1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 24/02/2005
Geldig vanaf: 01/02/2005
Geldig tot: 31/01/2006

 

Op 8 mei 2003 werd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf een collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden gesloten. Daarin komen o.m. de bepalingen betreffende de werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten voor. De collectieve arbeidsovereenkomst werd op 23 mei 2003 neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nummer 66737/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 juli 2003.

 

De overeenkomst trad in werking op 1 januari 2003.

 

Hieronder reproduceren wij de tekst van deze bepalingen, gevolgd door enige commentaar met voorbeelden gebaseerd op de bedragen die vanaf 1 februari 2005 van toepassing zijn .

 

Commentaar :      De tabellen met de geactualiseerde bedragen van de tegemoetkoming van de werkgever in de reiskosten en die van de mobiliteitsvergoeding vindt U terug in onze omzendbrieven Hfdst.12.2.

 

A. Tekst CAO

I. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder “arbeiders” verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeids­overeenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeids­overeenkomsten.

Artikel 2

Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaar­den bepaald in deze CAO ook van toepassing op de arbeiders in dienst van gedeelten van onder­nemingen, zoals bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

Artikel 3

Een aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de aan boord van het baggermaterieel tewerkgestelde arbeiders, alsmede van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van diegenen die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.

Een andere aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden.

Voor de bij deze aanvullende overeenkomsten niet beoogde gevallen, geldt de huidige CAO.

(...)

 

XVI. Tegemoetkoming in de reiskosten, kost en huisvesting

A. Reiskosten

Artikel 31

§1        De verplaatsingen die de arbeiders moeten doen tussen hun woonplaats en de sociale zetel of de plaats van tewerkstelling dienen te gebeuren op eigen kracht uitgezonderd indien de werkgever voor deze verplaatsingen een voertuig ter beschikking stelt.

§2        Wanneer de arbeider zich op eigen kracht veplaatst, moet de werkgever tussenkomen in de kosten die de arbeider maakt. Deze tussenkomst omvat een terugbetaling van de reiskosten berekend op basis van de tarieven van het spoorwegvervoer, aangevuld met een mobiliteitsvergoeding.

Voor de arbeiders die zich met de trein verplaatsen is het wekelijks bedrag van de terugbetaling van de reiskosten opgenomen in barema A. Het dagbedrag van de mobiliteitsvergoeding is gelijk aan 0,0744 EUR vermenigvuldigd met het aantal kilometers vermeld op de treinkaart.

Voor de arbeiders die zich op eigen kracht met een ander vervoermiddel dan de trein verplaatsen is het wekelijks bedrag van de terugbetaling van de reiskosten opgenomen in barema B. Het bedrag van de mobiliteitsvergoeding is als volgt vastgesteld in functie van de afstand in vogelvlucht tussen de woonplaats van de arbeider en zijn plaats van tewerkstelling:

 

Afstand in vogelvlucht tussen woonplaats en plaats van tewerkstelling

Mobiliteitsvergoeding per km forfaitaire wettelijke afstand

0 tot 29 km

0,0401 EUR

30 tot 39 km

0,0415 EUR

40 tot 49 km

0,0429 EUR

50 tot 59 km

0,0458 EUR

60 tot 79 km

0,0486 EUR

80 tot 99 km

0,0501 EUR

100 km en meer

0,0515 EUR

Bij elke wijziging van de tarieven van het spoorwegvervoer wordt het bedrag van de terugbetaling van de reiskosten vermeld in de barema’s A en B  aangepast. Het nieuwe barema maakt telkens het voorwerp uit van een document dat, na akkoord van de ondertekenende partijen van deze overeenkomst, wordt neergelegd op de griffie van de administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

§3        Wanneer de werkgever voor de verplaatsingen een voertuig ter beschikking stelt, hetzij voor het volledige traject hetzij voor een gedeelte ervan, genieten de arbeiders van een terugbetaling van de reiskosten zoals bepaald in § 2 voor de eventuele verplaatsing tussen de woonplaats en de opstapplaats en van de mobiliteits­vergoeding zoals bepaald in § 2, voorlaatste lid.

De arbeider die personeel naar en van de werkplaats vervoert, buiten de werkuren met een voer­tuig ter beschikking gesteld door de werkgever, heeft, gelet op de afstanden die moeten worden afgelegd en de bijzondere onkosten eigen aan de werkgever, recht ten titel van forfaitaire compensa­tie op een gecorrigeerde mobiliteitsvergoeding. Deze is gelijk aan het dubbele van het bedrag bepaald in § 2, voorlaatste lid. Bestaande onkostenvergoedingen die minstens gelijkwaardig zijn blijven van kracht.

Indien de reistijd per rit de 2 uur overschrijdt, zijn er twee chauffeurs.

§4        De patronale tussenkomst wordt, voor wat betreft zijn berekeningswijze, in twee delen gesplitst. Het eerste deel betreft de normale verplaatsing tussen de woonplaats en de sociale zetel of de opstapplaats. Het tweede deel betreft de ex-sedentaire verplaatsing tot aan de werf.

§5        Het bedrag van de terugbetaling van de verplaatsingskosten en de mobiliteitsvergoeding moet betaald worden volgens de barema's A en B.

In het geval van "gemengde" verplaatsingen wordt verwezen naar de barema's A en B.

Ingeval de arbeider voor zijn verplaatsing gebruik maakt van meerdere vervoermiddelen (trein, autobus, persoonlijk vervoermiddel, enz.), wordt de volledige verplaatsing vergoed, van zodra deze 5 km bedraagt.

Als alle nodige gegevens voor de berekening van het overeenstemmend bedrag niet kunnen worden teruggevonden in de schalen, wordt voor de ontbrekende afstanden van minder dan 5 km gebruik gemaakt van een eenvormig valorisatietarief van 0,25 EUR per km “in vogelvlucht” (afgekort: VV).

Het bedrag van de tegemoetkomingen en vergoedingen van barema B is berekend op de "afstand in vogelvlucht" die werd bijgewerkt door een forfaitaire multiplicator.

In geval van betwisting betreffende de meting van de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats en de plaats van het werk, wordt er verwezen naar de administratieve kaart van België op schaal 1/300.000 opgemaakt door het Nationaal Geografisch Instituut.

Voor sommige speciale gevallen kan verwezen worden naar een wegenkaart op schaal 1/200.000.

§6        De werkgever is van de tegemoetkomingen, die voortvloeien uit de bepalingen van §2 en §3, vrijgesteld indien de afstand “in vogelvlucht” tussen de woonplaats van de arbeider en zijn werk, korter is dan 5 km.

§7        Het betalen van de mobiliteitsvergoeding gebeurt terzelfder tijd als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart, die op die wijze wordt aangevuld.

§8        Er wordt aanbevolen om in de ondernemingen een mobiliteitsplan op te stellen in concertatie met de syndicale delegatie en de werknemers.

 

B. Kost en huisvesting

Zie onze Hfdst 04.01.

(…)

 

XVIII. Geldigheidsduur

Artikel 35

Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2003 en vervangt de CAO van 5 juli 2003 betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten CAO's.

Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.  De opzegging wordt betekend  bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

(...)

 

Artikel 37

1°  Gedurende een periode die verstrijkt op 31 december 2004, ontzeggen de ondertekenende partijen zich iedere actie buiten het paritair comité teneinde de overeengekomen bepalingen te wijzigen. Zij gaan de verbintenis aan alles in het werk te stellen om te zorgen voor de veralgemening en de strikte naleving ervan.

Tenslotte gaan de partijen de verbintenis aan geen bijzondere regelingen te treffen buiten het paritair comité die een streek of één der beroepen aanbelangen uit de bouwnijverheid welke afhangen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

2°  Tijdens de duur van de periode waarvan sprake in 1°, zijn de partijen nochtans gemachtigd in het paritair comité een kwestie voor te leggen waarvan het onderzoek wenselijk wordt geoordeeld, zelfs indien het een wijziging betreft aan één der clausules van de van kracht zijnde CAO of een nieuwe bepaling.

Na uitspraak van het paritair comité zullen de partijen zich neerleggen bij de beslissing en de aangegane verbintenis niet trachten te wijzigen door middel van stappen en acties gevoerd buiten het paritair comité.

3°  Ten vroegste zes maanden vóór de datum waarop de onder 1° bedoelde periode verstrijkt moeten de partijen hun voorstellen tot gedeeltelijke of totale herziening indienen door een omstandige mededeling, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

4°  De partijen zijn het eens over het principe dat de voorstellen waarvan sprake in 3° moeten ingediend en onderzocht worden op geordende wijze.

 

B. Commentaar

 

Hieronder vindt U een commentaar in verband met de verplaatsingskosten en mobiliteitsvergoeding gebaseerd op de op 1 februari 2005 geactualiseerde bedragen van tussenkomst in de verplaatsingskosten.

 

In Hfdst.12.2 zal U de geactualiseerde bedragen vinden.

1. Verplaatsingskosten

Arbeiders verplaatsen zich met de trein : barema A

De arbeider heeft recht op de terugbetaling van de prijs van zijn treinkaart voor 100 % van de afgelegde afstand. De tegemoetkoming wordt berekend op basis van de prijs van de wekelijkse treinkaart.

 

·       Toelichtingen

De werklieden betalen aan de NMBS rechtstreeks de prijs die hen wordt gevraagd voor de aanschaf van de kaart.

Die prijs krijgen zij terugbetaald door de werkgever overeenkomstig het bedrag vermeld in het barema A.

Om op deze tegemoetkoming aanspraak te kunnen maken, moeten de werklieden alle bewijsstukken overleggen die de werkgever rechtens mag eisen, in uitvoering van de van kracht zijnde wetgeving of reglementering.

Het betalen van de tegemoetkoming gebeurt met het loon van de berekeningsperiode, die een aanvang neemt vanaf de datum van het overleggen van de bewijsstukken.

 

·       Toepassingsvoorbeeld :

Op de kaart komen volgende aanwijzingen voor :

-      de afstand in km die overeenkomt met de verplaatsing die mag afgelegd worden met de kaart ;

-      de totale prijs die de werkman aan de NMBS moet betalen ;

-      het gedeelte van deze totale prijs dat de werkgever moet terugbetalen volgens de algemene wetgeving.

 

Rekening houdend met wat elders wordt uiteengezet, is het dus nodig dat men barema A raadpleegt, met andere woorden :

-      als de afstand vermeld op de kaart 10 km bedraagt : 12,18 EUR;

-      voor 25 km : 21,10 EUR;

-      voor 50 km : 34 EUR;

-      enz...

 

Arbeiders verplaatsen zich met een ander vervoermiddel dan de trein : barema B

 

De arbeider heeft recht op een tegemoetkoming in zijn reiskosten, waarvan het bedrag wordt bepaald, hetzij door te verwijzen naar de afstand “in vogelvlucht”, hetzij door te verwijzen naar de werkelijk afgelegde afstand (of “forfaitaire wettelijke afstand”).

 

2. Mobiliteitsvergoeding

 

Voor de arbeiders die zich met de trein verplaatsen is het bedrag van de mobiliteitsvergoeding – berekend per dag – gelijk aan 0,0744 EUR vermenigvuldigd met het aantal kilometers vermeld op de treinkaart.

 

Wanneer de werkman dus houder is van een treinkaart waarvoor de terugbetaling gebeurt zoals hierboven vermeld, zal hij bovendien per verplaatsingsdag een mobiliteitsvergoeding moeten ontvangen die gelijk is aan het aantal km vermeld op het abonnement, vermenigvuldigd met 0,0744 EUR.

 

De betaling van de vergoeding gebeurt op hetzelfde ogenblik als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart.

·       Toepassingsvoorbeeld :

De afstand vermeld op de treinkaart bedraagt 25 km. :

-      het bedrag van de kaartprijs dat wordt terugbetaald (barema A) is 21,10 EUR;

-      als de werkman een volledige werk week (zijnde 5 dagen) heeft gepresteerd, moet hij bovendien als mobiliteitsvergoeding (25 x 0,0744) x 5 = 9,3 EUR krijgen. Indien hij zich evenwel wekelijks (1 dag) verplaatst ontvangt hij (25 x 0,0744) = 1,86 EUR.

 

Nota :

De werklieden tewerkgesteld in een onderneming kunnen in feite gerangschikt worden in vier categorieën volgens hun verplaatsingswijze, namelijk :

a)     hun vervoer wordt verzorgd door en op kosten van de werkgever, en voor hen moet dus niet anders voorzien worden dan de "mobiliteitsvergoeding" (zie barema B) ;

b)    hun vervoer gebeurt per spoor, en voor die werklieden moet men dan voornoemd stelsel toepassen (zie barema A) ;

c)     hun vervoer van hun woning naar de werkplaats gebeurt ofwel met een persoonlijk vervoermiddel (fiets, motorfiets, bromfiets, wagen), ofwel door gebruik te maken van andere gemeenschappelijke vervoermiddelen dan de trein (tram, autobus, enz.) (zie barema B) ;

d)    voor hun vervoer gebruiken zij de trein en verplaatsen zich daarnaast nog met een ander middel dan de trein en bijgevolg kunnen zij aanspraak maken op het voordeel van de twee barema's A en B gecombineerd, mits een neutralisering van 5 km.

 

Voor de arbeiders die zich op eigen kracht met een ander vervoermiddel dan de trein verplaatsen is het bedrag van de mobiliteitsvergoeding – berekend per dag – gelijk aan een progressief bedrag tijdens de afstand in vogelvlucht (V.V. = vogelvlucht) tussen de woonplaats van de arbeider en zijn plaats van de tewerkstelling (zie Hfdst 12.2).

 

·       Toepassingsvoorbeeld :

Een verplaatsing bestaande uit 25 km "V.V." (V.V. = vogelvlucht) met de wagen 

-      de verplaatsing met de wagen die wordt terugbetaald (barema B) is 26,50 EUR;

-      als de werkman een volledige werk week (zijnde 5 dagen) heeft gepresteerd, krijgt hij bovendien als mobiliteitsvergoeding  2,6466 x 5 = 13,23 EUR.

 

Voor de arbeiders die zich met de trein en met een ander vervoermiddel dan de trein verplaatsen (trein + autobus, persoonlijk vervoermiddel, enz… = “gemengde” verplaatsingen), wordt de volledige verplaatsing vergoed, van zodra die 5 km bedraagt. Men gebruikt barema A voor de treinreis en barema B voor het deel van de reis dat niet per trein werd gedaan.

 

Als alle nodige gegevens voor de berekening van het overeenstemmend bedrag niet kunnen worden teruggevonden in de schalen, wordt voor de ontbrekende afstanden van minder dan 5 km gebruik gemaakt van een eenvormig valorisatietarief van 0,25 EUR per km "in vogelvlucht" (afgekort : V.V.).

 

·       Praktische voorbeelden :

1.   Een verplaatsing bestaande uit 15 km per trein en 4 km "V.V." per bus :

·       voor de verplaatsing per trein volgens schaal A : 15 km = 15,20 EUR;

·       voor de verplaatsing per bus (geen gegevens in schaal B voor de afstanden van minder dan 5 km) : 4 km x 0,25 EUR = 1 EUR

      Bedrag van de tegemoetkoming : 15,20 EUR+ 1 EUR = 16,20 EUR

 

2.   Voor een verplaatsing bestaande uit 10 km "V.V." per bus en 4 km "V.V." per trein :

·       voor de verplaatsing per bus (volgens schaal B) : 10 km = 14,60 EUR;

·       voor de verplaatsing per trein (geen gegevens in schaal A voor de afstanden van minder dan 5 km) : 4 km x 0,25 EUR = 1 EUR

      Bedrag van de tegemoetkoming : 14,60 EUR+ 1 EUR = 15,60 EUR

 

Wanneer de verplaatsingen volledig door de werkgever worden georganiseerd, dan moet de werkgever alleen de mobiliteitsvergoeding betalen (barema B). Wanneer de arbeider zich met een eigen vervoermiddel naar een door de werkgever ingestelde opstaphalte begeeft, dan betaalt hij zijn aandeel in de verplaatsingkosten voor de afstand die de werknemer aflegt tot aan de opstaphalte en hij betaalt de mobiliteitsvergoeding voor de totale samengevoegde afstand van de verplaatsing.

 

Nota :

 

De bedragen van de terugbetaling die volgens de prijs van de treinkaart in de barema’s A en B worden berekend zijn van toepassing sinds 1 februari 2005.

 

Het bedrag van de tegemoetkomingen en vergoedingen van barema B is berekend op de "afstand in vogelvlucht" die werd bijgewerkt door een forfaitaire multiplicator.

 

In geval van betwisting betreffende de meting van de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats en de plaats van het werk, wordt er verwezen naar de administratieve kaart van België op schaal 1/300.000 opgemaakt door het Nationaal Geografisch instituut.

 

Voor sommige speciale gevallen kan verwezen worden naar een wegenkaart op schaal 1/200.000.

 

De werkgever is van de tegemoetkomingen die voortvloeien uit de bepalingen van § 2 en 3 van artikel 31 van de CAO vrijgesteld, indien de afstand "in vogelvlucht" tussen de woonplaats van de arbeider en zijn werk, korter is dan 5 km.

 

Het betalen van de mobiliteitsvergoeding gebeurt tezelfdertijd als de terugbetaling van de prijs van de treinkaart, die op die wijze wordt aangevuld.

 

Er wordt aanbevolen om in de ondernemingen een mobiliteitsplan op te stellen in concertatie met de syndicale delegatie en de werknemers.

 

RECAPITULATIF VOORBEELD

 

Een arbeider verplaatst zich alle dagen van de week en legt dagelijks de volgende verplaatsing af :

-        hij gebruikt zijn wagen tussen zijn woonplaats en het treinstation, nl. Een afstand van 4 km in vogelvlucht;

-        vervolgens legt hij 15 km met de trein af;

-        en tenslotte nog 10 km in vogelvlucht met de camionette van de werkgever.

 

1.                           Verplaatsingkosten (berekend per week)

·       4 km met wagen :

4 km x 0,25 EUR = 1 EUR per week

·       15 km met trein :

Barema A = 15,20 EUR per week

·       10 km met camionette :

Geen verplaatsingskosten te betalen, want het vervoer wordt geregeld door de werkgever.

2.     Mobiliteitsvergoeding (berekend per dag)

·       15 km met de trein :

      15 km x 0,0744 EUR = 1,1160 EUR per dag

·       4 km met de wagen + 10 km met de camionette

      14 km in vogelvlucht, dus 0,0401 EUR per km forfaitaire wettelijke afstand, nl. 18 km (zie barema B)

      18 km x 0,0401 EUR = 0,7218 EUR x 2 = 1,4436 EUR per dag

3.     Totaal

·       Verplaatsingskosten : 1 + 15,20 = 16,20 EUR per week

·       Mobiliteitsvergoeding : 1,1160 + 1,4436 = 2,5596 per dag x 5 = 12,7980 EUR per week

·       TOTALE VERGOEDING : 16,20 + 12,7980 = 28,998 per week

 

3. Werknemer die een door de werkgever ter beschikking gesteld voertuig bestuurt

 

Krachtens artikel 31, §3, 2e alinea is een forfaitaire compensatie verschuldigd aan de bestuurder van het door de werkgever ter beschikking gestelde voertuig, bestemd voor het vervoer van het personeel buiten de werkuren. De werknemer heeft, gelet op de afstanden die moeten worden afgelegd en de bijzondere onkosten eigen aan de werkgever, recht ten titel van forfaitaire compensatie op een gecorrigeerde mobiliteitsvergoeding die gelijk is aan het dubbele van het bedrag van de mobiliteitvergoeding berekend door de arbeiders die zich op eigen kracht met een ander vervoermiddel dan de trein verplaatsen (barema B). Bestaande onkostenvergoedingen die minstens gelijkwaardig zijn blijven van kracht.

 

Indien de reistijd per rit de 2 uur overschrijdt, zijn er twee chauffeurs.

 

Nota :

 

-      Volgens inlichtingen die wij ingewonnen hebben bij de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf dient het begrip "bestuurder van het door de werkgever ter beschikking gestelde voertuig" letterlijk geïnterpreteerd te worden. Het kan dus gaan om gelijk welk voertuig van de werkgever en er moet minstens één arbeider door de chauffeur vervoerd worden.

N.B.:   Voordien was het begrip beperkt tot de chauffeur in het bezit van rijbewijs D die de bus   specifiek voor die categorie (met ten minste 9 personen) bestuurde.

 

 


Historiek
01/10/2007 30/06/2009 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/05/2020 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten (+ mobiliteitsvergoeding): regels
01/12/2019 30/04/2020 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten (+ mobiliteitsvergoeding): regels
01/07/2014 30/11/2019 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/07/2016 31/12/2017 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
01/07/2016 31/12/2017 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
01/01/2011 30/06/2014 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2009 31/12/2010 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/10/2007 30/06/2009 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/07/2009 31/12/2008 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2006 30/09/2007 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2005 31/01/2006 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2004 31/01/2005 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2003 31/01/2004 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/02/2002 31/12/2002 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/2001 31/01/2002 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding
01/01/1999 04/07/2001 1201 Werkgeverstegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding