In het Paritair Comité werd op 31 mei 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij de ziekte-uitkering in geval van langdurige ziekte. Zij werd geregistreerd op 25/07/2001 onder het nummer 58075/CO/118 en het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2001.Deze treedt in werking op 1 juli 2001 en neemt een einde op 30 juni 2003.

Wij geven U hierna de integrale tekst van deze CAO.

Tekst van de CAO van 31 mei 2001 : toekenning van een aanvullende vergoeding bij de ziekte-uitkering in geval van langdurige ziekte

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1            Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsnijverheid met uitzondering van de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen.

§2            Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II - Kader

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 23 van de sectorale arbeidsovereenkomst van 5 april 2001 betreffende de sociale programmatie 2001-2002.

HOOFDSTUK III - Terminologie

Artikel 3

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet worden verstaan onder :

-      Sociaal Fonds : naargelang hun bevoegdheid ten opzichte van de betrokken arbeiders : het Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid of het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de groentenijverheid of het Waarborg- en Sociaal Fonds van de suikernijverheid en haar bijproducten.

-      Ziekte : elke ziekte waarvan de duur 3 maanden overschrijdt. De zwangerschapsrust wordt niet als ziekte beschouwd voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

-      Dag : elke dag waarvoor een ziekte-uitkering betaald wordt door de mutualiteit.

HOOFDSTUK IV - Bestaanszekerheid in geval van langdurige ziekte

Artikel 4

§1            Vanaf 1 juli 2001 wordt een aanvullende vergoeding van 150 BEF bruto per dag bovenop de ziekte-uitkering uitbetaald door het Sociaal Fonds aan de arbeiders vanaf de eerste dag van de 4de maand tot en met de laatste dag van de 12de maand ziekte. Er wordt geen enkele anciënniteitvoorwaarde gesteld voor de toekenning van deze aanvullende vergoeding.

§2            Deze aanvullende vergoeding bedraagt 3,75 EUR vanaf 1 januari 2002.

Artikel 5

Indien de arbeider, om redenen eigen aan de ziekte-uitkering, geen recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit, dan wordt de aanvraag geval per geval onderzocht door het Sociaal Fonds.

Artikel 6

De aanvullende vergoeding is niet onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen maar alleen aan bedrijfsvoorheffing.

HOOFDSTUK V - Modaliteiten en informatie

Artikel 7

§1            De modaliteiten van de aanvullende vergoeding en de informatie hierover worden uitgewerkt door de Raad van Beheer van het Sociaal Fonds.

§2            Het Sociaal Fonds betaalt de aanvullende vergoeding per kwartaal op de bankrekening van de werknemer.

HOOFDSTUK VI - Geldigheidsduur

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor bepaalde duur gesloten. Deze treedt in werking op 1 juli 2001 en neemt een einde op 30 juni 2003.

Paritair Commentaar :

De werkgevers die reeds een aanvullende vergoeding hij de ziekte-uitkering toekennen mogen de bovenvermelde sectorale aanvulling ervan aftrekken.