1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 03/04/2002
Geldig vanaf: 01/01/2002
Geldig tot: 31/12/2004

In het bouwbedrijf zijn speciale opzeggingstermijnen en een regeling van de afwezigheid met behoud van loon om een nieuwe betrekking te zoeken, van toepassing. Deze maken het voorwerp uit van het koninklijk besluit van 13 januari 1982, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 januari 1982, gewijzigd door het koninklijk besluit van 4 maart 1987, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 6 mei 1987.

 

Verder bepaalt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2001 tot vastelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren dat de opzeggingstermijn betekend door de werkgever wordt geschorst tijdens de rustdagen die in de periode van 23 december 2002 tot en met 3 januari 2003.

 

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de opzeggingstermijnen :

 

Duur van de ononderbroken dienstprestatie

Opzeggingstermijn te geven door de werkgever

Opzeggingstermijn te geven door de werknemer

Minder dan 6 maanden

3 WERKdagen (1) (2)

1 WERKdag (1) (2)

Van 6 maanden tot minder dan 3 jaar

14 kalenderdagen (1) (3)

7 kalenderdagen (1) (3)

Van 3 jaar tot minder dan 20 jaar

28 kalenderdagen (3) (4)

14 kalenderdagen (3) (4)

20 jaar en meer

56 kalenderdagen (3) (4)

28 kalenderdagen (3) (4)

Commentaar :

1.   In het koninklijk besluit van 13.1.1982 is vermeld dat de opzeggingstermijn aanvangt op de dag volgend op die waarop hij werd betekend. De door de werkgever betekende opzegging mag echter niet gebeuren door overhandiging van een geschrift aan de werknemer. De betekening dient te gebeuren met een aangetekende brief die uitwerking heeft de derde "werkdag" na de dag van verzending. In dit verband worden de zaterdagen nog steeds als werkdagen beschouwd. De opzeggingsbrief wordt geacht ontvangen te zijn op die 3e werkdag en gaat ten vroegste 's anderendaags in.

 

      De door de werkgever gegeven opzegging van 3 "werkdagen" bij een dienstprestatie van minder dan 6 maanden moet ingaan op een "werkdag" in de zin van het koninklijk besluit van 13.1.1982, nl. een kalenderdag met uitsluitingen van zondagen, feestdagen en dagen waarop, krachtens de voor de bouwnijverheid geldende reglementering, niet mag gewerkt worden.

 

      Voorbeeld :

      De opzegging moet ingaan op dinsdag 2 april 2002. Op maandag 1 april 2002 valt Paasmaandag. De opzeggingsbrief dient aangetekend verstuurd te worden ten laatste op woensdag 27 maart 2002. De 1e, 2e en 3e werkdag na verzending zijn donderdag 28, vrijdag 29 en zaterdag 30 maart 2002.

      De opzegging gaat in op de 1e werkdag in de bouwnijverheid die erop volgt nl. dinsdag 2 april 2002.

      N.B. De inhaalrustdagen 02/04, 10/05, 16/08 en 31/10 schorsen de opzeggingstermijn niet (zie bladz. 2).

 

2.   Het is ook mogelijk voor de werkgever de opzegging per deurwaardersexploot te betekenen. Dat heeft uitwerking op de dag van de betekening zelf.

 

 

 

 

Schorsing van de opzeggingstermijn en inhaalrustdagen voor de arbeidsduurvermindering

 

Algemeen

De door de werkgever betekende opzeggingstermijnen worden geschorst door de in de wet van 3.7.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voorziene gevallen van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zoals ziekte, arbeidsongeval, vakantie, militaire dienst, enz...

 

Tijdens de inhaalrustdagen voor de arbeidsduurvermindering in de bouwnijverheid wordt de opzeggingstermijn in de regel niet geschorst vermits die schorsingsoorzaak niet onder de in de wet voorziene gevallen voorkomt.

 

De collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2001 tot vastelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren voorziet in haar artikel 7 echter dat de opzeggingstermijn betekend door de werkgever wordt geschorst tijdens de periode van 23 december 2002 tot en met 3 januari 2003.

 

Commentaar :      Tijdens de overige inhaalrustdagen voor 2002, nl. 02/04, 10/05, 16/08 en 31/10/2002, wordt de opzeggingstermijn niet geschorst.

 

Bijzonder geval van de werklieden met minder dan 6 maanden anciënniteit.

De opzeggingstermijn van de werklieden die minder dan 6 maanden ononderbroken dienstprestaties tellen wordt uitgedrukt in werkdagen.

 

In de definitie van werkdag hierboven vermeld in punt (3) moet afgeleid worden dat een kalenderdag waarop krachtens de voor de bouwnijverheid geldende reglementering niet mag gewerkt worden niet als werkdag mag beschouwd worden. Dat is het geval voor die inhaalrustdagen (en o.m. voor de zaterdagen).

 

Daaruit volgt dat de drie werkdagen voor de door de werkgever betekende opzeggingstermijn of de werkdag van de door de werkman gegeven opzeggingstermijn, niet kunnen samenvallen met de inhaalrustdagen voor arbeidsduurvermindering.

 

 

 

 

 

 


(1)   In dit geval vangt de opzeggingstermijn aan op de dag volgend op de dag waarop de betekening van de opzegging uitwerking heeft.

      Voor de arbeiders die evenwel van een treinkaart geldig voor een week gebruik maken, dient de opzegging zo te worden gegeven dat de laatste dag van de opzeggingstermijn samenvalt met het einde van de week.

(2)   De werknemer mag tijdens deze opzeggingstermijn met behoud van loon van het werk wegblijven gedurende een halve arbeidsdag om een nieuwe dienstbetrekking te zoeken.

      Het begrip "werkdag" is van toepassing op iedere kalenderdag met uitsluiting van de zondagen, feestdagen en de dagen waarop, krachtens de voor de bouwnijverheid geldende reglementering niet mag gewerkt worden.

(3)   De werknemer mag tijdens deze opzeggingstermijn met behoud van loon van het werk één- of tweemaal per week wegblijven om een nieuwe dienstbetrekking te zoeken, mits de duur van de afwezigheid in totaal die van een arbeidsdag per week niet overschrijdt (wettelijk stelsel).

(4)   De opzeggingstermijn gaat pas in op de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.


Historiek
01/01/2018 31/12/2999 1502 Opzeggingstermijnen
01/01/2014 31/12/2017 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2013 31/12/2013 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2005 31/12/2012 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2002 31/12/2004 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2001 31/12/2001 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken
01/01/2000 31/12/2000 1502 Opzeggingstermijnen en afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken