0401 Bezoldigingsvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
323.00.00-00.00

Bijwerking: 19/05/2014
Geldig vanaf: 01/01/2014
Geldig tot: 01/01/2014

In het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden werd op 11 december 2013 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de barema's van toepassing in de sector.

Wij geven u hierna de tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Onder "werknemers" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden, arbeiders en dienstboden.

HOOFDSTUK II - Bepalingen inzake de lonen

AFDELING I. BAREMA'S VAN DE BEDIENDEN

Artikel 2 – Vaststelling van de lonen

De minimum maandlonen van groep 1 “Bedienden” zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende beroepsindeling en de lonen, worden vastgesteld op basis van het aantal jaar beroepservaring. De maandelijkse lonen, van toepassing vanaf 1 januari 2013, voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur zijn:

(...)

Commentaar: voor de minimumwedden van de bedienden, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Artikel 3 – Principes

§1. Het barema bepaalt de minimumlonen in elke categorie in functie van de ervaring van de bediende. Het is opgesteld op basis van een instapleeftijd van 21 jaar. De aanvangslonen zijn de lonen voorzien in het barema bij 0 jaar ervaring. De minimum maandlonen stijgen naarmate de ervaring van de werknemer toeneemt. Ervaring opgedaan voor de leeftijd van 21 jaar wordt niet in rekening genomen.

§2. Onder beroepservaring wordt verstaan de periode van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties uitgevoerd bij de werkgever waar de bediende in dienst is, alsook de effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties die de bediende reeds voor zijn indiensttreding had opgebouwd als loontrekkende, als zelfstandige of als statutair ambtenaar.

Om de periode van beroepservaring te bepalen, worden deeltijdse prestaties gelijkgesteld met voltijdse prestaties.

De periodes van volledige schorsing van de uitvoering van het arbeidscontract die hieronder worden opgesomd, worden gelijkgesteld met effectieve beroepservaring:

  • De periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van arbeidsongeval of beroepsziekte;
  • De periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, andere dan een arbeidsongeval, met een maximum van 3 jaar;
  • De periodes van voltijds tijdkrediet om thematische redenen, zoals voorzien in artikel 4 §3 van het KB van 12 december 2001, en thematisch verlof (ouderschapsverlof, bijstand en zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid, palliatieve zorgen) met een maximum van 3 jaar;
  • De periodes van voltijds tijdkrediet zonder thematische redenen, met een maximum van 1 jaar;
  • De periodes van moederschapsrust;
  • De periodes van borstvoedingsverlof;
  • De periodes van vaderschapsverlof;
  • De periodes die het gevolg zijn van de toepassing van crisismaatregelen zoals voorzien door de wet van 19 juli 2009;
  • De andere periodes van volledige schorsing van het arbeidscontract zoals bepaald in de wet van 3 juli 1978 met behoud van het loon;
  • De volgende periodes buiten de schorsing van het arbeidscontract worden gelijkgesteld met effectief gewerkte periodes: de periodes van volledige uitkeringsgerechtigde werkloosheid met een maximum van 1 jaar voor uitkeringsgerechtigde werklozen die minder dan 15 jaar beroepservaring hebben en 2 jaar voor uitkeringsgerechtigde werklozen die meer dan 15 jaar beroepservaring hebben.

Artikel 4 – Toepassing

§1. Op het moment van indiensttreding wordt het baremieke loon van de bediende bepaald conform het barema betreffende de beroepservaring van de categorie waar zijn/haar functie toe behoort en op basis van de beroepservaring zoals bepaald in voormeld artikel 2.

De som van de periodes van beroepservaring en van de gelijkgestelde periodes wordt uitgedrukt in maanden en jaren. De eerste baremieke loonsverhoging na de indiensttreding zal gebeuren op de eerste dag van de maand die volgt op het ogenblik dat de bediende overgaat naar een hoger ervaringsjaar en dit, gelet op de bepalingen van art.3 §1, niet voor de leeftijd van 22 jaar.

§2. Als de periode van beroepservaring stijgt met 12 maand sinds de laatste baremieke verhoging, verhoogt het baremieke loon van de bediende – de eerste dag van de volgende maand – met een jaar beroepservaring volgens het barema.

§3. Bij een nieuwe aanwerving overhandigt de kandidaat aan de werkgever alle nodige bewijzen zodat deze laatste het loon kan vaststellen dat overeenstemt met de bepalingen van deze overeenkomst.

§4. Gedurende de proefperiode kan een specifiek barema toegepast worden van 95% van het loon in functie van de ervaring en de categorie waartoe een werknemer behoort.

§5. Bij de overgang naar een hogere categorie wordt de ervaring toegeschreven aan de bediende berekend op basis van hetzelfde aantal jaar ervaring dan hij had in de categorie waarin hij zich tot dan bevond.

Artikel 5 – Overgangsmaatregelen

De bedienden in functie bij het ingaan van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst zullen in hun categorie een aantal jaar ervaring toegekend worden, overeenkomstig het barema waar ze tot nu toe recht op hadden.

Artikel 6 – Algemene bepalingen

§1. De minimum loonschalen moeten worden aangezien als geldend voor het gebruik van één taal. Wanneer voor het uitoefenen van een functie de kennis of het gebruik van meer dan één taal wordt vereist dan is dit op zichzelf geen reden om naar een hogere categorie op te schuiven wanneer de aard van de functie er niet door verandert; wel past het er rekening mee te houden bij het vaststellen van het loon.

§2. De loonschalen hierboven zijn niet van toepassing voor medewerkers van vastgoedmakelaars die bemiddelen bij verkoop of verhuring van vastgoed, en daarbij vergoed worden op basis van verworven commissies. Deze worden bepaald in onderling overleg en vermeld op de individuele arbeidsovereenkomst.

Niettemin zullen volgende minima in acht genomen worden:

  • Gedurende de proeftijd: minstens wedde voor 0 jaar ervaring van categorie 1;
  • Na de proeftijd:
    gedurende het eerste jaar: schaalminima van categorie 3 volgens ervaring;
    na het eerste jaar: schaalminima van categorie 4 volgens ervaring.

Het minimumloon wordt maandelijks als voorschot op het eventueel commissieloon betaald; de eindafrekening gebeurt minimaal per einde van elk jaar.

AFDELING II. BAREMA'S VAN DE ARBEIDERS

Artikel 7

§1. De minimum uurlonen en maandlonen van groep 2 "Arbeiders" zoals bepaald in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, van toepassing sinds 1 januari 2013, zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur:

(...)

Commentaar: voor de minimumlonen van de arbeiders, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

§2. Onder ervaring wordt verstaan het geheel van periodes van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties in de functie.

§3. De arbeiders die in dienst zijn bij het ingaan van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst behouden het barema dat voor hen tot dan toe van toepassing was indien dit voordeliger is.

AFDELING III. BAREMA'S VAN DE CONCIËRGES

Artikel 8

§1. De minimum lonen van groep 3 "Conciërges" zoals bepaald in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, van toepassing sinds 1 januari 2013, zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur:

  1. voor de conciërges met een arbeidsovereenkomst voor werklieden wordt verwezen naar de barema's categorie 1 t.e.m. 3 – arbeiders zoals hernomen in § 1 van artikel 7 hierboven. Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor de weddeschalen 1, 2 of 3, eventuele voordelen in natura inbegrepen.
  2. voor de conciërges met een arbeidsovereenkomst voor bedienden wordt verwezen naar de barema's categorie 1 – bedienden zoals hernomen in artikel 2 hierboven. Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor een andere weddeschaal, eventuele voordelen in natura inbegrepen.

§2. Onder ervaring wordt begrepen het geheel van effectieve en gelijkgestelde periodes van beroepsprestaties in de functie.

§3. De conciërges die in dienst zijn wanneer deze collectieve arbeidsovereenkomst ingaat, behouden het barema dat tot dan toe voor hen van toepassing was, als dat voordeliger is.

AFDELING IV. BAREMA'S VAN DE DIENSTBODEN

Artikel 9

§1. De minimum lonen van groep 4 "Dienstboden" zoals bepaald in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, van toepassing sinds 1 januari 2013 (overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst 43 nonies van de Nationale Arbeidsraad van 30 maart 2007, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen), zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur:

(...)

Commentaar: voor de minimumbezoldigingen van de dienstboden, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

§2. Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor de weddeschalen 1, 2 of 3, eventuele voordelen in natura inbegrepen.

§3. Onder ervaring wordt begrepen het geheel van effectieve en gelijkgestelde periodes van beroepsprestaties in de functie.

§4. De dienstboden die in dienst zijn wanneer deze collectieve arbeidsovereenkomst ingaat, behouden het barema dat tot dan toe voor hen van toepassing was, als dat voordeliger is.

(...)

HOOFDSTUK III – Duur van de overeenkomst

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014. Ze vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de barema’s van 15 december 2009 (K.B. 13/03/2013 – B.S. 04/06/2013 – registratienummer 99203), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23/06/2011 (K.B. 13/03/2013 – B.S. 06/08/2013 registratienummer 104859).

Ze werd afgesloten voor onbepaalde duur en kan door een der partijen worden opgezegd, mits een opzegtermijn van drie maand, bij aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden en aan de ondertekenende organisaties.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
11/12/2013
Registratienr
119537
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
01/01/2014
Neerleggingsdatum
12/12/2013
Registratiedatum
18/02/2014
Onderwerp
barema's
BS Bericht van neerlegging
10/03/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
LONEN

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2022 31/12/2023 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2020 31/12/2021 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/10/2017 31/12/2019 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2016 30/09/2017 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2016 01/01/2016 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2014 31/12/2015 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2014 01/01/2014 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2010 31/12/2013 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/10/2007 31/12/2009 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/12/2005 30/09/2007 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/07/2004 30/11/2005 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/10/2002 30/06/2004 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2004 30/06/2004 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/10/2002 30/09/2002 0401 Loonvoorwaarden