In het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen werd op 29 september 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, de bepaling van de classificatie en de eraan verbonden loon-en arbeidsvoorwaarden. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve betrekkingen op 12 december 2003 onder het nr. 69031/CO/314. Het bericht van neerleging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2003.

Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO betreffende de arbeidskledij en vervolgens een bondig commentaar.

A. Uittreksel CAO 29 september 2003

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de ondernemingen die behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. Onder werknemers verstaat men de arbeiders, arbeidsters en bedienden.

(…)

HOOFDSTUK XI - Werkkledij

Artikel 27

De werkgevers dienen de wetgeving inzake de levering en het onderhoud van de werkkledij na te leven.

Eventuele toepassingsproblemen worden aanhangig gemaakt bij het paritair comité.

(…)

HOOFDSTUK XVI - Geldigheid en bijzondere beschikking

Artikel 37

De collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2003, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, de bepaling van de classificatie en de eraan verbonden loon- en arbeidsvoorwaarden, wordt ingetrokken.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, geregistreerd onder nr. 58558/CO/314 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, geregistreerd onder nr. 57500/CO/314 worden opgeheven.

Artikel 38

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en kan door een van de partijen met drie maanden vooropzeg worden opgezegd.

De opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen bij een ter post aangetekende brief.

B. Commentaar

De Codex “Welzijn op het werk” voorziet dat de werkgever verplicht is om werkkledij ter beschikking te stellen aan zijn werknemers vanaf het begin van hun werkzaamheden en hij blijft eigenaar van die werkkledij.

Daarnaast voorziet deze Codex dat de werkgever zorgt, of laat op zijn kosten zorgen voor de reiniging van de werkkledij (…) voor de herstelling en het onderhoud in de normale staat van gebruik, alsook voor de hernieuwing ervan op gepaste tijden.

Het is ook verboden “de werknemer toe te laten zijn eigen werkkledij aan te schaffen, zelf voor de reiniging, de herstelling en het onderhoud ervan in te staan, of zelf voor de hernieuwing ervan te zorgen, zelfs tegen de betaling van een premie of vergoeding.”

Alle bepalingen die de mogelijkheid voorzien om een vergoeding te betalen voor werkkledij-kosten zijn dus strijdig met de wet en nietig.

Voor méér informatie, zie de tekst van het K.B. van de 6 juli 2004 betreffende de werkkledij (www.moniteur.be).