0401 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 18/10/2011
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2010

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 13 oktober 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden 2009-2010, waarin o.m. de loonvoorwaarden van de arbeiders voorkomen.

Hieronder reproduceren wij in punt A deze loonvoorwaarden, in zonderheid in verband met de toepassingsmodaliteiten, de vaststelling ervan, de loonbijslagen voor bijzondere werken van de arbeiders, de arbeid in opeenvolgende ploegen, de arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke arbeidsuren en tenslotte de tegemoetkoming in de kost en huisvesting.

Een afzonderlijke collectieve overeenkomst werd afgesloten op 10 mei 1990 betreffende een loontoeslag voor het werken in petrochemische bedrijven. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 14 december 1990, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 29 januari 1991. Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2001 betreffende de omzetting in euro van de bedragen vermeld in de van kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten, afgesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (K.B. 22/03/2006; B.S. 25/04/2006).

Hieronder geven wij u daarenboven in punt B de loontoeslag voorzien voor de werken in petrochemische bedrijven voorzien in de CAO van 10 mei 1990.

Een afzonderlijke collectieve overeenkomst werd afgesloten op 22 juni 2006 betreffende de uitwerking van nieuwe arbeidsregelingen voor bepaalde ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 mei 2008 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 juli 2008.

Hieronder geven wij u daarenboven in punt C de loontoeslag en de maaltijdvergoeding voorzien voor de arbeiders et arbeidsters tewerkgesteld door de ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren voorzien in de CAO van 22 juni 2006.

Een collectieve arbeidsovereenkomst werd afgesloten op 14 mei 2009 betreffende de beloning van arbeiders onderworpen aan de deeltijdse leerplicht. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 28 april 2010 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 juni 2010.

Hieronder geven wij u daarenboven in punt D de integrale tekst van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2009 betreffende de beloning van arbeiders onderworpen aan de deeltijdse leerplicht.

Een collectieve arbeidsovereenkomst werd afgesloten op 13 februari 1997 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders aan boord van het baggermaterieel. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 22 oktober 1999 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 maart 2000.

Hieronder geven wij u daarenboven in punt E de integrale tekst van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 1997 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders aan boord van het baggermaterieel.

Commentaar: De geactualiseerde bedragen van de lonen die op deze algemene loonvoorwaarden betrekking hebben evenals van de algemene kost- en huisvestingsvergoeding vindt u terug in onze sectorale documentatie Hfdst. 0402. De beroepenclassificatie die betrekking heeft op onze lonen vindt u in onze sectorale documentatie Hfdst. 03.

A. CAO van 13 oktober 2011 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden 2009-2010

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsover-eenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsover-eenkomsten.
§ 2. Deze cao regelt de arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2010. Zij vervangt de cao’s van 21 juni 2007 en 14 mei 2009 betreffende de arbeidsvoorwaarden

Artikel 2 

Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze CAO ook van toepassing op de arbeiders in dienst van gedeelten van ondernemingen, zoals bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

Artikel 3 

Een aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de aan boord van het baggermaterieel tewerkgestelde arbeiders, alsmede van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van diegenen die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.

Een andere aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden.

Voor de bij deze aanvullende overeenkomsten niet beoogde gevallen, geldt de huidige CAO.

HOOFDSTUK II - Lonen, basisschalen

Artikel 4 

De minimumlonen van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld in artikel 1, zijn per 1 januari 2009 als volgt vastgesteld:

  • Categorie I: 12,197 EUR;
  • Categorie I A: 12,807 EUR;
  • Categorie II: 13,003 EUR;
  • Categorie II A: 13,653 EUR;
  • Categorie III: 13,828 EUR;
  • Categorie IV: 14,681 EUR.

(…)

HOOFDSTUK VI - Verschillende modaliteiten

Artikel 15 

De loonsverhogingen ten gevolge van de wijzigingen van de minimumlonen en de effectieve lonen gaan in op de in artikel 4 opgegeven data.

Voor de ondernemingen waar de betaalperioden niet op de eerste dag van de maand beginnen te lopen, geldt de regel dat de loonaanpassingen ten gevolge van de koppeling aan het gezondheidsindexcijfer van kracht worden met ingang van de eerstkomende betaalperiode na de wijziging.

Onverminderd het bepaalde in de volgende zin, is de werkgever in orde met zijn verplichtingen, zodra hij de lonen welke voorkomen in artikel 4 betaalt; de toekenning van hogere lonen wordt alleen door de werkgever beoordeeld.

Zo de werkgever hogere lonen uitkeert, dan moeten de bij overeenkomst bepaalde verhogingen, inclusief de kwartaalaanpassingen ten gevolge van de koppeling van de minimumlonen aan het gezondheidsindexcijfer, gevoegd worden bij al de lonen die werkelijk uitbetaald worden op het ogenblik waarop de wijziging intreedt.

Wanneer een arbeider van een vorige werkgever een hoger loon verkregen heeft dan in artikel 4 is vastgelegd, bestaat er voor de nieuwe werkgever geen verplichting hem hetzelfde loon uit te betalen.

De indienstneming mag bijgevolg altijd geschieden met strikte toepassing van de bedragen die voorkomen in artikel 4.

De uitbetaling van het loon aan de arbeiders geschiedt normaal vóór het einde van de arbeidsdag tijdens dewelke het loon overeenkomstig het arbeidsreglement wordt betaald.

Onverminderd de bepalingen van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers wordt, in geval van afdanking van een arbeider, het hem verschuldigde loon vereffend op het einde van de opzeggingstermijn of uiterlijk binnen vier dagen na het einde van deze termijn.

Binnen de termijnen bepaald bij de desbetreffende overeenkomst, moet hem eveneens zijn "weerverletkaart" en zijn "getrouwheidskaart" voorzien van de nodige zegels, overhandigd worden.

Overeenkomstig artikel 141 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt de gelijke beloning verzekerd aan de arbeiders en arbeidsters die hetzelfde werk verrichten.

Gelijkheid van beloning in de zin van vorig lid houdt in:

  1. dat de beloning voor gelijke arbeid in stukloon wordt vastgesteld op basis van eenzelfde maatstaf;
  2. dat de beloning voor arbeid in tijdloon dezelfde is voor eenzelfde functie.

HOOFDSTUK VII - Vaststelling van de lonen

Artikel 16

De lonen worden bepaald naar gelang van:

  1. de beroepsbekwaamheid van de arbeiders (zie artikelen 5 tot 11 - Zie Hfdst. 03);
  2. de leeftijd van de jonge arbeiders (zie artikel 18).

Artikel 17

Onverminderd de bepalingen van artikel 30, moet, wanneer de werkgever de arbeider opdraagt zich van de werk- of bouwplaats naar een andere dergelijke plaats te begeven, eerstgenoemde de reiskosten voor zijn rekening nemen.

De bijkomende tijd voor deze verplaatsingen vereist, wordt vergoed als werkelijke arbeidstijd.

Het voorgaande lid is echter niet van toepassing op de eerste verplaatsing van de exploitatiezetel naar de bouwplaats (of de laatste verplaatsing van de bouwplaats naar de exploitatiezetel) indien deze verplaatsing voorafgegaan (gevolgd) wordt door het laden (of lossen) van een bestelwagen op de exploitatiezetel van materiaal en/of materieel nodig voor de uitvoering van het werk, indien deze tijd niet langer duurt dan 5 minuten.

Commentaar: artikel 17, 3de lid van deze overeenkomst heeft pas uitwerking nadat een koninklijk besluit in uitvoering van artikel 19 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 werd genomen op verzoek van het Paritair Comité.

HOOFDSTUK VIII - Beloning van jonge arbeiders

Artikel 18

Het loon van de arbeiders onderworpen aan de deeltijdse leerplicht wordt vastgesteld bij een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst.

Commentaar: zie punt D hier onder.

Artikel 19

Het minimum uurloon voor de studenten die tewerkgesteld zijn in het kader van een overeenkomst voor studenten, bedoeld bij titel VII van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, wordt per 1 januari 2009 als volgt vastgesteld, ongeacht de periode van tewerkstelling:

  • voor de studenten die een bouwopleiding volgen: 8,779 EUR;
  • voor de overige studenten: 8,054 EUR.

Deze uurlonen worden ieder jaar per 1 juli geïndexeerd.

(...)

HOOFDSTUK X - Loonbijslagen voor bijzondere werken

I. Werken bij de uitvoering waarvan de arbeiders gevoelens van onzekerheid, vrees, onrust, kunnen ondervinden, in weerwil van de getroffen veiligheidsmaatregelen

Artikel 22

Onverminderd de dwingende bepalingen van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, die verplichtingen opleggen aan de arbeiders, is de werkgever verantwoordelijk voor de arbeidsveiligheid.

Hierbij wordt hij bijgestaan door de dienst voor bescherming en preventie op het werk en door de vakbondsafvaardiging, indien er één is.

De in dit artikel bedoelde loonbijslagen zijn dus niet bestemd tot compenseren van het gevaar dat eventueel bestaat bij de uitvoering van de betrokken prestaties.

Alle voorzorgsmaatregelen en aangepaste maatregelen moeten immers steeds getroffen zijn om de uitvoering van het werk mogelijk te maken in omstandigheden die voldoende veiligheid en bescherming waarborgen.

Het blijft niettemin waar dat het, wegens de bijzondere omstandigheden waarin bepaalde taken moeten uitgevoerd worden, gerechtvaardigd is hiervoor een loonbijslag uit te keren aangezien de arbeiders af te rekenen hebben met spanningen of emoties verbonden aan buitengewone omstandigheden.

Deze loonbijslagen zijn bijgevolg enkel verschuldigd over de tijd waarin de arbeiders bezig zijn met de hierna nader omschreven werken:

  Toe te kennen loonbijslag
Herstelling van leidaken (natuurlijke of kunstmatige) of pannendaken op normaal dakwerk gelegen op minimum 20 meter hoogte wanneer er kroonlijsten ontbreken 10%
Schilderen van metalen gebinten en pylonen op een minimum van 15 meter hoogte 10%
Werken met continu glijbekisting op minder dan 25 meter hoogte 10%
Rioleringswerken en andere leidingen uitgevoerd in nauwe sleuven met een diepte van ten minste 1,70 meter 10% 
Werken in galerijen: doorboringswerken tot bij de voltooiïng van de voorlopige verlichtings- en ventilatie-installaties en tot dat de veiligheid, overeenkomstig het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, is gewaarborgd 10% 
Bedienaars van rots-ripmachines als het werk in moeilijke omstandigheden moet worden uitgevoerd (rotsachtig talud en gevaarlijke werkomstandigheden) 10% 
Het werk aan de topmachine 15% 
Nieuwe bekledingen van torenspitsen en koepeldaken 25% 
Bouwen en herstellen van torenspitsen 25% 
Slopingswerken aan gebouwen die in wankele toestand verkeren 25% 
Werken in de omheining of aan gebouwen van in werking zijnde petroleumraffinaderijen (onder "omheining van petroleumraffinaderijen" wordt verstaan de plaats waar gevaar bestaat of waar speciale voorzorgsmaatregelen wegens gevaar opgelegd zijn), en werken in de warme zone van kerncentralesGezien de installaties van de petroleumraffinaderijen en kerncentrales verschillen van streek tot streek, wordt overeengekomen dat de verschillende interpretatiemogelijkheden die eventueel kunnen oprijzen tussen de plaatselijke werknemers- en werkgeversorganisaties samen door dezen dienen onderzocht. Gevraagd wordt de bijslag van 25 % als een maximum te beschouwen. In ieder geval kan deze bijslag nooit minder dan 15 % bedragen. Bij ontstentenis van een plaatselijke interpretatievergelijk wordt de normale verzoeningsprocedure ingesteld op verzoek van de meest gerede partij. 25% 
Werken uitgevoerd door de "rotskammers" vanaf 15 meter hoogte in de ruimte 25% 
Bouwen van fabrieksschoorstenenDeze loonbijslag is toegekend aan de arbeiders die gespecialiseerd zijn in de bouw van fabrieksschoorstenen met uitzondering van hen die op de grond tewerkgesteld zijn. 40% 
Herstellingen in opzoeking uitgevoerd aan de bekleding van torenspitsen en koepels 50% 
Vernieuwing van dakbedekkingen van torenspitsen en koepels, wanneer er kroonlijsten ontbreken 50% 
Herstellingen van fabriekschoorstenenDeze loonbijslag is toegekend aan de arbeiders die gespecialiseerd zijn in het herstellen van fabriekschoorstenen met uitzondering van hen die op de grond tewerkgesteld zijn. 50% 
Plaatsen, wegnemen en onderhouden van torenhanen 100% 
Plaatsen en herstellingen van dakbekledingen op rollend raam 100% 

Bouwen van koeltorens in monolietbeton:

  • werken op een hoogte van 25 tot 40 meter:
  • werken op een hoogte van 40 tot 60 meter:
  • werken op een hoogte van 60 tot 80 meter:
  • werken op een hoogte van 80 meter en hoger:De hoogte wordt altijd berekend van de funderingsplaat af.
  • 10%
  • 20%
  • 30%
  • 40%
In de hoogte uitgevoerde ruwbouwwerken (toren- en flatgebouwen), wanneer degene die deze werken uitvoert zich rechtstreeks in de ruimte bevindt:

  • werken op een hoogte van 25 tot 40 meter:
  • werken op een hoogte van 40 tot 60 meter:
  • werken op een hoogte van 60 tot 80 meter:
  • werken op een hoogte van 80 meter en hoger:
  • 10%
  • 20%
  • 30%
  • 40%
Het oprichten en het afbreken van steigers:

  • meer dan 10 meter in de ruimte:
  • meer dan 15 meter in de ruimte:
  • 10%
  • 25%
Alleen voor stukadoorwerk: werken aan dakgoten, op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen en hangsteigers 10% 
Voor de schilders: het werk aan dakgoten met behulp van de haakladders, "dakgootladder" genaamd waarbij genoemde dakgoot zich ten minste 15 meter boven de grond bevindt 10% 
Voor de loodgieters-zinkbewerkers alleen: werken aan dakgoten in de ruimte en meer dan 15 meter hoog voor zover de arbeiders zich bevinden op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen of hangsteigers 10%

Werken in de dakgoten zijn uitgesloten.

De loonbijslagen voor het oprichten en het afbreken van steigers meer dan 15 meter in de ruimte en voor werken aan dakgoten op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen en hangsteigers zijn niet van toepassing voor de werken uitgevoerd door de dakdekkers.

De aangeduide percentages moeten berekend worden op het regelingsloon en hoeven slechts uitbetaald te worden aan de arbeiders die werken op de verschillende aangeduide hoogten en voor uren die aan deze werken besteed worden.

II. Ongezonde, hinderlijke of lastige werken

Artikel 23

Zoals voor artikel 22 hierboven zijn de aangegeven loonbijslagen wegens de bijzondere aard van deze werken alleen maar verschuldigd voor de tijd waarin bedoelde werken worden uitgevoerd:

A. Lijst der ongezonde werken

  Toe te kennen loonbijslag
Werken met de steekvlam met gas of met elektrische boogvlam op geschilderde, gegalvaniseerde of verloodde metalen  10%
Pistoolschilderwerken en verstuivingswerken 10% 
Het werk met pistool in de stukadoorwerken 10% 
Reinigen met zandstralen 10% 
Werk uitgeoefend door arbeiders die met de spuit koolwaterstofhoudende producten (teer of bitumen) in de vorm van vloeistof en onder druk spreiden of die rechtstreeks in contact komen met die producten 10% 
Het werken met een snijschijf als tenminste 1 uur lang ononderbroken wordt gewerkt 10% 
Het uitgieten van zakken cement in de betonmolen 12,5% 
Behandeling van los cement wanneer er geen speciale installaties zijn en de arbeider ernstig blootgesteld is aan stuivend cement 12,5% 
Belangrijke schraapwerkzaamheden op stukadoorswerken door arbeiders stukadoors 12,5% 
Impregneren van hout door bevochtiging met schadelijke producten en/of bewerking van het aldus behandelde houtDeze loonbijslag is niet toepasselijk op de dakdekkers. 15%
Herstelling van stookketels (vuurvaste stenen) 25% 
Graven van putten en tunnels met de kaphamer 25%
Werken in ingebruik zijnde tunnels 25% 
Werken bij de uitvoering waarvan de arbeider op ernstige wijze blootgesteld is aan aanrakingen met in ontbinding verkerende organische stoffen, aan de uitwerkselen van vuur, water, radioactieve bestralingen, moerassen, slijk, roet, gassen, bijtende stoffen, zuren, stof in gesloten lokalen; werken voor ontstopping van riolen in gebouwen 25% 
Reinigen en herstellen van oude beerputten; reinigen en herstellen van nijverheidsovens, wanneer deze schadelijke gassen uitwasemen; het buitenwerk met het cementgum 50% 
Het teren van beerputten, het binnenwerk met het cementgum 100%

B. Lijst der hinderlijke of lastige werken

  Toe te kennen loonbijslag
Werkzaamheden van arbeiders belast met werken van effectieve dakbedekking 4% 
Werk van de kalorifugeurs wanneer zij los glaswol gebruiken 5% 
Het hanteren van de betonbreker, het mechanische heiblok of de pneumatische hamer 10% 
Bedienen van een pneumatische boorhamer of betonbreker van minstens 15 kilo 15% 
Bestratingswerken 10% 
Uitblazen van bestratingsvoegen met samengeperste lucht 10% 
Aanleggen van wegenasfalt: voor de bestuurders van de afwerkmachine, de aanstampers, de harkers en de walsbestuurders 10% 
Grondstabilisatiewerken met kalk met inbegrip van de chauffeurs doorlopend tewerkgesteld op een dergelijke bouwplaats 25% 
Het werken met een thermische lans:

  • buiten:
  • binnen:
  • 25%
  • 50%
Werken in samengeperste lucht: Druk van:

  • 0 à 1.250 g/cm2:
  • 1.251 à 2.000 g/cm2:
  • 2.001 à 2.500 g/cm2:
  • 2.501 à 3.000 g/cm2:
  • 50%
  • 100%
  • 200%
  • 300%

 De volgende prestaties worden van de werklieden gevraagd:

Druk van:

  • 0 tot 1.250 g/cm2: 3 ploegen van 8 uren;
  • 1.251 tot 2.000 g/cm2: 4 ploegen van 6 uren;
  • 2.001 tot 2.500 g/cm2: 6 ploegen van 4 uren;
  • 2.501 tot 3.000 g/cm2: 8 ploegen van 3 uren.

Voor de werken waarbij men zich bedient van botten of dijlaarzen, moeten deze door de werkgever verschaft worden.

III. Samenvoeging van de loonbijslagen voor bijzondere werken

Artikel 24

In bepaalde gevallen kan men de loonbijslagen bepaald bij de artikelen 22 en 23 samenvoegen.

Het samenvoegen van de bijslagen is evenwel niet mogelijk voor de in eenzelfde artikel vermelde werken. Bovendien mag de samenvoeging van de loonbijslagen niet leiden tot een totaal bedrag dat 50 % van het normale loon overschrijdt.

Net als bij de artikelen 22 en 23 zijn deze loonbijslagen wegens de bijzondere aard van deze werken alleen maar verschuldigd voor de tijd waarin bedoelde werken inderdaad worden uitgevoerd.

(...)

HOOFDSTUK XII - Arbeid in opeenvolgende ploegen

Artikel 26

Bij het berekenen van de vergoeding voor ploegwerk, wordt enkel rekening gehouden met het tijdstip van het etmaal waarop de werken worden uitgevoerd.

Ongeacht de benaming van de verschillende ploegen en ongeacht het uur waarop het werk wordt aangevat of beëindigd, worden de uurprestaties tussen:

  • 6 en 14 uur betaald tegen 110 % van het loon;
  • 14 en 22 uur betaald tegen 110 % van het loon;
  • 22 en 6 uur betaald tegen 125 % van het loon.

Artikel 27

Wanneer in drie opeenvolgende ploegen gewerkt wordt krijgt elke ploeg een halfuur dienstonderbreking voor schafttijd, waarvoor het normale loon wordt uitbetaald.

HOOFDSTUK XIII - Arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke daguren

Artikel 28

's Nachts gepresteerde uren tussen 22 en 6 uur worden betaald tegen 125 % van het loon.

In dit geval wordt er eveneens een half uur dienstonderbreking voor schafttijd toegekend zonder loonverlies.

Voor de werken die de invloed van de getijden ondergaan (zoals werken aan dijken en golfbrekers), worden de 's ochtends tussen 6 en 7 uur en 's avonds tussen 18 en 22 uur gepresteerde uren betaald tegen 115 % van het loon.

Deze bepaling mag echter niet tot gevolg hebben dat het bedrag vermindert van hetgeen de werkgever tot hiertoe in het kader van de beschikkingen eigen aan de onderneming, toekende.

(...)

HOOFDSTUK XVI - kost en huisvesting

Artikel 31

Wanneer de arbeider werkzaam is op een werkplaats die zo ver van zijn woonplaats verwijderd is, dat hij onmogelijk dagelijks naar huis kan terugkeren, moet de werkgever hem naar behoren kost en huisvesting verstrekken.

Artikel 32

De werkgever kan zich door uitkering van een vergoeding voor kost en huisvesting per werkdag, van de verplichting voorzien bij artikel 31 kwijten.

De vergoedingen geldig vanaf 1 januari 2009 bedragen:

  • Huisvestingsvergoeding: 11,55 EUR;
  • Kostvergoeding: 23,81 EUR.

Commentaar: De geactualiseerde bedragen van de vergoedingen voor kost- en huisvesting worden behandeld in onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

(…)

HOOFDSTUK XVIII - Geldigheidsduur

Artikel 35

Deze CAO wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.

Zij vervangt de CAO van 21 juni 2007 en 14 mei 2009 betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Artikel 36

In afwijking op artikel 35, 1ste lid, heeft artikel 17, 3de lid van deze overeenkomst pas uitwerking nadat een koninklijk besluit in uitvoering van artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971 werd genomen op verzoek van het paritair comité.

(...)

B. Tekst van de CAO van 10 mei 1990 - Bepalingen van bijkomende arbeidsvoorwaarden in petrochemische bedrijven

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en de arbeiders die zij tewerkstellen.

Men verstaat onder "arbeiders" de arbeiders en de arbeidsters.

HOOFDSTUK II - Arbeidsvoorwaarden

Artikel 2

Voor werken binnen de omheining van in werking zijnde petrochemische bedrijven, wordt een geïndexeerde loontoeslag uitbetaald. Deze loontoeslag is per 1 oktober 2001 vastgesteld op 0,466 EUR per uur.

Voor de periode van 1 oktober 2001 tot 31 december 2001, geldt in plaats van het bedrag van 0,466 EUR, vermeld in het vorige lid, het bedrag van 18,80 BEF.

Commentaar: De geactualiseerde bedragen van deze loontoeslag worden behandeld in onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Artikel 3

Deze toeslag is enkel verschuldigd voor de tijd besteed aan werkzaamheden op de bedoelde plaatsen.

HOOFDSTUK III - Inwerkingtreding

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1990, is afgesloten voor een onbepaalde duur en kan opgezegd worden door elk der partijen mits een opzegging van 6 maanden per aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité.

Commentaar: De nieuwe bepalingen van het artikel 2 treden in werking op 1 oktober 2001 (zie CAO van 25 oktober 2001).

C. Tekst van de CAO van 22 juni 2006 betreffende de uitwerking van nieuwe arbeidsregelingen voor bepaalde ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op:

  1. de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld door de ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren;
  2. de werkgevers die de arbeiders en arbeidsters bedoeld onder 1. tewerkstellen.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel nieuwe arbeidsregelingen in te voeren in de ondernemingen bedoeld in artikel 1.

Zij is gesloten in uitvoering van de bepalingen van de wet van 17 maart 1987 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen.

(…)

HOOFDSTUK V - Loontoeslag

Artikel 10

Een loontoeslag van 10% berekend op het baremieke uurloon wordt toegekend voor de arbeidsprestaties verricht voor 7 uur ’s morgens en na 19 uur ’s avonds.

Een loontoeslag van 25% wordt toegekend voor de prestaties verricht na 22 uur ’s avonds en voor 6 uur ’s morgens. Deze toeslag is niet cumuleerbaar met de loontoeslag zoals voorzien in de vorige lid.

HOOFDSTUK VI - Maaltijdvergoeding

Artikel 11

Een maaltijdvergoeding van 5,5 EUR wordt uitbetaald telkens de arbeidstijd gecumuleerd met de beschikbaarheidtijd de 9 uur overschrijdt, rusttijden niet inbegrepen.

Een bijkomende maaltijdvergoeding van 2,75 EUR wordt uitbetaald, indien de arbeidstijd gecumuleerd met de beschikbaarheidtijd de 11 uren overschrijdt.

(…)

HOOFDSTUK IX - Slotbepalingen

Artikel 16

Bestaande akkoorden gesloten op het niveau van de ondernemingen die globaal ten minste gelijkwaardige bepalingen bevatten als deze geregeld door deze overeenkomst worden door deze overeenkomst niet gewijzigd. De geldigheidsduur van deze overeenkomsten kan verlengd worden tijdens de geldigheidsduur zoals bepaald in artikel 17.

Artikel 17

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 juli 2006. Zij kan worden opgezegd door één der partijen met een opzegtermijn van zes maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

Artikel 18

Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf zal de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst evalueren op aanvraag van de meeste gerede partij.

D. CAO van 14 mei 2009 betreffende de beloning van arbeiders onderworpen aan de deeltijdse leerplicht

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Artikel 2

Gelet op de opleidingsperiode van toepassing op jonge arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt wordt het minimumloon van de arbeiders onderworpen aan de deeltijdse leerplicht als volgt vastgelegd:

Leeftijd % loon arbeider van de categorie I
15 jaar 54%
15 jaaren 6 maanden 59%
16jaar 64%
16 jaar en 6 maanden 74%
17 jaar 84%
17 jaar en 6 maanden 94%
18 jaar 100%

Artikel 3

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.

Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

E. CAO van 13 februari 1997 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders aan boord van het baggermaterieel

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst, genomen in uitvoering van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993 gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995 (Belgisch Staatsblad van 25 februari 1995), hieronder genoemd "collectieve overeenkomst", regelt de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders die tewerkgesteld zijn aan boord van het baggermaterieel, voor welke doeleinden dit ook wordt gebruikt. Deze overeenkomst regelt eveneens de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van de arbeiders die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.

Voor de bij deze aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst niet beoogde gevallen geldt de collectieve overeenkomst.

Jeugdige arbeiders beneden 15 jaar mogen niet aan boord van baggermaterieel tewerkgesteld worden.

Artikel 2

Het loon van de arbeiders wordt als volgt vastgesteld:

Scheepstypes

Hopperzuigers

Functies Categorieën  
eerste stuurman geschoolde 2de graad + 15 pct.
eerste WTK geschoolde 2de graad + 10 pct.
tweede stuurman, tweede WTK geschoolde 2de graad  
pijpman geschoolde 1ste graad + 5 pct.
derde WTK geschoolde 1ste graad + 3 pct.
bootsman geschoolde 1ste graad  
matroos, smeerder geoefende + 5 pct.

Bij een tewerkstelling in een ploegensysteem waarbij de functies van kapitein of HWTK uitgeoefend worden door werknemers met een arbeidersstatuut, hebben deze werknemers gedurende deze periode recht op het uurloon van eerste stuurman + 10 pct. (voor de functie van kapitein) of eerste WTK + 10 pct. (voor de functie van HWTK).

Cutterzuigers 1500 PK en meer en baggermolens van 600 liter en meer emmerinhoud

Functies Categorieën  
eerste cutter- of eerste molenbaas geschoolde 2de graad + 10 pct.
eerste WTK geschoolde 2de graad + 10 pct.
tweede cutter- of tweede molenbaas geschoolde 2de graad  
tweede WTK geschoolde 2de graad  
derde WTK geschoolde 1ste graad + 3 pct.
bootsman of achterman geschoolde 1ste graad  
matroos, smeerder geoefende + 5 pct.

Cutterzuigers van minder dan 1500 PK en baggermolens van minder dan 600 liter emmerinhoud

Functies Categorieën  
eerste cutter- of eerste molenbaas geschoolde 2de graad + 5 pct.
eerste WTK geschoolde 2de graad + 5 pct.
tweede cutter- of tweede molenbaas geschoolde 1ste graad + 5 pct.
tweede WTK geschoolde 1ste graad + 5 pct.
derde WTK geschoolde 1ste graad + 3 pct.
bootsman of achterman geschoolde 1ste graad  
matroos, smeerder geoefende + 5 pct.

Zelfvarende bakken en sleepboten

Functies Categorieën  
schipper, motorist geschoolde 2de graad  
matroos geoefende + 5 pct.

Bakkenzuigers

Functies Categorieën  
eerste zuigbaas, eerste WTK geschoolde 2de graad + 5 pct.
tweede zuigbaas, tweede WTK geschoolde 1ste graad + 5 pct.
matroos geoefende + 5 pct.

Dieplepelponton 2700 PK en meer

Functies Categorieën  
eerste kraanman, WTK geschoolde 2de graad + 5 pct.
tweede kraanman geschoolde 2de graad  

Dieplepelponton van minder dan 2700 PK

Functies Categorieën  
eerste kraanman, WTK geschoolde 2de graad  
tweede kraanman geschoolde 1ste graad + 5 pct.

Personeelsvlet

Functies Categorieën  
schipper geschoolde 2de graad  
motorist geschoolde 1ste graad + 5 pct.

Werkschepen, peilvletten en drijvende kraan

Functies Categorieën  
schipper, motorist geschoolde 1ste graad  

Niet zelfvarende bakken

Functies Categorieën  
roerganger geschoolde 1ste graad  
matroos geoefende + 5 pct.

Tussenstations

Functies Categorieën  
WTK geschoolde 2de graad + 5 pct.
smeerder geoefende + 5 pct.

Storten

Functies Categorieën  
stortbaas geschoolde 2de graad + 5 pct.
stortploegbaas geschoolde 2de graad  
stort Trax-bull driver geschoolde 2de graad  
stortwerker geoefende + 5 pct.
motorist geschoolde 1ste graad  

Allerlei

Functies Categorieën  
elektrotechnicus geschoolde 2de graad + 10 pct.
elektricien, elektronicus geschoolde 2de graad  
lasser geschoolde 2de graad  
kok geschoolde 1ste graad  
peiler, hulpkok geoefende + 5 pct.

De diverse functies die hierboven vermeld worden volgens scheepstype, beduiden niet noodzakelijk dat elke opgesomde functie effectief op elk tuig aanwezig is, maar dienen bekeken te worden volgens de aard van het werk en de uitvoeringsomstandigheden.

In het totale personeelsbestand van al de geschoolde arbeiders die aan boord werken zijn minstens 33 pct. "geschoolden van de tweede graad"; zij hebben recht op het uurloon dat bij de collectieve overeenkomst voor de geschoolde arbeider van de tweede graad is vastgesteld.

Al de in dit artikel vermelde geschoolde arbeiders kunnen volgens de beoordeling van het ondernemingshoofd recht hebben op een hoger uurloon dan dat welke bij de collectieve overeenkomst voor de geschoolde arbeiders is vastgesteld. De verhoging moet minstens 5 pct. bedragen.

Artikel 3 - Overstapregeling naar een definitieve functie-uitoefening

Bij een tewerkstelling in een hogere functie zal er onmiddellijk een functietoeslag betaald worden die gelijk is aan het verschil in loon van de beroepscategorie en het loon van de functiecategorie:

Beroepscategorie (oud) : loon X
Functiecategorie (nieuw) : loon Y
Positieve functietoeslag : Y - X = Z

Een definitieve verhoging na 2 jaar waarin de functie regelmatig werd uitgeoefend zal de uitbetaling van deze functietoeslag doen stoppen vermits het hogere loon zal uitbetaald worden.

Bij een definitieve tewerkstelling in een lagere functie (om gezondheidsredenen, op eigen verzoek van de betrokkene, sanctionering, verminderde beroepskennis,...) wordt op het moment van de beslissing het huidige loon verminderd naar het referentieloon van de nieuwe functie en zal er een functietoeslag betaald worden die gelijk is aan het verschil in loon tussen het oude uurloon en het nieuwe uurloon:

Beroepscategorie (oud) : loon X
Functiecategorie (nieuw) : loon Y
Positieve functietoeslag : Y - X = Z

De uitbetaling van deze functietoeslag zal geschieden tot het einde van het tweede kalenderjaar na het jaar waarin de beslissing tot definitieve functievermindering gebeurde. De functietoeslag wordt evenwel niet geïndexeerd ("Z" blijft ongewijzigd !).

Artikel 4

Onverminderd de bepalingen van het artikel 24 van de collectieve overeenkomst:

  • ontvangen de arbeiders die belast zijn met het ontkalken en ontroeten van de ketels, het reinigen van de carters, het reinigen van mazouttanks aan de binnenzijde, het lassen in aanzuig- en afvoerbuizen van baggermolens-zuigers en binnen gesloten pomplichamen, het reinigen van scheepsruimbodems (bilges), een overloon van 25 pct. voor de duur van voormeld werk;
  • ontvangen de arbeiders die belast zijn met het lassen met slijvaste elektroden in zandpompen die nog aan boord volledig gemonteerd zijn, een overloon van 50 pct. voor de duur van vermeld werk.

Artikel 5

De arbeiders van de zuigers, cutters, baggermolens en sleepboten belast met het voorverwarmen der machines (stoom, diesel, turbines of elektrodiesel), het aanwakkeren en afdekken der vuren, ontvangen een vergoeding gelijk aan het uurloon van hun kwalificatie vermenigvuldigd met het aantal uren voor dit werk gepresteerd.

Artikel 6

Het personeel tewerkgesteld op stilliggend materieel of op materieel in herstelling, behoudt het loon van zijn categorie.

Artikel 7

  1. De arbeiders van wacht aan boord ontvangen een vergoeding gelijk aan het aantal wachturen, vermenigvuldigd met het uurloon van de geoefende arbeider, vastgesteld door de collectieve overeenkomst, verhoogd met 5 pct. behalve wanneer de wacht gedaan wordt in stromen, rivieren en kanalen bevaarbaar voor schepen van 650 ton en minder. In dat geval wordt een vergoeding betaald gelijk aan het aantal wachturen, vermenigvuldigd met het uurloon van de ongeschoolde arbeider, vastgesteld in de collectieve overeenkomst.
    Wanneer gedurende de wachturen bepaalde taken aan boord worden opgedragen aan een geoefende of geschoolde arbeider van de eerste of van de tweede graad die met de wacht belast is, wordt de hieraan door deze arbeider bestede tijd vergoed tegen het uurloon van zijn kwalificatie.

  2. In uitzonderlijke gevallen waarin een wacht aan boord overdag en 's nachts moet worden verzekerd, met andere woorden, wanneer het personeel niet werkt ten gevolge van het slecht weder of van tijdelijk stilleggen van het werk, ontvangen de met deze wacht belaste arbeiders een vergoeding gelijk aan het loon van de categorie waartoe ze behoren.

Artikel 8

Overnachting aan boord van de in werking zijnde schepen is maar toegelaten op de hopperzuigers, die aan de arbeiders de normale verblijfsvoorwaarden waarborgen.

Hieruit volgt dat de elders vermelde betalingsvoorwaarden integraal van toepassing zijn, en dit zonder speciale verhogingen.

Artikel 9

In geval de arbeiders niet dagelijks huiswaarts keren, zijn de werkgevers verplicht de bestaande voorschriften toe te passen en te eerbiedigen en een matras, lakens en dekens te bezorgen aan elke arbeider die aan boord slaapt. De lakens zullen elke week ververst worden.

Voor de arbeiders die buiten tewerkgesteld zijn, zijn de werkgevers verplicht zowel arbeidskledij als regenkledij te verstrekken, regenkledij die terzelfdertijd voldoende bescherming tegen koude moet bieden.

Het vaststellen van het type van deze tegen koude beschermende regenkledij wordt geregeld op het vlak van de onderneming in overleg met de syndicale afvaardiging.

Artikel 10

De arbeidsduurverdeling is vastgesteld en wordt gespreid over de eerste vijf dagen van de week, met uitzondering voor de baggerwerken die onderhevig zijn aan de invloed van de getijen.

Nochtans, voor de baggerwerken in ploegverband, mag er de zaterdag tot zes uur gewerkt worden en in dit geval wordt het oorspronkelijk weekloon gewaarborgd.

Artikel 11

Het werk gedurende een wettelijk betaalde feestdag geeft recht op dubbel loon en op een compensatieverlofdag welke tegen het normaal loon wordt betaald.

Artikel 12

Deze aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde duur en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1980, betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden der werklieden aan boord van het baggermaterieel, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 september 1980 (Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1980).

Zij is onderworpen aan dezelfde opzeggingsmodaliteiten als de in artikel 1 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
13/10/2011
Registratienr
106850
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
31/12/2010
Neerleggingsdatum
21/10/2011
Registratiedatum
14/11/2011
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
05/12/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
20/09/2012
Gepubliceerd in het B.St. van
16/10/2012
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), FUNCTIECLASSIFICATIE, SOCIALE VREDE

Historiek
01/07/2023 31/12/2050 0401 Loonvoorwaarden
01/09/2019 30/06/2023 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2017 31/08/2019 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2016 30/06/2017 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden
01/08/2013 30/06/2014 0401 Loonvoorwaarden
13/10/2011 31/07/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 12/10/2011 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2009 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2009 01/01/2009 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2006 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2003 31/12/2004 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2002 31/12/2002 0401 Loonvoorwaarden
01/04/2002 30/06/2002 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2001 31/03/2002 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2001 30/09/2001 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2001 31/12/2000 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1999 31/12/2000 0401 Loonvoorwaarden