In het Paritair Comité voor de apotheken en tariferingsdiensten werd op 1 juli 1998 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 27 augustus 1998 onder het nummer 48.956/CO/313. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 25 september 1998.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden aangevuld met enige commentaar.

Bepalingen CAO

Titel I - Arbeids- en loonvoorwaarden

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

De titel I van deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de apotheken en tariferingsdiensten ressorteren (...).

HOOFDSTUK II - Beroepsindeling van het personeel dat geen apotheker is

(...)

Commentaar : voor de beroepenclassificatie, zie onze omzendbrief Hfdst. 3.

HOOFDSTUK III - Minimumbarema's van het personeel dat geen apotheker is

Artikel 4

(...)

Commentaar :      in artikel 4 van onderhavige CAO werden de maandelijkse minimumwedden van het mannelijk en vrouwelijk personeel dat geen apotheker is, vastgesteld op 1 juli 1998. Deze wedden werden u medegedeeld in onze omzendbrief Hfdst. 4.2 van 29 maart 1999. Voor een verdere evolutie, zie eveneens onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Artikel 5

Het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen voor de minderjarigen wordt vastgesteld op grond van de volgende percentages van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen van het personeel van éénentwintig jaar :

Commentaar :      de sociale partners hebben een gewaarborgd minimum maandinkomen (i.p.v. een gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen) van de sector willen beogen.

Artikel 6

De bedienden van 21 jaar en ouder genieten een maandelijks gewaarborgd minimumloon van 44.856 fr. op 1 januari 1998.

Commentaar :      voor de evolutie van het gewaarborgd minimum maandinkomen, zie onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Artikel 7

De minimumlonen worden toegepast onverminderd de meer gunstige bepalingen waarvan de werknemers genieten ingevolge verworven toestanden.

Artikel 8

Indien ondernemingen premies toekennen aan hun personeel (premie op de verkoop, percentage op het verkoopcijfer, premie op de specialiteiten, enz.) moeten in elk geval minimaal de cijfers van de loonschaal worden gewaarborgd. Indien een wijziging wordt aangebracht aan dit systeem der premies, percentage, enz., mag deze wijziging geen nadeel berokkenen aan de werknemer, noch welkdanig verlies meebrengen in zijn huidig of toekomstig loon.

HOOFDSTUK IV – Bezoldigingsvoorwaarden van de apothekers

(...)

Commentaar :      de minimumwedden van de apothekers die van toepassing zijn op 1 juli 1998 werden u medegedeeld in onze omzendbrief Hfdst. 4.2 van 29 maart 1999. Voor een verdere evolutie, zie eveneens onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Artikel 11 - Anciënniteit

De in aanmerking te nemen anciënniteit is die welke geldt in de sector zowel in de hoedanigheid van tewerkgestelde in dienst van één of meer werkgevers als in de hoedanigheid van zelfstandige in de officina waarvan de werknemer eigenaar of beheerder was. Het bewijs van tewerkstelling moet door de werknemer worden voorgelegd. De occasionele werkzaamheden van minder dan één maand alsook iedere activiteit in de hoedanigheid van student of gedurende de militaire dienstplicht komen hiervoor niet in aanmerking.

Artikel 12

Om te bepalen of het maandelijks minimumloon dat tussen partijen werd overeengekomen, beantwoordt aan het in artikel 10 voorziene minimum, moet men rekening houden met alle elementen die in artikel 2 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers worden vermeld, met inbegrip van de voordelen toegekend op een andere dan de maandelijkse basis.

Artikel 13

Voor de apotheker die krachtens een overeenkomst voor deeltijdse arbeid is tewerkgesteld, zijn de bepalingen toepasselijk van de collectieve overeenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, en voornamelijk het artikel 10.

HOOFDSTUK V - Vervanger van farmaceutisch technisch assistenten

(...)

Artikel 15

Het dagelijks minimumloon van de vervanger van de farmaceutisch technisch assistent wordt bepaald op basis van het maandelijks minimumloon van categorie III vanaf 26 jaar zoals voorzien in artikel 4 van deze overeenkomst.

Commentaar :      voor het dagelijks minimumloon van de vervanger van de farmaceutisch technisch assistent, zie onze omzendbrief Hfdst. 4.2.

De verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever.

Ingeval voordelen in natura worden toegekend, mag de waarde van de voeding worden afgetrokken volgens het bedrag vastgesteld voor de berekening van de bijdragen voor de sociale zekerheid.

(...)

Slotbepalingen

Artikel 43

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk der ondertekenende partijen door een aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de apotheken en de tarificatiediensten mits een opzegperiode van 6 maanden.

Zij vervangt volgende collectieve arbeidsovereenkomsten :

1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1989 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (KB van 9 juli 1990, BS van 28 augustus 1990), een laatste maal gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1998 (geregistreerd onder het nr. 47.741/CO/313)

2.   De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1990 tot vaststelling van de bezoldigingsvoorwaarden van de apothekers (KB van 28 februari 1991 – BS van 16/05/1991)

3.   De collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1993 betreffende de barema's (...)

(...)