05 Eindejaarspremie
Paritair (sub-)Comité nr.:
322.00.00-00.00
Bijwerking: 27/11/2009
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 30/06/2009
In het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren werd op 8 juli 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der arbeidsbetrekkingen en regeristreerd onder het nr. 95500/CO/322. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van ... 2009.
Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 8 juli 2009 en vervolgens een samenvatting.
A. Tekst van de CAO
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :
a) de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers (BS van 20 augustus 1987);
b) de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3 van genoemde wet van 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld.
HOOFDSTUK II - Bepalingen
Artikel 2
Deze overeenkomst strekt ertoe een regeling op te zetten waarbij aan de uitzendkrachten een eindejaarspremie wordt toegekend ten laste van het "Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten" dat werd opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36bis van 27 november 1981, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 december 1981 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 januari 1982.
Die premie vervangt integraal de voordelen of vergoedingen die als eindejaarspremie aan het vast personeel van de gebruiker worden toegekend.
Commentaar:
De conventionele of contractuele eindejaarspremies, waarop het vast personeel van de gebruiker recht heeft waren, voor de inwerkingtreding van de CAO 36decies van 4 maart 1986, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de eindejaarspremie van uitzendkrachten, normaal verschuldigd aan de uitzendkrachten, voor zover zij de daartoe gestelde voorwaarden vervulden.
Nochtans waren er uitzendkrachten die, hoewel zij deze voorwaarden vervulden, de premie niet ontvingen, hetzij omdat ze die voorwaarden niet kenden, hetzij omdat ze vergaten hun rechten te doen gelden, terwijl de uitzendbureaus met de betrokken werknemers dikwijls geen contact meer hadden.
Gezien deze omstandigheden, heeft de collectieve arbeidsovereenkomst nr 36decies, vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, in een regeling voorzien waarbij aan de uitzendkrachten ten laste van het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten een eindejaarspremie werd toegekend die als systeem in de plaats komt van de voordelen of vergoedingen die als eindejaarspremie aan het vast personeel van de gebruiker worden toegekend.
Artikel 3
De uitzendkrachten hebben ten laste van het Sociaal Fonds recht op een eindejaarspremie in de hierna bepaalde voorwaarden en formaliteiten.
Artikel 4
4.1. Eindejaarspremie 2009
De referteperiode voor de eindejaarspremie 2009 vangt aan op 1 april 2008 en eindigt op 31 maart 2009.
Om recht te hebben op de eindejaarspremie moet de uitzendkracht, tijdens deze referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek, ten minste 65 dagen tellen die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid als uitzendkracht, of ten minste 78 dagen in het stelsel van de zesdaagse werkweek.
In afwijking van deze regel van 65 (78) dagen hebben de uitzendkrachten die tijdens de referteperiode in vaste dienst treden bij de gebruiker waarbij zij onmiddellijk daarvoor als uitzendkracht waren tewerkgesteld, recht op een eindejaarspremie als zij in deze referteperiode minstens 60 (72) dagen tellen.
Uitzendkrachten die geen aanspraak kunnen maken op de eindejaarspremie door de toepassing van de twee voorgaande paragrafen, maar die tussen 1 januari en 10 april van hetzelfde kalenderjaar 65 dagen tellen, hebben eveneens recht op de eindejaarpremie. De arbeids- of gelijkgestelde dagen die vallen na 31 maart moeten door de uitzendkracht worden bewezen aan de hand van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid en de loonfiche.
4.2. Eindejaarspremie 2010
De referteperiode voor de eindejaarspremie 2010 vangt aan op 1 april 2009 en eindigt op 30 juni 2010. Zij loopt dus bij wijze van overgangsmaatregel uitzonderlijk over 5 kwartalen. De rechthebbenden worden als volgt bepaald :
- ofwel ten minste 65 dagen tellen die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid als uitzendkracht (of ten minste 78 dagen in het stelsel van de zesdaagse werkweek) gedurende de referteperiode lopend van 1 april 2009 tôt 31 maart 2010;
- ofwel ten minste 65 dagen tellen die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid als uitzendkracht (of ten minste 78 dagen in het stelsel van de zesdaagse werkweek) gedurende de referteperiode lopend van 1 juli 2009 tôt 30 juni 2010.
Voor de rechthebbenden, bepaald zoals hierboven, wordt de berekening van het effectief bedrag van de eindejaarspremie gemaakt op basis van het verdiende brutoloon tijdens de referteperiode lopend van 1 april 2009 tôt 30 juni 2010.
4.3. Eindejaarspremie 2011
Vanaf de eindejaarspremie 2011 zal de referteperiode aanvangen op 1 juli. Voor de eindejaarspremie 2011 is dit dus 1 juli 2010 tôt 30 juni 2011.
Om recht te hebben op de eindejaarspremie moet de uitzendkracht, tijdens deze referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek, ten minste 65 dagen tellen die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid als uitzendkracht, of ten minste 78 dagen in het stelsel van de zesdaagse werkweek.
Artikel 5
De dagen waarop de uitzendkracht tewerkgesteld wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst voor de tewerkstelling van studenten, die enkel in aanmerking komen voor solidariteitsbijdragen, komen niet in aanmerking voor de berekening van het aantal dagen.
Artikel 6
De Raad van Beheer van het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten neemt de maatregelen die nodig zijn voor het in aanmerking nemen van de gelijkgestelde dagen tijdens de duur van een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, alsmede de maatregelen die nodig zijn voor het in aanmerking nemen van de compensatiedagen die worden toegekend ter toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur."
Artikel 7
De premie wordt in de loop van de maand december toegekend volgens de door de Raad van Beheer van het Sociaal Fonds vastgestelde modaliteiten.
Artikel 8
Vanaf de eindejaarspremie 2009 bedraagt de premie 8,22 % van het tijdens de referteperiode verdiende brutoloon.
De lonen die voor de berekening van de premie in aanmerking komen, zijn de lonen onderworpen aan de RSZ-bijdragen, die voor de referteperiode vermeld zijn op de RSZ-aangiften van de uitzendbureaus voor hun uitzendkrachten, met uitzondering van die vermeld op de RSZ-aangiften van de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124).
De modaliteiten voor het in aanmerking nemen van het loon van de gelijkgestelde dagen worden vastgesteld door de Raad van Beheer van het Sociaal Fonds.
HOOFDSTUK III - Opheffingsbepalingen
Artikel 9
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heft de vorige collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2007, afgesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of-diensten leveren, betreffende de eindejaarspremie van uitzendkrachten.
HOOFDSTUK IV - Duur
Artikel 9
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan mits een opzeggingstermijn van drie maanden door elk van de partijen worden opgezegd bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de Uitzendarbeid.
B. Samenvatting
Bedrag
8,22 % van het tijdens de referteperiode verdiende brutoloon (van 1 april van het vorige jaar tot en met 31 maart van het doorlopend jaar)
De lonen die voor de berekening van de premie in aanmerking moeten worden genomen, zijn de lonen die voor de referteperiode vermeld zijn op de RSZ-aangiften van de uitzendbureaus voor hun uitzendkrachten, met uitzondering van die vermeld op de RSZ-aangiften van de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124).
Uitbetalingsdatum
in de loop van de maand december, door het Sociaal Fonds
Toekenningsmodaliteiten
- Tijdens de referteperiode moet de uitzendkracht ten minste 65 dagen (stelsel van de vijfdaagse werkweek) of ten minste 78 dagen (stelsel van de zesdaagse werkweek) tellen die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid als uitzendkracht.
- In afwijking van deze regel van 65 (78) dagen hebben de uitzendkrachten die tijdens de referteperiode in vaste dienst treden bij de gebruiker waarbij zij onmiddellijk daarvoor als uitzendkracht waren tewerkgesteld, recht op een eindejaarspremie als zij in deze referteperiode minstens 60 (72) dagen tellen.
- Uitzendkrachten die geen aanspraak kunnen maken op voorgenoemde voorwaarden maar die tussen 1 januari en 10 april van hetzelfde kalenderjaar 65 dagen tellen, hebben eveneens recht op de eindejaarpremie. De arbeids- of gelijkgestelde dagen die vallen na 31 maart moeten door de uitzendkracht worden bewezen aan de hand van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid en de loonfiche
Gelijkstellingen
De Raad van Beheer van het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten neemt de maatregelen die nodig zijn voor het in aanmerking nemen van de gelijkgestelde dagen
Die premie vervangt integraal de voordelen of vergoedingen die als eindejaarspremie aan het vast personeel van de gebruiker worden toegekend.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
08/07/2009 |
Registratienr
95500 |
Geldig van
01/01/2009 |
Geldig tot
01/07/2009 |
Neerleggingsdatum
31/07/2009 |
Registratiedatum
04/11/2009 |
||
Onderwerp
eindejaarspremie |
|||
BS Bericht van neerlegging
30/11/2009 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/06/2010 |
Gepubliceerd in het B.St. van
13/08/2010 |
||
Keywords
EINDEJAARSPREMIE |
Historiek | ||
---|---|---|
01/07/2021 | 31/12/2050 | 05 Eindejaarspremie |
01/01/2016 | 30/06/2021 | 05 Eindejaarspremie |
01/07/2013 | 31/12/2015 | 05 Eindejaarspremie |
01/07/2011 | 30/06/2013 | 05 Eindejaarspremie |
01/07/2009 | 30/06/2011 | 05 Eindejaarspremie |
01/01/2009 | 30/06/2009 | 05 Eindejaarspremie |
01/01/2007 | 31/12/2008 | 05 Eindejaarspremie |
01/01/2005 | 31/12/2006 | 05 Eindejaarspremie |
01/01/2003 | 31/12/2004 | 05 Eindejaarspremie |
01/04/2001 | 31/12/2002 | 05 Eindejaarspremie |
26/09/2001 | 25/09/2001 | 05 Eindejaarspremie |
01/04/1998 | 31/03/2001 | 05 Eindejaarspremie |