040101 0401 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
312.00.00-00.00

Bijwerking: 11/12/2014
Geldig vanaf: 01/01/2014
Geldig tot: 31/12/2014

In het Paritair Comité voor de warenhuizen werd op 19 februari 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de lonen. 

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden.

Voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair comité voor de warenhuizen.

HOOFDSTUK II - LOONSCHALEN

I. BEDIENDEN

A. Ondergeschikte bedienden

A.1. Loonschalen
A.1.1. Algemene bepalingen

Artikel 2

De opklimming in de loonschaal van de ondergeschikte bedienden geschiedt op basis van de volgende verdeling:

  1. voor de bedienden die in dienst worden genomen zonder beroepservaring, 100% op basis van de anciënniteit in de onderneming;
  2. voor de bedienden die in dienst worden genomen met beroepservaring, 50% voor de ervaring verworven vóór de indiensttreding in de onderneming en 50% voor de anciënniteit in de onderneming.

Artikel 2bis

Voor de toepassing van de loonschalen wordt rekening gehouden met de anciënniteit, verworven in de uitoefening van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur en van vervangingscontracten bij de zelfde werkgever.

Artikel 3

§1. Tot 31 december 2013 zijn d e loonschalen van de minimum maandlonen van de ondergeschikte bedienden opgesteld overeenkomstig de volgende aanvangsleeftijden:

  • éénentwintig jaar voor de bedienden ingedeeld in de eerste, de tweede en derde categorie;
  • tweeëntwintig jaar voor de bedienden ingedeeld in de vierde categorie.

Vanaf de leeftijd van twintig jaar genieten de ondergeschikte bedienden het volledig minimum maandloon waarin is voorzien bij de indienstneming in de categorie waarin zij worden gerangschikt (zie barema’s bijlagen I en II).

De opklimming in de loonschalen op grond van de anciënniteit vangt aan op het ogenblik dat deze bedienden de in artikel 3 vastgestelde aanvangsleeftijd hebben bereikt.

§2. Vanaf 1 januari 2014 wordt de sectorale aanvangsleeftijd voor de vierde functiecategorie afgeschaft.

Dit betekent concreet:

  • Voor de vanaf 1 januari 2014 aangeworven werknemers:

    • Dat de beroepsloopbaan van 22 jaar begint te lopen vanaf 21 jaar of, indien op latere leeftijd aangeworven, op het moment van de aanwerving;
    • Dat voor het eerst het aanvangsbarema aan 100% (‘anciënniteitstrap 0’) wordt uitbetaald vanaf 21 jaar of, indien op latere leeftijd aangeworven, op het moment van de aanwerving;
  • Voor de al op 31 december 2013 in dienst zijnde werknemers in de categorie 4 die op 31 december 2013 nog niet de onder § 1. vermelde aanvangsleeftijden hebben bereikt (maar wel al ouder zijn dan 21 jaar):
    • Dat de beroepsloopbaan van 22 jaar begint te lopen vanaf 1 januari 2014;
    • Dat voor het eerst het aanvangsbarema aan 100% (‘anciënniteitstrap 0’) wordt uitbetaald vanaf 1 januari 2014;

Dat de al op 31 december 2013 in dienst zijnde werknemers in de categorie 4 die de bovenvermelde aanvangsleeftijden al op 31 december 2013 hebben bereikt, blijven verder evolueren in de jaarlijkse anciënniteitstrappen zoals voorheen en op basis van het tot 31 december 2013 geldende stelsel.

Artikel 4

§1. Tot 30 juni 2014 zijn er degressieve minimummaandlonen van toepassing voor de bedienden jonger dan 21 jaar, zoals opgenomen in bijlage van deze CAO.

§2. Vanaf 1 juli 2014 worden de sectorale jongerenbarema’s van 16 tot en met 20 jaar voor de werknemers buiten de studenten afgebouwd volgens de volgende modaliteiten en volgens het volgend tijdschema:

De afbouw slaat enkel op de sectorale jongerenbarema’s (-21-jarigen): bedrijfsbarema’s voor -21-jarigen, zowel deze gebaseerd op de huidige sectorale degressiviteit als deze gebaseerd op een bedrijfseigen stelsel, blijven behouden op voorwaarde dat zij minstens even hoog zijn als de nieuwe sectorale barema’s voor deze -21-jarigen. De opheffing van de sectordegressiviteit houdt geen enkel recht in op een analoge opheffing van degressieve bedrijfsbarema’s voor -21-jarigen.

  • De afbouw van de sectorale jongerenbarema’s geldt niet voor werknemers onder studentenstatuut (de werknemers verbonden met een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten). Voor de studenten zal dus een apart studentenbarema worden ingevoerd op basis van de huidige degressiviteit van de barema’s van de -21-jarigen.
  • De afbouw van de sectorale jongerenbarema’s heeft geen invloed op de aanvang van de beroepsloopbaan van 22 jaar. Concreet wil dit zeggen dat, eenmaal de opheffing van de jongerenbarema’s volledig afgerond is, de barema’s voor 16 tot en met 20-jarigen gelijk zullen zijn aan het ‘100%-barema’ voor een 21-jarige. De beroepsloopbaan zal, net als nu, beginnen te lopen vanaf 22 jaar (21 jaar is stap ‘0’).
  • De afbouw van de sectorale jongerenbarema’s wordt gespreid over de komende jaren als volgt:
    • De 20-jarigen hebben vanaf 1 juli 2014 recht op het loon aan 100% zoals dit wordt toegekend aan 21-jarigen voor de desbetreffende functiecategorie.
    • De 19-jarigen hebben vanaf 1 januari 2015 recht op het loon aan 100% zoals dit wordt toegekend aan 21-jarigen voor de desbetreffende functiecategorie.

De 16-, 17- en 18-jarigen hebben vanaf 1 juli 2015 recht op het loon aan 100% zoals dit wordt toegekend aan 21-jarigen voor de desbetreffende functiecategorie.

Artikel 5

De verhogingen verschuldigd ingevolge de opklimming op grond van de anciënniteit worden elk jaar uitbetaald.

A.1.2. Algemeen barema ondergeschikte bedienden

Artikel 6

De loonschalen van de minimum maandlonen van de ondergeschikte bedienden zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de tabellen in de bijlages van deze CAO.

De totale opklimming in de loonschaal van de ondergeschikte bedienden, in absolute waarde uitgedrukt en gesteld tegenover het indexcijfer 99,89, spil van de stabilisatieschijf 97,94 – 99,89 – 101,89 (basis 2013 = 100), wordt als volgt vastgesteld op 1 januari 2014:

  • eerste categorie: 1.605,52 EUR tot 1.848,47 EUR;
  • tweede categorie: 1.694,51 EUR tot 2.045,61 EUR;
  • derde categorie: 1.770,80 EUR tot 2.301,94 EUR;
  • vierde categorie: 1.885,37 EUR tot 2.480,70 EUR.

Artikel 7

De in artikel 6 vastgestelde bedragen worden op 1 januari 2012 verhoogd met 7,18 EUR (bedragen op 20 jaar).

Deze verhoging wordt gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van kracht zal zijn op het ogenblik van de verhoging.

De loonschalen op 19, 18, 17 en 16 jaar worden proportioneel verhoogd op dezelfde datum, rekening houdend met de bestaande degressiviteit ten opzichte van de bedragen op 20 jaar.

Aan de deeltijdse werknemers wordt deze verhoging toegekend naar verhouding tot hun prestaties.

Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een CAO sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.

A.1.3. Specifiek barema 'C' ondergeschikte bedienden

Artikel 8

De loonschalen van de minimum maandlonen van de ondergeschikte bedienden in de onderneming Carrefour zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de tabellen in de bijlages van deze CAO.

A.2. Gemiddeld gewaarborgd minimum maandloon

Artikel 9

De ondergeschikte bedienden van twintig jaar en ouder genieten ten minste een maandloon van 1.218,73 euro op 1 januari 2014.

Dit minimum maandloon staat tegenover het indexcijfer 99,89, spil van de stabilisatieschijf 97,94 – 99,89 – 101,89 (basis 2013 = 100), en wordt berekend in verhouding tot het werkelijk loon. Daarin zijn begrepen de conventionele en contractuele premies en overlonen, behalve die voor laattijdige opening van winkels en overuren op zaterdag welke bepaald zijn in de artikelen 2 en 4 van de CAO van 5 november 2002 betreffende premies en overlonen.

A.3. Bedienden van de zelfbediening en verkoopbedienden van de warenhuizen

Artikel 10

De bedienden van de "zelfbediening" waarvan sprake is in artikel 11 van de CAO van 5 november 2002 betreffende de functieclassificatie, alsmede het verkooppersoneel van de warenhuizen, genieten na 2 jaar anciënniteit de minimumloonschaal van de bedienden van de derde categorie, die is vastgesteld in artikel 4, maar met een opklimming op grond van de anciënniteit die ophoudt bij het bedrag voor de leeftijd van 21 jaar.

De bedoelde bedienden die worden aangeworven vanaf 1 april 1993 bekomen na 1 jaar anciënniteit de minimumloonschaal van de bedienden van de derde categorie, in dezelfde voorwaarden.

De opklimming op grand van de anciënniteit wordt, voor elke bediende, op 22 jaar gebracht op het ogenblik van de toekenning van de jaarlijkse verhoging.

Het wegwerken van het verschil tussen de werkelijke anciënniteit te rekenen vanaf de aanvangsleeftijd van de categorie en de baremieke anciënniteit geschiedt eveneens op het ogenblik van de toekenning van de jaarlijkse verhoging, zoals voor de verlenging van de loonschaal.

A.4. Bedienden van de tweede categorie

Artikel 11

De andere bedienden dan diegenen die in artikel 8 worden genoemd en die meer dan zes maanden erva ring hebben in de onderneming in een functie van de tweede categorie, genieten de minimum loonschaal van de bedienden van de derde categorie, zoals deze werd vastgesteld in artikel 4, maar met een opklimming op grond van de anciënnitelt die ophoudt bij het bedrag voor de leeftijd van 21 jaar.

De opklimming op grond van de anciënniteit wordt gebracht op 22 jaar, volgens de modaliteiten vastgesteld in artikel 11.

B. Kaderpersoneel - Loonschalen

1. Algemene bepalingen

Artikel 12

De opklimming in de loonschalen van het kaderpersoneel geschiedt jaarlijks. Zij wordt gespreid over een periode van tweeëntwintig jaar.

De opklimming in de loonschalen van het kaderpersoneel geschiedt op basis van de volgende verdeling:

  1. voor de bedienden die in dienst worden genomen zonder beroepservaring, 100% op grond van de anciënniteit in de onderneming;
  2. voor de bedienden die in dienst worden genomen met beroepservaring, 50% voor de ervaring verworven vóór de indiensttreding in de onderneming en 50% voor de anciënniteit in de onderneming.

Artikel 13

De verhogingen verschuldigd ingevolge de opklimming in de loonschaal op grond van de anciënniteit worden elk jaar betaald.

De kaderleden van de zesde en zevende categorie hebben recht op een bijkomende verhoging die wordt toegekend ter gelegenheid van de uitbetaling van de in alinea 1 bepaalde verhogingen. Deze bijkomende verhoging is gelijk aan 33% van de nominale waarde van de jaarlijkse verhoging.

2. Algemeen barema kaderpersoneel

Artikel 14

De loonschalen van de minimum maandlonen van het kaderpersoneel worden vastgesteld zonder rekening te houden met de aanvangsleeftijden. Zij zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de ioonschalen in de bijlagen van deze CAO.

De totale opklimming in de loonschalen van het kaderpersoneel, in absolute waarde uitgedrukt en gesteld tegenover het indexcijfer 99,89, spil van de stabilisatieschijf 97,94 – 99,89 – 101,89 (basis 2013 = 100), wordt als volgt vastgesteld:

  • vijfde categorie:  2.129,68 EUR tot 2.876,46 EUR;
  • zesde categorie: 2.378,15 EUR tot 3.254,57 EUR;
  • zevende categorie: 2.713,24 EUR tot 3.758,58 EUR.

Artikel 15

De in artikel 14 vastgestelde bedragen worden verhoogd met 7,18 EUR op 1 januari 2012.

Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van kracht zal zijn op het ogenblik van de verhoging.

Aan de deeltijdse werknemers wordt deze verhoging toegekend naar verhouding tot hun prestaties.

3. Specifiek barema 'C' kaderpersoneel

Artikel 16

De loonschalen van de minimum maandlonen van het kaderpersoneel in de onderneming Carrefour worden vastgesteld zonder rekening te houden met de aanvangsleeftijden. Zij zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de loonschalen in de bijlagen van deze CAO.

II. WERKLIEDEN - Loonschalen

1. Algemene bepalingen

Artikel 17

De opklimming in de uurloonschalen van de werklieden gebeurt jaarlijks. Zij geschiedt op grond van de anciënniteit in de onderneming.

Deze opklimming vangt aan op het ogenblik dat de werklieden de leeftijd van éénentwintig jaar hebben bereikt.

2. Algemeen barema werklieden

Artikel 18

De minimum uurloonschalen van de werklieden zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de tabellen in de bijlages van deze CAO.

De minimum uurlonen worden, tegenover het indexcijfer  99,89, spil van de Stabilisatieschijf 97,94 – 99,89 – 101,89 (basis 2013 = 100), als volgt vastgesteld:

  • eerste categorie: 11,7285 EUR;
  • tweede categorie: 12,1670 EUR;
  • derde categorie: 12,7454 EUR.

De totale opklimming in de loonschalen van de werklieden, in absolute waarde en gesteld tegenover het indexcijfer 99,89, spil van de Stabilisatieschijf 97,94 – 99,89 – 101,89 (basis 2013 = 100), is vastgesteld als volgt op 1 januari 2014:

  • eerste categorie: van 11,7285 EUR tot 12,3651 EUR;
  • tweede categorie: van 12,1670 EUR tot 12,8038 EUR;
  • derde categorie: van 12,7454 EUR tot 13,6164 EUR.

De hierboven vastgestelde uurbedragen worden verhoogd met 0,0473 EUR op 1 januari 2012 (bedragen op 20 jaar).

Deze verhoging wordt gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van kracht zal zijn op het ogenblik van de verhoging.

Aan de deeltijdse werknemers wordt deze verhoging toegekend naar verhouding tot hun prestaties.

Artikel 19

De minimum uurlonen van de minderjarige werklieden, gesteld tegenover het indexcijfer 99,89, spil van de stabilisatieschijf 97,94 – 99,89 – 101,89 (basis 2013= 100) zijn de volgende:

Leeftijd Eerste categorie Tweede categorie Derde categorie
20 11,7285 EUR 12,1670 EUR 12,7454 EUR
19 11,7285 EUR 12,1670 EUR 12,7454 EUR
18 11,7285 EUR 12,1670 EUR 12,7454 EUR
17 10,7944 EUR 11,0059 EUR 11,5169 EUR
16 10,3385 EUR 10,7605 EUR 11,0584 EUR

Deze uurbedragen worden op 20, 19 en 18 jaar verhoogd met 0,0473 EUR op 1 januari 2012.

Deze verhoging wordt gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van kracht zal zijn op het ogenblik van de verhoging.

De bedragen op 17 en 16 jaar worden proportioneel verhoogd op dezelfde datum, rekening houdend met de bestaande degressiviteit ten opzichte van de bedragen op 20, 19 en 18 jaar.

Aan de deeltijdse werknemers wordt deze verhoging toegekend naar verhouding tot hun prestaties.

3. Specifiek barema 'C' werklieden

Artikel 20

De minimum uurloonschalen van de werklieden in de onderneming Carrefour zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de tabellen in de bijlagen van deze CAO.

III. STUDENTEN

Artikel 21

Vanaf 1 januari 2014 wordt zowel voor bedienden als voor arbeiders een specifiek studentenbarema ingevoerd voor alle studenten. Dit studentenbarema is vastgesteld voor alle categorieën volgens de degressieve minimumloonschalen voor jongeren (16 tot en met 20 jaar) zoals die gelden tot 31 december 2013, zoals opgenomen in deze CAO. De studentenbarema’s zijn opgenomen in de bijlagen van deze CAO.

HOOFDSTUK III - TOEPASSINGSMODALITEITEN VAN DE LOONSCHALEN

1. BEPALING VAN DE VERWORVEN ERVARING VOOR DE INDIENSTNEMING

Artikel 22

De ervaring verworven vóór de indienstneming wordt als volgt bepaald:

  • voor het verkooppersoneel, op grond van de eiders verworven ervaring in een vergelijkbare verkoopfunctie;
  • voor het administratief personeel, op grond van de eiders verworven ervaring als bediende.

2. TOEKENNING VAN DE VERHOGINGEN VERSCHULDIGD INGEVOLGE DE OPKLIMMING IN DE LOONSCHALEN

Artikel 23

De verhogingen welke het gevolg zijn van de opklimming in de loonschalen waarvan sprake is in de artikelen 7, 15 en 16 worden betaald naar keuze van de werkgever:

  • hetzij de eerste maand volgend op deze waarin de bediende in dienst is getreden;
  • hetzij op 1 februari van elk jaar voor het personeel waarvan de verjaardag van de indiensttreding tussen 1 november en 30 april valt;
  • hetzij op 1 augustus van elk jaar voor het personeel waarvan de verjaardag van de indiensttreding tussen 1 mei en 31 oktober valt.

Artikel 24

Het bedrag van de jaarlijkse of tweejaarlijkse loonschaalverhoging wordt gevoegd bij de werkelijk uitbetaalde lonen.

3. OVERGANG NAAR EEN ANDERE CATEGORIE

Artikel 25

De bediende die naar een hogere categorie overgaat, geniet integraal de loonschaal van de categorie waarin hij wordt ondergebracht met ingang van de datum van zijn bevordering, rekening houdend met de normale aanvangsleeftijd van deze categorie.

Artikel 26

In geval van onmiddellijke bevordering van een basisbediende van de zelfbediening, zoals is bepaald in artikel 11 van de CAO van 5 november 2002 betreffende de functieclassificatie, tot een functie van de vijfde categorie, gebeurt de overgang naar de loonschaal van de vijfde categorie als volgt:

  • onmiddellijke toekenning van 50% van het verschil tussen het vorige loonschaalniveau van de betrokkene en het nieuwe loonschaalniveau van de vijfde categorie;
  • het toekennen van de overige 50% wordt gespreid over vier jaar.

(...)

5. PERSONEEL TEWERKGESTELD MET ONVOLLEDIGE DIENSTBETREKKING

Artikel 30

De lonen van het personeel dat tewerkgesteld is met een onvolledige dienstbetrekking worden berekend volgens één van de twee hiernavolgende formules:

  1. uurloon:loonschaalbedrag van de categorie / 151,66
  2. maandloon:loonschaalbedrag van de categorie x aantal maandelijkse arbeidsuren / 151, 66

HOOFDSTUK IV - WERKELIJKE LONEN

Artikel 31

De werkelijke maandlonen van de voltijdse werknenners worden verhoogd met 7,18 EUR op 1 januari 2012.

De werkelijke uurlonen van de voltijdse werknemers worden verhoogd met 0,0473 EUR op 1 januari 2012.

De deeltijdse werknemers hebben recht op een prorata.

Deze bepaling is niet van toepassing op de onderneming Carrefour.

HOOFDSTUK V - SLOTBEPALINGEN

Artikel 32

De collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2012 betreffende de lonen (108132/CO/31200) wordt opgeheven op 1 januari 2014.

Artikel 33

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair comité voor de warenhuizen.

(...)

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
19/02/2014
Registratienr
122861
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
01/07/2015
Neerleggingsdatum
21/03/2014
Registratiedatum
31/07/2014
Onderwerp
loonvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
13/08/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, ANCIËNNITEITSPREMIE, AFSCHEIDSPREMIE, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Historiek
01/01/2022 31/12/2050 040101 Loonvoorwaarden
01/07/2019 31/12/2021 040101 Loonvoorwaarden
01/07/2017 30/06/2019 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2015 30/06/2017 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2015 30/06/2015 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2014 31/12/2014 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/12/2011 31/12/2013 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2007 30/11/2011 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2005 30/06/2007 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2003 30/06/2005 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2002 30/06/2003 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1999 31/12/2001 040101 0401 Loonvoorwaarden