0703021 Overbruggingsploegen

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 11/03/2016
Geldig vanaf: 01/01/2016
Geldig tot: 31/12/2020

Principe

Verzekeren van de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten op de zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en op de vervangingsdagen voor de wettelijke feestdagen en op andere dagen waarop door de traditionele ploegen niet gewerkt wordt.

Voorwaarden

  • een overeenkomst afgesloten op het vlak van de onderneming tussen de werkgever, de vertegenwoordigers van de arbeiders, Fedustria en de arbeidersorganisaties;
  • zich verbinden tot een verhoging van het aantal arbeidsplaatsen in de afdeling(en) waar het stelsel wordt ingevoerd. De invoering van overbruggingsploegen dient in elk geval een verhoging van het totaal aantal effectief tewerkgestelde arbeiders in de onderneming tot gevolg te hebben.
  • de arbeiders kunnen niet verplicht worden om in bedoeld stelsel te werken.

Modaliteiten

Per ploeg zal de arbeider 12 u aanwezig zijn waarvan 11 u 30' prestaties en een 1/2 u bezoldigde rust.

Geen prestaties op drie zaterdagen en drie zondagen per jaar, dit in de periode van de jaarlijkse collectieve vakantie.

Elke andere prestatie moet als een buitengewone prestatie beschouwd worden en dient vergoed te worden aan hetzelfde uurloon als voor de gewone prestaties in overbruggingsploegen.

De tewerkgestelden in overbruggingsploegen kunnen echter niet opgeroepen worden op dagen tijdens de periode van de jaarlijkse collectieve vakantie zoals bepaald door het PC 120.

Op 21 december 2015 werd in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk een nationale kaderovereenkomst afgesloten betreffende de invoering en de organisatie van overbruggingsploegen in de textielsector. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 maart 2016 onder het nr.132065/CO/120. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2016.

Deze CAO werd gewijzigd door:

  • de CAO van 21 maart 2016 tot wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 21 december 2015 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielsector. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 27 juni 2016 onder het nr. 133438/CO/120. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2016 (artikelen 7 en 9);
  • de CAO van 10 oktober 2016 tot wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 21 december 2015 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielsector. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 7 november 2016 onder het nr. 135695/CO/120. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 21 november 2016 (artikel 14).

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO zoals gewijzigd door de twee andere CAO's.

HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen

Artikel 1

Onderhavige overeenkomst heeft betrekking op de invoering en organisatie van zogenaamde overbruggingsploegen in ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de Textielnijverheid en het Breiwerk.

Artikel 2

Het stelsel van de overbruggingsploegen biedt aan de in artikel 1 bedoelde ondernemingen de mogelijkheid om hetzij voor gans de onderneming, hetzij voor één of meerdere afdelingen ervan, het maximaal aantal machine-uren per jaar te realiseren.

Artikel 3

De ondernemingen die van de mogelijkheden van onderhavige overeenkomst gebruik wensen te maken, dienen zich in een ondernemingsovereenkomst te verbinden tot een verhoging van het aantal arbeidsplaatsen in de afdeling(en) waar het stelsel van de overbruggingsploegen wordt ingevoerd. De invoering van overbruggingsploegen dient in elk geval een verhoging van het totaal aantal effectief tewerkgestelde arbeiders in de onderneming tot gevolg te hebben.

De invoering van overbruggingsploegen in één of meerdere afdelingen mag geen aanleiding geven tot afdankingen in andere afdelingen tenzij in het geval van sluiting van bepaalde afdelingen van de betrokken onderneming.

Ingeval van invoering van productievere technologieën kan afgeweken worden van de verplichting tot verhoging van de tewerkstelling mits terzake en voorafgaand aan de invoering ervan, een ondernemingsovereenkomst gesloten wordt tussen de betrokken werkgever, de vertegenwoordigers van de arbeiders in de onderneming, Fedustria en de arbeidersorganisaties.

Artikel 4

De ondernemingen die overbruggingsploegen hebben ingevoerd, dienen bij eventuele tijdelijke werkloosheid om economische redenen deze gelijkwaardig te verdelen over alle werkstelsels van de betrokken afdeling(en).

Artikel 5

Elke onderneming, bedoeld in artikel 1, kan overgaan tot de invoering van overbruggingsploegen op voorwaarde dat zulks het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst welke op het vlak van de onderneming afgesloten wordt tussen de werkgever, de vertegenwoordigers van de arbeiders, Fedustria en de arbeidersorganisaties.

Fedustria en de arbeidersorganisaties zullen met elkaar contact opnemen vooraleer zij, in toepassing van deze kaderovereenkomst, een ondernemingsakkoord sluiten en/of concrete werkvoorwaarden bepalen. Ter gelegenheid van dit contact zal nagegaan worden of de verhoging of bevordering van de tewerkstelling in de onderneming, de optimale benuttiging van het productieapparaat vergt.

Artikel 6

De in artikel 5 bedoelde ondernemingsovereenkomsten dienen in elk geval de regels en principes te eerbiedigen welke in deze collectieve arbeidsovereenkomst worden vastgelegd.

De in artikel 5 bedoelde ondernemingsovereenkomsten die van toepassing zijn op de datum van inwerkingtreding van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, worden geacht te zijn gesloten in uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK II - Arbeidsduur en bezoldiging

Artikel 7

De overbruggingsploegen verzekeren de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten in de afdeling(en) waar ze worden ingevoerd en dit op de zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en op de vervangingsdagen voor de wettelijke feestdagen en op andere dagen waarop door de traditionele ploegen niet gewerkt wordt.

Per ploeg zal de arbeider 12 u aanwezig zijn waarvan 11 u 30' prestaties en een 1/2 u bezoldigde rust.

Zij zullen evenwel geen prestaties leveren op drie zaterdagen en drie zondagen per jaar, dit in de periode van de jaarlijkse collectieve vakantie.

Artikel 8

Voor de in artikel 7 bedoelde arbeidsprestaties en betaalde rust dient de globale jaarbezoldiging, bekomen in het traditioneel drieploegenstelsel, gewaarborgd te worden.

Artikel 9

Elke andere prestatie, dan deze bedoeld in artikel 7, moet als een buitengewone prestatie beschouwd worden en dient vergoed te worden aan hetzelfde uurloon als voor de gewone prestaties in overbruggingsploegen.

De tewerkgestelden in overbruggingsploegen kunnen echter niet opgeroepen worden op dagen tijdens de periode van de jaarlijkse collectieve vakantie zoals bepaald door het Paritair Comité voor de Textielnijverheid en het Breiwerk.

Artikel 10

De tijd gedurende dewelke de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders op vraag van de werkgever opleiding volgen tijdens de weekdagen (maandag tot en met vrijdag) zal betaald worden aan het gemiddeld uurloon van het traditioneel drieploegenstelsel, nl. het uurloon van de morgenploeg, de namiddagploeg en de nachtploeg gedeeld door drie.

Eventueel gunstiger regelingen die op het vlak van de onderneming bestaan blijven verder van toepassing.

Artikel 11

De tijd gedurende dewelke de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders tijdens de weekdagen (maandag tot en met vrijdag) deelnemen aan de vergadering van de ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming op het werk, zal betaald worden aan het gemiddeld uurloon van het traditioneel drieploegenstelsel, ni. het uurloon van de morgenploeg, de namiddagploeg en de nachtploeg gedeeld door drie.

Eventueel gunstiger regelingen die op het vlak van de onderneming bestaan blijven verder van toepassing.

HOOFDSTUK III - Toetreding

Artikel 12

De toetreding tot het stelsel van de overbruggingsploegen is vrij. Voor de arbeiders betekent dit dat zij niet kunnen verplicht worden om in bedoeld stelsel te werken.

Bovendien wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat de ondernemingen die overbruggingsploegen willen invoeren, voor de samenstelling ervan uitsluitend mogen rekruteren uit volledig en uitkeringsgerechtigde werklozen, behoudens het op vrijwillige basis inschakelen in deze ploegen van bij de onderneming in dienst zijnde werknemers op voorwaarde dat elk van deze arbeiders op zijn oorspronkelijke werkpost vervangen wordt onverminderd de toepassing van de beschikkingen van laatste alinea van artikel 3.

HOOFDSTUK IV - Waarborgen

Artikel 13

De ondernemingen die overbruggingsploegen invoeren dienen voor de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders alle rechten en voordelen te waarborgen die voortvloeien uit de uitvoering van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de traditionele werkstelsels.

Artikel 14

Voor de toepassing van artikel 30 §2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het geboorteverlof wordt de duur van de afwezigheid voor de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders vastgesteld op vier dagen van twaalf uren, door hem te kiezen binnen de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling.

Artikel 15

Overeenkomstig artikel 30 §2 van voornoemde wet geniet de werknemer gedurende 3/10 van zijn vaderschapsverlof het behoud van zijn loon, berekend op basis van 48 uren, zijnde 14,4 uren.

In geval van adoptieverlof geniet de werknemer eveneens gedurende 14,4 uren zijn normaal loon.

Artikel 16

In aanvulling op de uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, betaalt de werkgever aan de arbeider in vaderschapsverlof, tewerkgesteld in dit stelsel, een supplement dat overeenstemt met het verschil tussen het vervangingsinkomen, berekend op basis van 48 uren enerzijds en op basis van 54 uren anderzijds, evenwel beperkt overeenkomstig de bepalingen van de derde alinea van onderhavig artikel.

Onder vervangingsinkomen dient begrepen te worden het loonbehoud voor 3/10 en de uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor 7/10 van de uren begrepen in het vaderschapsverlof.

Het bedrag van het supplement kan evenwel nooit hoger zijn dan het verschil tussen enerzijds het bedrag van het bruto belastbaar loon dat de arbeider zou verdiend hebben tijdens de uren die overeenstemmen met de 7/10, berekend op basis van 54 uren en anderzijds het bedrag van de uitkering zelf die hem voor de 7/10, berekend op basis van 48 uren, toegekend wordt in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

In geval van adoptieverlof betaalt de werkgever aan de arbeider in adoptieverlof eenzelfde supplement, berekend zoals voor een arbeider in vaderschapsverlof.

Artikel 17

Elke onderneming die een overbruggingsstelsel invoert dient er voor te zorgen dat de in het stelsel tewerkgestelde arbeiders geen enkel financieel nadeel inzake sociale zekerheidsvergoedingen ondervinden tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK V - Evaluatie

Artikel 18

Het Paritair Comité voor de Textielnijverheid en het Breiwerk zal tweejaarlijks, in de loop van de maand december, een rapport opmaken inzake de naleving van onderhavige kaderovereenkomst en inzake de tewerkstellingsresultaten die de toepassing van overbruggingsploegen oplevert.

Artikel 19

Teneinde het Paritair Comité in de mogelijkheid te stellen het in artikel 18 bedoelde rapport op te stellen, is elke onderneming die overbruggingsploegen invoert ertoe gehouden om, binnen de maand volgend op het sluiten van de desbetreffende ondernemingsovereenkomst, een exemplaar van de overeenkomst over te maken aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de Textielnijverheid en het Breiwerk.

Bovendien dienen Fedustria alle gegevens te verzamelen betreffende de tweejaarlijkse evolutie van de tewerkstelling in de ondernemingen waar overbruggingsploegen werden ingevoerd. Meer in het bijzonder dient voor elk van deze ondernemingen een overzicht opgemaakt te worden betreffende de evolutie van het aantal arbeidsplaatsen in de afdeling(en) waar overbruggingsploegen werden ingevoerd en tevens van de evolutie van het aantal arbeidsplaatsen voor de totaliteit van de onderneming.

Deze gegevens dienen vervat te worden in een verslag dat per onderneming het beoogde overzicht weergeeft. Bedoeld verslag dient door Fedustria aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk te worden overgemaakt.

HOOFDSTUK VI - Eindbepalingen

Artikel 20

Er kan een einde worden gesteld aan een overbruggingsstelsel in een onderneming of in een ondernemingsafdeling, mits het in acht nemen van een opzeg van drie maanden, schriftelijk betekend aan de ondertekenende partijen van de ondernemingsovereenkomst.

Artikel 21

Elk interpretatiegeschil betreffende deze kaderovereenkomst zal aan het Paritair Comité voor de Textielnijverheid en het Breiwerk voorgelegd worden en door deze beslecht worden.

Artikel 22

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2016. Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan slechts opgezegd worden mits een vooropzeg van één jaar, schriftelijk aan de ondertekenende partijen betekend.

Artikel 23

De collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk wordt opgeheven met ingang van de datum van inwerkingtreding van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 24

Het Paritair Comité voor de Textielnijverheid en het Breiwerk vraagt dat deze overeenkomst door de Koning algemeen verbindend wordt verklaard.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
10/10/2016
Registratienr
135695
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
13/10/2016
Registratiedatum
07/11/2016
Onderwerp
wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 21.12.2015 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielsector
BS Bericht van neerlegging
21/11/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/05/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
26/06/2017
Keywords
PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, KLEIN VERLET

Datum CAO
21/03/2016
Registratienr
133438
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
22/03/2016
Registratiedatum
27/06/2016
Onderwerp
wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 21.12.2015 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielsector
BS Bericht van neerlegging
18/07/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/01/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
21/02/2017
Keywords
PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN

Datum CAO
21/12/2015
Registratienr
132065
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
22/12/2015
Registratiedatum
03/03/2016
Onderwerp
overbruggingsploeg
BS Bericht van neerlegging
15/03/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
14/12/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
02/02/2017
Keywords
PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, KLEIN VERLET, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN)

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 0703021 Nieuwe arbeidsregelingen: overbruggingsploegen
01/01/2023 31/12/2023 0703021 Nieuwe arbeidsregelingen: overbruggingsploegen
01/01/2021 31/12/2022 0703021 Nieuwe arbeidsregelingen: overbruggingsploegen
01/01/2016 31/12/2020 0703021 Overbruggingsploegen
01/07/2004 31/12/2015 0703021 0801 Overbruggingsploegen
25/03/1983 30/06/2004 0703021 0801 Overbruggingsploegen