1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 08/04/2002
Geldig vanaf: 01/02/2002
Geldig tot: 31/12/2002

 

Op 5 juli 2001 werd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf een collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden gesloten. Daarin komen o.m. de bepalingen betreffende de werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten voor. De collectieve arbeidsovereenkomst werd op 9 juli 2001 neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 25 juli 2001 onder het nummer 58056/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2001.

 

De overeenkomst trad in werking op 1 januari 2001.

 

Hieronder reproduceren wij de tekst van deze bepalingen, gevolgd door enige commentaar met voorbeelden gebaseerd op de bedragen die vanaf 1 februari 2002 van toepassing zijn .

 

Commentaar :      De tabellen met de geactualiseerde bedragen van de tegemoetkoming van de werkgever in de reiskosten en die van de mobiliteitsvergoeding vindt U terug in onze omzendbrieven Hfdst.12.2. Daarin vindt U eveneens de te gebruiken codes voor de prestatieopgaven.

 

A. Tekst CAO

I. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Artikel 2

Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze CAO ook van toepassing op de arbeiders in dienst van gedeelten van ondernemingen, zoals bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

Artikel 3

Een aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de aan boord van het baggermaterieel tewerkgestelde arbeiders, alsmede van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van diegenen die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.

Een andere aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden.

Voor de bij deze aanvullende overeenkomsten niet beoogde gevallen, geldt de huidige CAO.

 

(...)

 

XVI. Tegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding

 

Artikel 31

§1        De verplaatsingen die de arbeiders moeten doen tussen hun woonplaats en de sociale zetel of de plaats van tewerkstelling dienen te gebeuren op eigen kracht uitgezonderd indien de werkgever voor deze verplaatsingen een voertuig ter beschikking stelt.

§2        Wanneer de werknemers zich op eigen kracht verplaatsen, dient de werkgever tussen te komen in de onkosten die gedragen worden door de arbeider.

Deze tussenkomst betreft enerzijds een terugbetaling van de reiskosten die berekend wordt door gebruik te maken van de verhouding van 100 % van de prijs der treinkaarten, aangevuld met een mobiliteitsvergoeding.

De bedragen opgenomen in de tabellen (zie Hfdst 12.2), betreffen de wekelijkse tegemoetkoming van de werkgevers en worden bij elke wijziging van de schalen, toegepast door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, herzien en zullen het voorwerp uitmaken van een document neergelegd bij de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen na akkoord van de ondertekenende partijen van deze overeenkomst. De nieuwe bedragen zullen ambtshalve in de plaats komen van de huidige bedragen en zullen worden gepubliceerd als bericht in het Belgisch Staatsblad.

De mobiliteitsvergoeding is rechtstreeks evenredig met de afstand in km tussen de woonplaats van de werknemer en zijn plaats van tewerkstelling.

Zij bedraagt 0,0372 EUR per km heen en 0,0372 EUR per km terug, of 0,0744 EUR per km berekend op één enkel traject.

§3        Wanneer de werkgever voor de verplaatsingen een voertuig ter beschikking stelt, hetzij voor het volledige traject hetzij voor een gedeelte ervan, genieten de arbeiders van de tussenkomst zoals bedoeld onder §2 voor de terugbetaling van de treinkaart voor de verplaatsing tussen de woonplaats en de opstapplaats en de mobiliteitsvergoeding zoals voorzien in §2.

De arbeider die personeel naar en van de werkplaats vervoert, buiten de werkuren met een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever, heeft, gelet op de afstanden die moeten worden afgelegd en de bijzondere onkosten eigen aan de werkgever, recht ten titel van forfaitaire compensatie op een gecorrigeerde mobiliteitsvergoeding. Deze is gelijk aan 0,0744 EUR per km heen en 0,0744 EUR per km terug. Bestaande onkostenvergoedingen die minstens gelijkwaardig zijn blijven van kracht.

Indien de reistijd per rit de 2 uur overschrijdt, zijn er twee chauffeurs.

§4        De patronale tussenkomst wordt, voor wat betreft zijn berekeningswijze, in twee delen gesplitst. Het eerste deel betreft de normale verplaatsing tussen de woonplaats en de sociale zetel of de opstapplaats. Het tweede deel betreft de ex-sedentaire verplaatsing tot aan de werf.

§5        Het bedrag van de terugbetaling van de verplaatsingskosten en de mobiliteitsvergoeding moet betaald worden volgens de barema's A en B (zie Hfdst 12.2).

In het geval van "gemengde" verplaatsingen wordt verwezen naar de barema's A en B.

Ingeval de arbeider voor zijn verplaatsing gebruik maakt van meerdere vervoermiddelen (trein, autobus, persoonlijk vervoermiddel, enz.), wordt de volledige verplaatsing vergoed, van zodra deze 5 km bedraagt.

Als alle nodige gegevens voor de berekening van het overeenstemmend bedrag niet kunnen worden teruggevonden in de schalen, wordt voor de ontbrekende afstanden van minder dan 5 km gebruik gemaakt van een eenvormig valorisatietarief van 0,25 EUR per km “in vogelvlucht” (afgekort: VV).

Het bedrag van de tegemoetkomingen en vergoedingen van barema B is berekend op de "afstand in vogelvlucht" die werd bijgewerkt door een forfaitaire multiplicator.

In geval van betwisting betreffende de meting van de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats en de plaats van het werk, wordt er verwezen naar de administratieve kaart van België op schaal 1/300.000 opgemaakt door het Nationaal Geografisch Instituut.

Voor sommige speciale gevallen kan verwezen worden naar een wegenkaart op schaal 1/200.000.

§6        De werkgever is van de tegemoetkomingen, die voortvloeien uit de bepalingen van §2 en §3, vrijgesteld indien de afstand “in vogelvlucht” tussen de woonplaats van de arbeider en zijn werk, korter is dan 5 km.

§7        Het betalen van de mobiliteitsvergoeding gebeurt terzelfder tijd als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart, die op die wijze wordt aangevuld.

§8        Er wordt aanbevolen om in de ondernemingen een mobiliteitsplan op te stellen in concertatie met de syndicale delegatie en de werknemers.

 

(…)

XVIII. Geldigheidsduur

Artikel 35

Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2001 en vervangt de CAO van 27 mei 1999 betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten CAO's.

Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.  De opzegging wordt betekend  bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

 

(...)

 

Artikel 39

1°  Gedurende een periode die verstrijkt op 31 december 2002, ontzeggen de ondertekenende partijen zich iedere actie buiten het paritair comité teneinde de overeengekomen bepalingen te wijzigen. Zij gaan de verbintenis aan alles in het werk te stellen om te zorgen voor de veralgemening en de strikte naleving ervan.

Tenslotte gaan de partijen de verbintenis aan geen bijzondere regelingen te treffen buiten het paritair comité die een streek of één der beroepen aanbelangen uit de bouwnijverheid welke afhangen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

2°  Tijdens de duur van de periode waarvan sprake in 1°, zijn de partijen nochtans gemachtigd in het paritair comité een kwestie voor te leggen waarvan het onderzoek wenselijk wordt geoordeeld, zelfs indien het een wijziging betreft aan één der clausules van de van kracht zijnde CAO of een nieuwe bepaling.

Na uitspraak van het paritair comité zullen de partijen zich neerleggen bij de beslissing en de aangegane verbintenis niet trachten te wijzigen door middel van stappen en acties gevoerd buiten het paritair comité.

3°  Ten vroegste zes maanden vóór de datum waarop de onder 1° bedoelde periode verstrijkt moeten de partijen hun voorstellen tot gedeeltelijke of totale herziening indienen door een omstandige mededeling, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

4°  De partijen zijn het eens over het principe dat de voorstellen waarvan sprake in 3° moeten ingediend en onderzocht worden op geordende wijze.

 

B. Commentaar

 

Hieronder vindt U een commentaar in verband met de verplaatsingskosten en mobiliteitsvergoeding gebaseerd op de op 1 februari 2002 geactualiseerde bedragen van tussenkomst in de verplaatsingskosten.

 

In Hfdst.12.2 zult U de geactualiseerde bedragen vinden.

1. Verplaatsingskosten

Werklieden die met de trein reizen (barema a)

Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit waarbij het bedrag wordt bepaald van de tegemoetkoming in de prijs van de treinkaarten zijn de werkgevers verplicht barema A toe te passen.

Þ      Toelichtingen

De werklieden betalen aan de NMBS rechtstreeks de prijs die hen wordt gevraagd voor de aanschaf van de kaart.

 

Die prijs krijgen zij terugbetaald door de werkgever overeenkomstig het bedrag vermeld in het barema.

