1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 22/09/2016
Geldig vanaf: 01/07/2016
Geldig tot: 31/12/2017

Rechthebbenden

  • Gemeenschappelijk openbaar vervoer: alle bedienden.
  • Andere vervoermiddelen: de bedienden waarvan de jaarlijkse bezoldiging 26.250 EUR niet overschrijdt.

Vervoermiddelen

Alle openbare- en privé-vervoermiddelen.

Bedrag

  • Vervoer per spoor: derdebetalersregeling.
  • Andere openbare vervoermiddelen:
    • prijs in verhouding tot de afstand: volgens schaal NAR zonder 75% van de prijs te overschrijden.
    • eenheidsprijs: 71,8% van de effectieve prijs zonder evenwel het bedrag van de schaal van de NAR voor een afstand van 7 kilometer te overschrijden.
  • Privé-vervoermiddelen: 50 % van de treinkaart NMBS geldig voor één maand.

Minimumafstand

  • Vervoer per spoor: geen minimumafstand.
  • Andere openbare of privé-vervoermiddelen: 3 km en meer.

In het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden werd op 9 juni 2016 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende bijdrage in de vervoerskosten (nr. 134424/CO/200).

De cao's gesloten op het niveau van het PC 218, zoals toepasselijk en in werking aan de vooravond van de inwerkingtreding van het besluit houdende de benoeming van de leden van het PC 200, werden bij cao van 1.04.2015 (registratienr. 126638) overgedragen naar het PC 200.
Deze cao's werden bijgevolg integraal van toepassing op het niveau van het PC 200 en binden de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het PC 200.
De sluiting van onderhavige cao heeft tot doel om in het kader van de continuïteit de coördinatie van deze overgedragen cao's te optimaliseren.

Tekst van de CAO

Hoofdstuk I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (200) behoren.

Onder "bedienden" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Artikel 2

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken en wiens jaarlijkse bruto bezoldiging 26.250 EUR overschrijdt.

§2. De jaarlijkse bruto bezoldiging dient berekend te worden volgens bijlage 4 die bij deze overeenkomst is gevoegd; deze bijlage maakt integraal deel uit van onderhavige overeenkomst.

Hoofdstuk II - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

Artikel 3

§1. Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer betreft, is de tussenkomst van de werkgever gelijk aan 80% van de prijs van de treinkaart 2e klasse voor een overeenstemmende afstand vanaf de eerste kilometer.

§2. Aan de ondernemingen wordt aanbevolen om zonder bijkomende kosten een derde-betalersregeling voor het treinvervoer af te sluiten met de NMBS, waarbij de overige 20% door de overheid ten laste worden genomen zodat de bediende kan genieten van kosteloos woon-werkverkeer met de trein, mits geen bijkomende kosten voor de werkgever als het derde-betalersysteem zou wegvallen.

Hoofdstuk III - Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer

Artikel 4

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, wordt de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 3 kilometer, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld volgens de hierna vastgestelde modaliteiten:

  • wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de in bijlage 1 opgenomen tabel met forfaitaire bedragen, zonder evenwel 75% van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;
  • wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8% van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst berekend op basis van de in bijlage 1 opgenomen tabel met forfaitaire bedragen voor een afstand van 7 kilometer te overschrijden.

Hoofdstuk IV - Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

Artikel 5

In geval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de in bijlage 1 opgenomen tabel met forfaitaire bedragen.

Artikel 6

In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in artikel 5, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend: nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4a, 4b en 5 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

Hoofdstuk V - Andere vervoermiddelen

Artikel 7

§1. Voor de bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken om zich te verplaatsen over een afstand gelijk aan of groter dan 3 kilometer zijn de modaliteiten van de tussenkomst van de werkgevers als volgt bepaald:

  • bedoelde bedienden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk of groter dan 3 kilometer een ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van de woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven. Zij delen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mee;
  • de werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

§2. De bijdrage van de werkgevers is gelijk aan 50% van de prijs van een treinkaart geldig voor 1 maand in 2e klas voor het overeenstemmend aantal kilometers vermeld in de verklaring waarvan sprake in §1, a).

Artikel 8

Het in aanmerking te nemen aantal kilometers wordt in gemeenschappelijk akkoord op ondernemingsvlak vastgesteld. In geval van betwisting wordt verwezen naar het Boek der wettelijke afstanden goedgekeurd bij koninklijk besluit van 15 oktober 1969 tot vaststelling der wettelijke afstanden, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juli 1970.

Hoofdstuk VI - Vervoer georganiseerd door de ondernemingen, met financiële deelneming van de bedienden of vervoer uitsluitend op eigen kosten georganiseerd door de ondernemingen, voor een gedeelte van het traject

Artikel 9

In geval het transport is georganiseerd door de werkgever, met de financiële deelneming van de bedienden, of indien de werkgever een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten heeft georganiseerd, dient, wat zijn bijdrage in de kosten van vervoer der werknemers betreft, een oplossing te worden gezocht die is ingegeven door de bepalingen van onderhavige overeenkomst.

Hoofdstuk VII - Terugbetalingstijdstip

Artikel 10

De bijdrage van de werkgevers in de door de bediende gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden.

Hoofdstuk VIII - Modaliteiten van terugbetaling

Artikel 11

§1. De bedienden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 3 kilometer een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen.

§2. De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

Artikel 12

§1. Wat het gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft zal de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.

§2. Voor de bedienden die geen gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruiken, wordt de bijdrage enkel betaald voor de aanwezige werkdagen zonder andere modaliteiten.

Hoofdstuk IX - Opheffingsbepalingen

Artikel 13

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft deze gesloten op 24 februari 2010 betreffende de bijdrage in de vervoerkosten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 september 2010 (Belgisch Staatsblad van 8 november 2010), geregistreerd onder nummer 99276 op, zoals integraal overgenomen door de cao van 1.04.2015 gesloten in de schoot van het PC 200 m.b.t. de continuïteit van de collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden gesloten op het niveau van het paritair comité nr. 218 (geregistreerd onder het nr. 126638), en zoals opgenomen in de inventaris in bijlage van deze laatste cao.

Hoofdstuk X - Duur

Artikel 14

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2016 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Ze kan door één der partijen opgezegd worden, mits een opzegging van 3 maanden, gericht bij aangetekende brief aan de Voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden.

Bijlage IV

Bijlage betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het privévervoer van de werknemers

Komen in aanmerking voor de raming van de jaarlijkse bruto bezoldiging van € 26.250.

  1. de vaste elementen: de maandelijkse bruto wedde, inbegrepen de eventuele bijkomende wedden, zoals onder meer de vergoeding voor de kennis en het gebruik van beide landstalen, hierbij rekening gehouden met het beweeglijk gedeelte toegekend in functie van het indexcijfer van de consumptieprijen.
    Het jaarlijks bruto bedrag wordt bekomen door de vaste elementen, die betrekking hebben op de eerste maand waarvoor de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers wordt gevraagd, te vermenigvuldigen met 12, zelfs indien de bediende geen 12 maanden werkt.
  2. de veranderlijke elementen:
  • per maand: commissieloon, premies, overuren, enz. Hier gelden de bruto cijfers voor de laatste 12 maanden. Indien de bediende geen 12 maanden heeft gewerkt, wordt het in aanmerking te nemen bedrag bekomen door het maandgemiddelde voor de effectief gewerkte maanden, te vermenigvuldigen met 12.
  • per jaar: commissieloon, premies, 13e maand en andere toelagen die sommige werkgevers eens of meermaals per jaar aan hun personeel toekennen, ingevolge overeenkomst of gebruik.

De bruto bedragen toegekend gedurende de laatste 12 maanden moeten bij de jaarlijkse bruto bedragen, waarvan sprake onder 1° en 2° a), worden gevoegd.

De raming van de jaarlijkse bruto bezoldiging moet niet omvatten:

  1. de toelagen van sociale aard, zoals: haard- en standplaatstoelage, kindergeld, vakantiegeld;
  2. de bedragen toegekend als vergoeding voor bepaalde kosten (reiskosten, representatiegelden, enz.);
  3. pensioenen van allerlei aard.

Bijlage V

Bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers die deeltijdse arbeid verrichten bij verscheidene werkgevers

Aanbeveling van 6 maart 1984 van de Nationale Arbeidsraad

De Nationale Arbeidsraad heeft vastgesteld dat er in sommige gevallen interpretatiemoeilijkheden rijzen inzake het ten laste nemen van de bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers die deeltijdse arbeid verrichten bij verscheidene werkgevers. Dat is met name het geval wanneer de reiswegen, om de verscheidene ondernemingen waar de werknemer is tewerkgesteld te bereiken, geheel of gedeeltelijk samenvallen.

Om deze moeilijkheden weg te werken beveelt de Nationale Arbeidsraad aan:

  1. Dat het geheel van de werkgeversbijdrage in de prijs van de vervoerkosten van de bedoelde werknemers, zoals die is bepaald:
    - voor wat het sociale spoorabonnement betreft, krachtens de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden;
    - voor wat de andere vervoermiddelen betreft, krachtens de bepalingen van een sectoriële collectieve arbeidsovereenkomst of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 die op 26 maart 1975 in de Nationale Arbeidsraad werd gesloten betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers; zou worden verdeeld tussen de verscheidene werkgevers, rekening houdend met de arbeidsduur die door de werknemer bij elke werkgever wordt gepresteerd.
  2. De totale last van de bijdrage die elke van deze werkgevers moet dragen, mag echter niet hoger zijn dan de last van de bijdrage die de werkgever krachtens de onder 1. vermelde regelingen zou verschuldigd zijn indien de betrokken deeltijdse werknemer enkel bij hem in dienst zou zijn geweest.
  3. Om de terugbetaling te bekomen van het aandeel in de reiskosten dat elk van de werkgevers verschuldigd is, dient de werknemer aan elke werkgever de hem afgeleverde transportbewijzen voor te leggen.

Bijlage VI

Aanbevelingen

Handelsvertegenwoordigers
Dagelijkse forfaitaire baanvergoeding:

Er wordt aanbevolen een toeslag, per gewerkte dag te betalen ten titel van tussenkomst in de kosten voortvloeiend uit het werk op de baan, bij voorbeeld drank, restauratie, telefoon, wanneer deze ontstaan buiten de privéwoonst en de zetel van de onderneming;

Verplaatsingskosten

Er wordt aanbevolen een vergoeding te betalen voor verplaatsingskosten gedragen tijdens dienstprestaties.

De hierboven vermelde aanbevelingen zijn niet van toepassing voor de ondernemingen die aan hun handelsvertegenwoordigers een of meerdere tussenkomsten voorzien die gelijk aan of hoger zijn dan bovenvermelde aanbevelingen.

Ter informatie: de tussenkomst voor de federale ambtenaren wordt jaarlijks herzien op 1 juli en bedraagt van 1 juli 2015 tot 30 juni 2016 0,3412 EUR.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/06/2016
Registratienr
134424
Geldig van
01/07/2016
Geldig tot
01/07/2019
Neerleggingsdatum
23/06/2016
Registratiedatum
03/08/2016
Onderwerp
financiële bijdrage in de vervoerskosten
BS Bericht van neerlegging
17/08/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
11/08/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
01/09/2017
Keywords
VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN

Historiek
01/10/2007 30/06/2009 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/05/2020 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten (+ mobiliteitsvergoeding): regels
01/12/2019 30/04/2020 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten (+ mobiliteitsvergoeding): regels
01/07/2014 30/11/2019 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/07/2016 31/12/2017 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
01/07/2016 31/12/2017 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
01/01/2011 30/06/2014 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2009 31/12/2010 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/10/2007 30/06/2009 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/07/2009 31/12/2008 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2006 30/09/2007 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2005 31/01/2006 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2004 31/01/2005 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2003 31/01/2004 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2002 31/12/2002 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2001 31/01/2002 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/1999 04/07/2001 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding