1801 1802 Uniform, uitrusting en veiligheid van de bedienden

Paritair (sub-)Comité nr.:
317.00.00-00.00

Bijwerking: 02/01/2003
Geldig vanaf: 01/01/1999
Geldig tot: 31/12/2000

In het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten werd op 5 juli 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 17 januari 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 maart 2002.

Wij geven U hierna de bepalingen inzake het uniform, de uitrusting en de veiligheid.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen welke behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten en heeft onmiddellijke uitwerking.

             Met "bedienden" worden zowel de mannelijke als de vrouwelijke personeelsleden bedoeld.

§2        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een activiteit uitoefenen op Belgisch grondgebied, ongeacht het feit of hun zetel zich in België of in het buitenland bevindt.

 (…)

HOOFDSTUK IX - Uniform en uitrusting

Artikel 26

§1        Bij de indienstneming van de bedienden die uit dienstoverwegingen en/of op aanvraag van de werkgever een uniform moeten dragen, wordt er een geschikt uniform ter beschikking gesteld, zoals: een kepie, een vest, twee broeken, drie hemden en een das, plus de beschermingsuitrusting zoals een mantel (of gelijkaardig) en een sjaal in de winter; een regenmantel (of gelijkaardig) in de zomer, een paar laarzen voor de werf.

             Elk jaar zal er een nieuwe broek worden verstrekt.

§2        Een paar schoenen, aangepast aan de vereisten van de werf, zal worden geleverd aan de betrokken operationele bedienden, volgens beslissing van het comité voor de veiligheid, de hygiëne en de verfraaiing van de werkplaatsen van de onderneming.

             Ingeval de werkgever of de klant speciaal schoeisel voorschrijft zal de werkgever instaan voor de levering of een vergoeding betalen die overeenkomt met de kostprijs van dit schoeisel.

§3        De betrokken bediende moet het uniform en de uitrusting slechts dragen tijdens de werkuren.

§4        De werkgever heeft de mogelijkheid de uitrusting voorzien in §1 gedeeltelijk te vervangen door een overall voor bevuilende werken.

§5        Deze uitrusting wordt om de twee jaar vervangen of eerder in geval van voortijdige slijtage.

§6        Alle negen maanden wordt er aan de betrokken bedienden een nieuw hemd gegeven.

             Niettemin zal de betrokken bediende die de onderneming verlaat, automatisch voor het hemd een terugbetaling verschuldigd zijn, berekend in negenden voor de nog lopende maanden.

             De prijs van het hemd wordt bepaald op ondernemingsvlak en medegedeeld aan de vakbondsaf­vaardiging.

§7        Een vergoeding van 280 BEF per maand wordt toegekend aan de betrokken bedienden die voltijdse arbeidsprestaties verrichten, voor het onderhoud van hun uniform.

             Operationele bedienden die op aanvraag van de werkgever in burgerkledij hun taken moeten uitoefenen, ontvangen 280 BEF per maand voor het onderhoud en de sleet van hun kledij.

             Deze vergoeding is niet cumuleerbaar met reeds in de onderneming bestaande voordeligere voorwaarden terzake.

             Vanaf 1 juni 1999 wordt de vergoeding van 280 BEF verhoogd tot 450 BEF.

§8        Voor de deeltijdse bedienden is dezelfde vergoeding voorzien indien zij een gemiddelde van 18.30 uren effectieve prestaties per week verrichten over een periode van een maand.

§9        Aan de betrokken bedienden die minder dan 18.30 uren presteren, wordt een vergoeding van 140 BEF toegekend.

             Vanaf 1 juni 1999 wordt deze vergoeding verhoogd tot 225 BEF.

§10      Indien de prestaties uitgevoerd worden in een bevuilde omgeving, wordt de vergoeding van 280 BEF eveneens toegekend aan de betrokken bedienden die minder dan 18.30 uren presteren.

             Vanaf 1 juni 1999 wordt deze vergoeding verhoogd tot 450 BEF.

HOOFDSTUK X - Veiligheid

Artikel 27

§1        De collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1980, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 oktober 1980 (Belgisch Staatsblad van 21 november 1980), gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, tot vaststelling van de maatregelen tot bevordering voor de veiligheid in de sector van de bewaking, wordt uitgebreid tot alle operationele bedienden die een dienstwapen moeten dragen.

§2        Het louter feit een vergunning te hebben voor het dragen van een verdedigingswapen, houdt niet automatisch het voordeel in, voorzien in artikel 11 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1980.

§3        De dekking van de risico's en de toekenningswijze van de voorziene kapitalen, zijn de volgende:

-      bij een overval tijdens de dienst, die het overlijden tot gevolg heeft: vijfmaal het bedrag van het jaarloon;

-      bij een beroepsongeval dat het overlijden tot gevolg heeft: driemaal het bedrag van het jaarloon.

             De hierboven bepaalde kapitalen zullen uitsluitend gestort worden aan de echtgenoot of echtgenote van de werknemer of, bij gebrek, aan de wettelijke erfgenamen in eerste rang.

-      bij een overval tijdens de dienst die een permanente invaliditeit van minstens 66 % tot gevolg heeft: vijfmaal het bedrag van het jaarloon;

-      bij een beroepsongeval dat een permanente invaliditeit van minstens 66 % tot gevolg heeft: driemaal het bedrag van het jaarloon.

             De hierboven bepaalde kapitalen worden uitsluitend gestort aan de betrokken werknemer.

§4        Een bediende die het slachtoffer is geweest van een agressie zal begeleid worden. Hij zal het voorwerp uitmaken van recyclage of eventueel omgeschoold worden voor een reclassering indien dit in het belang van de betrokkene is.

§5        Zowel de voertuigen als de lokalen van de onderneming of van de klant waar de bediende tewerkgesteld is dienen in overeenstemming te zijn met de voorschriften van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming en dit in alle omstandigheden. Hiervoor zal tevens een speciale clausule in de commerciële contracten ingelast worden.

Bij problemen zal de preventie-adviseur van de bewakingsondernemingen contact opnemen met zijn collega tewerkgesteld bij de klant. De genomen maatregelen zullen op het comité voor preventie en bescherming op het werk besproken worden.

Ingeval de problemen aanhouden kan de vakbondsafvaardiging gebruik maken van haar recht om een werfbezoek aan te vragen, conform de bepalingen van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst-vakbondsafvaardiging.

Voor de straatbewaking, waar na discussie in het comité voor preventie en bescherming op het werk, een hoog risico aan verbonden is, zullen speciale maatregelen uitgewerkt worden per onderneming.

HOOFDSTUK XI - Algemene bepalingen

Artikel 28

§1        Indien sommige van de nieuwe voordelen, zoals vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds geheel of gedeeltelijk aan de werknemers worden toegekend door sommige werkgevers, wordt er tussen de ondertekenende partijen overeengekomen dat deze laatsten slechts het eventueel verschil tussen het reeds toegekende en hetgeen er in deze overeenkomst wordt voorzien, moeten betalen.

§2        Alle bepalingen van de bestaande overeenkomsten die niet door deze conventie worden gewijzigd blijven van toepassing.

Voordeliger overeenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten of op het vlak van de onderneming blijven behouden.

(…)

HOOFDSTUK XIV - Slotbepalingen

Artikel 31

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 behalve voor de bepalingen waarvoor de inwerkingtreding bepaald is op 1 juni 1999.

Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Deze overeenkomst vernietigt en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 geregistreerd ter Griffie op 18 november 1997 onder het nummer 45990/CO/317, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden.

Zij vernietigt en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 1998, geregistreerd ter Griffie op 6 november 1998 onder nummer 49418/CO/317, betreffende de classificatie operationele bedienden.

Vanaf 1 oktober 2000 kan zij worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.


Historiek
01/06/2003 31/12/2999 1801 Werkkledij en uitrusting
01/06/2001 31/05/2003 1801 0101 Uniform en bijzondere vergoedingen: arbeiders van de privé-sector
01/04/1997 31/05/2003 1801 0102 Uniform en bijzondere vergoedingen: arbeiders van de militaire sector
01/06/2003 31/05/2003 1801 1802 Uniform en uitrusting van de bedienden
01/06/2003 31/05/2003 1801 0101 Uniform en uitrusting: arbeiders van de privé-sector
01/06/2003 31/05/2003 1801 0102 Uniform en bijzondere vergoedingen: arbeiders van de militaire sector
01/01/1999 31/05/2001 1801 0101 Uniform en bijzondere vergoedingen: arbeiders van de privé-sector
01/01/1999 31/12/2000 1801 1802 Uniform, uitrusting en veiligheid van de bedienden