In het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen werd op 20 juni 2006 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vastelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het fonds van bestaanszekerheid van  het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen ter financiëring van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsovereenkomsten en geregistreerd op 7 juli 2006 onder het nr. 80331/CO/314.

Ze vervangt de CAO van 25/04/2005 (n° 74706/CO/314).

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Tekst  CAO  20 juni 2006 (werkgeversbijdrage risicogroepen)

Hoofdstuk 1.- Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de ondernemingen die behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf  en de schoonheidszorgen.

Onder werknemers verstaat men de arbeiders, de arbeidsters en de bedienden.

Hoofdstuk 2.- Bepalingen

Artikel 2

In uitvoering van hoofdstuk II afdeling 1 van de wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg 3 juli 2005 en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 tot instelling van een Fonds voor bestaanszekerheid en ter vaststelling van zijn statuten, wordt voor jaren 2005 en 2006 een werkgeversbijdrage aan het Fonds vastgesteld waarvan het bedrag hierna wordt bepaald.

Commentaar: Zie ook onze omzendbrief hoofdstuk 19.

Artikel 3

Bovenvermelde werkgeversbijdrage wordt bepaald op 0,10% voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006. Voor dezelfde periode wordt een extra bijdrage van 0,05% van de brutoloonmassa toegekend. De inning van de bijdragen wordt vastgelegd op:.

- 1° kwartaal 2005 tot en met het 2° kwartaal 2006: nihil

- 3° kwartaal 2006: 0,60%

- 4° kwartaal 2006: 0,60% 

Artikel 4

In toepassing van het artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 ter instelling van en fonds voor bestaanszekerheid en ter vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1991, wordt de bijdrage bedoeld in artikel 3 geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Commentaar: Zie ook onze omzendbrief hoofdstuk 19.

Hoofsdstuk III- Slotbepalingen

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor bepaalde tijd. Zij wordt van kracht op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.

Zij heft de collectieve arbeidsovereenkomst op van 25 april 2005, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 februari 2006, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2006, tot vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het Fonds voor bestaanszekerheid van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen ter financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen.