Werkloze met bedrijfstoeslag en beschikbaarheid: het is zover!

Van 
73226

De maatregelen over de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt van werklozen met bedrijfstoeslag zijn officieel.

Het regeerakkoord van einde 2014 voorziet dat werklozen met bedrijfstoeslag hun voordelig statuut zouden verliezen vanaf 1 januari 2015. Dankzij dit statuut konden ze tot hun pensioen werkloosheidsuitkeringen genieten zonder enige verplichting te moeten nakomen.

Door de verschillende reacties tegen deze maatregel, hebben de sociale partners de regering gevraagd hierop terug te komen. De regering heeft gehoor gegeven aan deze oproep en heeft de maatregel gedeeltelijk gewijzigd. De verschillende koninklijke besluiten zijn in het Belgisch Staatsblad verschenen, wat ons de gelegenheid geeft een overzicht te geven.

De maatregelen hebben zowel betrekking op werklozen met bedrijfstoeslag die al in het stelsel zitten ("stock") als op nieuwkomers.

1. Oorspronkelijk voorziene beschikbaarheid

In principe moest elke SWT'er sinds 1 januari 2015 actief en passief beschikbaar zijn tot de leeftijd van 65 jaar en dit ongeacht zijn leeftijd of beroepsverleden en ongeacht het stelsel op basis waarvan hij met SWT vertrok.

Dit gold eveneens wanneer men als SWT'er vóór 2015 niet beschikbaar moest zijn.

Dit betekent dat hij opnieuw als werkzoekende was ingeschreven en dat de gewestelijke instelling voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding hem kon oproepen.   

2. Overgangsmaatregelen voor de huidige werklozen met bedrijfstoeslag ("stock")

De huidige  werklozen met bedrijfstoeslag blijven vrijgesteld van de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. Ze moeten wel één van deze voorwaarden vervullen:

  • ontslagen zijn vóór 1 januari 2015;
  • vóór 1 januari 2015 voor de eerste keer werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag hebben gevraagd;
  • vóór of na 1 januari 2015 ontslagen zijn en werkloze met bedrijfstoeslag geworden zijn in het kader van de erkenning van hun onderneming als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering  op voorwaarde:
  1. dat de begindatum van de erkenningsperiode (in de meeste gevallen zal dit de datum van aankondiging van het collectief ontslag zijn) gelegen is vóór 09 oktober 2014;
  2. en dat ze aan het einde van de periode gedekt door hun verbrekingsvergoeding of het einde van hun opzeggingstermijn (zonder rekening te houden met eventuele verlengingen van deze opzeggingstermijn) 38 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen of minstens 58 jaar zijn.

De werknemers van deze derde categorie die niet aan voornoemde voorwaarden (leeftijd of anciënniteit) voldoen, kunnen de vrijstelling toch vragen als ze 38 jaar beroepsverleden en minstens  312 uitkeringen als volledig werkloze in de loop van de twee jaar voorafgaand aan de aanvraagdatum bewijzen of als ze 60 jaar zijn (voorwaarden die vroeger voor de maxivrijstelling golden).

Zo’n aanvraag vereist een formulier C89 dat bij de uitbetalingsinstelling moet worden ingediend.

3. Nieuwe werklozen met bedrijfstoeslag ("nieuwe instroom")

Voor de nieuwe werklozen met bedrijfstoeslag ("nieuwe instroom") werden aanpassingen gedaan. Ze zijn niet vrijgesteld van beschikbaarheid maar onderworpen aan een aangepaste beschikbaarheid.

3.1. Begrip aangepaste beschikbaarheid

Dit begrip is nieuw en werd in de werkloosheidsreglementering ingevoerd.

Het betekent dat de werkloze niet actief op zoek moet gaan naar werk. Daarentegen moet hij:

  • als werkzoekende ingeschreven zijn en blijven en het bewijs van deze inschrijving leveren; en,
  • meewerken aan een aangepaste persoonlijke begeleiding volgens een individueel actieplan.

Werklozen met bedrijfstoeslag moeten aangepast beschikbaar zijn tot de maand waarin ze de leeftijd van 65 jaar bereiken.

Ingeval het voorgaande niet wordt nageleefd (inschrijving en/of deelname aan een begeleidingsplan) kan de werkloze met bedrijfstoeslag een verwittiging krijgen of worden uitgesloten van het recht op werkloosheidsuitkeringen. In dit laatste geval zal hij ook het recht op de bedrijfstoeslag verliezen vermits deze toeslag intrinsiek gebonden is aan de ontvangst van werkloosheidsuitkeringen (de toeslag is opnieuw opeisbaar vanaf het ogenblik dat de werkloze opnieuw uitkeringen ontvangt).

3.2. Mogelijkheden om een vrijstelling aan te vragen

Onder bepaalde voorwaarden kan de werkloze met bedrijfstoeslag echter vragen om vrijgesteld te zijn van de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid.

Deze aanvraag voor een vrijstelling moet vooraf bij het werkloosheidsbureau toekomen of binnen een termijn van twee maanden - te rekenen vanaf de dag die volgt op de eerste dag waarvoor de uitkeringen worden gevraagd - als de werknemer de aanvraag indient naar aanleiding van een aanvraag om werkloosheidsuitkeringen. De werkloze die een vrijstelling had omdat hij de voorwaarden vervulde, kan hierop opnieuw aanspraak maken na een onderbreking van de vergoede werkloosheidsperiode.

De werklozen met bedrijfstoeslag die de volgende SWT's genieten, kunnen een vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid vragen.

1°. SWT op basis van cao nr. 17

Er is evenwel 42 jaar beroepsverleden vereist.

2°. SWT algemeen stelsel 62 jaar

Het betreft cao's die voor de eerste maal na 31 december 2011 werden gesloten.

Er is evenwel 43 jaar beroepsverleden vereist.

3°. SWT voor mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen

4°. SWT nachtwerk, arbeidsongeschiktheid bouwsector, zwaar beroep, zeer lange loopbaan

Voor de periode  2015-2016 moet men de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt of 40 jaar beroepsverleden hebben.

Vanaf 2017 worden de voorwaarden gebracht op 62 jaar of 42 jaar beroepsverleden.

Zoals uiteengezet in ons artikel van 13 mei 2015 hebben de sociale partners voor de periode 2017-2018 de mogelijkheid om via het sluiten van een nationale en sectorale  (in toepassing van de nationale cao) collectieve arbeidsovereenkomst de verhoging van de leeftijd "af te remmen" vanaf 2017 (in principe overgang naar 60 jaar). Als deze verschillende overeenkomsten worden gesloten, kan de toegangsleeftijd in de deze verschillende stelsels gehandhaafd worden op 58 jaar. Om rekening te houden met de leeftijd voor SWT die door de sociale partners zal voorzien zijn in deze cao's voor de periode 2017-2018 kan de leeftijd voor aangepaste beschikbaarheid worden herzien bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit na eensluidend advies van de Nationale Arbeidsraad vóór 31 december 2016.

5°. SWT in het kader van ondernemingen die als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering zijn erkend, met inbegrip van de ondernemingen waarvan de begindatum van de erkenning gelegen is in de periode van 9 oktober 2014 tot 31 december 2014

Voor de periode 2015-2016 moet men de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben of 38 jaar beroepsverleden hebben.

Vóór 2020 worden de voorwaarden gebracht op 65 jaar of 43 jaar beroepsverleden.

Dit wil zeggen dat de collectieve arbeidsovereenkomst die na 2016 door de Nationale Arbeidsraad wordt gesloten een kalender moet voorzien om op 31 december 2019 de leeftijd uiteindelijk vast te leggen op 65 jaar en het beroepsverleden op 43 jaar.

Opmerking: voor de ondernemingen waarvan de begindatum van erkenning gelegen is na 1 januari 2015 moet de collectieve overeenkomst of het collectief akkoord uitdrukkelijk vermelden dat ze werden gesloten op grond van de nationale collectieve arbeidsovereenkomst (op heden cao nr. 117).

3.3. Samenvattende tabel

Type SWT Welke beschikbaarheid? Uitzondering mogelijk?
Begunstigde SWT op 01.01.2015 of ontslagen vóór 01.01.2015 Geen Automatische vrijstelling
SWT gewoon stelsel (60 of 62 jaar) Aangepaste beschikbaarheid tot 65 jaar Ja1 indien 42 of 43 jaar beroepsverleden
SWT mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen Aangepaste beschikbaarheid tot 65 jaar Ja1
SWT nachtwerk, arbeidsongeschiktheid bouwsector, zwaar beroep, zeer lange loopbaan Aangepaste beschikbaarheid tot 65 jaar

Ja:

- 2015-2016: indien 60 jaar of 40 loopbaanjaren;

- vanaf 2017: indien 62 jaar of 42 loopbaanjaren (behalve indien kader-cao)

SWT onderneming in moeilijkheden of in herstructurering Begin erkenning vóór 09/10/2014 Geen indien 58 jaar of 38 loopbaanjaren Automatische vrijstelling (behalve als voorwaarden niet vervuld zijn => aanvraag om vrijstelling mogelijk vanaf 60 jaar = maxivrijstelling)
Begin erkenning tussen 09/10/2014 en 31/12/2014 Aangepaste beschikbaarheid tot 65 jaar Ja1 indien 60 jaar of 38 loopbaanjaren + kader-cao van de NAR (nr. 117)
Begin erkenning  na 01/01/2015 Aangepaste beschikbaarheid tot 65 jaar Ja1 indien 60 jaar of 38  loopbaanjaren + kader-cao van de NAR (nr. 117) + vermelding in de cao of collectief akkoord (2015-2016)

1 de vrijstelling moet worden aangevraagd!

4. Outplacement

Om te weten of outplacement moet worden aangeboden aan een ontslagen werknemer in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag moet men bepalen in welk stelsel men zich bevindt.

Als het om het algemeen stelsel gaat (werknemers van wie de arbeidsovereenkomst werd verbroken met een opzeggingstermijn van minstens 30 weken of een overeenstemmende opzeggingsvergoeding), is het outplacementaanbod verplicht.

Als het om het specifieke stelsel gaat (45 jaar en ouder met minstens 1 jaar anciënniteit en een opzeggingstermijn van minder dan 30 weken) is dit niet het geval.

In het specifieke stelsel is voorzien dat de werkgever geen outplacementbegeleiding moet aanbieden aan sommige werknemerscategorieën, behalve wanneer ze dit uitdrukkelijk vragen. Het betreft in het bijzonder de werknemers die niet beschikbaar zouden moeten zijn voor de algemene arbeidsmarkt als ze na afloop van de opzeggingstermijn of de periode gedekt door een opzeggingsvergoeding uitkeringsgerechtigde volledig werkloze zouden worden.   

Volgende personen moeten in het kader van outplacement niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt (= koninklijk besluit van 21 oktober 2007) :

  • ex-werknemers die werkloze met bedrijfstoeslag werden in een algemeen of afwijkend stelsel;
  • ex-werknemers die werkloze met bedrijfstoeslag werden in het kader van de erkenning van hun onderneming als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering en aan het einde van de periode gedekt door hun verbrekingsvergoeding of het einde van hun opzeggingstermijn (zonder rekening te houden met eventuele verlengingen van deze opzeggingstermijn) 38 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen of minstens 58 jaar zijn.

De hoger vermelde wijzigingen hebben dus geen impact op het outplacement aangezien de wettelijke bron van outplacement verschillend is. Er is echter sprake van een wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 2007 en het wegwerken van het verschil dat tussen de outplacementregelingen bestaat. Het koninklijk besluit is evenwel nog niet verschenen. Als de voorwaarden vervuld zijn, is de werkgever bijgevolg niet wettelijk verplicht om spontaan outplacement aan te bieden.

Nu de beschikbaarheid voor werklozen met bedrijfstoeslag volledig verduidelijk is, kunnen we ons eraan verwachten dat hetzelfde gebeurt voor outplacement in het kader van een specifiek stelsel. Wordt vervolgd …

5. Bronnen

Koninklijk besluit van 1 juni 2015 tot wijziging van artikel 89 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van een artikel 89/1 in hetzelfde koninklijk besluit, BS 10 juni 2015.

Koninklijk besluit van 1 juni 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, BS 11 juni 2015.

Koninklijk besluit van 19 juni 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, BS 3 juli 2015.

Koninklijk besluit van 19 juni 2015 tot wijziging van de artikelen 56 en 89 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, BS 3 juli 2015.