05 Eindejaarspremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
322.00.00-00.00

Bijwerking: 02/12/2011
Geldig vanaf: 01/07/2011
Geldig tot: 30/06/2013

CAO 03/10/2011
Geldig: 01/07/2011 - onbep.

Uitbetaling door het Sociaal Fonds

In het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren werd op 3 oktober 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der arbeidsbetrekkingen en regeristreerd onder het nr. 106667/CO/322. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 17 november 2011.

Ze vervangt de CAO van 19 januari 2010 vanaf 1 juli 2011.

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO en vervolgens een samenvatting.

A. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :

a)    de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers (BS van 20 augustus 1987);

b)    de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3 van genoemde wet van 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld.

HOOFDSTUK II - Bepalingen

Artikel 2

Deze overeenkomst strekt ertoe een regeling op te zetten waarbij aan de uitzendkrachten een eindejaarspremie wordt toegekend ten laste van het "Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten" dat werd opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36bis van 27 november 1981, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 december 1981 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 januari 1982.

Die premie vervangt integraal de voordelen of vergoedingen die als eindejaarspremie aan het vast personeel van de gebruiker worden toegekend.

Commentaar:

De conventionele of contractuele eindejaarspremies, waarop het vast personeel van de gebruiker recht heeft waren, voor de inwerkingtreding van de CAO 36decies van 4 maart 1986, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de eindejaarspremie van uitzendkrachten, normaal verschuldigd aan de uitzendkrachten, voor zover zij de daartoe gestelde voorwaarden vervulden.

Nochtans waren er uitzendkrachten die, hoewel zij deze voorwaarden vervulden, de premie niet ontvingen, hetzij omdat ze die voorwaarden niet kenden, hetzij omdat ze vergaten hun rechten te doen gelden, terwijl de uitzendbureaus met de betrokken werknemers dikwijls geen contact meer hadden.

Gezien deze omstandigheden, heeft de collectieve arbeidsovereenkomst nr 36decies, vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, in een regeling voorzien waarbij aan de uitzendkrachten ten laste van het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten een eindejaarspremie werd toegekend die als systeem in de plaats komt van de voordelen of vergoedingen die als eindejaarspremie aan het vast personeel van de gebruiker worden toegekend.

Artikel 3

De uitzendkrachten hebben ten laste van het Sociaal Fonds recht op een eindejaarspremie in de hierna bepaalde voorwaarden en formaliteiten.

Artikel 4

De referteperiode voor de eindejaarspremie vangt aan op 1 juli en eindigt op 30 juni van het volgende jaar.

Om recht te hebben op de eindejaarspremie moet de uitzendkracht, tijdens deze referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek, ten minste 65 dagen tellen (of ten minste 78 dagen in het stelsel van de zesdaagse werkweek) die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid ais uitzendkracht. Hoogstens 5 dagen waarvoor de werknemer, in de hoedanigheid van uitzendkracht, werkloosheidsuitkeringen ontving omdat ze niet werden gepresteerd wegens economische of technische werldoosheid of wegens crisiswerkloosheid voor bedienden, worden eveneens in aanmerking genomen.

Vanaf de eindejaarspremie 2011 in afwijking van de regel van 65 (78) dagen hebben de uitzendkrachten die tijdens de referteperiode in vaste dienst treden bij de gebruiker waarbij zij onmiddellijk daarvoor ais uitzendkracht waren tewerkgesteld, recht op een eindejaarspremie ais zij in deze referteperiode minstens 60 (72) dagen tellen.

Artikel 5

De dagen waarop de uitzendkracht tewerkgesteld wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst voor de tewerkstelling van studenten, die enkel in aanmerking komen voor solidariteitsbijdragen, komen niet in aanmerking voor de berekening van het aantal dagen.

Artikel 6

De Raad van Beheer van het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten neemt de maatregelen die nodig zijn voor het in aanmerking nemen van de gelijkgestelde dagen tijdens de duur van een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, alsmede de maatregelen die nodig zijn voor het in aanmerking nemen van de compensatiedagen die worden toegekend ter toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur.

Artikel 7

De premie wordt in de loop van de maand december toegekend volgens de door de Raad van Beheer van het Sociaal Fonds vastgestelde modaliteiten.

Artikel 8

De periode voor de verjaring van niet-betaalde premies bedraagt 3 jaar.

Artikel 9

Vanaf de eindejaarspremie 2012 bedraagt de premie 8,27 % van het tijdens de referteperiode verdiende brutoloon.

De lonen die voor de berekening van de premie in aanmerking komen, zijn de lonen onderworpen aan de RSZ-bijdragen, die voor de referteperiode vermeld zijn op de RSZ-aangiften van de uitzendbureaus voor hun uitzendkrachten, met uitzondering van die vermeld op de RSZ-aangiften van de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124).

De modaliteiten voor het in aanmerking nemen van het loon van de gelijkgestelde dagen worden vastgesteld door de Raad van Beheer van het Sociaal Fonds.

HOOFDSTUK III - Opheffingsbepalingen

Artikel 10

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst herroept en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2010, afgesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de eindejaarspremie van uitzendkrachten.

HOOFDSTUK IV - Duur

Artikel 11

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2011. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan mits een opzeggingstermijn van drie maanden door elk van de partijen worden opgezegd bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de Uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die
buurtwerken of -diensten leveren.

B. Samenvatting

Bedrag

Vanaf 2009: 8,22 % van het tijdens de referteperiode verdiende brutoloon

Vanaf 2012: 8,27 % van het tijdens de referteperiode verdiende brutoloon

De lonen die voor de berekening van de premie in aanmerking moeten worden genomen, zijn de lonen die voor de referteperiode vermeld zijn op de RSZ-aangiften van de uitzendbureaus voor hun uitzendkrachten, met uitzondering van die vermeld op de RSZ-aangiften van de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124).

Uitbetalingsdatum

in de loop van de maand december, door het Sociaal Fonds

Toekenningsmodaliteiten

  • Tijdens de referteperiode moet de uitzendkracht ten minste 65 dagen (stelsel van de vijfdaagse werkweek) of ten minste 78 dagen (stelsel van de zesdaagse werkweek) tellen die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid als uitzendkracht.
  • In afwijking van deze regel van 65 (78) dagen hebben de uitzendkrachten die tijdens de referteperiode in vaste dienst treden bij de gebruiker waarbij zij onmiddellijk daarvoor als uitzendkracht waren tewerkgesteld, recht op een eindejaarspremie als zij in deze referteperiode minstens 60 (72) dagen tellen.

Gelijkstellingen

De Raad van Beheer van het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten neemt de maatregelen die nodig zijn voor het in aanmerking nemen van de gelijkgestelde dagen

Die premie vervangt integraal de voordelen of vergoedingen die als eindejaarspremie aan het vast personeel van de gebruiker worden toegekend.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
03/10/2011
Registratienr
106667
Geldig van
01/07/2011
Geldig tot
01/07/2011
Neerleggingsdatum
10/10/2011
Registratiedatum
03/11/2011
Onderwerp
eindejaarspremie
BS Bericht van neerlegging
17/11/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
14/01/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
28/03/2013
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Historiek
01/07/2021 31/12/2050 05 Eindejaarspremie
01/01/2016 30/06/2021 05 Eindejaarspremie
01/07/2013 31/12/2015 05 Eindejaarspremie
01/07/2011 30/06/2013 05 Eindejaarspremie
01/07/2009 30/06/2011 05 Eindejaarspremie
01/01/2009 30/06/2009 05 Eindejaarspremie
01/01/2007 31/12/2008 05 Eindejaarspremie
01/01/2005 31/12/2006 05 Eindejaarspremie
01/01/2003 31/12/2004 05 Eindejaarspremie
01/04/2001 31/12/2002 05 Eindejaarspremie
26/09/2001 25/09/2001 05 Eindejaarspremie
01/04/1998 31/03/2001 05 Eindejaarspremie