1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 08/06/1999
Geldig vanaf: 01/01/1999
Geldig tot: 04/07/2001

 

Op 27 mei 1999 werd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf een collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden gesloten. Daarin komen o.m. de bepalingen betreffende de werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en de mobiliteitsvergoeding voor.

 

De overeenkomst trad in werking op 1 januari 1999.

 

Hieronder reproduceren wij de tekst van deze bepalingen, gevolgd door enige commentaar en praktische schikkingen.

 

Commentaar :      De tabellen met de geactualiseerde bedragen van de tegemoetkoming van de werkgever in de reiskosten en die van de mobiliteitsvergoeding vindt U terug in onze omzendbrieven HFDST.12.2. Daarin vindt U eveneens de te gebruiken codes voor de prestatieopgaven.

 

A. Tekst CAO

1. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de werklieden en werksters verbonden door een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

 

Artikel 2

Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst ook van toepassing op de arbeidskrachten in dienst van gedeelten van ondernemingen, als bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

 

(...)

 

2. Tegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding

Artikel 31

§1.       De verplaatsingen die de arbeiders moeten doen tussen hun woonplaats en de sociale zetel of de werf dienen te gebeuren op eigen kracht uitgezonderd indien de werkgever voor deze verplaatsing een voertuig ter beschikking stelt.

 

§2.

Wanneer de werknemers zich op eigen kracht verplaatsen, dient de werkgever tussen te komen in de onkosten die gedragen worden door de arbeider.

 

Deze tussenkomst betreft enerzijds een terugbetaling van de reiskosten die berekend wordt door gebruik te maken van de verhouding van 100 % van de prijs der treinkaarten, aangevuld met een mobiliteitsvergoeding.

 

 

De bedragen opgenomen in de tabellen die volgen (zie HFDST.12.2), betreffen de wekelijkse tegemoetkoming van de werkgevers en worden bij elke wijziging van de schalen toegepast door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen herzien. Zij zullen het voorwerp uitmaken van een document neergelegd bij de griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen na akkoord van de ondertekenende partijen van deze overeenkomst. De nieuwe bedragen zullen ambtshalve in de plaats komen van de huidige bedragen en zullen worden gepubliceerd als bericht in het Belgisch Staatsblad.

 

De mobiliteitsvergoeding is rechtstreeks evenredig met de afstand in kilometer tussen de woonplaats van de werknemer en zijn plaats van tewerkstelling.

 

Zij bedraagt zij 1,5 BEF/kilometer heen en 1,5 BEF/kilometer terug, of 3 BEF/kilometer berekend op één enkel traject.

 

§3.

Wanneer de werkgever voor de verplaatsingen een voertuig ter beschikking stelt, hetzij voor het volledige traject hetzij voor een gedeelte ervan, genieten de arbeiders van de tussenkomst zoals bedoeld onder §2 voor de terugbetaling van de treinkaart voor de verplaatsing tussen de woonplaats en de opstapplaats en de mobiliteitsvergoeding zoals voorzien in §2.

 

De arbeider die personeel naar en van de werkplaats vervoert, buiten de werkuren met een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever, heeft, gelet op de afstanden die moeten worden afgelegd en de bijzondere onkosten eigen aan de werkgever, recht ten titel van forfaitaire compensatie op een gecorrigeerde mobiliteitsvergoeding die gelijk is aan 3 BEF per km heen en 3 BEF per km terug. Bestaande onkostenvergoedingen die minstens gelijkwaardig zijn blijven van kracht.

 

Indien de reistijd per rit de 2u overschrijdt, zijn er twee chauffeurs.

 

             N.B.:   Zie punt 3 van het hoofdtuk B. Commentaar.

 

§4.

De patronale tussenkomst wordt voor wat betreft zijn berekeningswijze in twee delen gesplitst. Het eerste deel betreft de normale verplaatsing tussen de woonplaats en de sociale zetel of de opstapplaats. Het tweede deel betreft de excedentaire verplaatsing tot aan de werf.

 

§5.

Het bedrag van de terugbetaling van de verplaatsingskosten en de mobiliteitsvergoeding moet betaald worden volgens de barema's A en B (zie HFDST.12.2).

 

In het geval van "gemengde" verplaatsingen wordt verwezen naar de barema's A en B.

 

Ingeval de arbeider voor zijn verplaatsing gebruik maakt van meerdere vervoermiddelen (trein, autobus, persoonlijk vervoermiddel, enz.), wordt de volledige verplaatsing vergoed, van zodra deze 5 km bedraagt.

 

Als alle nodige gegevens voor de berekening van het overeenstemmend bedrag niet kunnen worden teruggevonden in de schalen, wordt voor de ontbrekende afstanden van minder dan 5 of 6 km gebruik gemaakt van een eenvormig valorisatietarief van 10 BEF per km "in vogelvlucht" (afgekort V.V.).

 

Het bedrag van de tegemoetkomingen en vergoedingen van barema B is berekend op de "afstand in vogelvlucht" die werd bijgewerkt door een forfaitaire multiplikator.

 

In geval van betwisting betreffende de meting van de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats en de plaats van het werk, wordt er verwezen naar de administratieve kaart van België op schaal 1/300.000 opgemaakt door het Nationaal Geografisch Instituut.

 

Voor sommige speciale gevallen kan verwezen worden naar een wegenkaart op schaal 1/200.000.

 

§6.

De werkgever is van de tegemoetkomingen die voortvloeien uit de bepalingen van §2 en §3 vrijgesteld indien de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats van de arbeider en zijn werk, korter is dan 5 km.

 

§7.

Het betalen van de mobiliteitsvergoeding gebeurt terzelfdertijd als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart, die op die wijze wordt aangevuld.

(...)

3. Bijzondere bepaling

Artikel 34

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993 betreffende de arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995.

 

4. Geldigheidsduur en intrekking

Artikel 35

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 (...).

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.

(...)

B. Commentaar

 

Hieronder vindt U een commentaar in verband met de verplaatsingskosten en mobiliteitsvergoeding gebaseerd op de op 1 februari 1998 geactualiseerde bedragen van tussenkomst in de verplaatsingskosten.  Deze bedragen werden immers op 1 februari 1999 uitzonderlijk niet verhoogd. De onderstaande cijfers zullen, telkens als de barema's in de toekomst verhogen, niet aangepast worden.

 

In HFDST.12.2 zult U de eventueel geactualiseerde bedragen vinden.

1. Verplaatsingskosten

Werklieden die met de trein reizen (barema a)

Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit waarbij het bedrag wordt bepaald van de tegemoetkoming in de prijs van de treinkaarten zijn de werkgevers verplicht barema A toe te passen.

Þ      Toelichtingen

De werklieden betalen aan de NMBS rechtstreeks de prijs die hen wordt gevraagd voor de aanschaf van de kaart.

 

Die prijs krijgen zij terugbetaald door de werkgever overeenkomstig het bedrag vermeld in het barema.

 

Om op deze tegemoetkoming aanspraak te kunnen maken, moeten de werklieden alle bewijsstukken overleggen die de werkgever rechtens mag eisen, in uitvoering van de van kracht zijnde wetgeving of reglementering.

 

Het betalen van de tegemoetkoming gebeurt met het loon van de berekeningsperiode, die een aanvang neemt vanaf de datum van het overleggen van de bewijsstukken.

Þ      Toepassingsvoorbeelden :

Op de kaart komen volgende aanwijzingen voor :

?      de afstand in km die overeenkomt met de verplaatsing die mag afgelegd worden met de kaart ;

?      de totale prijs die de werkman aan de NMBS moet betalen ;

?      het gedeelte van deze totale prijs dat de werkgever moet terugbetalen volgens de algemene wetgeving.

 

Rekening houdend met wat elders wordt uiteengezet, is het dus nodig dat men barema A raadpleegt, met andere woorden :

?      als de afstand vermeld op de kaart 10 km bedraagt : 415 BEF ;

?      voor 25 km : 705 BEF ;

?      voor 50 km : 1.120 BEF ;

?      enz...

Werklieden die van een ander vervoermiddel gebruik maken dan de trein

Zie barema B.

2. Mobiliteitsvergoeding      

 

Voor de werklieden die met de trein reizen is het bedrag van deze vergoeding rechtstreeks evenredig met de afstand in km. vermeld op de treinkaart (zijnde 3 BEF per km).

 

Wanneer de werkman dus houder is van een treinkaart waarvoor de terugbetaling gebeurt zoals hierboven vermeld, zal hij bovendien per verplaatsingsdag een mobiliteitsvergoeding moeten ontvangen die gelijk is aan het aantal km vermeld op het abonnement, vermenigvuldigd met 3 BEF.

 

De betaling van de vergoeding gebeurt op hetzelfde ogenblik als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart.

Þ    Toepassingsvoorbeelden :

De afstand vermeld op de treinkaart bedraagt 25 km. :

?      het bedrag van de kaartprijs dat wordt terugbetaald is 705 BEF ;

?      als de werkman een volledige werk week (zijnde 5 dagen) heeft gepresteerd, moet hij bovendien als mobiliteitsvergoeding (25 x 1,5 x 2) x 5 = 375 BEF krijgen. Indien hij zich evenwel wekelijks verplaatst ontvangt hij (25 x 1,5 x 2) = 75 BEF.

 

 

De werklieden tewerkgesteld in een onderneming kunnen in feite gerangschikt worden in vier categorieën volgens hun verplaatsingswijze, namelijk :

a)     hun vervoer wordt verzorgd door en op kosten van de werkgever, en voor hen moet dus niet anders voorzien worden dan de "mobiliteitsvergoeding" (zie barema B) ;

b)    hun vervoer gebeurt per spoor, en voor die werklieden moet men dan voornoemd stelsel toepassen (zie ook barema A) ;

c)     hun vervoer van hun woning naar de werkplaats gebeurt ofwel met een persoonlijk vervoermiddel (fiets, motorfiets, bromfiets, wagen), ofwel door gebruik te maken van andere gemeenschappelijke vervoermiddelen dan de trein (tram, autobus, enz.) (barema B) ;

d)    voor hun vervoer gebruiken zij de trein en verplaatsen zich daarnaast nog met een ander middel dan de trein en bijgevolg kunnen zij aanspraak maken op het voordeel van de twee barema's A en B gecombineerd, mits een neutralisering van 5 km.

 

Ingeval de arbeider voor zijn verplaatsing gebruik maakt van meerdere vervoer- middelen (trein, bus, persoonlijk vervoermiddel, enz.), wordt de volledige verplaatsing vergoed, van zodra die 5 km bedraagt.

 

Als alle nodige gegevens voor de berekening van het overeenstemmend bedrag niet kunnen worden teruggevonden in de schalen, wordt voor de ontbrekende afstanden van minder dan 5 of 6 km gebruik gemaakt van een eenvormig valorisatietarief van 10 BEF per km "in vogelvlucht" : V.V.).

Þ      Praktische voorbeelden :

1.   Een verplaatsing bestaande uit 15 km per trein en 4 km "V.V." per bus :

·       voor de verplaatsing per trein volgens schaal A : 15 km = 510 BEF ;

·       voor de verplaatsing per bus (geen gegevens in schaal B voor de afstanden van minder dan 6 km) : 4 km x 10 BEF = 40 BEF.

      Bedrag van de tegemoetkoming : 510 BEF + 40 BEF = 550 BEF.

 

2.   Voor een verplaatsing bestaande uit 10 km "V.V." per bus en 4 km "V.V." per trein :

·       voor de verplaatsing per bus (volgens schaal B) : 10 km = 455 BEF ;

·       voor de verplaatsing per trein (geen gegevens in schaal A voor de afstanden van minder dan 5 km) : 4 km x 10 BEF = 40 BEF

      Bedrag van de tegemoetkoming : 455 BEF + 40 BEF = 595 BEF.

 

N.B. :   de terugbetalingstarieven welke in de schalen A en B worden berekend op basis van de prijzen van de treinkaarten, zijn toepasselijk vanaf 1.2.1998.

 

Het bedrag van de tegemoetkomingen en vergoedingen van barema B is berekend op de "afstand in vogelvlucht" die werd bijgewerkt door een forfaitaire multiplicator.

 

In geval van betwisting betreffende de meting van de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats en de plaats van het werk, wordt er verwezen naar de administratieve kaart van België op schaal 1/300.000 opgemaakt door het Nationaal Geografisch instituut.

 

Voor sommige speciale gevallen kan verwezen worden naar een wegenkaart op schaal 1/200.000.

 

3.   De werkgever is van de tegemoetkomingen die voortvloeien uit de bepalingen van §1 vrijgesteld :

a)     indien hij zelf op eigen kosten zorgt voor het vervoer van de werkman van diens woonplaats of van een in de nabijheid ervan gelegen plaats van opname naar het werk ;

b)    indien de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats van de werkman en zijn werk, korter is dan 5 km.

 

4.   Het betalen van de mobiliteitsvergoeding gebeurt terzelfdertijd als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart, die op die wijze wordt aangevuld.

3. Werknemer die een door de werkgever ter beschikking gesteld voertuig bestuurt     

 

In de tekst van artikel 31, §3, 2e alinea vindt U deze verplichting : er is een forfaitaire compensatie verschuldigd aan de bestuurder van het door de werkgever ter beschikking gestelde voertuig, bestemd voor het vervoer van het personeel buiten de werkuren. De werknemer heeft, gelet op de afstanden die moeten worden afgelegd en de bijzondere onkosten eigen aan de werkgever, recht ten titel van forfaitaire compensatie op een gecorrigeerde mobiliteitsvergoeding die gelijk is aan 3 BEF per kilometer heen en 3 BEF per kilometer terug.

 

?      Volgens inlichtingen die wij ingewonnen hebben bij de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf dient sedert de CAO van 27 mei 1999 het begrip "bestuurder van het door de werkgever ter beschikking gestelde voertuig" letterlijk geïnterpreteerd te worden. Het kan dus gaan om gelijk welk voertuig van de werkgever en er moet minstens één arbeider door de chauffeur vervoerd worden.

 

N.B.:   Voordien was het begrip beperkt tot de chauffeur in het bezit van rijbewijs D die de bus                   specifiek voor die categorie (met ten minste 9 personen) bestuurde.

 

?      De mobiliteitsvergoedingen, zowel voor de bestuurder van het voertuig van de werkgever (3 BEF per kilometer heen en 3 BEF per kilometer terug) zowel als die van de arbeiders (1,5 BEF per kilometer heen en 1,5 BEF per kilometer terug), zijn niet onderworpen aan de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid in toepassing van het koninklijk besluit van 19 juli 1995 (BS 29.09.1995).

 

 


Historiek
01/10/2007 30/06/2009 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/05/2020 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten (+ mobiliteitsvergoeding): regels
01/12/2019 30/04/2020 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten (+ mobiliteitsvergoeding): regels
01/07/2014 30/11/2019 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/07/2016 31/12/2017 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
01/07/2016 31/12/2017 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
01/01/2011 30/06/2014 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2009 31/12/2010 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/10/2007 30/06/2009 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/07/2009 31/12/2008 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2006 30/09/2007 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2005 31/01/2006 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2004 31/01/2005 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2003 31/01/2004 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2002 31/12/2002 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2001 31/01/2002 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/1999 04/07/2001 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding