2201 21 Brugpensioen vanaf 58 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
314.00.00-00.00

Bijwerking: 20/05/2004
Geldig vanaf: 01/01/2003
Geldig tot: 31/12/2004

In het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen werd op 20 februari en 27 maart 1995 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen.  Deze werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 4 oktober 1996 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 november 1996. 

Zij  werd meerdere malen verlengd:

  • Door  een CAO van 10 maart 1997, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 23 december 1997 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 14 maart 1998.
  • Door  een CAO van 22 maart 1999, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 24 juni 2000 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2000.
  • Door  een CAO van 26 februari 2001, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 29 januari 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 mei 2002.
  • Door  een CAO van 12 mei 2003, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 4 mei 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6 juli 2004.

 Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brug­pensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 12 mei 2003, aangevuld met een uitgebreide commentaar.

A. Tekst CAO 12 mei 2003

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de onder­nemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.

Onder werknemers verstaat men de arbeiders, arbeidsters en bedienden

HOOFDSTUK II – Bepalingen

Artikel 2

De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, K.B. 29.01.2002, B.S. 23.05.2002, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensieon op 58 jaar, wordt verlengd voor een duurtijd van twee jaar te rekenen vanaf de datum van de inwerkingstreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 3

De in artikel 1 van onderhavige CAO bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de werknemers die:

1° de leeftijd van 58 jaar of meer bereikt en zullen bereiken op het ogenblik van de beëndiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk op 31 december 2004;

2° voldoen aan de ter zake geldende voorwaarden voorzien in het koningklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheiduitkeringen igv conventioneel brugpensieon (B.S. 11 december 1992)

3° ontslagen worden, behoudends dringende reden zoals bedoeld in de wetgevong betreffende de arbeidsovereenkomsten.

De betrokken werknemers zullen desgevallend,door de werknemer uitgennnnodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de voornoemde cao nr.17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot de ontslagperiode worden overgegaan.

Artikel 4

Voor de arbeiders gelden dezelfde voorwaarden en procedure als bepaald in voornoemde cao nr.17 van de Nationale Arbeidsraad.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in de artikelen 6 en 7 van de voornoemde  cao nr.17 van de Nationale Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50% van het verschil tussen de werkloosheidsuitkeringen en het netto referteloon van de arbeiders. Voor de berekening van het voornoemd netto referteloon tot bepaling van de hoger vermelde aanvullende vergoeding evenwel, vanaf 1 januari 2004, de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage van de arbeiders berekend worden op 100% in plaats van 108% van het begrensd maandloon.

Artikel 5

De in artikel 3 van deze cao bedoelde aanvullende vergoeding wordt overeenkomlstig de bepalingen van de voornoemde cao nr.17 gesloten in de Nationale arbeidsraad toegekend.

Artikel 6  

De in artikel 3 van deze cao bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Zijn bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van de voornoemde cao nr.17 van de Nationale Arbeidsraad:

-gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen.

-herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficient door de Nationale Arbeidsraad jaarkijks vastgekegd, in functie van de evolutie van de regelingslonen.

Artikel 7

De betrokkenen bruggepensioneerden werknemers verbinden zich ertoe hun laatste werkgever onmiddellijk in te lichten indien zij hun activiteiten hernemen. Hernemen zij een andere activiteit daan deze aan de bruggepensioneerden door de wetgeving toegelaten is, dan wordt de uitbetaling van de in artikel 3 van deze aanvullende verhgoeding opgeschort.

In elk geval zullen zij om de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.

HOOFDSTUK III - Slotbepalingen

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.

Deze cao zal worden neergelegd ter griffie van der Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheiddsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindend kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een werknemer ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voor­waarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 2004. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 2004.

2. Anciënniteitvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de werknemer die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht wordt toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwij­kingen, zie onze interprofessionele documentatie nr. 355.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvul­lende vergoeding is ten laste van de werkgever.

Zij is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering
(zie onze interprofessionele documentatie nr. 355).

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/05/2003
Registratienr
67355
Geldig van
-
Geldig tot
31/12/2006
Neerleggingsdatum
20/06/2003
Registratiedatum
09/09/2003
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar
BS Bericht van neerlegging
18/09/2003
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
04/05/2004
Gepubliceerd in het B.St. van
06/07/2004
Keywords
BRUGPENSIOEN

Historiek
01/01/2014 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar - kliksysteem
01/01/2011 31/12/2013 2201 Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 58 jaar
01/01/2009 31/12/2010 2201 21 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2007 31/12/2008 2201 21 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2005 31/12/2006 2201 21 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2003 31/12/2004 2201 21 Brugpensioen vanaf 58 jaar