0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.09.00-00.00

Bijwerking: 20/10/2011
Geldig vanaf: 01/04/2011
Geldig tot: 31/03/2011

De loonvoorwaarden van toepassing in de groentenijverheid ressorterend onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid vloeien voort uit een combinatie van de volgende teksten:

  • een collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2011 houdende de functieclassificatie en de bepaling van het loon in de groentenijverheid (neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 maart 2011 onder het nr. 103310/CO/118);
  • een collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2011 betreffende de loonprogrammatie 2011-2012 voor de voedingsnijverheid (neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 9 augustus 2011 onder het nr. 105207/CO/118);
  • een collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999 betreffende de minimumlonen van de arbeiders en arbeidsters van minder dan 21 jaar.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 7 januari 2001 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 januari 2001.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden uit deze CAO’s.

A. CAO 10/01/2011

1. Toepassingsgebied

1.1. Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de groentenijverheid en hun arbeiders.

1.2. Deze CAO is niet van toepassing indien er op ondernemingsniveau een CAO getekend wordt die een analytische functieclassificatie inhoudt. Indien er twee of meer vakbonden vertegenwoordigd zijn in de onderneming, dient de CAO ondertekend te worden door minstens twee van deze vakbonden.

2. Tijdsbepalingen

2.1. Deze CAO treedt in werking op 1 april 2011, of op een vroegere datum indien dit neergeschreven wordt in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsniveau.

2.2. Deze CAO is gesloten voor onbepaalde duur. Elke partij kan die laten beëindigen mits betekening van een opzeggingsperiode van 12 maanden bij een ter post aangetekende brief, opgestuurd naar de voorzitter van het paritair comité.

2.3. Deze CAO vervangt

2.3.1. de collectieve arbeidsovereenkomst van 19.12.1967 van het Nationaal Paritair Comité voor de voedingsnijverheid tot vaststelling van de beroepsindeling van de werklieden en werksters tewerkgesteld in de groentenijverheid. (KB 29.03.1968; BS 24.04.68)

2.3.2. de collectieve arbeidsovereenkomst van 29.06.2009, gesloten in het PC voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid (KB 17.03.2010; BS 03.06.10)

3. Begrippen :

3.1. Arbeider : zowel mannen als vrouwen met een arbeidsovereenkomst voor handenarbeid.

3.2. Beroepscommissie : een paritair samengestelde commissie van functiewaarderingsdeskundigen, eventueel bijgestaan door een externe deskundige van de Orbamethode. Deze laatste kan niet eerder betrokken geweest zijn in een vroegere fase van de beschrijving van de functies.

3.3. Functie: geheel van taken toevertrouwd aan de arbeider.

3.4. Functieklasse: categorie van functies (zie hoger) op basis van waardering volgens de ORBA-methode (zie verder).

De functies in rangorde volgens de ORBA-punten worden in  klassen ingedeeld, met name:

Klasse ORBA-punten
Van Tot
1 30 39,5
2 40 49,5
3 50 59,5
4 60 69,5
5 70 89,5
6 90 109,5
7 110 129,5
8 130 149,5

3.5. Groentenijverheid : ondernemingen met als hoofdactiviteit de groenteconserven, gedroogde groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge groenten, bevroren en diepgevroren groenten, schoonmaken of bereiden van verse groenten.

3.6. Kerntaken : taken die de intrinsieke waarde van de functie bepalen.

3.7. Orba-methode: analytische methode om functies (zie hoger) te analyseren en te waarderen.

3.8. Referentiefunctie: een functie (zie hoger) die algemeen voorkomt in de sector van de groenteindustrie en die onderzocht, beschreven, gewaardeerd wordt aan de hand van de ORBA-methode en in klassen wordt ingedeeld. Een referentiefunctie is een ijkpunt om functies toe te wijzen aan een functieklasse. Er zijn 39 referentiefuncties en deze zijn beschreven en ingedeeld in functieklassen als bijlage.

3.9. Taak: een opdracht of werk die de werkgever de arbeider opdraagt.

(...)

9. Bepaling van het loon

9.1. Het minimum uurloon voor elke arbeider is vastgelegd in de barema's bepaald in artikel 9.5. die bepaald zijn in functie van de 38-urenweek.

9.2. De loonklassen van de barema's stemmen overeen met de functieklassen bepaald in artikel 3.4.

9.3. De arbeider heeft recht op het loon dat overeenstemt met het loon van zijn loonklasse.

9.4. De arbeider die bij de eerste toepassingsdatum van deze collectieve arbeidsovereenkomst een reëel loon had dat hoger is dan het sectoraal loon volgens de loonklasse, blijft recht hebben op dat hoger reëel loon.

9.5. Bij promotie of anciënniteitsverhoging behoudt de betrokken arbeider het hoger reëel loon krachtens artikel 9.4 totdat het sectoraal loon dat overeenstemt met de promotie dat hoger reëel loon heeft bereikt.

Paritair commentaar : voorbeeld

Loon vóór promotie : 11,00 EUR

Sectoraal minimumloon : 10,50 EUR

Geval 1 : sectoraal minimumloon na promotie of anciënniteitsverhoging: 10,75 EUR; reëel loon blijft 11,00 EUR

Geval 2 : sectoraal minimumloon na promotie of anciënniteitsverhoging: 11,50 EUR; reëel loon wordt 11,50 EUR.

9.6. Minimum sectoraal loongebouw 118.09

De onderstaande loontabel is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Loonklasse Anciënniteit in de loonklasse (in maanden)
< 6 m 6 m - 24 m > 24 m
1 10,55 10,70 10,70
2 10,96 11,12 11,12
3 11,37 11,54 11,54
4 11,79 11,96 11,96
5 12,20 12,38 12,57
6 12,62 12,80 13,00
7 13,04 13,23 13,43
8 13,47 13,67 13,88

9.7. Loonevolutie volgens anciënniteit in dezelfde loonklasse

De anciënniteit die in aanmerking genomen wordt in het loongebouw wordt berekend aan de hand van alle bewezen periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse, ongeacht de werkgever of de sector. 

De periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse omvatten alle periodes van prestaties en gelijkgestelde periodes, zoals opgesomd in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1995 betreffende de eindejaarspremie, ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst en inclusief de periodes van tewerkstelling als uitzendkracht in het bedrijf.

Komen echter alleen in aanmerking de periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse die voorvallen in de loop van de volgende referteperiodes :

  Anciënniteit in de loonklasse (maanden)
< 6 > 6 > 24
Referteperiode - 3 jaar 5 jaar

De voortschrijding is van toepassing vanaf de eerste dag van de betaalperiode waarin de vereiste anciënniteit verworven is.

Bij overgang naar een hogere loonklasse kan er geen loonverlies zijn door verlies aan ervaring in de loonklasse.

9.8. Instaploon voor jongere werknemers met een studentencontract

Leeftijd Percentage
18 jaar en ouder 90
17 jaar 80
16 jaar 70
15 jaar 60

9.9. De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 29.6.2009 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

9.10. In geval van promotie zal het loon van de hogere functieklasse onmiddellijk van toepassing zijn.

9.11. Waarnemingspremie :

9.11.1. De arbeider die in opdracht van de werkgever een functie tijdelijk en volledig waarneemt die hoger is ingedeeld dan zijn eigen functie blijft in zijn eigen loonklasse.

9.11.2. Indien de waarneming in een functie uit een hogere loonklasse betrekking heeft tot een functie lager dan de loonklasse 5, dan ontvangt de arbeider een waarnemingspremie wanneer de waarneming een volledige werkdag geduurd heeft. In dat geval is de waarnemingspremie verschuldigd voor de hele termijn van de waarneming . Deze premie is gelijk aan het verschil tussen het uurloon van hun eigen loonklasse en het uurloon van de hogere loonklasse voor een anciënniteit die de arbeider verwerft in die hogere klasse volgens artikel 9.7.

9.11.3. Indien de waarneming in een functie uit een hogere loonklasse betrekking heeft tot een functie uit loonklasse 5 of hoger, is er geen premie verschuldigd  gedurende de eerste 10 werkdagen.  Eens deze periode achter de rug ontvangen deze arbeiders een waarnemingspremie ongeacht de duur van de waarneming. Deze premie is gelijk aan het verschil tussen het uurloon van hun eigen loonklasse en het uurloon van de hogere loonklasse voor een anciënniteit die de arbeider verwerft in die hogere klasse volgens artikel 9.7.

9.11.4. De waarnemingspremie wordt niet toegekend aan de arbeider voor wie bij de indeling van zijn functie met het eventueel tijdelijk waarnemen van een functie al rekening is gehouden.

9.12. Premie voor nachtarbeid

9.12.1. Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10% met een minimum van 1,71 EUR wordt toegekend aan de arbeiders die 's nachts tewerkgesteld worden.

9.12.2. De nacht omvat een periode van 8 uren, die in principe aanvangt om 22 en eindigt om 6 uur, tenzij anders bepaald in het arbeidsreglement.

9.12.3. Deze premie wordt slechts geheel of gedeeltelijk betaald als in de onderneming nog geen voordelen van gelijke waarde, gebaseerd op dezelfde criteria, bestaan.

9.12.4. De nachtpremie is niet van toepassing voor de uren waarvoor een loontoeslag van 50 % of 100 % voor overwerk van toepassing is.

Commentaar: om te weten welke codes er moeten gebruikt worden op de prestatieopgaven worden de aangeslotenen van Groeps S - Sociaal Secretariaat vzw verzocht hun dossierbeheerder te contacteren.

9.13. Premie voor ploegenarbeid

9.13.1. Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen, als volgt vastgesteld:

• voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur;

• voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur.

9.13.2. Een premie gelijk aan een minimum uurtoeslag van :

• 0,43 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg;

• 0,49 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.

9.13.3. Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,46 EUR voor elke ploeg.

9.13.4. De ploegenpremies mogen verminderd worden ten belope van bestaande premies toegekend volgens gelijkwaardige criteria.

9.13.5. De niet betaalde rust voor ploegenwerk is tot 1/2 uur veralgemeend voor alle categorieën, behoudens andere regelingen voorzien in het arbeidsreglement of bedrijfs-CAO.

Commentaar: om te weten welke codes er moeten gebruikt worden op de prestatieopgaven worden de aangeslotenen van Groeps S - Sociaal Secretariaat vzw verzocht hun dossierbeheerder te contacteren.

9.14. Seizoenpremie

9.14.1. De volgende seizoenpremies worden betaald:

9.14.1.1. voor loonklasse 1:

• na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,01 EUR per uur

• na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,03 EUR per uur

9.14.1.2. voor loonklasse 2:

• na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,01 EUR per uur

• na 3 opeenvolgencle seizoenen : 0,03 EUR per uur

• na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,04 EUR per uur.

9.14.2. Deze premies worden beperkt tot het seizoen van vier maanden, in principe vastgesteld van 1 juli tot 31 oktober.

9.14.3. Deze periode van vier maanden kan lichtelijk verplaatst worden voor redenen van klimaat. ln dit geval zal de werkgeversfederatie op voorhand de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties verwittigen.

9.14.4. De seizoenpremie mag onderworpen worden aan getrouwheidsvoorwaarden. Deze dienen op de onderneming in gemeenschappelijk akkoord vastgesteld te worden.

Commentaar: om te weten welke codes er moeten gebruikt worden op de prestatieopgaven worden de aangeslotenen van Groeps S - Sociaal Secretariaat vzw verzocht hun dossierbeheerder te contacteren.

10. Obligatoire bepalingen

10.1. Op ondernemingsvlak zal overeengekomen worden hoe de betrokken arbeiders ingelicht zullen worden over de diverse componenten van het totale  loonpakket. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de voorlichting van de arbeiders die recht hebben op een hoger loon dan het loon volgens de loonklasse ingevolge de toepassing van artikel 9.4.

10.2. De ondertekenende partijen verbinden er zich toe om tijdens de volgende sectorale onderhandelingen over loonvoorwaarden en koopkrachtverbetering rekening te houden met de bewezen kostenverhoging als gevolg van de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Deze verbintenis slaat enkel en alleen op de reële lonen voor zover die hoger liggen dan de sectorale lonen en niet op de sectorale lonen.

10.3. In de ondernemingen waar de reële lonen hoger liggen dan de lonen bepaald in deze CAO en waar de loonspanningen verstoord zijn door toepassing van artikel 9.4, zullen de sociale partners op ondernemingsniveau de marge voor de komende ondernemingsonderhandelingen bij voorkeur aanwenden voor het herstel van normale loonspanningen.

11. Sociale vrede

De syndicale organisaties verbinden zich er toe om tot einde 2012 geen andere eisen te stellen met betrekking tot de loonvoorwaarden dan de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst en de toekomstige sectorakkoorden, noch op niveau van de deelsector noch op niveau van de ondernemingen.

B. CAO van 7 juni 2011 betreffende de loonprogrammatie 2011-2012

Toepassingsgebied

Artikel 1

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsnijverheid met uitzondering van de bakkerijen en de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij.

§ 2. Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

§ 3. Zij is niet van toepassing op de leerlingen onder gehomologeerd leercontract door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

Artikel 2

Bij gebrek aan cao afgesloten op ondernemingsvlak uiterlijk op 31 oktober 2011 verhogen per 1 april 2012 de reêle uurlonen met 0,30%.

Artikel 3

De sectorale uurlonen verhogen per 1 april 2012 met 0,30%.

Commentaar: voor de evolutie van de minimumuurlonen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Artikel 4

Een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten uiterlijk op 31 oktober 2011 kan de voordelen uit deze collectieve arbeidsovereenkomst omzetten, voor zover de sectorale loonschalen en premies worden nageleefd.

Artikel 5

In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door aile vakbonden vertegenwoordigd in de onderneming, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen. In elk geval dienen de sectorale loonschalen en premies nageleefd te worden.

Artikel 6

In de bedrijven die onder het toepassingsgebied vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2011 houdende de functieclassificatie en de
bepaling van het loon in de groentenijverheid zal rekening gehouderf worden met de kostenverhoging als gevolg van de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Zoals bepaald in artikel 10.2 van vermelde cao slaat deze verbintenis enkel en alleen op de reêle lonen voor zover die hoger liggen dan de sectorale lonen en niet op de sectorale lonen. In ondernemingen waar de reêle lonen hoger liggen dan de lonen bepaald in bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sociale partners op ondernemingsniveau de onderhandelingsmarge aanwenden voor.

Geldigheidsduur

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012.

C. CAO van 23 juni 1999

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitsluiting van de sector bakkerijen, banketbakkerijen en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

§ 2. Met “arbeiders” worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II – Bepalingen

Artikel 2

De minimumuurlonen bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, gesloten in de verschillende sectoren van de voedingsnijverheid, zijn ook van toepassing op de arbeiders jonger dan 21 jaar.

Artikel 3

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 tot vaststelling van de minimumlonen van werklieden en werksters van minder dan 21 jaar, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 juni 1998 (Belgisch Staatsblad van 26 september 1998).

HOOFDSTUK III – Geldigheidsduur

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd.  Zij treedt in werking op 1 juni 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst, per een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
10/01/2011
Registratienr
103310
Geldig van
01/04/2011
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
03/02/2011
Registratiedatum
03/03/2011
Onderwerp
functieclassificatie
BS Bericht van neerlegging
17/03/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
05/10/2011
Gepubliceerd in het B.St. van
29/11/2011
Keywords
LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, FUNCTIECLASSIFICATIE

Historiek
01/10/2023 31/12/2024 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2022 30/09/2023 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2019 31/12/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2017 30/06/2019 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/01/2016 30/06/2017 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/01/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/04/2011 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/01/2009 31/03/2011 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/04/2011 31/03/2011 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/01/2007 31/12/2008 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/06/2005 31/12/2006 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/10/2003 31/05/2005 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00)
01/11/2002 30/09/2003 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00)
01/05/2001 31/10/2002 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00)
01/06/1999 30/04/2001 0401 0109 Loonvoorwaarden (118.09.00)
01/06/1999 30/04/2001 0401 0209 Premies voor ploegen- en nachtarbeid (118.09.00)