0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.09.00-00.00

Bijwerking: 15/12/2015
Geldig vanaf: 01/01/2014
Geldig tot: 31/12/2015

CAO 18 december 2013
Geldigheid : 1.1.2014 tot 31.12.2015 en stilzwijgend verlengd

Nachtarbeid

+ 10 % met een minimum van 1,86 EUR/uur

Ploegenpremies

  01/01/2014
Morgenploeg 0,47 EUR
Middagploeg 0,53 EUR

of 0,50 EUR voor elke ploeg 

Seizoenpremie

  Loonklasse 1 Loonklasse 2
na 2 opeenvolgende seizoenen / 0,01 EUR
na 3 opeenvolgende seizoenen 0,01 EUR 0,03 EUR
na 4 opeenvolgende seizoenen 0,03 EUR 0,04 EUR

Waarnemingspremie

Zie sectorale documentatie

De loonvoorwaarden van toepassing in de groentenijverheid ressorterend onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid vloeien voort uit een combinatie van de volgende teksten:

  • een collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2013 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve Arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 5 maart 2014 onder het nummer 119847/CO/118.09. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 20 maart 2014;
  • een collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999 betreffende de minimumlonen van de arbeiders en arbeidsters van minder dan 21 jaar.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 7 januari 2001 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 januari 2001.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden uit deze CAO’s.

A. CAO 18/12/2013

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1 

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van groenteconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepbevroren groenten, het schoonmaken of bereiden van verse groenten. 

Tot de sector van de groenteconserven behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries.

§ 2. Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. 

§ 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing indien er op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst getekend wordt die een analytische functieclassificatie inhoudt. Indien er twee of meer vakbonden vertegenwoordigd zijn in de onderneming, dient de collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend te worden door minstens twee van deze vakbonden.

HOOFDSTUK II - Loonclassificatie en indeling van de arbeiders

Artikel 2

De arbeiders worden ingedeeld in een loonklasse die overeenstemt met de functieklasse die hen worden toegekend bij toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2011 betreffende de functieclassificatie en bepaling van het loon in de groentenijverheid. Deze loonklasse wordt meegedeeld op de loonfiche.

HOOFDSTUK III - Minimumuurloon

Artikel 3 

§ 1. Het minimumuurloon voor elke arbeider is vastgelegd in de barema's bepaald in artikel 3 § 6 die bepaald zijn in functie van de 38-urenweek.

§ 2. De loonklassen van de barema's stemmen overeen met de functieklassen. 

§ 3. De arbeider heeft recht op het loon dat overeenstemt met het loon van zijn loonklasse.

§ 4. De arbeider die op 1 april 2011 een reëel loon heeft dat hoger is dan het sectoraal loon volgens de loonklasse, blijft recht hebben op dat hoger reëel loon.

§ 5. Bij promotie of anciënniteitsverhoging behoudt de betrokken arbeider het hoger reëel loon krachtens artikel 3 § 4 totdat het sectoraal loon dat overeenstemt met de promotie dat hoger reëel loon heeft bereikt.

Commentaar bij artikel 3, § 5 : 

voorbeeld

Loon vóór promotie : 11,00 EUR

Sectoraal minimumloon : 10,50 EUR

Geval 1 : sectoraal minimumloon na promotie of anciënniteitsverhoging: 10,75 EUR; reëel loon blijft 11,00 EUR

Geval 2 : sectoraal minimumloon na promotie of anciënniteitsverhoging: 11,50 EUR; reëel loon wordt 11,50 EUR.

§ 6. De minimum uurlonen die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2014 verlopen in 3 stappen in functie van de anciënniteit in de loonklasse:

Loonklasse Anciënniteit in de loonklasse (in maanden)
< 6 m 6 m - 24 m > 24 m
1

11,29

11,46

11,46

2

11,73

11,90

11,90

3

12,18

12,37

12,37

4

12,62

12,81

12,81

5

13,06

13,26

13,46

6

13,51

13,71

13,91

7

13,95

14,17

14,38

8

14,42

14,63

14,85

    Commentaar : voor de evolutie van de minimumlonen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Artikel 4

De anciënniteit die in aanmerking genomen wordt in het loongebouw wordt berekend aan de hand van alle bewezen periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse, ongeacht de werkgever of de sector. 

De periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse omvatten alle periodes van prestaties en gelijkgestelde periodes, zoals opgesomd in artikel 3, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2013 betreffende de eindejaarspremie, ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst en inclusief de periodes van tewerkstelling als uitzendkracht in het bedrijf.

Komen echter alleen in aanmerking de periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse die voorvallen in de loop van de volgende referteperiodes :
 

  Anciënniteit in de loonklasse (maanden)
< 6 6 m - 24 m > 24
Referteperiode - 3 jaar 5 jaar

De voortschrijding is van toepassing vanaf de eerste dag van de betaalperiode waarin de vereiste anciënniteit verworven is.

Bij overgang naar een hogere loonklasse kan er geen loonverlies zijn door verlies aan ervaring in de loonklasse.

Artikel 5

In afwijking op artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 3 vermelde minimumlonen:

Leeftijd Percentage
18 jaar en ouder 90
17 jaar 80
16 jaar 70
15 jaar 60

Commentaar bij artikel 5 :

Deze minimumuurlonen van de jongere werklieden, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, werden vastgelegd rekening houdend met de opleidingsperiode van toepassing op jonge arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt.

Artikel 6

In geval van promotie zal het loon van de hogere functieklasse onmiddellijk van toepassing zijn.

HOOFDSTUK IV - Waarnemingspremie 

Artikel 7

§ 1. De arbeider die in opdracht van de werkgever een functie tijdelijk en volledig waarneemt die hoger is ingedeeld dan zijn eigen functie blijft in zijn eigen loonklasse.

§ 2. Indien de waarneming in een functie uit een hogere loonklasse betrekking heeft tot een functie lager dan de loonklasse 5, dan ontvangt de arbeider een waarnemingspremie wanneer de waarneming een volledige werkdag geduurd heeft. In dat geval is de waarnemingspremie verschuldigd voor de hele termijn van de waarneming. Deze premie is gelijk aan het verschil tussen het uurloon van hun eigen loonklasse en het uurloon van de hogere loonklasse voor een anciënniteit die de arbeider verwerft in die hogere klasse volgens artikel 4.

§ 3. Indien de waarneming in een functie uit een hogere loonklasse betrekking heeft tot een functie uit loonklasse 5 of hoger, is er geen premie verschuldigd gedurende de eerste 10 werkdagen.  Eens deze periode achter de rug ontvangen deze arbeiders een waarnemingspremie ongeacht de duur van de waarneming. Deze premie is gelijk aan het verschil tussen het uurloon van hun eigen loonklasse en het uurloon van de hogere loonklasse voor een anciënniteit die de arbeider verwerft in die hogere klasse volgens artikel 4.

§ 4. De waarnemingspremie wordt niet toegekend aan de arbeider voor wie bij de indeling van zijn functie met het eventueel tijdelijk waarnemen van een functie al rekening is gehouden.

(...)

HOOFDSTUK VI - Seizoenpremie

Artikel 9

De volgende seizoenpremies worden betaald:

voor loonklasse 1:

• na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,01 EUR per uur

• na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,03 EUR per uur

voor loonklasse 2:

• na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,01 EUR per uur

• na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,03 EUR per uur

• na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,04 EUR per uur.

Deze premies worden beperkt tot het seizoen van vier maanden, in principe vastgesteld van 1 juli tot 31 oktober.

Deze periode van vier maanden kan lichtelijk verplaatst worden voor redenen van klimaat. ln dit geval zal de werkgeversfederatie op voorhand de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties verwittigen.

De seizoenpremie mag onderworpen worden aan getrouwheidsvoorwaarden. Deze dienen op de onderneming in gemeenschappelijk akkoord vastgesteld te worden.

Commentaar: om te weten welke codes er moeten gebruikt worden op de prestatieopgaven worden de aangeslotenen van Group S - Sociaal Secretariaat vzw verzocht hun dossierbeheerder te contacteren.

Artikel 10

Deze premies zijn niet van toepassing op de ondernemingen waar reeds een gelijkaardig of gelijkwaardig voordeel wordt toegekend onder een andere vorm, of wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumuurlonen overschrijden met een bedrag dat gelijk is aan of hoger is dan deze premies.

Wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumlonen overschrijden zonder dat het verschil het bedrag van de premies bereikt, moeten de nodige aanvullingen toegepast worden.

HOOFDSTUK VII - Premie voor nachtarbeid

Artikel 11

§ 1. Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10% met een minimum van 1,86 EUR wordt toegekend aan de arbeiders die 's nachts tewerkgesteld worden.

Artikel 12

De nacht omvat een periode van 8 uren, die beschouwd worden als zijnde vastgesteld van 22 tot 6 uur.

Deze periode kan nochtans van 21 tot 5 uur, of van 23 tot 7 uur, vastgesteld worden, mits dit vermeld wordt in het arbeidsreglement.

Artikel 13

Deze premie wordt slechts geheel of gedeeltelijk betaald als in de onderneming nog geen voordelen van gelijke waarde, gebaseerd op dezelfde criteria, bestaan.

Artikel 14

De nachtpremie is niet van toepassing voor de uren waarvoor een loontoeslag van 50 % of 100 % voor overwerk van toepassing is.

Commentaar: om te weten welke codes er moeten gebruikt worden op de prestatieopgaven worden de aangeslotenen van Group S - Sociaal Secretariaat vzw verzocht hun dossierbeheerder te contacteren.

HOOFDSTUK VIII - Premie voor ploegenarbeid

Artikel 15

Een premie gelijk aan een minimum uurtoeslag van:

  • 0,47 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg;
  • 0,53 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.

Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,50 EUR voor elke ploeg.

Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld:

  • voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur;
  • voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur.

Artikel 16

De in het artikel 15 voorziene premies mogen verminderd worden ten belope van bestaande premies toegekend volgens gelijkwaardige criteria.

Artikel 17

De niet betaalde rust voor ploegenwerk is tot 1/2 uur veralgemeend voor alle categorieën, behoudens andere regelingen voorzien in het arbeidsreglement of bedrijfs-cao.

Commentaar: om te weten welke codes er moeten gebruikt worden op de prestatieopgaven worden de aangeslotenen van Group S - Sociaal Secretariaat vzw verzocht hun dossierbeheerder te contacteren.

HOOFDSTUK IX - Geldigheid

Artikel 18

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 5 september 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid, geregistreerd onder nummer 106423/CO/118 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 december 2012 (Belgisch Staatsblad van 12 maart 2013).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2015. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de Voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Gunstigere regelingen die voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

B. CAO van 23 juni 1999

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitsluiting van de sector bakkerijen, banketbakkerijen en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

§ 2. Met “arbeiders” worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II – Bepalingen

Artikel 2

De minimumuurlonen bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, gesloten in de verschillende sectoren van de voedingsnijverheid, zijn ook van toepassing op de arbeiders jonger dan 21 jaar.

Artikel 3

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 tot vaststelling van de minimumlonen van werklieden en werksters van minder dan 21 jaar, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 juni 1998 (Belgisch Staatsblad van 26 september 1998).

HOOFDSTUK III – Geldigheidsduur

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd.  Zij treedt in werking op 1 juni 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst, per een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
18/12/2013
Registratienr
119847
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
01/01/2016
Neerleggingsdatum
23/12/2013
Registratiedatum
05/03/2014
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
20/03/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
09/10/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
07/01/2015
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, FUNCTIECLASSIFICATIE

Historiek
01/10/2023 31/12/2024 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2022 30/09/2023 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2019 31/12/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2017 30/06/2019 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/01/2016 30/06/2017 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/01/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/04/2011 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/01/2009 31/03/2011 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/04/2011 31/03/2011 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/01/2007 31/12/2008 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/06/2005 31/12/2006 0401 Loonvoorwaarden in de groentenijverheid
01/10/2003 31/05/2005 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00)
01/11/2002 30/09/2003 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00)
01/05/2001 31/10/2002 0401 09 Loonvoorwaarden (118.09.00)
01/06/1999 30/04/2001 0401 0109 Loonvoorwaarden (118.09.00)
01/06/1999 30/04/2001 0401 0209 Premies voor ploegen- en nachtarbeid (118.09.00)