1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
Paritair (sub-)Comité nr.:
224.00.00-00.00
Bijwerking: 28/02/2014
Geldig vanaf: 01/05/2014
Geldig tot: 30/04/2014
CAO van 27 juni 2011 (verlengd door CAO van 25 november 2013)Geldigheid: 1 januari 2011 - 1 juli 2014
Rechthebbenden
- Openbare vervoermiddelen: alle bedienden
- Privé-vervoermiddelen: alle bedienden wiens jaarlijkse brutobezoldiging niet meer dan 53.081,81 euro op 1 mei 2014 bedraagt (verhoging zoals de lonen)
Vervoermiddelen
alle openbare- en privé-vervoermiddelen
Bedrag
- Spoorweg: volgens schaal van de N.A.R.
- Andere openbare vervoermiddelen:
- Prijs in verhouding met afstand: volgens schaal voor een overeenstemmende afstand.
- afstand minder dan 3 km: forfaitaire vergoeding gelijk aan één derde van het bedrag voor 3 km voorkomend in de schaal.
- Privé vervoermiddelen: volgens schaal in bijlage van de CAO
- Fiets: 140% van de schaal van NMBS voor één maand.
Afstand minder dan 3 km: forfaitaire vergoeding gelijk aan één derde van het bedrag voor 3 km.
Afstand
- Spoorweg + Fiets: geen minimum afstand
- Andere openbare vervoermiddelen + Privé vervoermiddelen: Minimum 1 km.
In het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen werd op 27 juni 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vervoerskosten. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 19 september 2011 onder het nummer 105761/CO/224.
Deze CAO werd verlengd door de CAO van 25 november 2013 betreffende de verlenging van sommige bepalingen (nr.118603/CO/224). Zij verlengt de CAO van 27 juni 2011 tot 1ste juli 2014.
Deze Cao werd gewijzigd door de Cao van 21 mei 2013.
Tekst van de CAO
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij tewerkstellen en waarvan de jaarlijkse brutobezoldiging, berekend volgens de criteria van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen zoals deze golden voor 1 april 2001 (opgenomen in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst), niet meer bedraagt den 50.112,92 EURO. Deze loongrens is niet van toepassing op de bedienden die gebruik maken van gemeenschappelijk openbaar vervoer. Vanaf 1 januari 2012 bedraagt deze loongrens 50.263,26 EURO.
Deze loongrens is gekoppeld aan het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex van april 2011 (115,10, basis 2004 = 100) en wordt aangepast volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1997 betreffende de koppeling van de wedden aan het prijsindexcijfer bij consumptie.
Onder "bedienden" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 houdende de functieclassificatie voor bedienden.
HOOFDSTUK II - Gemeenschappelijk openbaar vervoer
Artikel 2
§1. De tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt berekend en terugbetaald overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstukken III tot en met VIII van de CAO nr. 19octies betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers gesloten in de NAR op 20 februari 2009.
§2. Wanneer de bediende houder is van een abonnement kan hij ook de tegemoetkoming genieten voor de afwezigheidsdagen voor zover deze dagen vallen in de geldigheidsperiode van het abonnement en hij de terugbetaling ervan niet kan bekomen.
§3. In afwijking van art. 4 van CAO nr. 19octies wordt, voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer met uitzondering van het treinvervoer, de tussenkomst van de werkgever berekend voor verplaatsingen vanaf 1 km, overeenkomstig de bepalingen van art. 4 a en 4 b van CAO nr. 19 octies. Wanneer de afstand minder dan 3 km bedraagt wordt, wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, per kilometer een forfaitaire vergoeding toegekend gelijk aan één derde van het bedrag voor 3 km voorkomend in het barema opgenomen in art. 3 van CAO 19octies, zonder evenwel 75% van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden. Wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, is art. 4b van de CAO nr. 19octies van toepassing.
§4. De ondertekenende partijen bevelen de ondernemingen aan om de mogelijkheid van de derdebetalersregeling te onderzoeken.
HOOFDSTUK III - Privé-vervoer
Artikel 3
§1. Met uitzondering van de tussenkomst voor het fietsgebruik zoals bepaald in art. 4 van deze CAO wordt de bijdrage van de werkgever in de kosten van het privé-vervoer van de bedienden berekend op basis van de tabel opgenomen in bijlage 2 van deze CAO.
§2. Met uitzondering van de tussenkomst voor het fietsgebruik zoals bepaald in art. 4 van deze CAO wordt de bijdrage van de werkgever in de kosten van het privé-vervoer van de bedienden vanaf 1 januari 2012 berekend op basis van de tabel opgenomen in bijlage 3 van deze CAO.
Aldus wordt deze tabel op 1 mei 2013 geïndexeerd met het percentage waarmee de lonen overeenkomstig de Cao van 17 juli 1997 gesloten binnen het paritair comité voor de bedienden van de non-ferro metalen betreffende de koppeling van de lonen aan het prijsindexcijfer bij consumptie worden geïndexeerd op deze datum.
Artikel 4
§1. Wanneer de bediende gedurende een gehele kalendermaand gebruik maakt van de fiets voor de volledige afstand tussen zijn verblijfplaats en de onderneming wordt de tegemoetkoming van de onderneming berekend op 140% van de prijs van de treinkaart op maandbasis.
Wanneer deze afstand minder dan 3km bedraagt, wordt per kilometer een forfaitaire vergoeding toegekend gelijk aan één derde van het bedrag voor 3 kilometer voorkomend in het barema.
Indien de werkgever vanwege de bediende misbruik van het stelsel voorzien door dit artikel zou vaststellen behoudt hij zich het recht voor zijn tegemoetkoming te beperken tot dit voorzien bij artikel 3 van deze CAO.
§2. Indien blijkt dat de regeling voorzien in §1 van dit artikel tot misbruiken leidt, kan de meest gerede partij deze opnieuw bespreekbaar maken op het niveau van het paritair comité.
Artikel 5
Wanneer de verplaatsing voor een gedeelte of voor de gehele afstand met de fiets gebeurt, wordt de tegemoetkoming van de onderneming beschouwd als een fietsvergoeding.
De werkgever bevestigt jaarlijks, op vraag van de werknemer, de nodige gegevens die het de werknemer mogelijk maken zijn fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding.
Artikel 6
Voor de toepassing van artikel 3 en 4 wordt de berekening van de afstand, in gemeenschappelijk overleg, bepaald in elke onderneming om rekening te houden met de geografische bijzonderheden.
Artikel 7
De tegemoetkoming van de onderneming wordt slechts toegekend voor de dagen van aanwezigheid op het werk.
Artikel 8
De werkgever kan overgaan tot de verificaties die hij noodzakelijk acht om zijn tegemoetkoming te rechtvaardigen en kan van de werknemer alle documenten bekomen die hiervoor nuttig zijn.
Artikel 9
De tegemoetkoming wordt minstens eenmaal per maand vereffend.
HOOFDSTUK IV - Combinatie openbaar en privé-vervoermiddel
Artikel 10
Ingeval de bediende tegelijk gebruik maakt van een openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel en van een privé-vervoermiddel zal de tussenkomst voor het openbaar vervoermiddel berekend worden overeenkomstig de bepalingen van HOOFDSTUK II van deze CAO en de tussenkomst voor het privé-vervoermiddel overeenkomstig HOOFDSTUK III van deze CAO.
HOOFDSTUK V - Vervoer georganiseerd door de onderneming
Artikel 11
Wanneer het vervoer door de onderneming wordt georganiseerd, voor een gedeelte of voor de gehele afstand, met of zonder financiële deelneming van de werknemer, wordt de tegemoetkoming, berekend op basis van de gehele afstand tussen de verblijfplaats en de onderneming volgens de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verminderd met de kosten die de onderneming draagt voor het vervoer dat zij organiseert.
Deze operatie kan tot geen negatief resultaat leiden.
HOOFDSTUK VI - Gunstiger regelingen op bedrijfsniveau
Artikel 12
Gunstiger regelingen die voordien op bedrijfsniveau bestonden blijven in de bestaande vorm behouden voor de betrokken werknemers.
HOOFDSTUK VII - Inwerkingtreding en duur
Artikel 13
Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2011 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij kan door een van de partijen worden opgezegd met een opzegging van 3 maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende partijen.
Zij vervangt zij de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2009, gesloten in het paritair comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de vervoerkosten.
Zij vervangt de bepalingen van HOOFDSTUK 8, mobiliteit, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, gesloten in het paritair comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2011-2012.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
25/11/2013 |
Registratienr
118603 |
Geldig van
01/01/2014 |
Geldig tot
01/07/2014 |
Neerleggingsdatum
06/12/2013 |
Registratiedatum
20/12/2013 |
||
Onderwerp
verlenging van sommige bepalingen |
|||
BS Bericht van neerlegging
18/02/2014 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
16/12/2014 |
Gepubliceerd in het B.St. van
04/02/2015 |
||
Keywords
LONEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, AANWERVING, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, DISCRIMINATIE, BRUGPENSIOEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), OPZEGGING/ONTSLAG, SOCIALE VREDE |
Datum CAO
27/06/2011 |
Registratienr
105761 |
Geldig van
01/05/2011 |
Geldig tot
01/05/2014 |
Neerleggingsdatum
25/07/2011 |
Registratiedatum
19/09/2011 |
||
Onderwerp
financiële bijdrage in de vervoerskosten |
|||
BS Bericht van neerlegging
29/09/2011 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
26/11/2012 |
Gepubliceerd in het B.St. van
12/12/2012 |
||
Keywords
LONEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2024 | 31/12/2050 | 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels |
01/01/2022 | 31/12/2023 | 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels |
01/07/2019 | 31/12/2021 | 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels |
01/05/2017 | 30/06/2019 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |
01/05/2015 | 30/04/2017 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |
01/05/2014 | 30/04/2015 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |
01/05/2014 | 30/04/2014 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |
01/05/2013 | 30/04/2014 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |
01/01/2012 | 30/04/2013 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |
01/06/2009 | 31/12/2011 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |
17/12/2001 | 31/05/2009 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |
01/01/1999 | 16/12/2001 | 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten |