01 Sociale programmatie 2015-2016

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.00.00-00.00, 118.01.00-00.00, 118.02.00-00.00, 118.04.00-00.00, 118.05.00-00.00, 118.06.00-00.00, 118.07.00-00.00, 118.08.00-00.00, 118.09.00-00.00, 118.10.00-00.00, 118.11.00-00.00, 118.12.00-00.00, 118.13.00-00.00, 118.14.00-00.00, 118.15.00-00.00, 118.16.00-00.00, 118.17.00-00.00, 118.18.00-00.00, 118.19.00-00.00, 118.20.00-00.00, 118.21.00-00.00, 118.22.00-00.00

Bijwerking: 10/08/2015
Geldig vanaf: 01/01/2015
Geldig tot: 31/12/2016

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 29 juni 2015 een sociale programmatie 2015-2016 gesloten. Deze overeenkomst houdt niet alle technische modaliteiten in. Dat is de reden waarom zij niet algemeen verbindend verklaard wordt. De partijen zullen de nodige uitvoeringsovereenkomsten afsluiten en algemeen verbindend laten verklaren om uitwerking te geven aan dit kader.

Deze sociale programmatie zal omgezet worden in collectieve arbeidsovereenkomsten.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze sociale programmatie.

Toepassingsgebied

Artikel 1

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid.

§ 2. Met “arbeiders” worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

§ 3. Onder “kleine bakkerijen en banketbakkerijen” wordt verstaan de bakkerijen, de banketbakkerijen die verse producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij die gemiddeld minder dan 20 arbeiders (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) tewerkstellen.

Onder “grote bakkerijen en banketbakkerijen” wordt verstaan de bakkerijen, de banketbakkerijen die verse producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij die gemiddeld 20 of meer arbeiders (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) tewerkstellen.

Het aantal arbeiders wordt berekend per technische bedrijfseenheid (TBE) in de zin van de Bedrijfsorganisatiewet.

Het gemiddeld aantal arbeiders wordt jaarlijks op 30 september (= dag X) bepaald en dit op basis van de tewerkstelling van de arbeiders en de interim-arbeiders in de referteperiode, die loopt van 1 september tot 31 augustus voorafgaand aan dag X.

Het aantal voltijdse equivalenten wordt bekomen door het aantal kalenderdagen dat elke arbeider en interim-arbeider in de referteperiode in dienst was te delen door 365.

Voor arbeiders die een uurregeling hebben van minder dan 75% van een voltijdse uurregeling wordt het totaal aantal kalenderdagen zoals bekomen in toepassing van het vorige lid gedeeld door 2.

Periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst ingevolge langdurige ziekte (dit is vanaf meer dan 3 maanden ziekte) en volledige onderbreking van prestaties in het kader van tijdskrediet of thematische verloven tellen niet mee in deze berekening.

Het resultaat dat in toepassing van deze paragraaf op dag X wordt bekomen heeft uitwerking vanaf 1 januari volgend op dag X.

Als het resultaat dat op dag X wordt bekomen tot gevolg heeft dat een onderneming overgaat van een kleine bakkerij en banketbakkerij naar een grote bakkerij en banketbakkerij of omgekeerd dient de werkgever de arbeiders hiervan uiterlijk op 31 oktober volgend op dag X schriftelijk in kennis stellen.

Loonsverhoging

Artikel 2

§ 1. Per 1 januari 2016 zullen de effectieve en minimumlonen verhogen met € 0,07 per uur.

§2. De vorige paragraaf is niet van toepassing op de minimumlonen van bepaalde functies van de sector van de vleesconserven die uitgeoefend worden door arbeiders die aangeworven worden vanaf 1 januari 2016. De betrokken functies zullen bepaald worden ten laatste op 31 december 2015 aan de hand van een kadaster en een benchmark opgesteld door een paritaire werkgroep.

Deze werkgroep zal in het bijzonder rekening houden met de volgende punten die één geheel vormen :

  1. bijzondere aandacht voor de functies waarvoor er een risico bestaat dat zij verdwijnen uit PC 118;
  2. opstellen van een nieuwe globale functieclassificatie voor het geheel van de vleesactiviteiten;
  3. bijzondere aandacht om de betrokken vleesactiviteiten die zich nu in andere paritaire comités bevinden, te hergroeperen binnen PC 118, oa. verpakking, logistiek en transport,..;

Bedrijfsonderhandelingen

Artikel 3

§ 1. Dit artikel is niet van toepassing op :

  • de kleine bakkerijen en banketbakkerijen
  • de grote bakkerijen en banketbakkerijen zonder ploegenpremie van minimum € 0, 10/uur of een gelijkwaardig voordeel op 31 december 2015.

§2. In de andere bedrijven en mits het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst wordt een enveloppe van 0,3% van de loonmassa toegekend, te gebruiken met respect van het wettelijk kader voor de onderhandelingen 2015-2016.

§3. De partijen bevelen aan om tijdens de bedrijfsonderhandelingen aandacht te besteden aan de problematiek van werkbaar werk. Hierbij kan er verwezen worden naar de dienstverlening van het IPV (ergonomiescan, opleiding voor leidinggevenden, website,..).

Premies

Artikel 4

§1. Dit artikel is niet van toepassing op de grote bakkerijen en banketbakkerijen zonder ploegenpremie van minimum € 0, 10/uur of een gelijkwaardig voordeel op 31 december 2015.

§2. In de bedrijven die geen toepassing hebben gemaakt van artikel 3, § 2 ten laatste op 31 december 2015, wordt een jaarlijkse brutopremie van € 80 toegekend vanaf 1 januari 2016, volgens dezelfde modaliteiten als de eindejaarspremie. Eind 2016, zal de toepassing van deze brutopremie worden geëvalueerd door de sociale partners.

Artikel 5

§ 1. Dit artikel is enkel van toepassing op de kleine bakkerijen en banketbakkerijen.

§ 2. Vanaf 1 januari 2016 wordt de weekendpremie vastgesteld op € 4, inclusief indexatie.

Artikel 6

Per 1 januari 2016 worden de minimumbedragen van de sectorale ploegenpremies vastgelegd als volgt:

  • voor de grote bakkerijen en banketbakkerijen: € 0, 10/u
  • voor de andere bedrijven van de voedingsindustrie:

    • €0,48/uur voor de ochtendploeg,
    • €0,54/uur voor de namiddagploeg.

Artikel 7

Per 1 januari 2016, wordt het minimumbedrag van de sectorale nachtpremie vastgesteld op € 1,88.

Bestaanszekerheid tijdelijke werkloosheid

Artikel 8

De aanvullende vergoeding in geval van tijdelijke werkloosheid zal vanaf 1 januari 2016:

  • € 8,00 bedragen voor de 1ste vijf werkloosheidsdagen en
  • € 11,00 bedragen vanaf de 6de werkloosheidsdag.

Aanvullende vergoeding in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht

Artikel 9

De aanvullende vergoeding indien een einde aan de arbeidsovereenkomst wordt gemaakt door medische overmacht, bedraagt vanaf 1 januari 2016 € 10,46 per dag.

Bestaanszekerheid langdurige ziekte

Artikel 10

De aanvullende vergoeding in geval van langdurige ziekte ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds zal € 6,95 per dag bedragen. Deze verhoging wordt toegepast vanaf de eerste uitbetaling na 1 januari 2016.

Kledijvergoeding

Artikel 11

De werkgevers dienen de werkkledij ter beschikking te stellen en te onderhouden. De kost voor de onderneming kan vanaf 1 januari 2016, per week, geschat worden op:

  • € 3,64 voor het ter beschikking stellen van de werkkledij
  • € 4,30 voor het onderhoud

Aanvullend pensioen

Artikel 12

De sociale partners blijven voorstander van een sectoraal aanvullend pensioen en zullen tegen eind 2016 binnen de Raad van Beheer van het Fonds 2de pijler een langetermijnvisie ontwikkelen in uitvoering van de wettelijke verplichtingen.

Artikel 13

De sociale partners zullen de nodige technische wijzigingen aanbrengen in het sectoraal pensioenplan. Het gaat onder meer over de punten met betrekking tot de verzending per post van de pensioenfiche, de definiëring van dossiers met verworven rechten, de referteperiode.

Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Artikel 14

De partijen zullen de mogelijkheden voor de arbeiders om te kunnen genieten van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag maximaliseren. Dit heeft specifiek betrekking op de volgende stelsels van SWT:

  • CAO 17 op 62 jaar
  • Op 60 jaar
  • Op 58 jaar met zeer lange loopbaan
  • Zwaar beroep geharmoniseerd systeem (58/33)
  • Zwaar beroep suppletief systeem 58/35
  • Medisch

Tijdskrediet en landingsbanen

Artikel 15

De sectorale stelsels van tijdskrediet met motief voor maximaal 36 maanden en het tijdskrediet lange loopbanen (landingsbanen met beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar) blijven behouden.

Artikel 16

De partijen zullen een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118 teneinde de leeftijd in 2015 en 2016 te behouden op 55 jaar voor de landingsbanen “lange loopbaan” en “zware beroepen”.

Eindeloopbaandagen

Artikel 17

§ 1. Dit artikel is niet van toepassing op bakkerijen, de banketbakkerijen die “verse” producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij.

§ 2. Vanaf 1 juli 2016 worden de eindeloopbaandagen die reeds van toepassing waren overeenkomstig de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2013 (koninklijk besluit van 24 maart 2015, Belgisch Staatsblad van 17 april 2015) omgezet als volgt:

  • 3 dagen vanaf 56 jaar mits loopbaan van 35 jaar en 10 jaar anciënniteit bij de werkgever
  • 6 dagen vanaf 58 jaar mits loopbaan van 35 jaar en 10 jaar anciënniteit bij de werkgever
  • 9 dagen vanaf 60 jaar mits loopbaan van 35 jaar en 10 jaar anciënniteit bij de werkgever

§3. Het bewijs dat de loopbaanvoorwaarde vervuld is, zal geleverd worden via een pensioenattest van de RVP of via ieder ander gelijkwaardig attest.

§4. Een arbeider die het recht verworven heeft op eindeloopbaandagen, zoals van toepassing vóór de omzetting van het systeem, behoudt zijn eindeloopbaandagen totdat hij aan de nieuwe voorwaarden voldoet.

Artikel 18

§ 1. Dit artikel is enkel van toepassing op de grote bakkerijen en banketbakkerijen.

§ 2. Vanaf 1 juli 2016 hebben de arbeiders die 10 jaar anciënniteit hebben bij de werkgever en die 35 jaar beroepsloonbaan kunnen bewijzen, recht op 3 eindeloopbaandagen vanaf de leeftijd van 60 jaar.

§ 3. Het bewijs dat de loopbaanvoorwaarde vervuld is, zal geleverd worden via een pensioenattest van de RVP of via ieder ander gelijkwaardig attest.

Werkbaar werk

Artikel 19

De sociale partners gaan akkoord om de problematiek van het werkbaar werk nader te bestuderen en om wetenschappelijke objectieve informatie te verzamelen tijdens de periode 2015-2016 door onder andere:

  • rekening houdend met de noden qua productie voor de bedrijven;
  • praktijksituaties in binnen- en buitenland;
  • een studie te organiseren rond de impact van de specifieke arbeidsomstandigheden (warmte / koude) en de uurroosters;
  • op basis van de ergonomiescan van IPV aanbevelingen formuleren voor specifieke functies in de bedrijven;
  • binnen de Raad van Bestuur van IPV een tool ontwikkelen voor de integratie van langdurige zieken en werknemers met ernstige gezondheidsproblemen;
  • binnen het Sociaal fonds het opvolgen van het aantal dossiers langdurige ziekte;
  • binnen het Sociaal fonds de oudere werknemers in de sector opvolgen;
  • outplacement : onderzoeken hoe de efficientie verhogen;
  • opstarten binnen IPV van een werkgroep met alle bevoegde actoren die bijzondere aandacht heeft voor het aantrekken en behouden van naburige werknemers, met een evaluatie binnen 2 jaar.

Vorming

Artikel 20

§ 1. De arbeiders zullen geïnformeerd worden over het opleidingsaanbod van IPV tijdens het jaarlijks opleidingsgesprek.

§2. De syndicale afgevaardigden kunnen het opleidingsaanbod van IPV eveneens bekend maken onder de arbeiders van de onderneming.

Artikel 21

Om de ingroeibanen te stimuleren

  • erkent de sector het belang van vorming en opleiding om jongeren op de arbeidsmarkt binnen de sector een kans te geven. Daarom zal het IPV een budget van 2.500 EUR vrijmaken ten voordele van de laaggeschoolde jongeren onder de 26 jaar zodat zij een vorming kunnen volgen via IPV gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling.
  • ondersteunt de sector de mogelijkheid voor de leerlingen van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die “verse” producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij om stages te volgen in reële omstandigheden. Daarom zullen de partijen een unaniem advies uitbrengen in het paritair comité over een uitzondering op het verbod van nachtarbeid voor minderjarige leerlingen met kwalitatief kader.

Artikel 22

De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate van het mogelijk vorming te laten doorgaan tijdens de normale arbeidstijd van de werknemers.

Artikel 23

Er wordt een pilootproject opgestart binnen IPV met het oog op competentieversterking van werknemers in kwetsbare functies.

Uitzendarbeid

Artikel 24

De partijen bevelen aan om de informatie met betrekking tot uitzendarbeid maandelijks over te maken aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis de syndicale delegatie.

Artikel 25

De partijen bevelen aan om zoveel mogelijk minstens weekcontracten te gebruiken, rekening houdende met de organisatorische noodwendigheden van de onderneming.

Sociaal overleg

Arikel 26 

De syndicale afgevaardigden die lid zijn van de nationale beleidsinstantie hebben recht op één aanvullende vormingsdag per jaar, mits overmaking van een attest aan de werkgever.

Functieclassificatie

Artikel 27

§ 1. De partijen wensen de afspraken met betrekking tot functieclassificatie uit het vorige sectoraal akkoord verder te zetten.

§ 2. De sociale partners zullen prioritair het onderzoek tot opstellen van een sectorale classificatie opstarten voor de subsectoren van de vleesactiviteiten.

Bevoegdheid paritair comité

Artikel 28

De partijen wensen het bevoegdheidsgebied van het Paritair comité op een meer homogene wijze te bepalen.

Verlenging bestaande overeenkomsten en akkoorden voor 2 jaar

Artikel 29

De partijen zullen het nodige doen om gedurende de periode 2015-2016 een vrijstelling te krijgen van de toepassing van het hoofdstuk VIII van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid.

Artikel 30

De partijen zullen het nodige doen om gedurende de periode 2016-2018, het specifieke stelsel van tijdelijke werkloosheid voor de groentenijverheid te verlengen.

Artikel 31

Voor de periode van 1 juli 2015 tot 30 juni 2017, verlengen de partijen de specifieke procedure van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2014 betreffende de modernisering van de arbeidsduur (koninklijk besluit van 9 oktober 2014, Belgisch Staatsblad van 28 november 2014), van toepassing op ondernemingen zonder bevoegde syndicale delegatie om de interne grens van de arbeidsduur die gerespecteerd moet zijn in de referteperiode en het quotum van overuren waarvoor de werknemer kan afzien van inhaalrust te verhogen.

Bestaanszekerheid in geval van werkloosheid na ontslag

Artikel 32

Met inwerkingtreding vanaf 1 juli 2015 worden de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2013 betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding na beëindiging van de arbeidsovereenkomst door ontslag (koninklijk besluit van 13 juli 2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2013 betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding na ontslag in de bakkerijen en banketbakkerijen (koninklijk besluit van 1 juli 2014, Belgisch Staatsblad van 17 november 2014) gewijzigd ten einde de arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst aangevangen is vanaf 1 januari 2014 of later uit te sluiten van hun toepassingsgebied. Deze wijzigingen zullen enkel van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomsten die eindigen op 1 juli 2015 of later.

Periodieke werkzaamheden

Artikel 33

Tegen eind 2016 ten laatste, zullen de partijen een inventaris maken van de sectorale verschillen tussen de paritaire comités nr. 118 en 220.

Artikel 34

De partijen zullen de sectorale overeenkomsten onderzoeken die technische aanpassingen nodig hebben.

Sociale vrede

Artikel 35

De syndicale organisaties verbinden er zich toe geen andere eisen te stellen op ondernemingsniveau dan de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Duur van deze overeenkomst

Artikel 36

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst treden in werking op 1 januari 2015 en gelden voor onbepaalde duur, behoudens andersluidende bepaling.

De partijen kunnen deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een aanzegging van drie maanden opgestuurd aan de voorzitter van het paritair comité en de andere partijen die er vertegenwoordigd zijn.


Historiek
01/01/2023 31/12/2050 01 Sociale programmatie 2023-2024
01/01/2021 31/12/2022 01 Sociale programmatie 2021-2022
01/01/2019 31/12/2020 01 Sociale programmatie 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 01 Sociale programmatie 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 01 Sociale programmatie 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Sociale programmatie 2013-2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Sociale programmatie 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Sociale programmatie 2009-2010 en invulling van het interprofessioneel akkoord 2009-2010
01/01/2007 31/12/2008 01 Sociale programmatie 2007-2008
03/05/2007 13/08/2007 01 Sociale programmatie 2007-2008
27/04/2005 31/12/2006 01 Sociale programmatie 2005-2006
04/04/2003 26/04/2005 01 Sociale programmatie 2003-2004
02/07/2003 31/12/2004 01 Sociale programmatie 2003-2004
01/01/2001 31/12/2002 01 Nationaal akkoord