 

Om op deze tegemoetkoming aanspraak te kunnen maken, moeten de werklieden alle bewijsstukken overleggen die de werkgever rechtens mag eisen, in uitvoering van de van kracht zijnde wetgeving of reglementering.

 

Het betalen van de tegemoetkoming gebeurt met het loon van de berekeningsperiode, die een aanvang neemt vanaf de datum van het overleggen van de bewijsstukken.

Þ      Toepassingsvoorbeelden :

Op de kaart komen volgende aanwijzingen voor :

-      de afstand in km die overeenkomt met de verplaatsing die mag afgelegd worden met de kaart ;

-      de totale prijs die de werkman aan de NMBS moet betalen ;

-      het gedeelte van deze totale prijs dat de werkgever moet terugbetalen volgens de algemene wetgeving.

 

Rekening houdend met wat elders wordt uiteengezet, is het dus nodig dat men barema A raadpleegt, met andere woorden :

-      als de afstand vermeld op de kaart 10 km bedraagt : 11,20 EUR;

-      voor 25 km : 19,30 EUR;

-      voor 50 km : 31 EUR;

-      enz...

Werklieden die van een ander vervoermiddel gebruik maken dan de trein

Zie barema B.

2. Mobiliteitsvergoeding      

 

Voor de werklieden die met de trein reizen is het bedrag van deze vergoeding rechtstreeks evenredig met de afstand in km. vermeld op de treinkaart. Zij bedraagt 0,0372 EUR per km heen en 0,0372 EUR per km terug, (namelijk 0,0744 EUR per km berekend op één enkel traject).

 

Wanneer de werkman dus houder is van een treinkaart waarvoor de terugbetaling gebeurt zoals hierboven vermeld, zal hij bovendien per verplaatsingsdag een mobiliteitsvergoeding moeten ontvangen die gelijk is aan het aantal km vermeld op het abonnement, vermenigvuldigd met 0,0372 EUR of 0,0744 EUR.

 

De betaling van de vergoeding gebeurt op hetzelfde ogenblik als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart.

Þ    Toepassingsvoorbeelden :

De afstand vermeld op de treinkaart bedraagt 25 km. :

-      het bedrag van de kaartprijs dat wordt terugbetaald is 19,30 EUR;

-      als de werkman een volledige werk week (zijnde 5 dagen) heeft gepresteerd, moet hij bovendien als mobiliteitsvergoeding (25 x 0,0744) x 5 = 9,3 EUR krijgen. Indien hij zich evenwel wekelijks verplaatst ontvangt hij (25 x 0,0744) = 1,86 EUR.

 

 

De werklieden tewerkgesteld in een onderneming kunnen in feite gerangschikt worden in vier categorieën volgens hun verplaatsingswijze, namelijk :

a)     hun vervoer wordt verzorgd door en op kosten van de werkgever, en voor hen moet dus niet anders voorzien worden dan de "mobiliteitsvergoeding" (zie barema B) ;

b)    hun vervoer gebeurt per spoor, en voor die werklieden moet men dan voornoemd stelsel toepassen (zie ook barema A) ;

c)     hun vervoer van hun woning naar de werkplaats gebeurt ofwel met een persoonlijk vervoermiddel (fiets, motorfiets, bromfiets, wagen), ofwel door gebruik te maken van andere gemeenschappelijke vervoermiddelen dan de trein (tram, autobus, enz.) (barema B) ;

d)    voor hun vervoer gebruiken zij de trein en verplaatsen zich daarnaast nog met een ander middel dan de trein en bijgevolg kunnen zij aanspraak maken op het voordeel van de twee barema's A en B gecombineerd, mits een neutralisering van 5 km.

 

Ingeval de arbeider voor zijn verplaatsing gebruik maakt van meerdere vervoer- middelen (trein, bus, persoonlijk vervoermiddel, enz.), wordt de volledige verplaatsing vergoed, van zodra die 5 km bedraagt.

 

Als alle nodige gegevens voor de berekening van het overeenstemmend bedrag niet kunnen worden teruggevonden in de schalen, wordt voor de ontbrekende afstanden van minder dan 5 of 6 km gebruik gemaakt van een eenvormig valorisatietarief van 0,25 EUR per km "in vogelvlucht" : V.V.).

Þ      Praktische voorbeelden :

1.   Een verplaatsing bestaande uit 15 km per trein en 4 km "V.V." per bus :

·       voor de verplaatsing per trein volgens schaal A : 15 km = 13,90 EUR;

·       voor de verplaatsing per bus (geen gegevens in schaal B voor de afstanden van minder dan 6 km) : 4 km x 0,25 EUR = 1 EUR

      Bedrag van de tegemoetkoming : 13,90 EUR+ 1 EUR = 14,90 EUR

 

2.   Voor een verplaatsing bestaande uit 10 km "V.V." per bus en 4 km "V.V." per trein :

·       voor de verplaatsing per bus (volgens schaal B) : 10 km = 13,30 EUR;

·       voor de verplaatsing per trein (geen gegevens in schaal A voor de afstanden van minder dan 5 km) : 4 km x 0,25 EUR = 1 EUR

      Bedrag van de tegemoetkoming : 13,30 EUR+ 1 EUR = 14,30 EUR

Nota : de bedragen van de terugbetaling die volgens de prijs van de treinkaart in de barema’s A en B worden berekend zijn van toepassing sinds 1 februari 2002.

 

Het bedrag van de tegemoetkomingen en vergoedingen van barema B is berekend op de "afstand in vogelvlucht" die werd bijgewerkt door een forfaitaire multiplicator.

 

In geval van betwisting betreffende de meting van de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats en de plaats van het werk, wordt er verwezen naar de administratieve kaart van België op schaal 1/300.000 opgemaakt door het Nationaal Geografisch instituut.

 

Voor sommige speciale gevallen kan verwezen worden naar een wegenkaart op schaal 1/200.000.

 

3.   De werkgever is van de tegemoetkomingen die voortvloeien uit de bepalingen van § 2 en 3 vrijgesteld, indien de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats van de werkman en zijn werk, korter is dan 5 km.

 

4.   Het betalen van de mobiliteitsvergoeding gebeurt terzelfdertijd als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart, die op die wijze wordt aangevuld.

3. Werknemer die een door de werkgever ter beschikking gesteld voertuig bestuurt     

 

Krachtens artikel 31, §3, 2e alinea is een forfaitaire compensatie verschuldigd aan de bestuurder van het door de werkgever ter beschikking gestelde voertuig, bestemd voor het vervoer van het personeel buiten de werkuren. De werknemer heeft, gelet op de afstanden die moeten worden afgelegd en de bijzondere onkosten eigen aan de werkgever, recht ten titel van forfaitaire compensatie op een gecorrigeerde mobiliteitsvergoeding die gelijk is aan 0,0744 EUR per kilometer heen en 0,0744 EUR per kilometer terug. Bestaande onkostenvergoedingen die minstens gelijkwaardig zijn blijven van kracht. Indien de reistijd per rit de 2 uur overschrijdt, zijn er twee chauffeurs.

 

-      Volgens inlichtingen die wij ingewonnen hebben bij de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf dient sedert de CAO van 27 mei 1999 het begrip "bestuurder van het door de werkgever ter beschikking gestelde voertuig" letterlijk geïnterpreteerd te worden. Het kan dus gaan om gelijk welk voertuig van de werkgever en er moet minstens één arbeider door de chauffeur vervoerd worden.

 

N.B.:   Voordien was het begrip beperkt tot de chauffeur in het bezit van rijbewijs D die de bus                   specifiek voor die categorie (met ten minste 9 personen) bestuurde.

 

-      De mobiliteitsvergoedingen, zowel voor de bestuurder van het voertuig van de werkgever (0,0744 EUR per kilometer heen en 0,0744 EUR per kilometer terug) zowel als die van de arbeiders (0,0372 EUR per kilometer heen en 0,0372 EUR per kilometer terug), zijn niet onderworpen aan de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid in toepassing van het koninklijk besluit van 19 juli 1995 (BS 29 september 1995).

 

 


Historiek
01/10/2007 30/06/2009 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/05/2020 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten (+ mobiliteitsvergoeding): regels
01/12/2019 30/04/2020 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten (+ mobiliteitsvergoeding): regels
01/07/2014 30/11/2019 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/07/2016 31/12/2017 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
01/07/2016 31/12/2017 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
01/01/2011 30/06/2014 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2009 31/12/2010 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/10/2007 30/06/2009 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/07/2009 31/12/2008 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2006 30/09/2007 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2005 31/01/2006 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2004 31/01/2005 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2003 31/01/2004 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2002 31/12/2002 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2001 31/01/2002 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/1999 04/07/2001 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding