2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00, 209.00.00-02.00, 209.00.00-03.00, 209.00.00-04.01, 209.00.00-04.02, 209.00.00-05.00, 209.00.00-06.01, 209.00.00-06.02, 209.00.00-07.00, 209.00.00-08.00, 209.00.00-09.00, 209.00.00-10.00

Bijwerking: 20/10/2008
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2008

In het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid werd op 24 september 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst (nationaal akkoord 2007-2008) gesloten in verband met het conventioneel brugpensioen op 56 jaar. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 29 november 2007 onder het nr. 85840/CO/209.

Wij geven U hierna de bepalingen van het sectoraal akkoord 2007-2008 betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar en vervolgens een commentaar.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brug­pensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze brochure.

A. Bepalingen van het sectoraal akkoord 2007-2008 in verband met brugpensioen

(…)

Artikel 8 - Brugpensioen

(…)

§2  De brugpensioenleeftijd wordt, binnen de wettelijke mogelijkheden, verlaagd tot 56 jaar voor bedienden die een beroepsverleden van 33 jaar als werknemer kunnen aantonen waarvan 20 jaar arbeid met nachtprestaties in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst n°46, gesloten in de Nationale Arbeidsraad voor de periode gaande van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.

(…)

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarden

Wanneer een bediende ontslagen wordt door zijn werkgever, kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 56 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 2008. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 2008.

Zie ook onze brochure brugpensioen. 

2. Anciënniteitsvoorwaarden

De bediende die minstens 56 jaar is op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd en die een beroepsverleden van minstens 33 jaar waarvan 20 jaar nachtarbeid kan aantonen.

Zie ook onze brochure brugpensioen. 

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het interprofessioneel stelsel van brugpensioen (voornoemd K.B. van 7 december 1992), moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers.

De vervanging moet plaats vinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Zie ook onze brochure brugpensioen wat betreft de hoedanigheid van de vervanger, modaliteiten inzake de vervangingsplicht, mogelijke afwijkingen,... 

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering. Zij wordt betaald door de werkgever. 


Historiek
01/07/2023 30/06/2025 2103 SWT 60 jaar - 33 jaar - nachtarbeid / zwaar beroep
01/07/2021 30/06/2023 2103 SWT 60 jaar - 33 jaar - nachtarbeid / zwaar beroep
01/07/2019 30/06/2021 2103 SWT 59 jaar - 33 jaar - nachtarbeid / zwaar beroep
01/01/2019 30/06/2019 2103 SWT 59 jaar - 33 jaar - nachtarbeid / zwaar beroep
01/07/2017 31/12/2018 2103 SWT 58 jaar/59 jaar - 33 jaar - nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2017 30/06/2017 2103 SWT 58 jaar - 33 jaar - nachtarbeid of zware beroepen
01/01/2017 31/12/2016 2103 SWT 58 jaar - 33 jaar + nachtarbeid of zware beroepen
07/12/2015 31/12/2016 2103 SWT 58 jaar - 33 jaar + nachtarbeid of zware beroepen
01/01/2014 31/12/2014 2103 SWT 56 jaar - 33 jaar loopbaan waarvan 20 jaar nachtarbeid
01/01/2014 31/12/2013 2103 210201 Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar (20 jaar arbeid met nachtprestaties)
01/07/2013 31/12/2013 2103 210201 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar (20 jaar arbeid met nachtprestaties)
01/01/2013 30/06/2013 2103 210201 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar (20 jaar arbeid met nachtprestaties)
01/01/2011 31/12/2012 2103 210201 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar (20 jaar arbeid met nachtprestaties)
01/01/2009 31/12/2010 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2007 31/12/2008 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2003 30/06/2005 2103 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar voor de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
01/07/2003 31/12/2004 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar