2103 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar voor de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00, 209.00.00-02.00, 209.00.00-03.00, 209.00.00-04.01, 209.00.00-04.02, 209.00.00-05.00, 209.00.00-06.01, 209.00.00-06.02, 209.00.00-07.00, 209.00.00-08.00, 209.00.00-09.00, 209.00.00-10.00

Bijwerking: 05/05/2004
Geldig vanaf: 01/01/2003
Geldig tot: 30/06/2005

In het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid werd op 13 november 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst (regionaal akkoord 2003-2004 voor de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) gesloten. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen op 6 januari 2004 en geregistreerd op 3 februari 2004 onder het nr. 69669/CO/209. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 20 februari 2004.

 

Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar. In tegenstelling tot de nationale CAO die het conventioneel brugpensioen aan 56 jaar verlengd tot 31 december 2004 (zie onze omzendbrief 209.00.00-0 onder Hfdst. 21.2), verlengt de provinciale CAO dit conventioneel brugpensioen tot 30 juni 2005.  

 

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brug­pensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze inter­­professionele documentatie nr. 355.

Voor de reglementering inzake stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) verwijzen wij u naar onze brochure.

A. CAO van 13 november 2003

HOOFDSTUK I - Inleiding

A. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid gelegen in de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Onder "bedienden" wordt verstaan mannelijke en vrouwelijke bedienden.

De bepalingen uit deze overeenkomst met betrekking tot de koopkracht, functieclassificatie, eindejaarspremie en werkzekerheid zijn uitsluitend van toepassing op de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

Volgende multizetel-ondernemingen worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van deze overeenkomst, enkel met betrekking tot het Hoofdstuk II - Koopkracht - artikel 3 en onder voorbehoud dat de onderneming tot een akkoord komt op bedrijfsvlak:

-      Nexans Benelux NV,

-      Philips NV.

B. Voorwerp

Artikel 2

Deze overeenkomst wordt gesloten in uitvoering van het Interprofessioneel Akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003.

(…)

HOOFDSTUK X - Brugpensioen

Artikel 20

De ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst komen overeen om de nationale sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot brugpensioen, binnen de wettelijke mogelijkheden te verlengen tot 30 juni 2005 voor de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, te weten:

(…)

-  brugpensioen op 56 jaar, voorzover de bediende 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kan rechtvaardigen waarvan 20 jaar in een nachtregeling zoals bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad, en zoals verlengd door artikel 19 van het Nationaal Akkoord van 11 juni 2001 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.

(…)

HOOFDSTUK XII - Sociale vrede

Artikel 24

De sociale vrede zal verzekerd zijn tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Bijgevolg zal op provinciaal, subgewestelijk of ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, uit te breiden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen.

Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de eerbiediging door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen.

HOOFDSTUK XIII - Duur

Artikel 25

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten voor bepaalde duur vanaf 1 januari 2003 tot 30 juni 2005.

 

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een werknemer ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpen­sioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 56 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 30 juni 2005. Inzoverre deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 30 juni 2005.

2. Anciënniteitsvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de werknemer die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 33 jaar loondienst.

Volgens deze CAO moet hij kunnen aantonen dat hij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie onder nummer 355.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering en wordt betaald door de werkgever.

5. Maandelijkse bijdrage

Als deelname in de meerkost van de werkloosheidsverzekering die voortvloeit uit deze regeling, wordt bepaald dat bij vervanging van de bruggepensionneerde door een langdurige werkloze (meer dan een jaar werkloos), de onderneming een maandelijkse bijdrage verschuldigd is aan de sociale zekerheid ten belope van een derde van de aanvullende vergoeding. Bij vervanging door een andere werknemer beloopt de bijdrage de helft van de aanvullende vergoeding.

Deze bijdrage blijft verschuldigd tot en met de maand waarin de bruggepensionneerde de leeftijd van 58 jaar bereikt.


Historiek
01/07/2023 30/06/2025 2103 SWT 60 jaar - 33 jaar - nachtarbeid / zwaar beroep
01/07/2021 30/06/2023 2103 SWT 60 jaar - 33 jaar - nachtarbeid / zwaar beroep
01/07/2019 30/06/2021 2103 SWT 59 jaar - 33 jaar - nachtarbeid / zwaar beroep
01/01/2019 30/06/2019 2103 SWT 59 jaar - 33 jaar - nachtarbeid / zwaar beroep
01/07/2017 31/12/2018 2103 SWT 58 jaar/59 jaar - 33 jaar - nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2017 30/06/2017 2103 SWT 58 jaar - 33 jaar - nachtarbeid of zware beroepen
01/01/2017 31/12/2016 2103 SWT 58 jaar - 33 jaar + nachtarbeid of zware beroepen
07/12/2015 31/12/2016 2103 SWT 58 jaar - 33 jaar + nachtarbeid of zware beroepen
01/01/2014 31/12/2014 2103 SWT 56 jaar - 33 jaar loopbaan waarvan 20 jaar nachtarbeid
01/01/2014 31/12/2013 2103 210201 Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar (20 jaar arbeid met nachtprestaties)
01/07/2013 31/12/2013 2103 210201 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar (20 jaar arbeid met nachtprestaties)
01/01/2013 30/06/2013 2103 210201 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar (20 jaar arbeid met nachtprestaties)
01/01/2011 31/12/2012 2103 210201 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar (20 jaar arbeid met nachtprestaties)
01/01/2009 31/12/2010 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2007 31/12/2008 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2003 30/06/2005 2103 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar voor de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
01/07/2003 31/12/2004 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar