0401 Loonvoorwaarden
Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00
Bijwerking: 15/10/2007
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2008
In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 21 juni 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden, waarin o.m. de loonvoorwaarden van de arbeiders voorkomen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nr. 85058/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 oktober 2007.
Hieronder reproduceren wij in punt A deze loonvoorwaarden, in zonderheid in verband met de toepassingsmodaliteiten, de vaststelling ervan, de loonbijslagen voor bijzondere werken van de arbeiders, de arbeid in opeenvolgende ploegen, de arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke arbeidsuren en tenslotte de tegemoetkoming in de kost en huisvesting.
Een afzonderlijke collectieve overeenkomst werd afgesloten op 10 mei 1990 betreffende een loontoeslag voor het werken in petrochemische bedrijven. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 14 december 1990, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 29 januari 1991. Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2001 betreffende de omzetting in euro van de bedragen vermeld in de van kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten, afgesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (K.B. 22/03/2006; B.S. 25/04/2006).
Hieronder geven wij u daarenboven in punt B de loontoeslag voorzien voor de werken in petrochemische bedrijven voorzien in de CAO van 10 mei 1990.
Een afzonderlijke collectieve overeenkomst werd afgesloten op 22 juni 2006 betreffende de uitwerking van nieuwe arbeidsregelingen voor bepaalde ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 19 juli 2006 onder het nr. 80435/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2006.
Hieronder geven wij u daarenboven in punt C de loontoeslag en de maaltijdvergoeding voorzien voor de arbeiders et arbeidsters tewerkgesteld door de ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren voorzien in de CAO van 22 juni 2006.
Commentaar: De geactualiseerde bedragen van de lonen die op deze algemene loonvoorwaarden betrekking hebben evenals van de algemene kost- en huisvestingsvergoeding vindt u terug in onze sectorale documentatie Hfdst. 0402. De beroepenclassificatie die betrekking heeft op onze lonen vindt u in onze sectorale documentatie Hfdst. 03.
A. Tekst van de CAO van 21 juni 2007
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.
Onder "arbeiders" verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Artikel 2
Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze CAO ook van toepassing op de arbeiders in dienst van gedeelten van ondernemingen, zoals bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.
Artikel 3
Een aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de aan boord van het baggermaterieel tewerkgestelde arbeiders, alsmede van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van diegenen die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.
Een andere aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden.
Voor de bij deze aanvullende overeenkomsten niet beoogde gevallen, geldt de huidige CAO.
HOOFDSTUK II - Lonen, basisschalen
Artikel 4
§1. De minimumlonen van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld in artikel 1, zijn per 31 december 2006 als volgt vastgesteld:
- Categorie I: 11,557 EUR;
- Categorie I A: 12,135 EUR;
- Categorie II: 12,321 EUR;
- Categorie II A: 12,937 EUR;
- Categorie III: 13,103 EUR;
- Categorie IV: 13,910 EUR.
De lonen worden gedurende de periode 2007-2008 verhoogd met 5%, indexeringen inbegrepen. De reële lonen worden verhoogd met de bedragen en volgens de modaliteiten vermeld in onderstaande tabel:
Categorie | 01/06/2007 | 01/01/2008 | 01/07/2008 | Lonen op 01/10/2008* |
I | +0,050 EUR | +0,050 EUR | +0,050 EUR | 12,135 EUR |
I A | +0,050 EUR | +0,050 EUR | +0,050 EUR | 12,742 EUR |
II | +0,050 EUR | +0,050 EUR | +0,050 EUR | 12,937 EUR |
II A | +0,050 EUR | +0,050 EUR | +0,050 EUR | 13,584 EUR |
III | +0,050 EUR | +0,050 EUR | +0,050 EUR | 13,758 EUR |
IV | +0,050 EUR | +0,050 EUR | +0,050 EUR | 14,606 EUR |
* De loonsverhoging voorzien op 1 oktober 2008 wordt toegekend na een evaluatie op het gebied van de indexevolutie ten einde het juiste saldo van 5 % te bepalen, dat verrekend wordt per categorie, volgens het correctiemechanisme.
(…)
HOOFDSTUK VI - Verschillende modaliteiten
Artikel 15
De loonsverhogingen ten gevolge van de wijzigingen van de minimumlonen en de effectieve lonen gaan in op de in artikel 4 opgegeven data.
Voor de ondernemingen waar de betaalperioden niet op de eerste dag van de maand beginnen te lopen, geldt de regel dat de loonaanpassingen ten gevolge van de koppeling aan het gezondheidsindexcijfer van kracht worden met ingang van de eerstkomende betaalperiode na de wijziging.
Onverminderd het bepaalde in de volgende zin, is de werkgever in orde met zijn verplichtingen, zodra hij de lonen welke voorkomen in artikel 4 betaalt; de toekenning van hogere lonen wordt alleen door de werkgever beoordeeld.
Zo de werkgever hogere lonen uitkeert, dan moeten de bij overeenkomst bepaalde verhogingen, inclusief de kwartaalaanpassingen ten gevolge van de koppeling van de minimumlonen aan het gezondheidsindexcijfer, gevoegd worden bij al de lonen die werkelijk uitbetaald worden op het ogenblik waarop de wijziging intreedt.
Wanneer een arbeider van een vorige werkgever een hoger loon verkregen heeft dan in artikel 4 is vastgelegd, bestaat er voor de nieuwe werkgever geen verplichting hem hetzelfde loon uit te betalen.
De indienstneming mag bijgevolg altijd geschieden met strikte toepassing van de bedragen die voorkomen in artikel 4.
De uitbetaling van het loon aan de arbeiders geschiedt normaal vóór het einde van de arbeidsdag tijdens dewelke het loon overeenkomstig het arbeidsreglement wordt betaald.
Onverminderd de bepalingen van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers wordt, in geval van afdanking van een arbeider, het hem verschuldigde loon vereffend op het einde van de opzeggingstermijn of uiterlijk binnen vier dagen na het einde van deze termijn.
Binnen de termijnen bepaald bij de desbetreffende overeenkomst, moet hem eveneens zijn "weerverletkaart" en zijn "getrouwheidskaart" voorzien van de nodige zegels, overhandigd worden.
Overeenkomstig artikel 141 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt de gelijke beloning verzekerd aan de arbeiders en arbeidsters die hetzelfde werk verrichten.
Gelijkheid van beloning in de zin van vorig lid houdt in:
- dat de beloning voor gelijke arbeid in stukloon wordt vastgesteld op basis van eenzelfde maatstaf;
- dat de beloning voor arbeid in tijdloon dezelfde is voor eenzelfde functie.
HOOFDSTUK VII - Vaststelling van de lonen
Artikel 16
De lonen worden bepaald naar gelang van:
- de beroepsbekwaamheid van de arbeiders (zie artikelen 5 tot 11 -
Zie Hfdst. 03);
Onverminderd de bepalingen van artikel 30, moet, wanneer de werkgever de arbeider opdraagt zich van de werk- of bouwplaats naar een andere dergelijke plaats te begeven, eerstgenoemde de reiskosten voor zijn rekening nemen.
De bijkomende tijd voor deze verplaatsingen vereist, wordt vergoed als werkelijke arbeidstijd.
Het voorgaande lid is echter niet van toepassing op de eerste verplaatsing van de exploitatiezetel naar de bouwplaats (of de laatste verplaatsing van de bouwplaats naar de exploitatiezetel) indien deze verplaatsing voorafgegaan (gevolgd) wordt door het laden (of lossen) van een bestelwagen op de exploitatiezetel van materiaal en/of materieel nodig voor de uitvoering van het werk, indien deze tijd niet langer duurt dan 5 minuten.
HOOFDSTUK VIII - Beloning van jonge arbeiders
Het loon van de arbeiders tot 18 jaar is als volgt vastgesteld:
Leeftijd | % loon arbeider van de categorie I |
15 jaar | 54% |
15 jaar en 6 maanden | 59% |
16 jaar | 64% |
16 jaar en 6 maanden | 74% |
17 jaar | 84% |
17 jaar en 6 maanden | 94% |
18 jaar | 100% |
Het minimum uurloon voor de studenten die tewerkgesteld zijn in het kader van een overeenkomst voor studenten, bedoeld bij titel VII van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, wordt per 1 juli 2007 als volgt vastgesteld, ongeacht de periode van tewerkstelling:
- voor de studenten die een bouwopleiding volgen: 8,475 EUR;
- voor de overige studenten: 7,775 EUR.
Deze uurlonen worden ieder jaar per 1 juli geïndexeerd.
(...)
Op het in het 1ste lid bedoelde uurloon worden de conventionele verhogingen bepaald in artikel 4 niet toegepast.
(...)
HOOFDSTUK X - Loonbijslagen voor bijzondere werken
I. Werken bij de uitvoering waarvan de arbeiders gevoelens van onzekerheid, vrees, onrust, kunnen ondervinden, in weerwil van de getroffen veiligheidsmaatregelen
Artikel 22
Onverminderd de dwingende bepalingen van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, die verplichtingen opleggen aan de arbeiders, is de werkgever verantwoordelijk voor de arbeidsveiligheid.
Hierbij wordt hij bijgestaan door de dienst voor bescherming en preventie op het werk en door de vakbondsafvaardiging, indien er één is.
De in dit artikel bedoelde loonbijslagen zijn dus niet bestemd tot compenseren van het gevaar dat eventueel bestaat bij de uitvoering van de betrokken prestaties.
Alle voorzorgsmaatregelen en aangepaste maatregelen moeten immers steeds getroffen zijn om de uitvoering van het werk mogelijk te maken in omstandigheden die voldoende veiligheid en bescherming waarborgen.
Het blijft niettemin waar dat het, wegens de bijzondere omstandigheden waarin bepaalde taken moeten uitgevoerd worden, gerechtvaardigd is hiervoor een loonbijslag uit te keren aangezien de arbeiders af te rekenen hebben met spanningen of emoties verbonden aan buitengewone omstandigheden.
Deze loonbijslagen zijn bijgevolg enkel verschuldigd over de tijd waarin de arbeiders bezig zijn met de hierna nader omschreven werken:
Toe te kennen loonbijslag | |
Herstelling van leidaken (natuurlijke of kunstmatige) of pannendaken op normaal dakwerk gelegen op minimum 20 meter hoogte wanneer er kroonlijsten ontbreken | 10% |
Schilderen van metalen gebinten en pylonen op een minimum van 15 meter hoogte | 10% |
Werken met continu glijbekisting op minder dan 25 meter hoogte | 10% |
Rioleringswerken en andere leidingen uitgevoerd in nauwe sleuven met een diepte van ten minste 1,70 meter | 10% |
Werken in galerijen: doorboringswerken tot bij de voltooiïng van de voorlopige verlichtings- en ventilatie-installaties en tot dat de veiligheid, overeenkomstig het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, is gewaarborgd | 10% |
Bedienaars van rots-ripmachines als het werk in moeilijke omstandigheden moet worden uitgevoerd (rotsachtig talud en gevaarlijke werkomstandigheden) | 10% |
Het werk aan de topmachine | 15% |
Nieuwe bekledingen van torenspitsen en koepeldaken | 25% |
Bouwen en herstellen van torenspitsen | 25% |
Slopingswerken aan gebouwen die in wankele toestand verkeren | 25% |
Werken in de omheining of aan gebouwen van in werking zijnde petroleumraffinaderijen (onder "omheining van petroleumraffinaderijen" wordt verstaan de plaats waar gevaar bestaat of waar speciale voorzorgsmaatregelen wegens gevaar opgelegd zijn), en werken in de warme zone van kerncentralesGezien de installaties van de petroleumraffinaderijen en kerncentrales verschillen van streek tot streek, wordt overeengekomen dat de verschillende interpretatiemogelijkheden die eventueel kunnen oprijzen tussen de plaatselijke werknemers- en werkgeversorganisaties samen door dezen dienen onderzocht. Gevraagd wordt de bijslag van 25 % als een maximum te beschouwen. In ieder geval kan deze bijslag nooit minder dan 15 % bedragen. Bij ontstentenis van een plaatselijke interpretatievergelijk wordt de normale verzoeningsprocedure ingesteld op verzoek van de meest gerede partij. | 25% |
Werken uitgevoerd door de "rotskammers" vanaf 15 meter hoogte in de ruimte | 25% |
Bouwen van fabrieksschoorstenen Deze loonbijslag is toegekend aan de arbeiders die gespecialiseerd zijn in de bouw van fabrieksschoorstenen met uitzondering van hen die op de grond tewerkgesteld zijn. | 40% |
Herstellingen in opzoeking uitgevoerd aan de bekleding van torenspitsen en koepels | 50% |
Vernieuwing van dakbedekkingen van torenspitsen en koepels, wanneer er kroonlijsten ontbreken | 50% |
Herstellingen van fabriekschoorstenen Deze loonbijslag is toegekend aan de arbeiders die gespecialiseerd zijn in het herstellen van fabriekschoorstenen met uitzondering van hen die op de grond tewerkgesteld zijn. | 50% |
Plaatsen, wegnemen en onderhouden van torenhanen | 100% |
Plaatsen en herstellingen van dakbekledingen op rollend raam | 100% |
Bouwen van koeltorens in monolietbeton:
|
|
In de hoogte uitgevoerde ruwbouwwerken (toren- en flatgebouwen), wanneer degene die deze werken uitvoert zich rechtstreeks in de ruimte bevindt:
|
|
Het oprichten en het afbreken van steigers:
|
|
Alleen voor stukadoorwerk: werken aan dakgoten, op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen en hangsteigers | 10% |
Voor de schilders: het werk aan dakgoten met behulp van de haakladders, "dakgootladder" genaamd waarbij genoemde dakgoot zich ten minste 15 meter boven de grond bevindt | 10% |
Voor de loodgieters-zinkbewerkers alleen: werken aan dakgoten in de ruimte en meer dan 15 meter hoog voor zover de arbeiders zich bevinden op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen of hangsteigers | 10% |
Werken in de dakgoten zijn uitgesloten.
De loonbijslagen voor het oprichten en het afbreken van steigers meer dan 15 meter in de ruimte en voor werken aan dakgoten op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen en hangsteigers zijn niet van toepassing voor de werken uitgevoerd door de dakdekkers.
De aangeduide percentages moeten berekend worden op het regelingsloon en hoeven slechts uitbetaald te worden aan de arbeiders die werken op de verschillende aangeduide hoogten en voor uren die aan deze werken besteed worden.
II. Ongezonde, hinderlijke of lastige werken
Artikel 23
Zoals voor artikel 22 hierboven zijn de aangegeven loonbijslagen wegens de bijzondere aard van deze werken alleen maar verschuldigd voor de tijd waarin bedoelde werken worden uitgevoerd:
A. Lijst der ongezonde werken
Toe te kennen loonbijslag | |
Werken met de steekvlam met gas of met elektrische boogvlam op geschilderde, gegalvaniseerde of verloodde metalen | 10% |
Pistoolschilderwerken en verstuivingswerken | 10% |
Het werk met pistool in de stukadoorwerken | 10% |
Reinigen met zandstralen | 10% |
Werk uitgeoefend door arbeiders die met de spuit koolwaterstofhoudende producten (teer of bitumen) in de vorm van vloeistof en onder druk spreiden of die rechtstreeks in contact komen met die producten | 10% |
Het werken met een snijschijf als tenminste 1 uur lang ononderbroken wordt gewerkt | 10% |
Het uitgieten van zakken cement in de betonmolen | 12,5% |
Behandeling van los cement wanneer er geen speciale installaties zijn en de arbeider ernstig blootgesteld is aan stuivend cement | 12,5% |
Belangrijke schraapwerkzaamheden op stukadoorswerken door arbeiders stukadoors | 12,5% |
Impregneren van hout door bevochtiging met schadelijke producten en/of bewerking van het aldus behandelde houtDeze loonbijslag is niet toepasselijk op de dakdekkers. | 15% |
Herstelling van stookketels (vuurvaste stenen) | 25% |
Graven van putten en tunnels met de kaphamer | 25% |
Werken in ingebruik zijnde tunnels | 25% |
Werken bij de uitvoering waarvan de arbeider op ernstige wijze blootgesteld is aan aanrakingen met in ontbinding verkerende organische stoffen, aan de uitwerkselen van vuur, water, radioactieve bestralingen, moerassen, slijk, roet, gassen, bijtende stoffen, zuren, stof in gesloten lokalen; werken voor ontstopping van riolen in gebouwen | 25% |
Reinigen en herstellen van oude beerputten; reinigen en herstellen van nijverheidsovens, wanneer deze schadelijke gassen uitwasemen; het buitenwerk met het cementgum | 50% |
Het teren van beerputten, het binnenwerk met het cementgum | 100% |
B. Lijst der hinderlijke of lastige werken
Toe te kennen loonbijslag | |
Werkzaamheden van arbeiders belast met werken van effectieve dakbedekking | 4% |
Werk van de kalorifugeurs wanneer zij los glaswol gebruiken | 5% |
Het hanteren van de betonbreker, het mechanische heiblok of de pneumatische hamer | 10% |
Bedienen van een pneumatische boorhamer of betonbreker van minstens 15 kilo | 15% |
Bestratingswerken | 10% |
Uitblazen van bestratingsvoegen met samengeperste lucht | 10% |
Aanleggen van wegenasfalt: voor de bestuurders van de afwerkmachine, de aanstampers, de harkers en de walsbestuurders | 10% |
Grondstabilisatiewerken met kalk met inbegrip van de chauffeurs doorlopend tewerkgesteld op een dergelijke bouwplaats | 25% |
Het werken met een thermische lans:
|
|
Werken in samengeperste lucht: Druk van:
|
|
De volgende prestaties worden van de werklieden gevraagd:
Druk van:
- 0 tot 1.250 g/cm2: 3 ploegen van 8 uren;
- 1.251 tot 2.000 g/cm2: 4 ploegen van 6 uren;
- 2.001 tot 2.500 g/cm2: 6 ploegen van 4 uren;
- 2.501 tot 3.000 g/cm2: 8 ploegen van 3 uren.
Voor de werken waarbij men zich bedient van botten of dijlaarzen, moeten deze door de werkgever verschaft worden.
III. Samenvoeging van de loonbijslagen voor bijzondere werken
Artikel 24
In bepaalde gevallen kan men de loonbijslagen bepaald bij de artikelen 22 en 23 samenvoegen.
Het samenvoegen van de bijslagen is evenwel niet mogelijk voor de in eenzelfde artikel vermelde werken. Bovendien mag de samenvoeging van de loonbijslagen niet leiden tot een totaal bedrag dat 50 % van het normale loon overschrijdt.
Net als bij de artikelen 22 en 23 zijn deze loonbijslagen wegens de bijzondere aard van deze werken alleen maar verschuldigd voor de tijd waarin bedoelde werken inderdaad worden uitgevoerd.
(...)
HOOFDSTUK XII - Arbeid in opeenvolgende ploegen
Artikel 26
Bij het berekenen van de vergoeding voor ploegwerk, wordt enkel rekening gehouden met het tijdstip van het etmaal waarop de werken worden uitgevoerd.
Ongeacht de benaming van de verschillende ploegen en ongeacht het uur waarop het werk wordt aangevat of beëindigd, worden de uurprestaties tussen:
- 6 en 14 uur betaald tegen 110 % van het loon;
- 14 en 22 uur betaald tegen 110 % van het loon;
- 22 en 6 uur betaald tegen 125 % van het loon.
Artikel 27
Wanneer in drie opeenvolgende ploegen gewerkt wordt krijgt elke ploeg een halfuur dienstonderbreking voor schafttijd, waarvoor het normale loon wordt uitbetaald.
HOOFDSTUK XIII - Arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke daguren
Artikel 28
's Nachts gepresteerde uren tussen 22 en 6 uur worden betaald tegen 125 % van het loon.
In dit geval wordt er eveneens een half uur dienstonderbreking voor schafttijd toegekend zonder loonverlies.
Voor de werken die de invloed van de getijden ondergaan (zoals werken aan dijken en golfbrekers), worden de 's ochtends tussen 6 en 7 uur en 's avonds tussen 18 en 22 uur gepresteerde uren betaald tegen 115 % van het loon.
Deze bepaling mag echter niet tot gevolg hebben dat het bedrag vermindert van hetgeen de werkgever tot hiertoe in het kader van de beschikkingen eigen aan de onderneming, toekende.
(...)
HOOFDSTUK XVI - kost en huisvesting
Artikel 31
Wanneer de arbeider werkzaam is op een werkplaats die zo ver van zijn woonplaats verwijderd is, dat hij onmogelijk dagelijks naar huis kan terugkeren, moet de werkgever hem naar behoren kost en huisvesting verstrekken.
Artikel 32
De werkgever kan zich door uitkering van een vergoeding voor kost en huisvesting per werkdag, van de verplichting voorzien bij artikel 31 kwijten.
De vergoedingen geldig vanaf 1 januari 2007 bedragen:
- Huisvestingsvergoeding: 10,87 EUR;
- Kostvergoeding: 22,11 EUR.
Commentaar: De geactualiseerde bedragen van de vergoedingen voor kost- en huisvesting worden behandeld in onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.
(…)
HOOFDSTUK XVIII - Geldigheidsduur
Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2007 en vervangt de CAO van 2 juni 2005 betreffende de arbeidsvoorwaarden.
Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten CAO.
Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Artikel 36
§1. In afwijking op artikel 35, 1ste lid, heeft artikel 17, 3de lid van deze overeenkomst pas uitwerking nadat een koninklijk besluit in uitvoering van artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971 werd genomen op verzoek van het paritair comité.
§2. In afwijking op artikel 35, 1ste lid, treedt het barem'a bepaald bij artikel 18, §1 in werking op 1 juni 2007. Voor de periode 1 januari 2007 tot 31 mei 2007 blijft het barema bepaald in artikel 16, §1 van de CAO van 2 juni 2005 betreffende de arbeidsvoorwaarden van toepassing.
De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan om tegen uiterlijk 1 januari 2009 dit barema te wijzigen in een anciënniteitbarema. De motivering berust bij het feit dat zij een ander regime voor de deeltijdse arbeid voor leerplichtigen wensen in te voeren.
§2. In afwijking op artikel 35, 1ste lid, treedt het artikel 19 in werking op 1 juli 2007. Voor de tewerkstelling van studenten in de periode 1 januari 2007 tot 30 juni 2007 blijft artikel 16, §2 van de CAO van 2 juni 2005 betreffende de arbeidsvoorwaarden van toepassing.
Commentaar: wij geven u hierna de bepalingen van artikel 16 van de CAO van 2 juni 2005:
§1. Het loon van de arbeiders tot 18 jaar is als volgt vastgesteld:
Leeftijd | % loon ongeschoolde |
15 jaar | 50% |
15 jaar en 6 maanden | 55% |
16 jaar | 60% |
16 jaar en 6 maanden | 70% |
17 jaar | 80% |
17 jaar en 6 maanden | 90% |
18 jaar | 100% |
§2. Het minimum uurloon voor de studenten die tewerkgesteld zijn in het kader van een overeenkomst voor studenten, bedoeld bij titel VII van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, wordt per 1 juli 2005 als volgt vastgesteld, ongeacht de periode van tewerkstelling:
- voor de studenten die een bouwopleiding volgen: 8,175 EUR;
- voor de overige studenten: 7,500 EUR.
Deze uurlonen worden ieder jaar per 1 juli geïndexeerd. Het nieuwe minimumloon is gelijk aan het basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
(...)
B. Tekst van de CAO van 10 mei 1990 - Bepalingen van bijkomende arbeidsvoorwaarden in petrochemische bedrijven
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en de arbeiders die zij tewerkstellen.
Men verstaat onder "arbeiders" de arbeiders en de arbeidsters.
HOOFDSTUK II - Arbeidsvoorwaarden
Artikel 2
Voor werken binnen de omheining van in werking zijnde petrochemische bedrijven, wordt een geïndexeerde loontoeslag uitbetaald. Deze loontoeslag is per 1 oktober 2001 vastgesteld op 0,466 EUR per uur.
Voor de periode van 1 oktober 2001 tot 31 december 2001, geldt in plaats van het bedrag van 0,466 EUR, vermeld in het vorige lid, het bedrag van 18,80 BEF.
Commentaar: De geactualiseerde bedragen van deze loontoeslag worden behandeld in onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.
Artikel 3
Deze toeslag is enkel verschuldigd voor de tijd besteed aan werkzaamheden op de bedoelde plaatsen.
HOOFDSTUK III - Inwerkingtreding
Artikel 4
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1990, is afgesloten voor een onbepaalde duur en kan opgezegd worden door elk der partijen mits een opzegging van 6 maanden per aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité.
Commentaar: De nieuwe bepalingen van het artikel 2 treden in werking op 1 oktober 2001 (zie CAO van 25 oktober 2001).
C. Tekst van de CAO van 22 juni 2006 betreffende de uitwerking van nieuwe arbeidsregelingen voor bepaalde ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op:
- de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld door de ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren;
- de werkgevers die de arbeiders en arbeidsters bedoeld onder 1. tewerkstellen.
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel nieuwe arbeidsregelingen in te voeren in de ondernemingen bedoeld in artikel 1.
Zij is gesloten in uitvoering van de bepalingen van de wet van 17 maart 1987 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen.
(…)
HOOFDSTUK V - Loontoeslag
Artikel 10
Een loontoeslag van 10% berekend op het baremieke uurloon wordt toegekend voor de arbeidsprestaties verricht voor 7 uur ’s morgens en na 19 uur ’s avonds.
Een loontoeslag van 25% wordt toegekend voor de prestaties verricht na 22 uur ’s avonds en voor 6 uur ’s morgens. Deze toeslag is niet cumuleerbaar met de loontoeslag zoals voorzien in de vorige lid.
HOOFDSTUK VI - Maaltijdvergoeding
Artikel 11
Een maaltijdvergoeding van 5,5 EUR wordt uitbetaald telkens de arbeidstijd gecumuleerd met de beschikbaarheidtijd de 9 uur overschrijdt, rusttijden niet inbegrepen.
Een bijkomende maaltijdvergoeding van 2,75 EUR wordt uitbetaald, indien de arbeidstijd gecumuleerd met de beschikbaarheidtijd de 11 uren overschrijdt.
(…)
HOOFDSTUK IX - Slotbepalingen
Artikel 16
Bestaande akkoorden gesloten op het niveau van de ondernemingen die globaal ten minste gelijkwaardige bepalingen bevatten als deze geregeld door deze overeenkomst worden door deze overeenkomst niet gewijzigd. De geldigheidsduur van deze overeenkomsten kan verlengd worden tijdens de geldigheidsduur zoals bepaald in artikel 17.
Artikel 17
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 juli 2006. Zij kan worden opgezegd door één der partijen met een opzegtermijn van zes maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.
Artikel 18
Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf zal de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst evalueren op aanvraag van de meeste gerede partij.
Historiek | ||
---|---|---|
01/07/2023 | 31/12/2050 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/09/2019 | 30/06/2023 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/07/2017 | 31/08/2019 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2016 | 30/06/2017 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/07/2014 | 31/12/2015 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/08/2013 | 30/06/2014 | 0401 Loonvoorwaarden |
13/10/2011 | 31/07/2013 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2011 | 12/10/2011 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2009 | 31/12/2010 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2009 | 01/01/2009 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2007 | 31/12/2008 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2005 | 31/12/2006 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2003 | 31/12/2004 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/07/2002 | 31/12/2002 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/04/2002 | 30/06/2002 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/10/2001 | 31/03/2002 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2001 | 30/09/2001 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/2001 | 31/12/2000 | 0401 Loonvoorwaarden |
01/01/1999 | 31/12/2000 | 0401 Loonvoorwaarden |