1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten

Paritair (sub-)Comité nr.:
224.00.00-00.00

Bijwerking: 25/06/2009
Geldig vanaf: 17/12/2001
Geldig tot: 31/05/2009

In het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen werd op 17 december 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vervoerskosten.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 11 november 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 december 2002.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een samenvatting.

A. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied - voorwerp

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, evenals op de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden die zij tewerkstellen en waarvan de jaarlijkse brutobezoldiging, berekend volgens de criteria van de NMBS zoals deze golden vóór 1 april 2001 (opgenomen in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst), niet meer bedraagt dan 38.423,50 EUR. Deze loongrens is niet van toepassing op de bedienden die gebruik maken van het gemeenschappelijk openbaar vervoer.

Op 1 juli 2002 wordt de loongrens gebracht op 42.141,90 EUR.

Deze loongrens is gekoppeld aan het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex van april 2001 (107,10 basis 1996 = 100) en wordt aangepast volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1997 betreffende de koppeling van de wedden aan het prijsindexcijfer bij consumptie.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de modaliteiten van de tegemoetkoming van de ondernemingen in de verplaatsingskosten van het bediendepersoneel.

HOOFDSTUK II - Tegemoetkoming van de werkgever in de vervoerskosten

Artikel 2

Wat betreft het vervoer georganiseerd door de N.M.B.S., wordt de tegemoetkoming van de ondernemingen in de kosten van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van het barema dat is opgenomen in bijlage van het Koninklijk Besluit dat getroffen wordt in uitvoering van de Wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de N.M.B.S. ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.

Artikel 3

Wanneer de werknemer beroep doet op een ander vervoermiddel dan de N.M.B.S. of gebruik maakt van meerdere vervoermiddelen, wordt de tegemoetkoming van de onderneming eveneens berekend op basis van het barema dat is opgenomen in bijlage van het Koninklijk Besluit dat getroffen wordt in uitvoering van de Wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de N.M.B.S. ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden, voor het aantal kilometers dat overeenkomt met de afstand tussen de verblijfplaats van de werknemer en de onderneming.

Wanneer deze afstand minder dan 3 km bedraagt, wordt per kilometer een forfaitaire vergoeding toegekend gelijk aan één derde van het bedrag voor 3 km voorkomend in het voornoemde barema.

Artikel 4

Wanneer de werknemer gedurende een gehele kalendermaand gebruik maakt van de fiets voor de volledige afstand tussen zijn verblijfplaats en de onderneming wordt de tegemoetkoming van de onderneming berekend op de integrale som van de prijs van een treinkaart op maandbasis.

Vanaf 1 januari 2002 wordt deze tegemoetkoming berekend op 140 % van de prijs van een treinkaart op maandbasis.

Wanneer de afstand tussen de verblijfplaats van de werknemer en de onderneming minder dan 3 km bedraagt, wordt per kilometer een forfaitaire vergoeding toegekend gelijk aan één derde van het bedrag voor 3 km voorkomend in het barema.

Indien de werkgever vanwege de bediende misbruik van het stelsel voorzien door dit artikel zou vaststellen, behoudt hij zich het recht voor zijn tegemoetkoming te beperken tot dit voorzien bij artikel 3.

Indien blijkt dat voormelde regeling tot misbruiken leidt, kan de meest gerede partij deze opnieuw bespreekbaar maken op het niveau van het paritair comité.

Artikel 5

De onderneming die aan de bediende in de loop van een kalenderjaar een fietsvergoeding zoals voorzien bij artikel 4 heeft betaald, zal hem in de loop van het 1ste kwartaal van het volgend kalenderjaar een fiscaal attest overhandigen zoals voorzien in bijlage 2 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 6

Voor de toepassing van artikel 3 & 4 wordt de berekening van de afstand in gemeenschappelijk overleg bepaald in elke onderneming om rekening te houden met de geografische bijzonderheden.

Artikel 7

Wanneer de werknemer gebruik maakt van het openbaar vervoer en de prijs van het vervoer een eenheidsprijs is, wordt de bijdrage van de ondernemingen, ongeacht de afstand, forfaitair vastgesteld op 56 % van de werkelijke prijs betaald door de werknemer.

HOOFDSTUK III - Door de onderneming georganiseerd vervoer, voor het volledige of een gedeelte van het traject, met of zonder financiële deelneming van de werknemer

Artikel 8

Wanneer het vervoer door de onderneming wordt georganiseerd, voor het volledige of een gedeelte van het traject, met of zonder financiële deelneming van de werknemer, wordt de tegemoetkoming van de onderneming berekend op basis van de totale afstand tussen de verblijfplaats en de onderneming, door, van het overeenkomstig artikel 2 of 7 berekend bedrag, de kosten af te trekken die de onderneming draagt voor het vervoer dat zij organiseert.

Deze operatie kan geen negatief resultaat opleveren.

HOOFDSTUK IV - Behoud van de meer gunstige toestanden

Artikel 9

De gunstiger toestanden die voordien reeds bestonden in bepaalde ondernemingen blijven in hun huidige vorm behouden voor de betrokken werknemers.

HOOFDSTUK V - Betalingsmodaliteiten van de tegemoetkoming

Artikel 10

De tegemoetkoming van de onderneming wordt slechts toegekend voor de dagen van aanwezigheid op het werk.

Indien de werknemer houder is van een abonnement, kan hij ook de tegemoetkoming genieten voor de afwezigheidsdagen voor zover deze dagen vallen in de geldigheidsperiode van het abonnement en hij de terugbetaling ervan niet kan bekomen.

Artikel 11

De directie van de onderneming kan overgaan tot de verificaties die zij noodzakelijk zal achten om haar tegemoetkoming te rechtvaardigen en kan van de werknemer alle documenten bekomen die hiervoor nuttig zijn.

Artikel 12

De tegemoetkoming van de ondernemingen wordt minstens eens per maand vereffend.

HOOFDSTUK VI - Slotbepaling

Artikel 13

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 17 december 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzegging van drie maanden. De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende organisaties.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 10 juli 1997 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen betreffende de vervoerskosten.

Zij vervangt eveneens de bepalingen van hoofdstuk 5, artikelen 19, 20 en 21 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het sectoraal akkoord 2001-2002.

B. Samenvatting 

Rechthebbenden

  • Openbare vervoermiddelen: alle bedienden
  • Privé-vervoermiddelen: alle bedienden wiens jaarlijkse brutobezoldiging niet meer dan 42.141,90 euro op 1 juli 2002 bedraagt (verhoging zoals de loon)

Vervoermiddelen

alle openbare- en privé-vervoermiddelen

Bedrag

  • Spoorweg: volgens schaal van de N.A.R.
  • Andere openbare vervoermiddelen:
  • Prijs in verhouding met afstand: volgens schaal voor een overeenstemmende afstand.
  • afstand minder dan  3 km: forfaitaire vergoeding gelijk aan één derde van het bedrag voor 3 km voorkomend in de schaal.
  • Privé vervoermiddelen: volgens schaal van de N.A.R.
  • Fiets: volgens schaal van de N.A.R. en vanaf 1 janauri 2002, 140% van de schaal van NMBS voor één maand. Afstand minder dan  3 km: forfaitaire vergoeding gelijk aan één derde van het bedrag voor 3 km.

Afstand

geen minimum.

 

Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001. gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen betreffende de vervoerskosten

Criteria voor de berekening van het bedrag van de loongrens toepasselijk op het bediendepersoneel, vermeld in artikel 1 van huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

De raming van de jaarlijkse brutobezoldiging moet omvatten:

1.   de vaste elementen: de maandelijkse brutowedde, inbegrepen de eventuele bijkomende wedden, zoals ondermeer de vergoeding voor de kennis en het gebruik van beide landstalen, hierbij rekening gehouden met het beweeglijk gedeelte toegekend in functie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het jaarlijks brutobedrag wordt bekomen door de vaste elementen, die betrekking hebben op de eerste maand waarvoor het sociaal abonnement wordt gevraagd, te vermenigvuldigen met 12, zelfs indien de bediende geen 12 maanden werkt.

2.   de veranderlijke elementen

      a)   per maand: commissieloon, premies, overuren, enz.

Hier gelden de brutocijfers voor de laatste 12 maanden. Indien de bediende geen 12 maanden heeft gewerkt, wordt het in aanmerking te nemen bedrag bekomen door het maandgemiddelde voor de effectief gewerkte maanden, te vermenigvuldigen met 12;

      b)   per jaar: commissielonen, premies, 13de maand en andere toelagen die sommige werkgevers eens of meermaals per jaar aan hun personeel toekennen, ingevolge overeenkomst of gebruik.

De brutobedragen toegekend gedurende de laatste 12 maanden moeten bij de jaarlijkse brutobedragen, waarvan sprake onder 1. en 2. a), worden gevoegd.

De raming van de jaarlijkse brutobezoldiging moet niet omvatten:

1.   de toelagen van sociale aard, zoals: haard- en standplaatstoelage, kindergeld, vakantiegeld;

2.   de bedragen toegekend als vergoeding voor bepaalde kosten (reiskosten, representatiegelden, enz);

3.   pensioenen van allerlei aard.

Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen betreffende de vervoers­kosten

Fiscaal attest inkomsten jaar ......... betreffende fietsgebruik voor woon-werkverkeer

Ik ondergetekende, (naam, voornaam, woonplaats van de werknemer)

.........................................................................................................................................................................................................

werknemer bij (naam, adres van de werkgever)

.........................................................................................................................................................................................................

verklaar hierbij op eer dat ik voor een totaal van ..... dagen in de periode van ..... tot .....,de afstand van mijn woonplaats naar de werkplaats, zijnde ..... km, per fiets heb afgelegd.

 

 

Datum ...............................................................

 

Handtekening van de werknemer ..........................................................................

______________________________________________________________________________________

Ik, ondergetekende, (naam, adres van de werkgever)

.........................................................................................................................................................................................................

bevestig dat de afstand van de woonplaats van (naam, voornaam, woonplaats van de werknemer)

.........................................................................................................................................................................................................

naar de werkplaats ..... km bedraagt, en dat de werkgever op basis van de verklaring van de betrokken werknemer, hem een tussenkomst in de vervoerskosten per fiets betaald heeft gelijk aan .......... BEF/EUR per dag, zoals voorzien bij de CAO van 17 december 2001 betreffende de vervoerskosten gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferrometalen, zijnde een totaal van .......... BEF/EUR voor het jaar ..........

 

 

Datum ...............................................................

Handtekening van de werkgever ..........................................................................

Bijlage 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen betreffende de vervoerskosten

De bedragen van 38.423,50 EUR en 42.141,90 EUR vermeld in artikel 1 stemmen overeen met 1.550.000 BEF en 1.700.000 BEF.


Historiek
01/01/2024 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/01/2022 31/12/2023 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2019 31/12/2021 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/05/2017 30/06/2019 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/05/2015 30/04/2017 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/05/2014 30/04/2015 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/05/2014 30/04/2014 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/05/2013 30/04/2014 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/01/2012 30/04/2013 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/06/2009 31/12/2011 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
17/12/2001 31/05/2009 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/01/1999 16/12/2001 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten