2001 Aanvullende werkloosheidsuitkeringen ten laste van de werkgever

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 22/06/1999
Geldig vanaf: 01/09/1999
Geldig tot: 30/09/2001

 

In het paritair comité voor het bouwbedrijf werd op 9 juli 1993 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten betreffende de toekenning ten laste van de werkgever van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de werklieden en algemeen bindend verklaard door het koninklijk besluit van 7 november 1994, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 24 december 1994. Deze overeenkomst wordt verlengd en gewijzigd door een CAO van 11 mei 1995, algemeen bindend verklaard door het koninklijk besluit van 23 mei 1996 (BS 25.07.1996), door een CAO van 15 mei 1997.en door een CAO van 27 mei 1999 (KB van 15 januari 2002 – MB van 29 maart 2002).

 

De overeenkomst handelt over de toekenning van de vorstvergoeding, de toekenning van de vergoeding-bouw, over de toekenning van de vergoeding-ontslag evenals over de aanvullende werkloosheidsuitkering ten laste van de werkgever.

 

Aangezien de werkgever alleen rechtstreeks betrokken is bij deze laatste uitkeringen worden hieronder slechts de bepalingen gegeven die op de aanvullende uitkeringen ten laste van de werkgever betrekking hebben.

 

De overeenkomst heeft uitwerking vanaf 1 oktober 1999 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2001.

 

HOOFDSTUK 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die zij tewerkstellen.

Onder werklieden verstaat men, de werklieden en de werksters.

Zij heeft tot doel de verordenende bepalingen vast te stellen in verband met de toekenning van de vorstvergoeding, de vergoeding-bouw en de vergoeding-ontslag aan de werklieden die gerechtigd zijn de hoofdwerkloosheidsuitkeringen te ontvangen.

 

HOOFDSTUK 2 - Toekenningsvoorwaarden van de vorstvergoeding

(...)

 

HOOFDSTUK 3 - Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-bouw

Artikel 4

De vergoeding-bouw wordt toegekend aan de werklieden die houder zijn van de in artikel 18 van deze overeenkomst voorziene legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, die door een in artikel 1 beoogde werkgever werkloos worden gesteld gedurende de werkloosheidsperiodes, andere dan deze vergoed door de vorstvergoeding.

 

Commentaar :      De regels in verband met het bekomen van een legitimatiekaart "rechthebbende" laten wij hier onbesproken.

 

Artikel 5

De vergoeding-bouw wordt uitbetaald aan de begunstigden ten belope van 60 dagen (kredietdagen) per dienstjaar, met dien verstande dat dit aantal is uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week.

 

Commentaar :      De legitimatiekaart "rechthebbende" en het aantal kredietdagen dat erop vermeld staat wordt opgesteld aan de hand van het aantal gepresteerde of gelijkgestelde dagen in een bepaald refertejaar in functie van bepaalde criteria waarop wij hier niet ingaan. Onder refertejaar verstaat men het volledige kalenderjaar dat het dienstjaar onmiddellijk voorafgaat, met dien verstande dat het dienstjaar van de legitimatiekaart begint op 1 oktober en eindigt op 30 september.

                                Het refertejaar waarin de 60 kredietdagen kunnen opgenomen worden loopt dus van 1 oktober tot 30 september (b.v. op basis van de prestaties in het jaar dat loopt van 1 oktober 1999 tot 30 september 2000 wordt een legitimatiekaart opgesteld voor het refertejaar dat loopt van 1 oktober 2000 tot 30 september 2001).

 

Het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden van het Bouwbedrijf stelt deze legitimatiekaarten op een bezorgt ze aan de werklieden die er recht op hebben.

 

Artikel 6

De vergoeding-bouw wordt niet uitbetaald gedurende de periodes tijdens welke het recht op de vorstvergoeding openstaat, noch gedurende de in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 december 1983 vastgestelde rustperiodes, noch gedurende de rustperiodes bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf (Zie in dat verband Hfdst.7.1).

 

HOOFDSTUK 4 - Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-ontslag

(...)

 

HOOFDSTUK 5 - Bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 10

De dagbedragen (uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week) van de aanvullende uitkeringen die in de loop van deze overeenkomst worden uitgekeerd, belopen :

 

237 frank,

tot en met het conventioneel uurloon van de ongeschoolde werkman ;

285 frank,

tot en met het conventioneel uurloon van de geoefende werkman ;

377 frank,

tot en met het conventioneel uurloon van de geschoolde werkman van de 1e graad ;

403 frank,

voor een conventioneel uurloon dat hoger is dan het conventioneel loon van de geschoolde werkman van de 1e graad.

Bovendien worden de dagbedragen berekend op basis van het door de Rijkdienst voor Arbeidsvoorziening vastgestelde gemiddelde van de twee referte-uurlonen voor de werkloosheidscode.

 

HOOFDSTUK 6 - Betalingsmodaliteiten van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Artikel 11

De vergoeding-bouw, de vorstvergoeding en de vergoeding-ontslag worden uitbetaald door de bij artikel 7 van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid beoogde uitbetalingsinstellingen, mits naleving van de procedures die ter zake worden vastgesteld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, in gemeen overleg met de Raad van Bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

 

Artikel 12

Het Fonds voor Bestaanszekerheid vordert van de werkgever de terugbetaling van de aanvullende vergoeding-bouw die de instellingen bedoeld in artikel 11 uitbetaald hebben aan de arbeiders die gedeeltelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, behoudens de vergoedingen-bouw die betrekking hebben op de eerste 25 kredietdagen.

 

Commentaar :      De vergoeding-bouw wordt uitgekeerd gedurende ten hoogste 60 werkloosheidsdagen in de loop van de periode van 1 oktober tot 30 september op grond van de toestand in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat (zie de commentaar bij artikel 5).

Het Fonds voor Bestaanszekerheid vordert dus de vergoeding-bouw van de werkgever enkel terug voor de in het refertejaar door zijn werknemers genoten vergoedingen, die betrekking hebben op de 26e tot en met de 60e dag van de gedeeltelijke werkloosheidsperioden.

De eerste 25 werkloosheidsdagen blijven ten laste van het Fonds. Voor de 26e tot de 60e werkloosheidsdag (dus maximum 35 dagen) vordert het Fonds van de werkgever per dag naargelang het niveau van het conventioneel uurloon (zie artikel 10 hierboven) 237 F, 285 F, 377 F of 403 F terug.

 

Artikel 13

Onverminderd de sancties toegepast krachtens het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en van artikel 20 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, mag de Raad van Bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid de werkman, die op de voorgeschreven wijze door zijn werkgever individueel teruggeroepen wordt, en die zich zonder geldige reden niet op het werk aanbiedt, van al de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uitsluiten.

 

Artikel 14

In afwijking van de artikel 11 en 12, betaalt het Fonds voor Bestaanszekerheid zelf de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uit :

a)   aan de werklieden van 65 jaar of meer die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" en die, ter wille van hun leeftijd, de hoofdwerkloosheidsuitkering niet genieten ;

b)   eventueel aan de werklieden die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" en die voor de toekenning van de hoofdwerkloosheidsuitkering zijn uitgesloten.

 

Artikel 15

De grensarbeiders die in België gedeeltelijk werkloos worden gesteld door een bij artikel 1 beoogde onderneming en die, krachtens artikel 71 van het reglement nr. 1408/71 van de EEG van 14 juni 1971, de hoofdwerkloosheidsuitkeringen genieten in het land waar ze zijn tewerkgesteld, kunnen eveneens de overeenstemmende aanvullende uitkeringen verkrijgen wanneer ze de voorwaarden vervullen.

 

HOOFDSTUK 7 - Opmaken en uitreiken van de legitimatiekaarten

(...)

 

HOOFDSTUK 8 - Algemene bepalingen

Artikel 21

De bij artikel 23 van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid voorziene patronale instelling is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortspruiten uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

 

Artikel 22

De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de Raad van Bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

De Raad van Bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid zal met een gunstig vooroordeel de aanvragen onderzoeken van bouwvakarbeiders tot het bekomen van een legitimatiekaart rechthebbende wanneer ze na een periode van volledige werkloosheid en derhalve geen recht hadden op vorstvergoedingen, hun herintrede doen in de sector.

 

HOOFDSTUK 9 - Geldigheidsduur

Artikel 23

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1999 en verstrijkt op 30 september 2001.

 

 

 


Historiek
01/10/2023 30/09/2025 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2019 30/09/2023 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2017 30/09/2019 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2015 30/09/2017 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/01/2015 30/09/2015 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/01/2014 31/12/2014 2001 Bestaanszekerheid: vorstvergoeding - vergoeding-bouw - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2013 31/12/2013 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2012 30/09/2013 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2011 30/09/2012 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2011 01/10/2011 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2009 30/09/2011 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - aanvullende werkloosheidsuitkering
01/10/2007 30/09/2009 2001 Bestaanszekerheid - vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag, aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/10/2003 30/09/2007 2001 Bestaanszekerheid - Vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - Aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/10/2001 30/09/2003 2001 Bestaanszekerheid - Vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag - Aanvullende werkloosheidsuitkering.
01/09/1999 30/09/2001 2001 Aanvullende werkloosheidsuitkeringen ten laste van de werkgever