070102 Arbeidsduur van arbeiders tewerkgesteld aan activiteiten op militaire basissen

Paritair (sub-)Comité nr.:
317.00.00-00.00

Bijwerking: 04/03/2008
Geldig vanaf: 01/01/1997
Geldig tot: 31/05/2003

In het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten werd op 12 mei 1997 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de bevordering van de tewerkstelling en tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden van de arbeiders die bewakingsdiensten verrichten in de militaire sector. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een Koninklijk Besluit van 14 december 2001 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 februari 2002.

Zij werd gewijzigd door :

  • een CAO van 7 december 1998;
  • een CAO van 14 december 2002. 

Artikel 19, 3° en 23 van de arbeidswet van 16 maart 1971 geven aan de Koning de mogelijkheid om respectievelijk de tijd te bepalen gedurende dewelke het personeel ter beschikking is van de werkgever en toe te staan dat de normale grenzen van de arbeidsduur kunnen overschreden worden in de bedrijfstakken, de categorieën van ondernemingen en de takken van ondernemingen waar deze grenzen niet kunnen worden toegepast. In dat kader werd een Koninklijk besluit van 4 juni 1999 genomen betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren (BS van 29 juni 1999). Dit KB bepaalt in sommige gevallen wat arbeidsduur is en in welke gevallen meer mag gepresteerd worden dan de normale wekelijkse arbeidsduur.

Wij geven u hierna de bepalingen van de CAO inzake de arbeidsduur van toepassing op de arbeiders tewerkgesteld aan  activiteiten op militaire basissen alsmede de tekst van het koninklijk besluit van 4 juni 1999 betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten ressorteren.

1. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de onder­nemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten en heeft directe uitwerking.

§2 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een acti­vi­teit uitoefenen op Belgisch grondgebied, ongeacht het feit of hun zetel zich in België of in het buiten­land bevindt.

§3 Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden onder "onder­ne­min­gen" verstaan de ondernemingen die bewakingsdiensten verrichten in be­staande of toekomstige Belgische of buiten­landse militaire basissen in België of die pres­t­aties leveren en speciale zendingen uitvoeren, bevolen door welke leger­macht ook die gestationeerd is op Belgisch grondgebied en onder "werklie­den" de werk­­lieden en de werksters.

(...)

HOOFDSTUK IV - Arbeidsduur

Artikel 11

§1 De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 37 uren.

§2 Er wordt overeengekomen dat een maximum van 60 % van de aan de werklieden opgelegde arbeids­pres­ta­ties mag worden besteed aan:

  • ronden;

  • begeleiding van munities;

  • andere portiersactiviteiten dan kantoorwerken;

  • activiteiten van ploegbaas andere dan kantoorwerken;

de resterende 40 pct. moeten worden beschouwd als rusttijd, schafttijd en voor volgende activiteiten:

  • begeleiding van bezoekers;
  • kantoorwerken;
  • schoonmaak van de voertuigen en van de lokalen die ter beschikking zijn ge­steld van de werklieden;
  • onderhoud van de kennels;
  • onderhoud van de wapens;
  • vorming inzake veiligheid en oefeningen.

§3 De rusttijd mag niet korter zijn dan 1/4de van de aanwezigheidsuren.

§4 De hierboven niet bepaalde uit te voeren arbeidsprestaties zullen door de vak­bondsafvaardigingen in gemeen­schappelijk overleg met de werkgevers worden ver­deeld volgens de 60/40-verhouding.

§5 In geval van oefening of alarm is deze beperking tot 60 % niet meer toepas­selijk.

§6 De aanwezigheidsuren zullen betaald worden volgens de toegepaste loonschalen.

§7 Er wordt een minimummaandloon gewaarborgd dat gelijk is aan het aantal arbeidsdagen en arbeidsuren voor iedere maand in  1997, 1998, 1999, 2000, 2001 en 2002, zijnde:

 

 

 

(6 dagen/week)

Aantal uren

 

 

 

 

1997

 

 

 

 

 

 

 

januari

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

februari

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

maart

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

april

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

mei

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

juni

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

juli

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

augustus

 

25

154 u. 15 min.

 

 

.

 

september

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

oktober

 

27

166 u. 36 min.

 

 

 

 

november

 

23

141 u. 55 min.

 

 

 

 

december

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

Ter gelegenheid van de feestdag van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

Vlaamse gemeenschap in juli: 25 dagen - 154 u. 15 min

Franse gemeenschap in september: 25 dagen – 154 u. 15 min.

Duitstalige gemeenschap in november: 23 dagen – 135 u. 45 min.

 

 

 

(6 dagen/week)

Aantal uren

 

 

 

 

1998

 

 

 

 

 

 

 

januari

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

februari

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

maart

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

april

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

mei

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

juni

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

juli

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

augustus

 

25

154 u. 15 min.

 

 

.

 

september

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

oktober

 

27

166 u. 36 min.

 

 

 

 

november

 

23

141 u. 55 min.

 

 

 

 

december

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

Ter gelegenheid van de feestdag van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

Vlaamse gemeenschap in juli: 25 dagen - 154 u. 15 min

Franse gemeenschap in september: 25 dagen – 154 u. 15 min.

Duitstalige gemeenschap in november: 22 dagen – 135 u. 45 min.

 

 

 

(6 dagen/week)

Aantal uren

 

 

 

 

1999

 

 

 

 

 

 

 

januari

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

februari

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

maart

 

27

166 u. 36 min.

 

 

 

 

april

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

mei

 

23

141 u. 55 min.

 

 

 

 

juni

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

juli

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

augustus

 

25

154 u. 15 min.

 

 

.

 

september

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

oktober

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

november

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

december

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

Ter gelegenheid van de feestdag van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

Vlaamse gemeenschap in juli: 25 dagen - 154 u. 15 min

Franse gemeenschap in september: 25 dagen – 154 u. 15 min.

Duitstalige gemeenschap in november: 23 dagen – 141 u. 55 min.

 

 

 

(6 dagen/week)

Aantal uren

 

 

 

 

2000

 

 

 

 

 

 

 

januari

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

februari

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

maart

 

27

166 u. 36 min.

 

 

 

 

april

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

mei

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

juni

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

juli

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

augustus

 

26

160 u. 25 min.

 

 

.

 

september

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

oktober

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

november

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

december

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

Ter gelegenheid van de feestdag van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

Vlaamse gemeenschap in juli: 24 dagen - 148 u. 05 min

Franse gemeenschap in september: 25 dagen – 154 u. 15 min.

Duitstalige gemeenschap in november: 23 dagen – 141 u. 55 min.

 

 

 

(6 dagen/week)

Aantal uren

 

 

 

 

2001

 

 

 

 

 

 

 

januari

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

februari

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

maart

 

27

166 u. 36 min.

 

 

 

 

april

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

mei

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

juni

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

juli

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

augustus

 

26

160 u. 25 min.

 

 

.

 

september

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

oktober

 

27

166 u. 36 min.

 

 

 

 

november

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

december

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

Ter gelegenheid van de feestdag van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

Vlaamse gemeenschap in juli: 24 dagen - 148 u. 05 min

Franse gemeenschap in september: 24 dagen – 148 u. 05 min.

Duitstalige gemeenschap in november: 23 dagen – 141 u. 55 min.

 

 

 

(6 dagen/week)

Aantal uren

 

 

 

 

2002

 

 

 

 

 

 

 

januari

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

februari

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

maart

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

april

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

mei

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

juni

 

25

154 u. 15 min.

 

 

 

 

juli

 

26

160 u. 25 min.

 

 

 

 

augustus

 

26

160 u. 25 min.

 

 

.

 

september

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

oktober

 

27

16 u. 36 min.

 

 

 

 

november

 

24

148 u. 05 min.

 

 

 

 

december

 

23

141 u. 55 min.

 

 

 

Ter gelegenheid van de feestdag van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt:

Vlaamse gemeenschap in juli: 25 dagen - 154 u. 15 min

Franse gemeenschap in september: 24 dagen – 148 u. 05 min.

Duitstalige gemeenschap in november: 23 dagen – 141 u. 55 min.

De coëfficiënt voor de omrekening van een arbeidstijdregeling van 5 dagen per week in een arbeidstijdregeling van 6 dagen per week bedraagt 6,17 voor gemiddeld 37 uren per week."

(...)

HOOFDSTUK VI - Humanisering van de arbeid, werkzekerheid, bestaanszekerheid

Artikel 13

§1 De maximum ononderbroken prestatieperiode mag niet meer bedragen dan 6 opeenvolgende dagen. De minimum rustperiode tussen twee prestatieperiodes van 6 dagen bedraagt 24 uur.

De mogelijkheid bestaat om op het niveau van de maatschappijen afwijkende overeenkomsten te sluiten waarbij rekening wordt gehouden met specifieke toestanden zoals de flexibele arbeidsregelingen die in de maatschappij van de klant toepasselijk zijn.

§2 De daggrens mag maximum 12 uren bedragen. De werkman heeft het recht een langere tewerkstelling te weigeren zonder dat hij hiervoor kan gesanctioneerd worden.

§3 Er wordt een rusttijd van 11 uren gewaarborgd tussen twee volledige arbeidsprestaties.

§4 De werklieden hebben recht op TWINTIG vrije weekends per JAAR. De werkgevers verbinden er zich toe alles in het werk te stellen om voor de werklieden meer weekends vrij te plannen.

Onder weekend verstaat men een referentieperiode van vrijdag 20 uur tot maandag 8 uur (=60 uren) met de waarborg van een ononderbroken periode van 48 uren binnen de referentieperiode, terwijl een volledige zaterdag of zondag wordt gehandhaafd. De mogelijkheid bestaat om in de ondernemingen samen met de vakbondsafvaardiging eventuele afwijkingen te bepalen tijdens het onderzoek van de planningen.

Deze overeenkomst geldt niet voor werklieden die een weekendovereenkomst hebben afgesloten, voor zover zij niet in tegenspraak zijn met de bepalingen vastgesteld in de §1 en §2. De weekendprestaties zullen bij voorkeur gebeuren door vrijwilligers.

(...)

HOOFDSTUK XV - Algemeenheden

Artikel 23

§1 Indien sommige van de voordelen, opgenomen in deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds geheel of gedeeltelijk door bepaalde werkgevers worden toegepast, wordt tussen de ondertekenende partijen overeengekomen dat deze werkgevers enkel het eventuele verschil tussen wat reeds werd toegekend en wat is bepaald in de huidige overeenkomst, moeten betalen.

Alle hogere voordelen die reeds worden toegekend blijven verkregen.

§2 Alle bepalingen van de bestaande overeenkomsten die niet door deze conventie worden gewijzigd blijven van toepassing, meer in het bijzonder inzake waardentransport.

§3 Voordeliger overeenkomsten, gesloten in het paritair comité of in het vlak van de onderneming, en voor zover ze niet strijdig zijn met de algemene bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten blijven behouden.

(...)

HOOFDSTUK X - Administratie

Artikel 17

§1 De werkgevers zullen voor de vaste commerciële contracten de planningslijsten overmaken aan de werklieden tussen de 25ste en de 28ste van iedere maand.

§2 De loonfiches zullen eenduidig en duidelijk alle elementen die deel uitmaken van de betaling en dat op een begrijpelijke wijze bevatten.

§3 Aan de werknemers wordt het volgende gewaarborgd:

  • voor de feestdagen: een dagloon gelijk aan 37/5de;

  • voor hun deelneming aan de vergaderingen, hetzij van de ondernemingsraad, hetzij van het comité voor veiligheid en gezondheid, hetzij van de vakbondsafvaardiging, de aanwezigheidstijd;

  • voor het anciënniteitsverlof een dagloon gelijk aan 37/6de;

  • in geval van kort verzuim, de conventionele regel met een minimum dagloon gelijk aan 37/6de.

(...)

HOOFDSTUK XVIII - Slotbepalingen

Artikel 26

§1 In geval van betwisting zijn partijen akkoord om uitsluitend een beroep te doen op de Voorzitter van het Paritair Comité die een verzoeningsbureau kan samenstellen en een oplossing kan voorstellen aan betrokken partijen.

§2 Onverminderd andere vermeldingen treden de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst in werking op 1 april 1997 en is ze gesloten voor onbepaalde tijd, behalve wat betreft de clausules vermeld in hoofdstuk IV, arbeidsduur, art. 11 §7 die van kracht worden op 1 januari 1997 en ophouden van kracht te zijn op 31 december 1998.

§3 Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 1996 ter griffie geregistreerd op 21 mei l997 onder het nummer 41818/CO/317 betreffende de bevordering van de tewerkstelling en vastlegging van bepaalde arbeidsvoorwaarden voor de werklieden tewerkgesteld in de militaire sector van de bewaking.

§4 Vanaf 1 oktober 1998 zal zij kunnen worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.

2. Tekst van het Koninklijk besluit van 4 juni 1999 betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren

Hoofdstuk 1 : Toepassingsgebied.

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsondernemingen.

Hoofdstuk 2 : verrvoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of de begeleiding van dit vervoer.

Artikel 2. Dit hoofdstuk is van toepassing op werklieden, bedoeld in artikel 1, die worden tewerkgesteld aan het vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of die het vervoer ervan begeleiden

Artikel 3. Voor de vaststelling van de toegelaten arbeidsduur wordt niet beschouwd als tijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de werkgever, de tijd welke de werkman besteedt aan het nuttigen van de maaltijden, ten belope van maximaal 5 uur per week.

Artikel 4.  De bepalingen van artikel 3 zijn slechts van toepassing inzover de totale aanwezigheidsduur, met inbegrip van de in artikel 3 vermelde periodes, niet hoger ligt dan 11 uur per dag of 42 uur per week.

Artikel 5. De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld door de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of een lagere grens vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden overschreden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van een week, of een andere periode vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het bevoegde Paritair Comité, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld door de wet of de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt.

Hoofdstuk 3 : Andere dan vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of dan de begeleiding van dit vervoer.

Artikel 6. Dit hoofdstuk is van toepassing op de werklieden, bedoeld in artikel 1, tewerkgesteld aan werken andere dan die bedoeld in Hoofdstuk 2 van dit besluit.

Artikel 7. Inzover de totale aanwezigheidsduur van de werkman 11 uur per dag of 50 uur per week overschrijdt, wordt voor de vaststelling van de toegelaten arbeidsduur niet beschouwd als tijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de werkgever, de tijd besteed aan :

1° voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 6 uur en 20 uur, de schafttijd, ten belope van een half uur per volledige periode van vier uren;

2° voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 20 uur en 6 uur, de rustperiode ten belope van 4 uren en voor zover deze rust wordt genomen in een plaats die daartoe behoorlijk is ingericht.

Onder plaats die behoorlijk is ingericht wordt verstaan, het lokaal dat ter beschikking wordt gesteld van de werkman, beschut tegen slechte weersomstandigheden, verwarmd, verlicht en bemeubeld met een tafel, een stoel en een kast.De rustperiode in de zin van deze bepaling kan door de werkman worden gebruikt voor zijn persoonlijke bezigheden, zonder dat het hem is toegelaten afwezig te zijn, te slapen, of zich te onttrekken aan de taken van de dienst.

Artikel 8. De bepalingen van artikel 7 zijn slechts van toepassing inzoverre de totale aanwezigheidsduur, met inbegrip van de in artikel 7 vermelde periodes, niet hoger ligt dan 12 uur per dag of 60 uur per week.

Artikel 9. De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld door de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of een lagere grens vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden overschreden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van een trimester, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld door de wet of de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt.

Hoofdstuk 5 : Slotbepalingen.

Artikel 10. Het koninklijk besluit van 28 april 1994 betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 1996.

Artikel 10bis. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Artikel 11. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.


Historiek
23/06/2023 31/12/2050 070102 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld op militaire basissen
01/01/2022 22/06/2023 070102 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld op militaire basissen
01/01/2018 31/12/2021 070102 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld op militaire basissen
01/01/2016 31/12/2017 070102 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld op militaire basissen
01/01/2012 31/12/2015 070102 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld op militaire basissen
01/03/2011 31/12/2011 070102 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan activiteiten op militaire basissen
01/09/2009 28/02/2011 070102 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan activiteiten op militaire basissen
01/06/2007 31/08/2009 070102 Arbeidsduur van de arbeiders tewerkgesteld aan activiteiten op militaire basissen
01/09/2005 31/05/2007 070102 Arbeidsduur van arbeiders tewerkgesteld aan activiteiten op militaire basissen
01/06/2003 31/08/2005 070102 Arbeidsduur van arbeiders tewerkgesteld aan activiteiten op militaire basissen
01/01/1997 31/05/2003 070102 Arbeidsduur van arbeiders tewerkgesteld aan activiteiten op militaire basissen
01/01/1993 31/12/1996 070102 Arbeidsduur en tewerkstellingsvolume: arbeiders van de militaire sector