0401 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen

Paritair (sub-)Comité nr.:
336.00.00-00.00

Bijwerking: 20/07/2010
Geldig vanaf: 01/01/2010
Geldig tot: 31/12/2011

Wij geven U hierna de bepalingen betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen.

Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Onderhavige overeenkomst is van toepassing op de werknemers van 21 jaar of ouder die normale voltijdse arbeidsprestaties verrichten krachtens een arbeidsovereenkomst alsmede op hun werkgevers die onder het Paritair Comité voor de vrije beroepen ressorteren.

Artikel 2

Deze overeenkomst is niet van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of van de voogd.
Zij is evenmin van toepassing op de werknemers die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende periodes die minder dan een kalendermaand bedragen.

HOOFDSTUK II - BEGINSELEN

Artikel 3

Een gemiddeld minimum maandinkomen van 1.387,49 euro wordt gewaarborgd aan de in artikel 1 bedoelde werknemers.
In afwijking van het eerste lid wordt een gemiddeld minimum maandinkomen van 1.424,31 euro gewaarborgd aan de werknemers die ten minste 21 en een half jaar oud zijn en ten minste 6 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt.

In afwijking van het eerste en het tweede lid wordt een gemiddeld minimum maandinkomen van 1.440,67 euro gewaarborgd aan de werknemers die ten minste 22 jaar oud zijn en ten minste 12 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt.
Het gemiddeld minimum maandinkomen dat ingevolge het eerste, het tweede en het derde lid wordt gewaarborgd, is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat op 1 september 2008 van kracht is (indexcijfer augustus 2008). Het volgt de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Als voorafname en ter verrekening op de eerstvolgende voorziene indexering van de bedragen van het Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen bepaald in artikel 3, lid 1, 2 en 3 volgens de modaliteiten van artikel 7, worden de bedragen van het Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomenbepaald in artikel 3, lid 1, 2 en 3 op 1 december 2010 reeds verhoogd met 14 euro (of 0,0850 euro/uur in de 38-urenweek).
In afwijking van het eerste en het tweede lid wordt een gemiddeld minimum maandinkomen euro gewaarborgd aan de werknemers die ten minste 22 jaar oud zijn en ten minste 24 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt, dat 14 euro(of 0,0850euro/uur in de 38-urenweek) hoger is dan het volgens de modaliteiten van artikel 7 geïndexeerde Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen bepaald voor werknemers van 22 jaar en een anciënniteit in de onderneming van ten minste 12 maanden, zoals bepaald in het derde lid. 
Deze regeling gaat in bij de eerstvolgende indexering van de bedragen van het Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals bepaald in het eerste, tweede en derde lid (indexcijfer 2008) volgens de modaliteiten van artikel 7.

Commentaar: Voor de evolutie van de bedragen van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

HOOFDSTUK III - TENUITVOERLEGGING

 Artikel 4

Het in artikel 3 bepaalde gemiddeld minimum maandinkomen heeft betrekking op alle elementen van het loon die verband houden met de normale arbeidsprestaties waarop de werknemer rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste van zijn werkgever recht heeft.
Deze elementen omvatten onder meer het loon in geld of in natura, het vast of veranderlijk loon alsmede de premies en voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever uit hoofde van zijn normale arbeidsprestaties, d.w.z. de prestaties die in de arbeidswet en in de collectieve arbeidsovereenkomsten vermeld zijn en die per onderneming in het arbeidsreglement werden gepreciseerd.
Zij omvatten onder meer niet de overlonen voor overwerk, de voordelen bedoeld in artikel 19, §2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969, genomen ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; zij omvatten evenmin de sociale uitkeringen die toegekend worden naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst en de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen bedoeld in de wet betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, hoofdstuk II - Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen, ten belope van het grensbedrag bepaald in artikel 38 §3 nonies van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.

Artikel 5

Voor de werknemer die niet per maand wordt betaald, wordt het inkomen berekend op grond van het normale uurloon. Het normale uurloon wordt bekomen door het inkomen, verschuldigd voor de normale prestaties van de maand in kwestie, zoals bepaald in artikel 4, te delen door het aantal tijdens die periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald door de wekelijkse arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandinkomen.

Artikel 6

Het gemiddeld minimum maandinkomen voor de werknemers die volledig of gedeeltelijk met een veranderlijke bezoldiging worden betaald, wordt berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens van het kalenderjaar. Voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen, wordt geen rekening gehouden met de onvolledige arbeidsmaanden. 
Wanneer aan de overeenkomst een einde wordt gemaakt vóór het verstrijken van het kalenderjaar, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van de maanden tijdens welke de werknemer was tewerkgesteld.

HOOFDSTUK IV - KOPPELING AAN HET INDEXCIJFER VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN

Artikel 7

 Het bedrag van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt gekoppeld aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de door de wet van 2 augustus 1971 vastgestelde modaliteiten.

HOOFDSTUK V - OBLIGATOIRE BEPALING

Artikel 8

De toepassing van onderhavige overeenkomst mag op zichzelf niet leiden tot een wijziging van de bestaande lonen en loonschalen. 

HOOFDSTUK VI - SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

Onderhavige overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010. Onderhavige overeenkomst is gesloten voor een onbepaalde looptijd. Zij zal op verzoek van de meest gerede ondertekende partij kunnen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
01/07/2010
Registratienr
100480
Geldig van
01/01/2010
Geldig tot
01/01/2012
Neerleggingsdatum
05/07/2010
Registratiedatum
13/07/2010
Onderwerp
gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
BS Bericht van neerlegging
23/07/2010
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/01/2011
Gepubliceerd in het B.St. van
15/02/2011
Keywords
LONEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 0401 Loonvoorwaarden
01/05/2022 31/12/2023 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2021 30/04/2022 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2017 31/12/2020 0401 Loonvoorwaarden
01/04/2016 30/09/2017 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2015 31/03/2016 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2014 31/12/2014 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2013 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2012 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2012 31/12/2012 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2010 31/12/2011 0401 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/2011 31/12/2011 0401 0404 Gemiddeld minimum maandinkomen: jaaroverzicht voor 2011
01/01/2010 31/12/2010 0401 0404 Gemiddeld minimum maandinkomen: jaaroverzicht voor 2010
01/01/2010 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden