01 Sociale programmatie 2005-2006

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.00.00-00.00, 118.01.00-00.00, 118.02.00-00.00, 118.04.00-00.00, 118.05.00-00.00, 118.06.00-00.00, 118.07.00-00.00, 118.08.00-00.00, 118.09.00-00.00, 118.10.00-00.00, 118.11.00-00.00, 118.12.00-00.00, 118.13.00-00.00, 118.14.00-00.00, 118.15.00-00.00, 118.16.00-00.00, 118.17.00-00.00, 118.18.00-00.00, 118.19.00-00.00, 118.20.00-00.00, 118.21.00-00.00, 118.22.00-00.00

Bijwerking: 26/05/2005
Geldig vanaf: 27/04/2005
Geldig tot: 31/12/2006

In het Paritair Comité voor de werd op 27 april 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de sociale programmatie 2005-2006 (geen algemeen verbindendverklaring).

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

 

Verschillende delen van deze CAO maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO ’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

 

U vindt ook hieronder een samenvattende kalendar van enkele bepalingen (vooral voor de cijfers).

 

Een andere CAO werd op 27 april 2005 gesloten betreffende de loonprogrammatie 2005-2006. Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO. Zie ook Hfdst 4.1 (arbeidsvoorwaarden) en 4.2 (bijwerking van de lonenschalen)

 

Voedingsnijverheid

Met uitzondering van de sector van bakkerijen, de banketbakkerijen die “verse” producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij.

 Sociale programmatie 2005-2006 (CAO van 27/04/2005) –Samenvattende kalender

 

2005

 

01/01/2005

Minimum-en rëele lonen

Jaarlijkse indexering 1,78 %

 

Permanente vorming 

Bijdrage 0,20 %

(tot 30/06/2005)

 

Ploegenspremies

(sinds 01/01/2004)

ochtendpremie : 0,37 €

namiddagpremie : 0,42 € minimum nachtpremie: 1,48 €

01/06/2005

Minimum-en rëele lonen

Verhoging ,40 %

(bij ontstentenis van een ondernemingsCAO )

 

Jaarlijkse premie

(Met uitzondering van groentennijverheid)

 

152 €

01/07/2005 – 30/06/2007

Sociale dialoog

Instelling van een syndicale afvaarding : nieuwe modaliteiten

01/07/2005 – 31/12/2006

Permanente vorming 

Bijdrage 0,15 %

 

Tot 31/12/2005

Brugpensioen - 58 jaar

Verlenging van bestaande cao

Tot 31/12/2005

Brugpensioen - 56 jaar

Verlenging van bestaande cao

 

Tijdskrediet

Verlenging van bestaande cao

 

Halftijds tijdskrediet vanaf 55 jaar

Verlenging van bestaande cao + maandelijkse vergoeding : 78 €

 

Bestaanszekerheid ontslag – aanvullende vergoeding

5 €

(Met uitzondering van groentennijverheid)

 

Bestaanszekerheid langdurige ziekte - aanvullende vergoeding 

4 €

 

 

2006

 

01/01/2006

Minimum-en rëele lonen

Jaarlijkse indexering 1,69  %

(veronderstelling)

 

Ploegenspremies

ochtendpremie : 0,39 €

namiddagpremie : 0,44 €

minimum nachtpremie:: 1,55 €

 

Bestaanszekerheid  tijdelijke werkloosheid - aanvullende vergoeding

8,5 € vanaf de 6de dag

 

Bestaanszekerheid langdurige ziekte - aanvullende vergoeding 

4,50 €

 

Kledijvergoeding

3 € ter beschikking stellen

3,5 € onderhoud

 

Vervoerkosten – fietsvergoeding

 

= maandelijkse treinkaart verhoogd met  25 %

Of  0,15 €/Km (enkeleafstand) (als gunstiger)

01/04/2006

Pensioenplan

Bijdrage 1,18 %

01/06/2006

Jaarlijkse premie

159 €

01/07/2006

Minimum-en rëele lonen

Conventionele verhoging voor het saldo (max 4,40 % in 2005-2006)

Of 0,47 %

(bij ontstentenis van een ondernemingsCAO )

 

Anciënniteitstoeslag na 6 maanden

 

 

tot 31/12/2006

Brugpensioen -  56 jaar

Verlenging van bestaande cao

 

Tijdskrediet

Verlenging van bestaande cao

 

2007

 

01/01/2007

Permanente vorming 

bijdrage 0,20 %

 

 

 

tot 31/12/2007

Brugpensioen -  58 jaar

Verlenging van bestaande cao

tot31/12/2007

Tijdskrediet

Verlenging van bestaande cao

 

VOEDINGSNIJVERHEID: Sociale programmatie 2005/2006.

 

In deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben de sociale partners van de sector op 27/04/2005 het raam getekend van de verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden in 2005 en 2006. Dergelijke overeenkomst houdt niet alle technische modaliteiten in. Dat is de reden waarom zij niet algemeen verbindend verklaard wordt. De partijen zullen de nodige uitvoeringsovereenkomsten afsluiten en algemeen verbindend laten verklaren om uitwerking te geven aan dit kader.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

§2        Met arbeiders worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II - Permanente vorming

Artikel 2

§1        De sociale partners stellen de financiering van het IPV (Initiatieven voor Professionele Vorming) vast op 0,20 % van de brutolonen.

§2        Bij wijze van afwijking hierop zal vanaf het derde kwartaal 2005 tot en met het vierde kwartaal 2006 de bijdrage beperkt worden tot 0,15 %.

§3        Vanaf het eerste kwartaal 2007 zal de bijdrage voor onbepaalde duur 0,20 % bedragen.

Artikel 3

Gedurende de jaren 2005 en 2006 zal het IPV minstens 0,15 % van de brutolonen besteden aan de vorming van werkzoekenden en actieven uit risicogroepen.

Onder risicogroepen verstaan de partijen:

-      de werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het bijzonder

-      de laaggeschoolde werknemers

-      de werknemers ouder dan 50 jaar

-      de werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief ontslag of een sluiting van onderneming

-      de ontslagen werknemers

-      de gehandicapten

-      de allochtonen

-      de industriële leerlingen.

HOOFDSTUK III - Brugpensioen

Artikel 5

De partijen zullen de bestaande CAO's inzake brugpensioen aan 58 jaar verlengen tot 31 december 2007 en deze aan 56 jaar tot 31 december 2006.

HOOFDSTUK IV - Tijdskrediet

Artikel 6

De partijen komen overeen de CAO van 4 juni 2004 inzake tijdkrediet te verlengen tot 31 december 2007.

Voor de arbeiders die gebruik maken van het recht op een vermindering van de arbeidsprestaties voor werknemers van 50 jaar en ouder zoals bepaald in artikel 9 §1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, zal de aanvullende vergoeding van het brugpensioen worden berekend op basis van een voltijdse arbeidsprestatie wanneer zij overstappen van de loopbaanvermindering naar het conventioneel brugpensioen.

HOOFDSTUK V - Koopkracht

Artikel 7

De partijen komen overeen dat de reële en sectorale lonen in de periode 2005-2006 nominaal zullen stijgen met 4,40 %, indexeringen inbegrepen, volgens de volgende modaliteiten.

Artikel 8

§1        Bij ontstentenis van een CAO op ondernemingsvlak zullen de reële lonen per 1 juni 2005 verhogen met 0,40 %.

§2        Per 1 juni 2005 verhogen de sectorale loonschalen met 0,40 %.

Artikel 9

§1        Per 1 juli 2006 gaat een tweede verhoging van de reële lonen in gelijk aan het saldo van de hierboven beschreven nominale loonsverhoging.

             Het paritair comité zal in de loop van januari 2006 dit saldo berekenen door de afgesproken nominale verhoging, zijnde 1.0440, te delen door de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen van de jaren 2005 en 2006.

 

Paritair commentaar:

Per 1 juli 2006 gaat er een tweede loonsverhoging in van 0,47 %, te verhogen of te verminderen met het verschil tussen de reële en de verwachte indexering (1,69 %) per 1 januari 2006. Illustratie:

De evolutie van het loon in 2005-2006 in chronologische volgorde:

-      01.01.2005: 1,78 % jaarindexering

-      01.06.2005: 0,40 % conventionele verhoging

-      01.01.2006: jaarindexering = 1,69 % (veronderstelling)

-      01.07.2006: saldo: 1.0440 / (1.0178 * 1.0040 * 1.0169) = 1.0440 : 1.0391 = 1.0047 of 0,47 % conventionele verhoging

§2        De partijen komen overeen dat per 1 juli 2006 de sectorale loonschalen voor de arbeiders aangevuld zullen worden met een anciënniteittoeslag na zes maanden die gelijk is aan de in §1 vermelde conventionele verhoging van de reële lonen.

             De periode van zes maanden wordt berekend overeenkomstig de CAO houdende sociale programmatie 2003-2004.

HOOFDSTUK VI - Ondernemingsoverleg

Artikel 10

Een ondernemings-CAO kan de reële loonsverhogingen bepaald in deze overeenkomst vervangen door andere voordelen voor zover de sectorale minimumlonen en premies nageleefd worden.

Artikel 11

In bedrijven die het economisch goed doen, kunnen bovenop de kost van deze collectieve arbeidsovereenkomst maatregelen overeengekomen worden ten belope van 0,40 % van de brutolonen.

Artikel 12

Een bijkomende enveloppe van 0,28 % van de loonmassa wordt aan de ondernemingen toegewezen indien de werkgever vrijgesteld wordt van de storting van de bijdrage bij toepassing van de CAO nr. 1 van 5 november 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor uitsluiting uit het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (K.B. 1.9.2004 - B.S. 29.9.04).

Een bijkomende enveloppe van 0,27 % van de loonmassa wordt aan de ondernemingen toegewezen indien de werkgever vrijgesteld wordt van de storting van de bijdrage bij toepassing van artikel 20 tot en met 31 van de CAO nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (K.B. 4.7.2004 - B.S. 26.8.04). Onder loonmassa wordt begrepen de brutolonen en de bijhorende sociale lasten.

Artikel 13

De partijen onderschrijven het beginsel dat het lokaal overleg bestaat in het zoeken naar een evenwicht tussen de verbetering van de mobiliteit, de functieclassificatie, de indexering op zesmaandelijkse basis, de loon- en arbeidsvoorwaarden, de verdeling van de arbeid, de bedrijfsgebonden noden en de financiële draagkracht van de bedrijven. Alle modaliteiten voor verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden zijn bespreekbaar. Ook het omzetten van de procentuele loonsverhogingen in loonsverhogingen in vaste bedragen zijn bespreekbaar indien de saldoberekening (artikel 9 §1) nageleefd wordt.

HOOFDSTUK VII - Premies

Artikel 14

§1        De jaarlijkse premie van 152 EUR wordt vanaf 2006 gebracht op 159 EUR.

§2        Partijen bevelen de werkgevers aan om deze jaarlijkse premie, voor zover die nog niet in een andere vorm is toegekend, om te zetten in het uurloon.

 

Paritair commentaar:

De omzetting van de premie in het uurloon gebeurt door het bedrag van de premie te delen door het jaarlijks aantal betaalde uren. In principe bedraagt dit aantal in een 38-urenweek 1988,5 uren.

Artikel 15

Per 1 januari 2006 worden de minimumbedragen van de ploegenpremies vastgelegd als volgt:

-      ochtendpremie : 0,39 EUR

-      namiddagpremie : 0,44 EUR

-      minimum nachtpremie: 1,55 EUR

Deze regeling doet geen afbreuk aan de bestaande minimumpercentages.

HOOFDSTUK VIII - Sectoraal pensioenplan

Artikel 16

Vanaf 1 april 2006 verhoogt de globale inspanning van de werkgevers voor het sociaal aanvullend pensioenstelsel op sectorniveau van 0,75 % naar 1,18 % (van brutolonen x 1,08 %).

Deze aanpassing zal aanleiding geven tot aanvulling van de CAO N° 3 van 5 november 2003. De voorwaarden van "buiten toepassingsgebied" en van "opting out" zullen verder uitgewerkt worden naar analogie met deze die van toepassing waren in 2003 en 2004.

De bijdragen aan het Waarborg- en Sociaal Fonds wordt vanaf die datum verminderd met 0,13 % zonder dat dit het financieel evenwicht van het Fonds in gevaar brengt.

HOOFDSTUK IX - Bestaanszekerheid tijdelijke werkloosheid

Artikel 17

De aanvullende vergoeding in geval van tijdelijke werkloosheid zal vanaf 1 januari 2006 8,50 EUR bedragen vanaf de zesde dag tijdelijke werkloosheid per jaar.

HOOFDSTUK X - Kledijvergoeding

Artikel 18

De werkgevers dienen de werkkledij ter beschikking te stellen en te onderhouden. De kost voor de onderneming kan vanaf 1 januari 2006, per week, geschat worden op:

-      3 EUR voor het ter beschikking stellen van de werkkledij

-      3,5 EUR voor het onderhoud.

HOOFDSTUK XI - Fietsvergoeding

Artikel 19

Vanaf 1 januari 2006 is het bedrag van de fietsvergoeding gelijk aan het bedrag van de maandelijkse werkgeverstussenkomst voor de treinkaart, evenwel verhoogd met 25 %. Wanneer de huidige regeling van 0,15 EUR per km (enkele afstand) gunstiger is, blijft die behouden.

HOOFDSTUK XII - Bestaanszekerheid langdurige ziekte

Artikel 20

De aanvullende vergoeding in geval van langdurige ziekte ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds zal vanaf 1 januari 2006 4,50 EUR per dag bedragen.

HOOFDSTUK XIII - Syndicale premie

Artikel 21

De partijen verbinden zich ertoe de syndicale premie te verhogen zonder dat hiervoor de bijdrage aan het Fonds voor Bestaanszekerheid verhoogd moet worden.

De volledige premie voor voltijdsen bedraagt dan 128 EUR. De raden van beheer van de Sociale Fondsen zullen de andere bedragen en de toepassingsmodaliteiten vastleggen.

HOOFDSTUK XIV - Arbeidsorganisatie

Artikel 22

Partijen zullen de minister verzoeken een K.B. te nemen in uitvoering van artikel 24 §2 van de arbeidswet waarbij voor de productie van ultra-verse producten kan afgeweken worden van de geldende dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur en prestaties kunnen geleverd worden buiten de geldende uurroosters. Onder ultra-verse producten wordt verstaan de eindproducten met een houdbaarheidsdatum van maximum 10 dagen. De arbeidstijd kan nooit meer bedragen dan 10 uur per dag en 50 uur per week. Deze regeling kan op ondernemingsvlak worden ingevoerd door een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten tussen de werkgever en alle representatieve werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in de vakbondsafvaardiging van de onderneming.

Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging in de onderneming kan deze regeling ingevoerd worden door een collectieve arbeidsovereenkomst getekend door ten minste 2 werknemersorganisaties.

HOOFDSTUK XV - Vrijstelling Startbaanovereenkomsten

Artikel 23

De partijen zullen het nodige ondernemen voor de vrijstelling van de toepassing van hoofdstuk VIII van de Wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid.

Om dit te bereiken zullen ze onder meer in de Raad van Bestuur van het IPV toezien dat:

-      0,15 % van de loonmassa van de sector aangewend wordt voor de financiering van vorming van werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen;

-      het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar minstens 200 bedraagt;

-      het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat een IPV-vorming geniet minstens 3.000 per jaar bedraagt;

-      de vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zodanig georganiseerd wordt dat de kansen op tewerkstelling in de sector reëel zijn.

Deze verbintenis komt te vervallen wanneer de gewenste vrijstelling niet bekomen wordt. De vrijstelling komt te vervallen wanneer blijkt dat de verbintenis niet is nagekomen.

HOOFDSTUK XVI - Sociale dialoog

Artikel 24

De partijen zullen de CAO van 24 juli 2003 inzake het statuut van de syndicale afvaardiging (K.B. 1 oktober 2003 - B.S. 8 december 2003) aanpassen in functie van de volgende afspraken, die in voege zullen treden op 1 juli 2005 en die vervallen op 30 juni 2007:

-      Een syndicale afvaardiging wordt ingesteld indien de helft van de arbeiders daarom vraagt;

-      Gelijktijdig met hun aanvraag tot instelling van een syndicale afvaardiging, leggen de werknemers­organisaties de namen van de kandidaat-syndicaal afgevaardigden neer bij de voorzitter van het paritair comité;

-      De werkgever beschikt over 14 kalenderdagen om de instelling van de syndicale afvaardiging te betwisten;

-      De voorzitter van het paritair comité beschikt in dat geval 15 werkdagen om een referendum bij het arbeiderspersoneel te organiseren;

-      De kandidaten waarvan de namen werden neergelegd bij de voorzitter van het paritair comité en die geen syndicaal afgevaardigde worden, worden beschermd: zij ontvangen een vergoeding van 1 jaar loon indien zij worden ontslagen binnen de 2 jaar na de neerlegging van hun kandidatuur;

-      Er worden slechts plaatsvervangende afgevaardigden aangeduid in de ondernemingen die meer dan 39 arbeiders tewerkstellen.

HOOFDSTUK XVII - Sociaal Fonds

Artikel 25

Partijen komen overeen om binnen de afgesproken bijdrage, het budget voor de syndicale vorming te verhogen met 0,025 %, De raden van beheer van de Sociale Fondsen zullen de toepassingsmodaliteiten vastleggen.

HOOFDSTUK XVIII - Verlenging van CAO's van bepaalde duur

Artikel 26

De partijen komen overeen de CAO's van bepaalde duur te verlengen gedurende twee jaar.

HOOFDSTUK XIX - Afwijking

Artikel 27

In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle vakbonden vertegenwoordigd in de onderneming, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen. In elk geval dienen de sectorale loonschalen en premies nageleefd te worden.

HOOFDSTUK XX - Sociale vrede

Artikel 28

De syndicale organisaties verbinden er zich toe geen andere eisen te stellen op ondernemingsniveau dan de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

 

Paritair commentaar

Tijdens de duur van dit akkoord, gesloten voor de periode 2005-2006, waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale vrede, wat het volgende inhoudt:

1.   Bedrijfsonderhandelingen in uitvoering van dit akkoord kunnen enkel betrekking hebben op de volgende vier punten.

A.  In de bedrijven die het economisch goed doen: de invulling van de bijkomende enveloppe van 0,40 %.

B.   In de bedrijven die een aanvullend pensioen hebben dat beter is dan het sectorale: bijkomende voordelen ter waarde van de sectorale inbreng in de 2de pijler kunnen worden onderhandeld.

C.   In de bedrijven die boven de sectorale minima zitten: de voordelen van het sectoraal akkoord kunnen in andere voordelen worden omgezet.

D.  Kwalitatieve en organisatorische elementen.

Bij de bedrijfsonderhandelingen worden alle loonkostverhogende factoren verrekend en wordt de weerslag ervan op enerzijds de rendabiliteit en de concurrentiepositie van het bedrijf en anderzijds op de werkgelegenheid in aanmerking genomen.

Partijen spreken af beroep te doen op de Bijzonder Raadgevende Commissie Voeding (CRB) om een grondige evaluatie te maken van de totale loonkostevolutie van de samengetelde onderhandelingsniveaus evenals van de impact ervan op de werkgelegenheidsevolutie.

2.   Werkgevers- en werknemersorganisaties verbinden zich ertoe om geen andere eisen te stellen die verder gaan dan de toepassing van dit akkoord.

HOOFDSTUK XXI - Duur van deze overeenkomst

Artikel 29

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst treden in werking op de dag van de ondertekening en gelden voor onbepaalde duur, behoudens andersluidende bepaling.

De partijen kunnen deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een aanzegging van drie maanden opgestuurd aan de voorzitter van het paritair comité.

 

 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende de loonprogrammatie 2005-2006

Toepassingsgebied

Art. 1   § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van de bakkerijen, de banketbakkerijen die “verse” producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij.

      § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Art. 2. De reële lonen kunnen in de periode 2005-2006 nominaal stijgen met 4,40 %, indexeringen inbegrepen, volgens de volgende modaliteiten.

Art. 3. Bij ontstentenis van een CAO op ondernemingsvlak zullen de reële lonen per 1 juni 2005 verhogen met 0,40%.

Art. 4. Per 1 juli 2006 verhogen de reële lonen met het saldo van de nominale loonsverhoging van 4,40 % vermeld in artikel 2.

Het paritair comité zal in de loop van januari 2006 dit saldo berekenen door de afgesproken nominale verhoging, zijnde 1.0440, te delen door de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen van de jaren 2005 en 2006.

Paritair commentaar:

Per 1 juli 2006 gaat er een tweede loonsverhoging in van 0,47%, te verhogen of te verminderen met het verschil tussen de reële en de verwachte indexering (1,69 %) per 1 januari 2006.

Illustratie: De evolutie van het loon in 2005-2006 in chronologische volgorde :

- 01.01.2005: 1,78 % jaarindexering

- 01.06.2005 : 0,40% conventionele verhoging ;

- 01.01.2006 : jaarindexering = 1,69% (veronderstelling)

- 01.07.2006 : saldo:

1.0440 / (1.0178 * 1.0040 * 1.0169) = 1.0440 / 1.0391 = 1.0047 of 0,47 % conventionele verhoging

Art. 5. Een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak kan de verhogingen van de reële lonen bepaald in deze overeenkomst vervangen door andere voordelen, voor zover de sectorale loonschalen en premies nageleefd worden.

Art. 6. In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle vakbonden vertegenwoordigd in de onderneming, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen.

In elk geval dienen de sectorale loonschalen en premies nageleefd te worden.

Geldigheidsduur.

Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
27/04/2005
Registratienr
75902
Geldig van
27/04/2005
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
12/05/2005
Registratiedatum
01/08/2005
Onderwerp
sectoraal akkoord 2005-2006
BS Bericht van neerlegging
18/08/2005
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, EINDEJAARSPREMIE, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), RISICOGROEPEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), SYNDICALE AFVAARDIGING, SYNDICALE VORMING, SYNDICALE PREMIE, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN, SOCIALE VREDE

Historiek
01/01/2023 31/12/2050 01 Sociale programmatie 2023-2024
01/01/2021 31/12/2022 01 Sociale programmatie 2021-2022
01/01/2019 31/12/2020 01 Sociale programmatie 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 01 Sociale programmatie 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 01 Sociale programmatie 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Sociale programmatie 2013-2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Sociale programmatie 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Sociale programmatie 2009-2010 en invulling van het interprofessioneel akkoord 2009-2010
01/01/2007 31/12/2008 01 Sociale programmatie 2007-2008
03/05/2007 13/08/2007 01 Sociale programmatie 2007-2008
27/04/2005 31/12/2006 01 Sociale programmatie 2005-2006
04/04/2003 26/04/2005 01 Sociale programmatie 2003-2004
02/07/2003 31/12/2004 01 Sociale programmatie 2003-2004
01/01/2001 31/12/2002 01 Nationaal akkoord