2104 210202 Brugpensioen vanaf 56 jaar - lange loopbaan

Paritair (sub-)Comité nr.:
323.00.00-00.00

Bijwerking: 08/07/2010
Geldig vanaf: 01/01/2010
Geldig tot: 31/12/2011

In het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor dienstboden werd op 11 juni 2010 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar (lange loopbaan). Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 juli 200 onder het nr. 100.228/CO/323. 

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze brochure "Brugpensioen".

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 11 juni 2010, gevolgd door een commentaar.

Tekst CAO 11/06/2010

Hoofdstuk I - Toepassingsgebied

Art. 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Voor de toepassing van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst moet worden verstaan onder "werknemers" de bedienden, de arbeiders en de concierges, zowel mannen als vrouwen, zoals gedefinieerd in artikelen 3, 5 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007, betreffende de beroepsindeling en de lonen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2009, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, met uitsluiting van het huispersoneel, zoals gedefinieerd in artikel 8 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst.

Hoofdstuk II - Voorwaarden

Art. 2

Rekening houdend met de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, van het interprofessioneel akkoord 2009-2010, met het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact en van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 96 van 20 februari 2009, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt het brugpensioen toegestaan in aile gevallen van ontslag, behalve om dringende reden, van een werknemer die de leeftijdsgrens van 56 jaar bereikt heeft en die aan de volgende voorwaarde voldoet :

- het bewijs kunnen leveren dat hij een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende heeft en dat voor de leeftijd van 17 jaar gedurende tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd waarvoor socialezekerheidsbijdragen zijn betaald met volledige onderwerping aan de sociale zekerheid of tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd in het kader van het leerlingenwezen welke zich situeren voor 1 september 1983.

De datum die in acht moet worden genomen om de leeftijd en de anciënniteitvoorwaarden te bepalen is deze waarop de arbeidsovereenkomst effectief verstrijkt.

Hoofdstuk III - Vergoeding

Art. 3

§ 1. De vergoeding is ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het Beheer van gebouwen mits voldaan is aan de volgende voorwaarden :

- De werknemer moet 5 jaar ononderbroken anciënniteit tellen in de sector op het ogenblik van het ontslag.

- De aanvragen moeten aan het Fonds gericht worden en de modaliteiten worden bepaald door de Raad van beheer van het Fonds.

§ 2. Teneinde de lasten van de eventueel toe te kennen brugpensioenen te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist de verantwoordelijkheid te geven aan het Fonds, om deze brugpensioenen toe te kennen of te weigeren en de betaling hiervan te waarborgen tot op de leeftijd waarop de bruggepensioneerde met pensioen gaat.

Hoofdstuk IV - Algemene bepalingen

Art. 4

Voor de punten die niet door deze overeenkomst geregeld zijn, onder andere wat de berekeningsvoorwaarden, de procedure en de betalingsmodaliteiten van de aanvullende vergoeding betreft, zijn de bepalingen van de bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, van toepassing, onverminderd gunstiger bepalingen vastgesteld in een op sector- en/of op
ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst.

Hoofdstuk V - Geldigheid

Art. 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur.

Zij treedt in werking op 1 januari 2010 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2011.

Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een werknemer ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 56 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op de datum van het einde van de CAO (31/12/2011). Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 2011.

2. Anciënniteitvoorwaarde

De werknemer die minstens 56 jaar is op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd, moet aan volgende voorwaarden voldoen:

- het bewijs kunnen leveren dat hij een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende heeft en dat voor de leeftijd van 17 jaar gedurende tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd waarvoor socialezekerheidsbijdragen zijn betaald met volledige onderwerping aan de sociale zekerheid of tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd in het kader van het leerlingenwezen welke zich situeren voor 1 september 1983.

Zie ook onze brochure brugpensioen. 

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht wordt toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie inzake brugpensioen.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is ten laste van de werkgever.

De werkgever kan evenwel een terugbetaling krijgen van de aanvullende vergoeding van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het Beheer van gebouwen, op voorwaarde dat de werknemer 5 jaar ononderbroken anciënniteit heeft in de sector op het ogenblik van het ontslag. 

De aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering (zie onze brochure brugpensioen).

5. Voorafgaandelijke overleg

Artikel 10 van de CAO nr 17 van de NAR voorziet :

  • de verplichting voor de werkgever overleg te plegen, vooraleer te ontslaan, met de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging om te beslissen of, afgezien van de in de onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werknemers die aan het leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regime kunnen genieten;
  • de verplichting voor de werkgever om een voorafgaandelijk onderhoud met de werknemer te hebben om zijn bezwaren tegen het voorgenomen ontslag te kennen.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
11/06/2010
Registratienr
100228
Geldig van
01/01/2010
Geldig tot
31/12/2011
Neerleggingsdatum
29/06/2010
Registratiedatum
02/07/2010
Onderwerp
brugpensioen op 56 jaar - beroepsverleden van 40 jaar
BS Bericht van neerlegging
23/07/2010
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/12/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
06/01/2011
Keywords
BRUGPENSIOEN

Historiek
01/07/2023 30/06/2025 2104 SWT 60 jaar - 40 jaar loopbaan
01/07/2021 30/06/2023 2104 SWT 60 jaar - 40 jaar loopbaan
01/01/2019 30/06/2021 2104 SWT 59 jaar - 40 jaar loopbaan
01/01/2017 31/12/2018 2104 SWT 58 jaar/59 jaar - 40 jaar loopbaan
01/01/2015 31/12/2016 2104 SWT 58 jaar - 40 jaar loopbaan
01/01/2013 31/12/2015 2104 SWT 56 jaar - 40 jaar loopbaan
01/01/2012 31/12/2012 2104 210202 Brugpensioen vanaf 56 jaar - lange loopbaan
01/01/2010 31/12/2011 2104 210202 Brugpensioen vanaf 56 jaar - lange loopbaan
01/01/2008 31/12/2009 2104 210202 Brugpensioen vanaf 56 jaar - lange loopbaan