0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
Paritair (sub-)Comité nr.:
118.09.00-00.00
Bijwerking: 20/07/2005
Geldig vanaf: 01/06/2005
Geldig tot: 31/12/2006
In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 27 april 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 14 juni 2005 onder het nr. 75093/CO/11809. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 24 juni 2005.
In hetzelfde paritair comité werd op 27 april 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loonprogrammatie 2005-2006. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 14 juni 2005 onder het nr. 75049/CO/118. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 24 juni 2005.
Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden uit beide CAO’s.
A. CAO 27/04/2005 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden
HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied
Artikel 1
§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van groentenconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepbevroren groenten, het schoonmaken of bereiden van verse groenten.
Tot de sector van de groenteconserven behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries.
§2. Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.
HOOFDSTUK II – Uurlonen
Artikel 2
Op 1 juni 2005 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen 6 maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd:
|
38 uur/week |
Categorie I |
9,21 EUR |
Categorie II |
9,55 EUR |
Categorie III |
9,88 EUR |
Categorie IV |
10,17 EUR |
Categorie V |
10,51 EUR |
Categorie VI |
10,82 EUR |
Categorie VII |
11,12 EUR |
Categorie VIII |
11,49 EUR |
Categorie IX |
11,81 EUR |
Artikel 3
§1. Op 1 juni 2005 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen 6 maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd:
|
38 uur/week |
Categorie I |
9,22 EUR |
Categorie II |
9,56 EUR |
Categorie III |
9,89 EUR |
Categorie IV |
10,18 EUR |
Categorie V |
10,52 EUR |
Categorie VI |
10,83 EUR |
Categorie VII |
11,13 EUR |
Categorie VIII |
11,50 EUR |
Categorie IX |
11,82 EUR |
§2. De minimumuurlonen vermeld in dit artikel worden op 1 juli 2006 verhoogd met een percentage bepaald overeenkomstig artikel 9 §2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende de sociale programmatie 2005-2006 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.
Het resultaat van deze loonsverhoging wordt afgerond op twee decimalen.
Commentaar:
-Volgens artikel 9 § 2 van de CAO van 27 april 2005 betreffende de sociale programmatie 2005/2006 komen de partijen overeen “dat per 1 juli 2006 de sectorale loonschalen voor de arbeiders aangevuld zullen worden met een anciënniteittoeslag na zes maanden die gelijk is aan de in §1 vermelde conventionele verhoging van de reële lonen (...).”
-voor de evolutie van de minimumlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 0402.
Artikel 4
De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.
Onder tewerkstellingsperiodes dient men te verstaan de periodes gedekt door:
· alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschort; en/of
· door een interimovereenkomst.
Artikel 5
In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen:
Leeftijd |
Percentage |
18 jaar en ouder |
90 |
17 jaar |
80 |
16 jaar |
70 |
15 jaar |
60 |
(...)
HOOFDSTUK III – Seizoenpremie
Artikel 6
De volgende seizoenpremies worden betaald :
- voor categorie I :
na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0124 EUR per uur
na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0248 EUR per uur
-voor categorie II :
na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,0124 EUR per uur
na 3 opeenvolgende seizoenen: 0,0248 EUR per uur
na 4 opeenvolgende seizoenen: 0,0370 EUR per uur
Deze seizoenpremies worden op 1 januari 2006 gebracht op:
- voor categorie I :
na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0130 EUR per uur
na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0259 EUR per uur
-voor categorie II :
na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,0130 EUR per uur
na 3 opeenvolgende seizoenen: 0,0259 EUR per uur
na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0387 EUR per uur
Deze premies worden beperkt tot het seizoen van vier maanden, in principe vastgesteld van 1 juli tot 31 oktober.
Deze periode van vier maanden kan lichtelijk verplaatst worden voor redenen van klimaat. In dit geval zal de werkgeversfederatie op voorhand de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties verwittigen.
De seizoenpremie mag onderworpen worden aan getrouwheidsvoorwaarden. Deze dienen op de onderneming in gemeenschappelijk akkoord vastgesteld te worden.
Artikel 7
Deze premies zijn niet van toepassing op de ondernemingen waar reeds een gelijkaardig of gelijkwaardig voordeel wordt toegekend onder een andere vorm, of wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumuurlonen overschrijden meteen bedrag dat gelijk is aan of hoger is dan deze premies.
Wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumlonen overschrijden zonder dat het verschil het bedrag van de premies bereikt, moeten de nodige aanvullingen toegepast worden.
(…)
HOOFDSTUK V – Premie voor nachtarbeid
Artikel 9
§ 1. Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10% met een minimum van 1,48 EUR per uur wordt toegekend aan de arbeiders die s’nachts tewerkgesteld worden.
§ 2. Deze premie wordt op 1 januari 2006 gebracht op 10% met een minimum van 1,55 EUR per uur.
Artikel 10
De nacht omvat een periode van 8 uren, die beschouwd worden als zijnde vastgesteld van 22 tot 6 uur.
Deze periode kan nochtans van 21 tot 5 uur, of van 23 tot 7 uur, vastgesteld worden, mits dit vermeld wordt in het arbeidsreglement.
Artikel 11
Deze premie wordt slechts geheel of gedeeltelijk betaald als in de ondememing nog geen voordelen van gelijke waarde, gebaseerd op dezelfde criteria, bestaan.
Artikel 12
De nachtpremie is niet van toepassing voor de uren waarvoor een loontoeslag van 50 % of 100 % voor overwerk van toepassing is.
HOOFDSTUK VI – Premie voor ploegenarbeid
Artikel 13
Een premie gelijk aan een minimum uurtoeslag van:
- 0,37 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg;
- 0,42 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,79 EUR voor het geheel van deze 2 ploegen.
Deze minimum uurtoeslagen worden op 1 januari 2006 gebracht op:
- 0,39 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg;
- 0,44 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,83 EUR voor het geheel van deze 2 ploegen.
Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld:
- voor de morgenploeg: van 6 tot 14 uur;
- voor de namiddagploeg: van 14 tot 22 uur.
Artikel 14
De in het artikel 13 voorziene premies mogen verminderd worden ten belope van bestaande premies toegekend volgens gelijkwaardige criteria.
Artikel 15
De niet betaalde rust voor ploegenwerk is tot ½ uur veralgemeend voor alle categorieën, behoudens andere regelingen voorzien in het arbeidsreglement of bedrijfs-CAO.
HOOFDSTUK VII – Geldigheid
Artikel 16
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 september 2004 (Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2004).
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Gunstiger regelingen die voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
Commentaar bij artikel 4:
De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.
B. CAO 27/04/2005 betreffende de loonprogrammatie 2005-2006
Toepassingsgebied
Artikel 1
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van de bakkerijen, de banketbakkerijen die “verse” producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij.
§ 2. Met “arbeiders” worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.
Artikel 2
De reële lonen kunnen in de periode 2005-2006 nominaal stijgen met 4,40 %, indexeringen inbegrepen, volgens de volgende modaliteiten.
Artikel 3
Bij ontstentenis van een CAO op ondernemingsvlak zullen de reële lonen per 1 juni 2005 verhogen met 0,40%.
Artikel 4
Per 1 juli 2006 verhogen de reële lonen met het saldo van de nominale loonsverhoging van 4,40% vermeld in artikel 2.
Het paritair comité zal in de loop van januari 2006 dit saldo berekenen door de afgesproken nominale verhoging, zijnde 1.0440, te delen door de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen van de jaren 2005 en 2006.
Paritair commentaar:
Per 1 juli 2006 gaat er een tweede loonsverhoging in van 0,47 %, te verhogen of te verminderen met het verschil tussen de reële en de verwachte indexering (1,69 %) per 1 januari 2006. Illustratie:
De evolutie van het loon in 2005-2006 in chronologische volgorde:
- 01/01/2005: 1,78 % jaarindexering
- 01/06/2005: 0,40 % conventionele verhoging;
- 01/01/2006: jaarindexering = 1,69 % (veronderstelling)
- 01/07/2006: saldo: 1.0440 / (1.0178 * 1.0040 * 1.0169) = 1.0440 / 1.0391 = 1.0047 of 0,47% conventionele verhoging.
Artikel 5
Een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak kan de verhogingen van de reële lonen bepaald in deze overeenkomst vervangen door andere voordelen, voor zover de sectorale loonschalen en premies nageleefd worden.
Artikel 6
In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle vakbonden vertegenwoordigd in de
onderneming, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen. In elk geval dienen de sectorale loonschalen en premies nageleefd te worden.
Geldigheidsduur
Artikel 7
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
27/04/2005 |
Registratienr
75093 |
Geldig van
01/06/2005 |
Geldig tot
30/06/2007 |
Neerleggingsdatum
12/05/2005 |
Registratiedatum
14/06/2005 |
||
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden |
|||
BS Bericht van neerlegging
24/06/2005 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
05/08/2006 |
Gepubliceerd in het B.St. van
04/09/2006 |
||
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID |
Historiek | ||
---|---|---|
01/10/2023 | 31/12/2024 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2022 | 30/09/2023 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/07/2019 | 31/12/2021 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/07/2017 | 30/06/2019 | 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid |
01/01/2016 | 30/06/2017 | 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid |
01/01/2014 | 31/12/2015 | 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid |
01/04/2011 | 31/12/2013 | 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid |
01/01/2009 | 31/03/2011 | 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid |
01/04/2011 | 31/03/2011 | 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid |
01/01/2007 | 31/12/2008 | 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid |
01/06/2005 | 31/12/2006 | 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid |
01/10/2003 | 31/05/2005 | 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00) |
01/11/2002 | 30/09/2003 | 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00) |
01/05/2001 | 31/10/2002 | 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00) |
01/06/1999 | 30/04/2001 | 0401 0109 Loonvoorwaarden (118.09.00) |
01/06/1999 | 30/04/2001 | 0401 0209 Premies voor ploegen- en nachtarbeid (118.09.00) |