0401 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 08/06/1999
Geldig vanaf: 01/01/1999
Geldig tot: 31/12/2000

Op 27 mei 1999 werd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden, waarin o.m. de loonvoorwaarden van de arbeiders voorkomen. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 28 januari 2002, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002.

 

Hieronder reproduceren wij in punt A deze loonvoorwaarden, in zonderheid in verband met de toepassingsmodaliteiten, de vaststelling ervan, de arbeid in opeenvolgende ploegen, de arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke arbeidsuren en tenslotte de tegemoetkoming in de reiskosten, kost en huisvesting, eveneens de loonbijslagen voor bijzondere werken van de arbeiders.

 

Een afzonderlijke collectieve overeenkomst werd afgesloten op 10 mei 1990 betreffende een loontoeslag voor het werken in petrochemische bedrijven. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 14 december 1990, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 29 januari 1991.

 

Hieronder geven wij U daarenboven in punt B de loontoeslag voorzien voor de werken in petrochemische bedrijven voorzien in de CAO van 10 mei 1990, en in een derde punt C volgen de praktische schikkingen.

 

Commentaar :      De geactualiseerde bedragen van de lonen die op deze algemene loonvoorwaarden betrekking hebben evenals van de algmene kost- en huisvestingsvergoeding vindt U terug in onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

 

                                De beroepenclassificatie die betrekking heeft op onze lonen vindt U in onze omzendbrief Hfdst. 3.

 

A. Tekst van de CAO van 27 mei 1999

HOOFDSTUK 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de werklieden en werksters verbonden door een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

 

Artikel 2

Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst ook van toepassing op de arbeidskrachten in dienst van gedeelten van ondernemingen, als bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

(...)

 

Artikel 4

De minimumlonen van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld in artikel 1, zijn per 1 januari 1999 als volgt vastgesteld :

 

ongeschoolden :                           374,10 fr.

geoefenden :                                  399,40 fr.

geschoolden 1ste graad :           424,80 fr.

geschoolden 2e graad :              450,90 fr.

De lonen bepaald in deze CAO worden in de loop van de periode 1999-2000 verhoogd met 5,9 %, indexeringen inbegrepen.  De reële lonen worden verhoogd met de bedragen en volgens de modaliteiten vermeld in onderstaande tabel :

 

categorie

1 juli 1999

1 oktober 1999

1 april 2000*

1 oktober 2000*

ongeschoolden

8,00 F.

2,00 F.

2,00 F.

Saldo

geoefenden

8,00 F.

2,00 F.

2,00 F.

Saldo

geschoolden 1ste graad

8,00 F.

2,00 F.

2,00 F.

Saldo

geschoolden 2e graad

8,00 F.

2,00 F.

2,00 F.

Saldo

 

*    De loonsverhogingen voorzien op 1 oktober 2000 wordt toegekend na een evaluatie op het gebied van indexevolutie en de eventuele weerslag van de resultaten van de werkgroep mobiliteit ten einde het juiste saldo van 5,9 % te bepalen dat verrekend wordt per categorie.  Op 1 april 2000 wordt een tussentijdse correctieberekening uitgevoerd.

 

(...)

HOOFDSTUK 6 - Verschillende modaliteiten

Artikel 13

De loonsverhogingen ten gevolge van de wijzigingen van de minimumlonen en de effectieve lonen gaan in op die overeenkomst voor die verhogingen opgegeven data.

Voor de ondernemingen waar de betaalperioden niet op de eerste dag van de maand beginnen te lopen, geldt de regel dat de loonaanpassingen ten gevolge van de koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van kracht worden met ingang van de eerstkomende betaalperiode na de wijziging.

Onverminderd het bepaalde in de volgende zin, is de werkgever in orde met zijn verplichtingen, zodra hij de lonen welke voorkomen in de schaal der regelingslonen betaalt ; de toekenning van hogere lonen wordt alleen door de werkgever beoordeeld.

Zo de werkgever hogere lonen uitkeert, dan moeten de bij overeenkomst bepaalde verhogingen, inclusief de kwartaalaanpassingen ten gevolge van de koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen gevoegd worden bij de al de lonen die werkelijk uitbetaald worden op het ogenblik waarop de wijziging intreedt.

Wanneer een arbeider van een vorige werkgever een hoger loon verkregen heeft dan in de schaal der regelingslonen is vastgesteld, bestaat er voor de nieuwe werkgever geen verplichting hem hetzelfde loon uit te betalen.

De indienstneming mag bijgevolg altijd geschieden met strikte toepassing van de bedragen die voorkomen in de schaal der regelingslonen.

De uitbetaling van het loon aan de werklieden geschiedt normaal vóór het einde van de arbeidsdag tijdens welke het loon overeenkomstig het arbeidsreglement wordt betaald.

Onverminderd de bepalingen van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers wordt, in geval van afdanking van een arbeider, het hem verschuldige loon vereffend op het einde van de opzeggingstermijn of uiterlijk binnen vier dagen na het einde van deze termijn.

Binnen de termijnen bepaald bij de desbetreffende overeenkomst, moet hem eveneens zijn "weerverletkaart" en zijn "getrouwheidspremiekaart" voorzien van de nodige zegels, overhandigd worden.

Overeenkomstig artikel 119 van het Verdrag van Rome wordt de gelijke beloning verzekerd aan de werklieden en werksters die hetzelfde werk verrichten.

Gelijkheid van beloning in de zin van vorig lid houdt in :

a)    dat de beloning voor gelijke arbeid in stukloon wordt vastgesteld op basis van eenzelfde maatstaf ;

b)    dat de beloning voor arbeid in tijdloon dezelfde is voor eenzelfde functie.

HOOFDSTUK 7 - Vaststelling van de lonen

Artikel 14

De lonen worden bepaald naar gelang van :

a)    de beroepsbekwaamheid voor de meerderjarige arbeiders (zie artikel 5 tot 11 in Hfdst.3) ;

b)    de leeftijd zomede, in voorkomend geval de duur van de leertijd, voor de minderjarige arbeiders (zie artikel 16 hieronder).

Artikel 15

Onverminderd de bepalingen van artikel 31 (inzake de tussenkomst in de reiskosten) moet de werkgever de arbeider opdraagt zich van de werk- of bouwplaats naar een andere dergelijke plaats te begeven, eerstgenoemde de reiskosten voor zijn rekening nemen.

De bijkomende tijd voor deze verplaatsingen vereist, wordt vergoed als werkelijke arbeidstijd.

HOOFDSTUK 8 - Beloning van jonge arbeiders

Commentaar:

Het nieuwe artikel 16 treedt in werking voor de aanverwervingen gerealiseerd na 30 juni 1999.

Artikel 16

De jonge arbeiders zijn ingedeeld in categorieën, zoals hierna bepaald en de volgende schalen die de percentages bevatten van toepassing op de lonen van de arbeiders, zijn voor hen van toepassing.

 

§1  Categorieën

De arbeiders jonger dan 23 jaar worden onderverdeeld in drie categorieën.  Het loon voor deze jongeren is vastgesteld in functie van enerzijds de gevolgde opleiding en anderzijds de anciënniteit in de sector.

Categorie I - Ongeschoolden

Tot  deze categorie behoren de arbeiders die geen bouwvakonderwijs hebben genoten.  Hieronder behoren ook de jongeren die overeenkomstig Titel VI van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten hebben afgesloten.

Categorie II - Geoefenden

Tot deze categorie behoren de arbeiders die de tweede graad van het bouwvakonderwijs met succes hebben beëindigd of die twee jaren gevolgd hebben met succes in het BuSo of het bouwberoep aanleerden via deeltijdse opleidingsformules van alternerend leren/werken.  Tot deze categorie behoren eveneens diegenen die succesvol een industriële of middenstandsleercontract of –verbintenis hebben beëindigd of die met succes een basisopleiding hebben gevolgd bij een opleidingscentrum dat erkend is door het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid.

Categorie III  – Geschoolden 1ste graad

Tot deze categorie behoren de arbeiders die een bouwdiploma of bouwkwalificatiegetuigschrift behaalden van hoger technisch of beroepssecundair onderwijs of het 4de jaar BuSo.

§2. Loonschaal

 

Categorie I – Ongeschoolde

Categorie II – Geoefende

Categorie III – Geschoolde 1ste graad

Begin

85 %

85 %

85 %

Na 6 maanden

90 %

90 %

90 %

Na 12 maanden

95 %

95 %

95 %

Na 18 maanden

100 %

100 %

100 %

 

(...)

HOOFDSTUK 11 - Loonbijslagen voor bijzondere werken

1. Werken bij de uitvoering waarvan de arbeiders gevoelens van onzekerheid, vrees, onrust, kunnen ondervinden, in weerwil van de getroffen veiligheidsmaatregelen

Artikel 23

Onverminderd de dwingende bepalingen van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, die verplichtingen opleggen aan de arbeiders, is de werkgever verantwoordelijk voor de arbeidsveiligheid, is de werkgever verantwoordelijk voor de arbeidsveiligheid.

Hierbij wordt hij bijgestaan door de dienst voor veiligheid en hygiëne en door de vakbondsafvaardiging, indien er een is.

De in dit artikel bedoelde loonbijslagen zijn dus niet bestemd tot compensering van het gevaar dat eventueel bestaat bij de uitvoering van de betrokken prestaties.

Alle voorzorgmaatregelen en aangepaste maatregelen moeten immers steeds getroffen zijn om de uitvoering van het werk mogelijk te maken in omstandigheden die voldoende veiligheid en bescherming waarborgen.

Het blijft niettemin waar dat het, wegens de bijzondere omstandigheden waarin bepaalde taken moeten uitgevoerd worden, gerechtvaardigd is hiervoor een bijslag uit te keren aangezien de werklieden af te rekenen hebben met spanningen of emoties verbonden aan buitengewone omstandigheden.

Deze loonbijslagen zijn bijgevolg enkel verschuldigd over de tijd waarin de werklieden bezig zijn met de hierna nader omschreven werken :

 

Toe te kennen loonbijslag

Herstelling van leidaken (natuurlijke of kunstmatige) of pannendaken op normaal dakwerk gelegen op minimum 20 meter hoogte wanneer er kroonlijsten ontbreken

10 %

 

Schilderen van metalen gebinten en pylonen op een minimum van 15 meter hoogte

 

10 %

 

Werken met continu glijbekisting op minder dan 25 meter hoogte

 

10 %

 

Rioleringswerken en andere leidingen uitgevoerd in nauwe sleuven met een diepte van ten minste 1,70 meter

 

10 %

 

Werken in galerijen : doorboringswerken tot bij de voltooiïng van de voorlopige verlichtings- en ventilatie-installaties en tot dat de veiligheid, overeenkomstig het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, is gewaarborgd

 

10 %

 

Bedienaars van rots-ripmachines als het werk in moeilijke omstandigheden moet worden uitgevoerd (rotsachtig talud en gevaarlijke werkomstandigheden)

 

10 %

 

Het werk aan de topmachine

 

15 %

 

Nieuwe bekledingen van torenspitsen en koepeldaken

 

25 %

 

Bouwen en herstellen van torenspitsen

 

25 %

 

Slopingswerken aan gebouwen die in wankele toestand verkeren

 

25 %

 

Werken in de omheining of aan gebouwen van in werking zijnde petroleumraffinaderijen (onder "omheining van petroleumraffinaderijen" wordt verstaan de plaats waar gevaar bestaat of waar speciale voorzorgsmaatregelen wegens gevaar opgelegd zijn), en werken in de warme zone van kerncentrales

 

25 %

 

Gezien de installaties van de petroleumraffinaderijen en kerncentrales verschillen van streek tot streek, wordt overeengekomen dat de verschillende interpretatiemogelijkheden die eventueel kunnen oprijzen tussen de plaatselijke werknemers- en werkgeversorganisaties samen door dezen dienen onderzocht. Gevraagd wordt de bijslag van 25 % als een maximum te beschouwen. In ieder geval kan deze bijslag nooit minder dan 15 % bedragen. Bij ontstentenis van een plaatselijke interpretatievergelijk wordt de normale verzoeningsprocedure ingesteld op verzoek van de meest gerede partij.

 

 

Werken uitgevoerd door de "rotskammers" vanaf 15 meter hoogte in de ruimte

 

25 %

 

Bouwen van fabrieksschoorstenen

 

40 %

-      Deze loonbijslag is toegekend aan de arbeiders die gespecialiseerd zijn in de bouw van fabrieksschoorstenen met uitzondering van hen die op de grond tewerkgesteld zijn

 

 

Herstellingen in opzoeking uitgevoerd aan de bekleding van torenspitsen en koepels

 

50 %

 

Vernieuwing van dakbedekkingen van torenspitsen en koepels, wanneer er kroonlijsten ontbreken

 

50 %

 

Herstellingen van fabriekschoorstenen

 

50 %

-      Deze loonbijslag is toegekend aan de arbeiders die gespecialiseerd zijn in het herstellen van fabriekschoorstenen met uitzondering van hen die op de grond tewerkgesteld zijn.

 

 

 

Plaatsen en herstellingen van dakbekledingen op rollend raam

100 %

 

Bouwen van koeltorens in monolietbeton :

-      werken op een hoogte van 25 tot 40 meter

-      werken op een hoogte van 40 tot 60 meter

-      werken op een hoogte van 60 tot 80 meter

-      werken op een hoogte van 80 meter en hoger

 

 

10 %

20 %

30 %

40 %

De hoogte wordt altijd berekend van de funderingsplaat af.

 

 

In de hoogte uitgevoerde ruwbouwwerken (toren- en flatgebouwen), wanneer degene die deze werken uitvoert zich rechtstreeks in de ruimte bevindt :

-      werken op een hoogte van 25 tot 40 meter

-      werken op een hoogte van 40 tot 60 meter

-      werken op een hoogte van 60 tot 80 meter

-      werken op een hoogte van 80 meter en hoger

 

 

 

10 %

20 %

30 %

40 %

 

Het oprichten en het afbreken van steigers :

-      meer dan 10 meter in de ruimte

-      meer dan 15 meter in de ruimte

 

 

10 %

25 %

 

Alleen voor stukadoorwerk : werken aan dakgoten, op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen en hangsteigers

 

10 %

 

Voor de schilders : het werk aan dakgoten met behulp van de haakladders, "dakgootladder" genaamd waarbij genoemde dakgoot zich ten minste 15 meter boven de grond bevindt

 

10 %

 

Voor de loodgieters-zinkbewerkers alleen : werken aan dakgoten in de ruimte en meer dan 15 meter hoog voor zover de werklieden zich bevinden op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen of hangsteigers

 

10 %

 

Werken in de dakgoten zijn uitgesloten.

 

 

De loonbijslagen voor het oprichten en het afbreken van steigers meer dan 15 meter in de ruimte en voor werken aan dakgoten op hangladders, hangende loopplanken, hangbruggen en hangsteigers zijn niet van toepassing voor de werken uitgevoerd door de dakdekkers.

De aangeduide percentages moeten berekend worden op het regelingsloon en hoeven slechts uitbetaald te worden aan de werklieden die werken op de verschillende aangeduide hoogten en voor uren die aan deze werken besteed worden.

2.  Ongezonde, hinderlijke of lastige werken

Artikel 24

Zoals voor artikel 23 hierboven zijn de aangegeven loonbijslagen wegens de bijzondere aard van deze werken alleen maar verschuldigd voor de tijd waarin bedoelde werken worden uitgevoerd :

 

 

A) Lijst der ongezonde werken :

Toe te kennen loonbijslag

 

 

Werken met de steekvlam met gas of met elektrische boogvlam op geschilderde, gegalvaniseerde of verloodde metalen

10 %

 

Pistoolschilderwerken en verstuivingswerken

 

10 %

 

Het werk met pistool in de stukadoorwerken

 

10 %

 

Reinigen met zandstralen

 

10 %

 

Werk uitgeoefend door arbeiders die met de spuit koolwaterstofhoudende producten (teer of bitumen) in de vorm van vloeistof en onder druk spreiden of die rechtstreeks in contact komen met die producten

 

10 %

 

Het werken met een snijschijf als tenminste 1 uur lang ononderbroken wordt gewerkt

 

10 %

 

Het uitgieten van zakken cement in de betonmolen

 

12,5 %

 

Behandeling van los cement wanneer er geen speciale installaties zijn en de werkman ernstig blootgesteld is aan stuivend cement

 

12,5 %

 

Belangrijke schraapwerkzaamheden op stukadoorswerken door werklieden stukadoors

 

12,5 %

 

Impregnering van hout door bevochtiging met schadelijke producten en/of bewerking van het aldus behandelde hout ;

-      Deze loonbijslag is niet toepasselijk op de dakdekkers

 

15 %

 

Herstelling van stookketels (vuurvaste stenen)

 

25 %

 

Graven van putten en tunnels met de kaphamer

 

25 %

 

Werken in in gebruik zijnde tunnels

 

25 %

 

Werken bij de uitvoering waarvan de werkman op ernstige wijze blootgesteld is aan aanrakingen met in ontbinding verkerende organische stoffen, aan de uitwerkselen van vuur, water, radioactieve bestralingen, moerassen, slijk, roet, gassen, bijtende stoffen, zuren, stof in gesloten lokalen ; werken voor ontstopping van riolen in gebouwen

 

25 %

 

Reinigen en herstellen van oude beerputten ; reinigen en herstellen van nijverheidsovens, wanneer deze schadelijke gassen uitwasemen ; het buitenwerk met het cement-gum

 

50 %

 

Het teren van beerputten, het binnenwerk met het cement-gum

 

100 %

 

B) Lijst der hinderlijke of lastige werken :

Toe te kennen loonbijslag

Werkzaamheden van arbeiders belast met werken van effectieve dakbedekking

4 %

 

Werk van de kalorifugeurs wanneer zij los glaswol gebruiken

 

5 %

 

Het hanteren van de betonbreker, de mechanische heiblok of de pneumatische hamer

 

10 %

 

 

 

 

Toe te kennen loonbijslag

 

Bedienen van een pneumatische boorhamer of betonbreker van minstens 15 kilo

 

15 %

 

Bestratingswerken

 

10 %

 

Uitblazen van bestratingsvoegen met samengeperste lucht

 

10 %

 

Aanleggen van wegenasfalt : voor de bestuurder van de afwerkmachine, de aanstampers, de harkers en de walsbestuurders

 

10 %

 

Grondstabilisatiewerken met kalk met inbegrip van de chauffeurs doorlopend tewerkgesteld op een dergelijke bouwplaats

 

25 %

 

Het werken met een thermische lans :

-      buiten

-      binnen

 

 

25 %

50 %

 

Werken in samengeperste lucht :

 

Druk van :

-      0 à 1.250 g/cm2

-      1.251 à 2.000 g/cm2

-      2.001 à 2.500 g/cm2

-      2.501 à 3.000 g/cm2

 

50 %

100 %

200 %

300 %

 

De volgende prestaties worden van de werklieden gevraagd :

 

Druk van :

-      0 tot 1.250 g/cm2 : 3 ploegen van 8 uren

-      1.251 tot 2.000 g/cm2 : 4 ploegen van 6 uren

-      2.001 tot 2.500 g/cm2 : 6 ploegen van 4 uren

-      2.501 tot 3.000 g/cm2 : 8 ploegen van 3 uren.

 

Voor de werklieden waarbij men zich bedient van botten of dijlaarzen, moeten deze door de werkgever verschaft worden.

3. Samenvoeging van de loonbijslagen voor bijzondere werken

Artikel 25

In bepaalde gevallen kan men de loonbijslagen bepaald bij de artikelen 23 en 24 samenvoegen.

Het samenvoegen van de bijslagen is evenwel niet mogelijk voor de in eenzelfde artikel vermelde werken. Bovendien mag de samenvoeging van de loonbijslagen niet leiden tot een totaal bedrag dat 50 pct. van het normale loon overschrijdt.

Net als bij de artikelen 23 en 24 zijn deze loonbijslagen wegens de bijzondere aard van deze werken alleen maar verschuldigd voor de tijd waarin bedoelde werken inderdaad worden uitgevoerd.

(...)

HOOFDSTUK 13 - Arbeid in opeenvolgende ploegen

Artikel 27

Bij het berekenen van de vergoeding voor ploegwerk, wordt enkel rekening gehouden met het tijdstip van het etmaal waarop de werken worden uitgevoerd.

Ongeacht de benaming van de verschillende ploegen en ongeacht het uur waarop het werk wordt aangevat of beëindigd, worden de uurprestaties tussen :

-      6 en 14 uur betaald tegen 110 pct. van het loon ;

-      14 en 22 uur betaald tegen 110 pct. van het loon ;

-      22 en 6 uur betaald tegen 125 pct. van het loon.

Artikel 28

Wanneer in drie opeenvolgende ploegen gewerkt wordt krijgt elke ploeg een halfuur schafttijd, waarvoor het normale loon wordt uitbetaald.

 

Commentaar :      Voor een vlot administratief verloop kunt U op de prestatieopgaven onder code 770 het aantal uren en het percentage van de bovenstaande toeslagen vermelden.

HOOFDSTUK 14 - Arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke daguren

Artikel 29

's Nachts gepresteerde uren tussen 22 en 6 uur worden betaald tegen 125 pct. van het loon.

In dit geval wordt er eveneens een half uur schafttijd toegekend zonder loonverlies.

De werken die de invloed van de getijden ondergaan (zoals werken aan dijken en golfbrekers), de 's ochtends tussen 6 en 7 uur en 's avonds tussen 18 en 22 uur gepresteerde uren worden betaald tegen 115 pct. van het loon.

Deze bepaling mag echter niet tot gevolg hebben dat het bedrag vermindert van hetgeen de werkgever tot hiertoe in het kader van de beschikkingen eigen aan de onderneming, toekende.

 

Commentaar :      Voor een vlot administratief verloop kunt U op de prestatieopgaven onder code 770 het aantal uren en het percentage van de bovenstaande toeslagen vermelden.

(...)

HOOFDSTUK 16 - Tegemoetkoming in de reiskosten, kost- en huisvesting

A. Reiskosten

(...)

 

Commentaar :      De tegemoetkoming in de reiskosten en mobiliteitsvergoeding worden behandeld in onze omzendbrieven Hfdst. 12.1 en Hfdst. 12.2.

 

B. Kost en huisvesting

Artikel 32

Wanneer de arbeider werkzaam is op een werkplaats die zover van zijn woonplaats verwijderd is, dat hij onmogelijk dagelijks naar huis kan terugkeren, moet de werkgever hem naar behoren kost- en huisvesting verstrekken.

Artikel 33

De werkgever kan zich door uitkering van een vergoeding voor kost- en huisvesting per werkdag, van deze verplichting voorzien bij artikel 32 kwijten.

a)  Bedrag van de vergoedingen :

 

Commentaar :      De geactualiseerde bedragen van de vergoedingen voor kost- en huisvesting worden behandeld in onze omzendbrieven Hfdst. 4.2. Voor een vlot administratief verloop kunt U op de prestatieopgaven het aantal dagen HUISVESTING vermelden onder code 281 en het aantal dagen KOST onder de code 282.

b)  Koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen :

De basisbedragen van de vergoedingen voor kost- en huisvesting stemmen overeen met het indexcijfer 102,71.

De uit de schommelingen van het indexcijfer voortvloeiende aanpassingen vinden om het kwartaal plaats, zoals dit met de lonen het geval is.

Het bedrag van de vergoedingen wordt evenwel slechts aangepast wanneer de koppeling aan het indexcijfer volgende weerslag heeft :

·       1 BEF voor de huisvestingsvergoeding ;

·       2 BEF voor de kostvergoeding.

HOOFDSTUK 17 - Bijzondere bepaling

Artikel 34

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993 betreffende de arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995.

 

HOOFDSTUK 18 - Geldigheidsduur en intrekking

Artikel 35

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999, uitgezonderd artikel 16 dat in werking treedt voor de aanwervingen gerealiseerd na 30 juni 1999.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereen­komsten..

(...)

B. Tekst van de CAO van 10 mei 1990

BEPALINGEN VAN BIJKOMENDE ARBEIDSVOORWAARDEN IN PETROCHEMISCHE BEDRIJVEN

HOOFDSTUK 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en de arbeiders die zij tewerkstellen.

Men verstaat onder "arbeiders" de arbeiders en de arbeidsters.

HOOFDSTUK 2 - Arbeidsvoorwaarden

Artikel 2

Voor werken binnen de omheining van in werking zijnde petrochemische bedrijven, wordt een geïndexeerde loontoeslag uitbetaald van 15 fr. per uur, betaalbaar als volgt : 7,5 fr. per uur vanaf 1 april 1990 plus 7,5 fr. per uur vanaf 1 oktober 1990.

 

Commentaar :      De geactualiseerde bedragen van deze loontoeslag worden behandeld in onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Artikel 3

Deze toeslag is enkel verschuldigd voor de tijd besteed aan werkzaamheden op de bedoelde plaatsen.

HOOFDSTUK 3 - Inwerkingtreding

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1990, is afgesloten voor een onbepaalde duur en kan opgezegd worden door elk der partijen mits een opzegging van 6 maanden per aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité.

Praktische schikkingen

 

Voor de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat GROEP S - Sociale Samenwerking, vzw.

Op de loonbijslagen voor bijzondere werken moeten, vanzelfsprekend, sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing worden ingehouden. Voor een vlot administratief verloop kunt U op de prestatieopgaven onder code 770 het aantal uren en het percentage ervan vermelden.

 

 


Historiek
01/07/2023 31/12/2050 0401 Loonvoorwaarden
01/09/2019 30/06/2023 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2017 31/08/2019 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2016 30/06/2017 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden
01/08/2013 30/06/2014 0401 Loonvoorwaarden
13/10/2011 31/07/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 12/10/2011 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2009 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2009 01/01/2009 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2006 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2003 31/12/2004 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2002 31/12/2002 0401 Loonvoorwaarden
01/04/2002 30/06/2002 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2001 31/03/2002 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2001 30/09/2001 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2001 31/12/2000 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1999 31/12/2000 0401 Loonvoorwaarden