4801 Opleiding - Opleidingsengagement (nationaal)

In hetzelfde paritair comité werd op 3 juli 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het sectoraal opleidingsengagement.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 15 april 2018 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 mai 2018 (geregistreerd op 7 augustus 2017 onder het nr. 140873/CO/209).

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende het opleidingsengagement.

Artikel 1 - Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden die behoren tot het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid.

Onder "bedienden" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Artikel 2 - Doel

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig Afdeling 1 - Investeren in opleiding - van Hoofdstuk 2 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk in het algemeen en overeenkomstig de artikels 11 en 12 en 13 in het bijzonder.

Zij wordt gesloten in uitvoering van Hoofdstuk VI - Vorming en opleiding - van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2017 betreffende het nationaal akkoord 2017-2018 (registratienummer 140011/CO/209).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2015 betreffende sectoraal opleidingsengagement met registratienummer 132051/CO/209.  De voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt opgeheven.

Artikel 3 - Sectoraal opleidingsengagement

Met het oog op de realisatie van de interprofessionele doelstelling van gemiddeld 5 opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalente bediende, zoals bepaald in hogervermelde wet, wodt het volgende overeengekomen:

- het jaarlijks opleidingsengagement om in de ondernemingen die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst vallen, 1,7 % van de door de totaliteit van de bedienden gepresteerde uren te besteden aan beroepsopleiding, zoals voorzien in artikel 18 van het sociaal akkoord van 9 november 2015 betreffende het nationaal akkoord 2015-2016, wordt behouden tot einde 2018.

- Hierbij wordt aanbevolen om bij de uitwerking van de opleidingsplannen te zoeken naar een evenwichtige participatiegraad, rekening houdend met de opleidingsbehoeften van elke bedienden.

- De op ondernemingsvlak al bestaande inspanningen betreffende beroepsopleiding voor bedienden kunnen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de bovengenoemde 1,7 % in 2017 en 2018.

- Dit engagement zal jaarlijks op ondernemingsvlak geëvalueerd worden door de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, door de syndicale delegatie voor bedienden.

- Tegelijkertijd zullen eveneens de vooruitzichten betreffende beroepsopleiding besproken worden. Deze evaluatie en bespreking gebeurt ter gelegenheid van de jaarlijkse inlichtingen, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden.

- Als groeipad wordt voorzien dat bovengenoemde opleidingsinspanning tegen 2020 zal evolueren naar 1,9 % van de door de totaliteit van de bedienden gepresteerde uren, wat overeenkomt met gemiddeld 5 opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalente bediende.

(...)

Artikel 5 - Definitie van beroepsopleiding

Voor de toepassing van artikels 3 en 4 wordt onder beroepsopleiding verstaan: zowel de formele als de informele opleidingen zoals gedefinieerd in bovengenoemde wet:

§1. Formele opleiding: door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.  Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling.  Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is.  Ze richten zich tot een groep cursisten en vaak wordt een attest verstrekt dat op opleiding gevolgd werd.  Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme.

§2. Informele opleiding: de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder formele opleidingen die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.  Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de cursist op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden.

Deze beroepsopleiding dient tijdens de werkuren te gebeuren.

Artikel 6 - Duur

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur, met ingang van 1 januari 2017.

Zij kan opgezegd worden mits aangetekend schrijven aan de Voorzitter van het nationaal paritair comité en waarvoor en opzegtermijn van 6 maanden geldt.