1502 Opzeggingstermijnen

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 12/12/2017
Geldig vanaf: 01/01/2018

Opzeggingstermijnen voor de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2014 aanving

Voor de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2014 aanving en die na 31 december 2017 worden ontslagen of ontslag nemen, wordt het kliksysteem toegepast.

Opzeggingstermijnen voor arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst ten vroegste vanaf 1 januari 2014 aanving

Voor de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst ten vroegste vanaf 1 januari 2014 aanving en die na 31 december 2017 worden ontslagen of ontslag nemen, gelden de opzeggingstermijnen van het algemene stelsel dat sinds de harmonisatie van de statuten van arbeiders en bedienden in 2014 van kracht is.

Opzeggingstermijnen voor de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2018 eindigt

Zie historiek (uitzonderingstermijnen). 

Opzeggingstermijnen voor de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2014 aanving

Voor de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2014 aanving en die na 31 december 2017 worden ontslagen of ontslag nemen, wordt het kliksysteem toegepast: toepassing van de opzeggingstermijnen die op 31 december 2013 van kracht zijn voor het gedeelte van de anciënniteit die de arbeider tot 31 december 2013 heeft verworven.

Voor deze arbeiders wordt de opzeggingstermijn in twee stappen berekend waarbij twee anciënniteitsperiodes worden onderscheiden:

  • voor het gedeelte van de anciënniteit die de arbeider op 31 december 2013 heeft verworven, berekent men de overeenstemmende opzeggingstermijn door onderstaande tabel toe te passen;
  • voor het gedeelte van de anciënniteit die de arbeider vanaf 1 januari 2014 heeft verworven, het zijn de opzeggingstermijnen van het algemene stelsel dat sinds de harmonisatie van de statuten van arbeiders en bedienden in 2014 van kracht is;
  • men telt daarna de twee opzeggingste jarmijnen samen om de na te leven opzeggingstermijn te bekomen.

Verworven anciënniteit op  31 december 2013

Opzegging door de werkgever van een arbeider die voor 1 januari 2012 in dienst trad

Opzegging door de werkgever van een arbeider die vanaf 1 januari 2012 in dienst trad (**)

Opzegging door de werknemer

minder dan 6 maanden

3 werkdagen (*)

4 werkdagen (*)

1 werkdag (*)

Van 6 maanden tot minder dan 3 jaar

14 kalenderdagen

16 kalenderdagen

7 kalenderdagen

Van 3 tot minder dan 20 jaar

28 kalenderdagen

32 kalenderdagen

14 kalenderdagen

20 jaar en meer

56 kalenderdagen

64 kalenderdagen

28 kalenderdagen

(*) Het begrip "werkdag" dekt alle kalenderdagen met uitzondering van zondagen, feestdagen en dagen waarop niet mag worden gewerkt krachtens een reglementering die voor de bouwsector van toepassing is.

(**) Deze termijnen zijn niet van toepassing wanneer de arbeider vóór 1 januari 2012 tewerkgesteld was bij dezelfde werkgever met een eerdere arbeidsovereenkomst en de  onderbreking tussen de eerdere arbeidsovereenkomst en de volgende niet langer is dan 7 dagen.

Opzeggingstermijnen voor arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst ten vroegste vanaf 1 januari 2014 aanving

Hiervoor gelden de opzeggingstermijnen van het algemene stelsel dat sinds de harmonisatie van de statuten van arbeiders en bedienden in 2014 van kracht is.

Commentaar

De opzeggingstermijnen gaan in de maandag volgend op de week waarin de betekening van de opzegging uitwerking heeft.

De door de werkgever betekende opzeggingstermijnen worden geschorst door de in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voorziene gevallen van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zoals ziekte, arbeidsongeval, vakantie, militaire dienst, enz...

Tijdens de inhaalrustdagen voor de arbeidsduurvermindering in de bouwnijverheid wordt de opzeggingstermijn in de regel niet geschorst vermits die schorsingsoorzaak niet onder de in de wet voorziene gevallen voorkomt.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 2022 tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur (nr. 172954/CO/124), toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, voorziet in haar artikel 8 echter dat de opzeggingstermijn betekend door de werkgever wordt geschorst tijdens de rustdagen in de periode van:

  • 3 januari 2023 tot en met 6 januari 2023;
  • 26 december 2023 tot en met 5 januari 2024;
  • 23 december 2024 tot en met 3 januari 2025;
  • 22 december 2025 tot en met 2 januari 2026;
  • 21 december 2026 tot en met 31 december 2026.

Tijdens de inhaalrustdagen gelegen in de loop van het jaar wordt de opzeggingstermijn niet geschorst.

Op de vraag of de opzeggingstermijn eveneens wordt geschorst tijdens de inactiviteitsdagen (weekends en feestdagen) die in de eindejaarperiode vallen, bestaat geen eenduidig antwoord.

De FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg volgt de rechtspraak van de arbeidsrechtbank van Brussel (Arbrb. Brussel 28 september 1994, Soc. Kron. 1995, 238) die stelt niet alleen de werkdagen maar ook de gewone inactiviteitsdagen, zondagen en feestdagen die binnen de schorsingsperiode liggen (d.w.z. daardoor volledig omsloten worden), worden meegeteld.

Dit betekent weliswaar niet dat alle hoven en rechtbanken zich bij dit standpunt aansluiten. Volgens de Confederatie Bouw schorsen de feestdagen en weekenddagen die tijdens de eindejaarsperiode vallen de opzeggingstermijn niet.

Voorzichtigheidshalve is het dus aangewezen om in eerste instantie het standpunt van de Confederatie Bouw te volgen (geen schorsing tijdens feestdagen en weekenddagen). Anderzijds riskeert de werkgever dan wel aangesproken te worden tot betaling van een aanvullende opzeggingsvergoeding aangezien de RVA in principe het standpunt van de FOD WASO volgt. Het komt bijgevolg aan de werkgever toe om deze afweging te maken.

Volgens een standpunt van de Confederatie Bouw schorsen inhaalrustdagen waarvoor de werknemer kiest ingevolge de prestatie van bijkomende uren in het kader van KB 213 de opzeggingstermijn niet.

Wanneer daarentegen een bouwarbeider een winteropleiding volgt tijdens een periode van weerverlet, schorst dit wel de opzeggingstermijn aangezien de arbeider zich op dat ogenblik in een periode van tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer bevindt. 

 


Historiek
01/01/2018 31/12/2999 1502 Opzeggingstermijnen
01/01/2014 31/12/2017 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2013 31/12/2013 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2005 31/12/2012 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2002 31/12/2004 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2001 31/12/2001 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2000 31/12/2000 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken