60 dagen (kredietdagen) per dienstjaar, met dien verstande dat dit aantal is uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week.

§2. In afwijking op het 1ste lid komen de vergoedingen-bouw uitbetaald tijdens geprogrammeerde winteropleidingen niet in mindering op het aantal kredietdagen bepaald in het 1ste lid.

Artikel 6

De vergoeding-bouw wordt niet uitbetaald gedurende de periodes tijdens welke het recht op de vorstvergoeding openstaat, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van voormeld koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

HOOFDSTUK IV – Bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 7

§1. De dagbedragen (uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week) van de aanvullende uitkeringen die in de loop van deze overeenkomst worden uitgekeerd, belopen:

  • 6,34 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie I;
  • 6,66 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider categorie IA;
  • 7,63 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van de categorie II;
  • 8,02 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van de categorie IIA;
  • 10,08 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III;
  • 10,85 EUR, voor een conventioneel uurloon dat hoger is dan het conventioneel loon van de arbeider van categorie III.

§2. Bovendien worden de dagbedragen berekend op basis van het door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vastgestelde gemiddelde van de twee referte-uurlonen voor de werkloosheidscode.

HOOFDSTUK V – Betalingsmodaliteiten van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 8

De vergoeding-bouw en de vorstvergoeding en de vergoeding-ontslag worden uitbetaald door de bij artikel 9 van de statuten van fbz-fse Constructiv beoogde uitbetalingsinstellingen, mits naleving van de procedures die ter zake worden vastgesteld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, in gemeen overleg met de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv.

Artikel 9

Onverminderd de sancties toegepast krachtens het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en van artikel 20 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, mag de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv de arbeider, die op de voorgeschreven wijze door zijn werkgever individueel teruggeroepen wordt, en die zich zonder geldige reden niet op het werk aanbiedt, van al de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uitsluiten.

Artikel 10

In afwijking van artikel 8, betaalt fbz-fse Constructiv zelf de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uit:

  1. aan de arbeiders van 65 jaar of meer die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" en die, ter wille van hun leeftijd, de hoofdwerkloosheidsuitkering niet genieten;
  2. eventueel aan de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" en die voor de toekenning van de hoofdwerkloosheidsuitkering zijn uitgesloten.

Artikel 11

De grensarbeiders die in België tijdelijk werkloos worden gesteld door een bij artikel 1 beoogde onderneming en die, krachtens artikel 65 van de verordening (EG) nr. 883/2004 van 29 april 2004, de hoofdwerkloosheidsuitkeringen genieten in het land waar ze zijn tewerkgesteld, kunnen eveneens de overeenstemmende aanvullende uitkeringen verkrijgen wanneer ze de voorwaarden vervullen.

Artikel 12

De aanvullende werkloosheidsuitkeringen worden niet uitgekeerd aan de arbeiders die tevens het statuut hebben van zelfstandige in bijberoep in het bouwbedrijf.

HOOFDSTUK VI - Terugvorderingsmodaliteiten van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 13

§1. Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk VIII van deze CAO, vordert fbz-fse Constructiv van de werkgever, binnen de perken zoals hierna bepaald, de terugbetaling van de aanvullende vergoeding-bouw, bedoeld bij artikel 4, die de instellingen bedoeld in artikel 8 uitbetaald hebben aan de arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, wanneer het aantal vergoedingen-bouw één of beide van de volgende twee drempels overschrijdt:

  1. Er zijn vergoedingen-bouw toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet (in de 6-dagenweek);
  2. Er zijn vergoedingen-bouw toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen (in de 6-dagenweek).

§2. Wanneer vergoedingen-bouw werden toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet (in de 6-dagenweek), vordert fbz-fse Constructiv van de werkgever de terugbetaling van de vergoedingenbouw voor de dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet boven de vermelde drempel van 24 dagen (tot en met de 60ste dag).

§3. Wanneer vergoedingen-bouw werden toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen (in de 6-dagenweek), vordert fbz-fse Constructiv van de werkgever de terugbetaling van de vergoedingen-bouw voor de dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen boven de vermelde drempel van 24 dagen (tot en met de 60ste dag). In dat geval wordt het bedrag dat de werkgever moet terugbetalen verhoogd met:

  • 15 EUR/dag vanaf de 36ste t.e.m. de 44ste dag;
  • 30 EUR/dag vanaf de 45ste t.e.m. de 60ste dag.

HOOFDSTUK VII – Betalingsmodaliteiten van de wettelijke vergoeding

Artikel 14

De betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 51, §8 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (hierna wettelijke vergoeding genoemd) wordt uitbetaald door de bij artikel 9 van de statuten van fbz-fse Constructiv beoogde uitbetalingsinstellingen, mits naleving van de procedures die ter zake worden vastgesteld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, in gemeen overleg met de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv.

Artikel 15

De betaling van de wettelijke vergoeding is als volgt geregeld:

  1. Voor de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart “rechthebbende” geldig voor het lopende dienstjaar is de wettelijke vergoeding begrepen in de vorstvergoedingen en vergoedingen-bouw die in toepassing van deze CAO worden toegekend.
  2. Aan de arbeiders die niet bedoeld zijn onder a) en die de hoofdwerkloosheidsuitkering genieten, betaalt fbz-fse Constructiv de wettelijke vergoeding:
    • Voor de dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor zij de vorstvergoeding in toepassing van Hoofdstuk II van deze CAO hadden kunnen genieten, mochten zij recht hebben gehad op deze vergoeding;
    • Voor de andere dagen tijdelijke werkloosheid ten gevolge van gebrek aan werk om economische redenen, weerverlet of technische stoornis, ten belope van 60 dagen per dienstjaar (uitgedrukt in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week).
    De vergoeding bedraagt 2 EUR per dag tijdelijke werkloosheid uitgedrukt in een regeling van 5 vergoedbare dagen per week (het aantal vergoede dagen dat uitgedrukt is in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week wordt omgezet naar het overeenstemmend aantal dagen in een regeling van 5 vergoedbare dagen per week).
  3. Voor de dagen tijdelijke werkloosheid wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst bedoeld in de artikelen 49, 50 en 51 van de voormelde wet van 3 juli 1978 waarvoor fbz-fse Constructiv noch een vorstvergoeding of vergoeding-bouw, noch de wettelijke vergoeding toekent, betaalt de werkgever de wettelijke vergoeding aan de arbeider.

Als bewijs van uitputting van zijn rechten bij fbz-fse Constructiv, ontvangt de arbeider van zijn uitbetalingsinstelling een attest dat hij aan zijn werkgever moet overhandigen om de betaling te bekomen. Het attest vermeldt de datum vanaf wanneer de werkgever moet tussenkomen tot op het einde van het dienstjaar. De door de werkgever te betalen vergoeding bedraagt minimum 2 EUR.

HOOFDSTUK VIII - Terugvorderingsmodaliteiten van de wettelijke vergoeding

Artikel 16

§1. Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk VI van deze CAO, vordert fbz-fse Constructiv van de werkgever, binnen de perken zoals hierna bepaald, de terugbetaling van de bij artikel 14 bedoelde wettelijke vergoedingen (of gedeelte van de vergoedingen-bouw dat daarmee overeenstemt), die de instellingen bedoeld in artikel 8 uitbetaald hebben aan de arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, wanneer het aantal wettelijke vergoedingen (hetzij alleen toegekend, hetzij als gedeelte van de vergoedingen- bouw) één of beide van de volgende twee drempels overschrijdt:

  1. Er zijn wettelijke vergoedingen toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet (in de 6-dagenweek);
  2. Er zijn wettelijke vergoedingen toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen (in de 6-dagenweek).

Bij de berekening van deze drempels wordt geen rekening gehouden met de wettelijke vergoedingen betaald (hetzij alleen, hetzij als gedeelte van de vergoedingen-vorst) voor de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw bedoeld in artikel 2.

De wettelijke vergoedingen betaald voor deze vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw worden niet teruggevorderd.

§2. Voor de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" geldig voor het lopende dienstjaar, vordert fbz-fse Constructiv van de werkgever de terugbetaling van de wettelijke vergoedingen (als gedeelte van de vergoedingbouw):

  1. Voor de eerste 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet wanneer vergoedingenbouw zijn toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet (in de 6-dagenweek);
  2. Voor de eerste 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen wanneer vergoedingen-bouw zijn toegekend voor meer dan 24 dagen tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen (in de 6-dagenweek).

§3. Voor de arbeiders die niet bedoeld zijn ander §2 vordert fbz-fse Constructiv van de werkgever de terugbetaling van de wettelijke vergoedingen voor alle dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge weerverlet en wegens gebrek aan werk om economische redenen (tot en met de 60ste dag), ook al werd slechts één van de twee voormelde drempels overschreden.

Indien de wettelijke vergoeding werd uitbetaald voor tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk om economische redenen, wordt het bedrag dat de werkgever moet terugbetalen verhoogd met:

  • 15 EUR/dag vanaf de 36ste t.e.m. de 44ste dag;
  • 30 EUR/dag vanaf de 45ste t.e.m. de 60ste dag.

HOOFDSTUK IX – Algemene bepalingen

Artikel 17

De bij artikel 23 van de statuten van fbz-fse Constructiv voorziene patronale instelling is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortspruiten uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 18

De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de Raad van Bestuur van fbz-fse Constructiv.

HOOFDSTUK X – Geldigheidsduur

Artikel 19

Deze CAO wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2014 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2015.

Commentaar

De bouwsector voorziet in een sectorale aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid ingevolge economische reden, weerverlet of technische stoornis. Sinds 1 januari 2012 legt ook de wet een minimale aanvullende vergoeding van 2 euro per dag op bij tijdelijke werkloosheid ingevolge economische reden, weerverlet of technische stoornis. Hiermee rekening houdend, kan het stelsel van aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid in de bouwsector als volgt worden samengevat:

Wie heeft recht op de sectorale aanvullende vergoeding?

Alle tijdelijk werkloze bouwarbeiders die in het bezit zijn van een “legitimatiekaart rechthebbende”. Is dit niet het geval, dan hebben zij nog steeds recht op de minimale wettelijke vergoeding van 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid wegens weerverlet, economische redenen of technische stoornis.

Wanneer is er recht op de sectorale aanvullende vergoeding?

De sectorale aanvullende vergoeding wordt onbeperkt in de tijd toegekend aan de rechthebbende werknemers voor alle dagen tijdelijke werkloosheid in een periode van vorst of blijvende sneeuw erkend door het Fonds voor Bestaanszekerheid. Voor de andere vormen van tijdelijke werkloosheid wordt zij slechts gedurende maximaal 60 dagen per dienstjaar toegekend, te berekenen in een zesdagenstelsel.

Niet-rechthebbende werknemers en rechthebbende werknemers wiens krediet van 60 dagen voor andere vormen van tijdelijke werkloosheid dan erkende periodes van vorst of blijvende is opgebruikt, kunnen nog steeds hun recht laten gelden op de wettelijke minimumvergoeding van 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid.

Wie betaalt de sectorale aanvullende vergoeding?

Het Fonds voor Bestaanszekerheid betaalt de sectorale aanvullende vergoeding van de rechthebbenden via de uitbetalingsinstellingen. Voor elke dag tijdelijke werkloosheid ten gevolge van gebrek aan werk om economische redenen, weerverlet (geen erkende periode van vorst of blijvende sneeuw want daar komt het Fonds onbeperkt tussen) of technische stoornis die zich voordoet nadat de rechthebbende arbeider zijn recht op aanvullende vergoedingen heeft uitgeput bij het Fonds voor Bestaanszekerheid (na uitputting van het krediet van 60 dagen), moet de werkgever zelf de wettelijke vergoeding van minimum 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid betalen.

Wat de niet-rechthebbenden betreft, betaalt het Fonds ook de minimale wettelijke vergoeding van 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid ingevolge economische reden, weerverlet of technische stoornis, maar ook hier met een beperking van 60 dagen te rekenen in een zesdagenstelsel (behalve voor de erkende periodes van vorst of blijvende sneeuw waarvoor het Fonds onbeperkt de wettelijke vergoeding betaalt). Daarna betaalt de werkgever deze vergoeding.

Wanneer het quotum van 60 dagen vergoeding bij het Fonds opgebruikt is, zal de betalingsinstelling een attest afleveren dat de arbeider aan zijn werkgever moet bezorgen. De werkgever moet dus geen teller bijhouden.

Regeling van terugbetaling door de werkgever aan het Fonds

De werkgever moet een deel van de door het Fonds toegekende vergoedingen terugbetalen in geval van economische werkloosheid en weerverlet behalve voor de gevallen van erkende periodes van vorst en blijvende sneeuw.

Een afzonderlijke drempel wordt ingevoerd voor economische werkloosheid en weerverlet (de erkende periodes van vorst en blijvende sneeuw buiten beschouwing gelaten) van 24 dagen, berekend in een zesdagenstelsel.

Wordt geen van beide drempels overschreden, dan is er geen terugbetaling. Wordt enkel de drempel van het weerverlet overschreden maar niet die van de economische werkloosheid of omgekeerd, dan is er slechts een gedeeltelijke terugbetaling enkel voor de werkloosheidsvorm waarvan de drempel werd overschreden.

Deze terugbetaling geldt zowel voor de door het Fonds betaalde sectorale vergoeding, als voor de door het Fonds betaalde wettelijke vergoeding.

Bovendien wordt bij economische werkloosheid nog in een extra bedrag voorzien dat de werkgever moet terugbetalen bovenop de aanvullende vergoeding: vanaf 1 oktober 2012 wordt dit extra bedrag opgetrokken naar 15 euro (voordien 10 euro) per dag vanaf dag 36 van economische werkloosheid in een zesdagenstelsel en zelfs op 30 euro (voordien 20 euro) per dag vanaf dag 45 tot en met dag 60 van economische werkloosheid in een zesdagenstelsel.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
17/04/2014
Registratienr
122090
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
30/09/2015
Neerleggingsdatum
29/04/2014
Registratiedatum
07/07/2014
Onderwerp
vorstvergoeding, vergoeding-bouw en werkloosheidsuitkeringen
BS Bericht van neerlegging
24/07/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
24/03/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
09/04/2015
Keywords
WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN)

Historiek
01/10/2023 30/09/2025 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2019 30/09/2023 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2017 30/09/2019 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2015 30/09/2017 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/01/2015 30/09/2015 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/01/2014 31/12/2014 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2013 31/12/2013 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2012 30/09/2013 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2011 30/09/2012 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2011 01/10/2011 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2009 30/09/2011 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2007 30/09/2009 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag, aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/10/2003 30/09/2007 2001 Bestaanszekerheid - Vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - Aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/10/2001 30/09/2003 2001 Bestaanszekerheid - Vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - Aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/09/1999 30/09/2001 2001 Aanvullende werkloosheidsuitkeringen ten laste van de werkgever