0401 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
313.00.00-00.00

Bijwerking: 26/05/2010
Geldig vanaf: 01/01/2010
Geldig tot: 01/01/2010

In het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten werd op 30 november 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 15 december 2009 onder het nr. 96504/CO/313. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 januari 2010.

Zij werd gewijzigd door een collectieve abreidsovereenkomst van 11 februari 2010 (geregsitreerd op 4 mei 2010 onder het nr. 99231/CO/313; bericht van neerlegging in het Belgisch Staatsblad van 18 mei 2010). De nieuwe bepalingen treden in werking op 1 januari 2010.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden aangevuld met enige commentaar.

TITEL I - Loon- en arbeidsvoorwaarden

ONDER-TITEL I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de apotheken en de tariferingsdiensten.

ONDER-TITEL II - Personeel dat geen apotheker is

HOOFDSTUK I - Beroepsindeling

(...) Commentaar: voor de beroepenclassificatie, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 03.

HOOFDSTUK II - Minimumbarema's van het personeel dat geen apotheker is

(...) Commentaar: Voor de minimumbezoldigingen en een verdere evolutie, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Artikel 7

De minimumlonen die in artikelen 2 tot 16 werden vastgesteld, zijn van toepassing, onverminderd de meer gunstige bepalingen waarvan de werknemers genieten wegens verworvenheden.

Artikel 7bis

In uitvoering van het uitzonderlijk akkoord na de onderhandelingen op het niveau van de sectoren en de ondernemingen in de periode 2009-2010 en meer bepaald in het kader van de maatregelen betreffende de koopkracht, worden de barema's verhoogd als volgt:

  1. met 25,00 EUR voor het personeel in de apotheek dat geen apotheker is en minder dan vijf ervaring heeft;
  2. met 29,80 EUR voor het personeel in de apotheek dat geen apotheker is en vijf jaar ervaring heeft of meer.

(...)

HOOFDSTUK III - Evolutie van de maandelijkse minimumlonen van het personeel dat geen apotheker is vastgelegd door het PC 313 in functie van de ervaring

Artikel 9

Vanaf het aanvangsloon verhogen de minimum maandlonen vastgesteld door het PC 313 naar gelang de ervaring van de werknemer toeneemt.

Artikel 10

§1. De ervaring is als volgt gedefinieerd:

A. Personeel tewerkgesteld in een tariferingsdienst en personeel ander dan farmaceutisch-technische assistenten dat in een voor het publiek opengestelde apotheek werkt

Onder ervaring wordt verstaan: de uitoefening van de beroepsactiviteit

  • in een onderneming die onder het PC 313 valt;
    of
  • in een zelfde of een soortgelijke functie in een onderneming die niet onder het PC 313 valt;
    of
  • in een niet-soortgelijke functie in een onderneming die niet onder het PC 313 valt.

Voor de toekenning van ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties (minimaal halftijd).

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de bewezen ervaring als werknemer of als zelfstandige of als statutair ambtenaar.

B. Farmaceutisch technische assistenten die in een voor het publiek opengestelde apotheek werken

Onder ervaring wordt verstaan:

  • de uitoefening van de functie in een voor het publiek opengestelde apotheek in België;
    of
  • de uitoefening van de functie in een voor het publiek opengestelde apotheek binnen de Europese Unie en voor zover dat deze persoon een beroepserkenning van de FOD Volksgezondheid krijgt;
    of
  • in een andere functie voor zover de professionele activiteit minimaal tien jaar bedraagt. In dit geval wordt de tijdsduur van de beroepsactiviteit die in rekening gebracht wordt verminderd met vijf jaar en gelimiteerd tot in totaal vijftien jaren. De gelijkstelling gebeurt pas na een praktijkervaring van zes maanden.

Voor de toekenning van de ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties (minimum halftijds).

Geen onderscheid wordt gemaakt tussen de bewezen ervaring als werknemer of als zelfstandige of als statutair ambtenaar.

§2. Volgende schorsingen van de arbeidsovereenkomst welke gepaard gaan met een vervangingsinkomen, worden gelijkgesteld zoals bedoeld in §1:

  1. de periodes van deeltijds schorsing wegens tijdskrediet inclusief tijdskrediet om thematisch redenen, zwangerschapsverlof en arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in de wetgeving terzake;
  2. de periodes van voltijdse schorsing wegens ziekte, arbeidsongeval en beroepsziekte, zoals bedoeld in de wetgeving terzake;
  3. de periodes van voltijdse schorsing wegens tijdskrediet om thematische redenen, zoals bedoeld in de wetgeving terzake met een maximum van 3 jaar;
  4. De andere periodes van voltijdse opschorting wegens tijdskrediet met een maximum van 1 jaar;
  5. De periodes voor moederschapsverlof en vaderschapsverlof;
  6. De periodes van profylactisch verlof;
  7. De periodes ten gevolge van de maateregelen in tijden van crisis in de wet van 19 juni 2009 voorzien;
  8. De andere periodes van voltijdse opschorting van de arbeidsovereenkomst zoals in Hoofdstuk III van de wet van 3 juli 1978 voorzien;
  9. De periodes van stages en opleiding na de studie gevolgd;
  10. De periodes van deeltijdse uitkeringsgerechtigde werkloosheid;
  11. Voor het personeel tewerkgesteld in een tarificatiedienst en in de officina, andere dan farmaceutisch- technische assistenten, de periodes van voltijdse uitkeringsgerechtigde werkloosheid met een maximum van 3 jaar.

Voor de farmaceutisch-technische assistenten, na een periode van 6 maanden praktijkervaring, de periode van voltijdse werkloosheid met een maximum van 3 jaar.

Geen enkele gelijkstellingsperiode mag gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingsperiode.

§3. Voor de aanrekening van professionele ervaring mag geen enkele gelijkstellingsperiode gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingsperiode.

Artikel 11

Op het ogenblik van de indiensttreding wordt het baremieke loon van de bediende vastgelegd overeenkomstig het ervaringsbarema van de categorie waartoe zijn functie behoort en op basis van de relevante beroepservaring, zoals bedoeld in het artikel 10.

Het aantal beroepservaringsperiodes en de gelijkstellingsperiodes worden in jaren en maanden uitgedrukt.

De overgang van één jaar ervaring naar een ander gebeurt op de verjaardag van het arbeidscontract en voorzover dat de beroepservaring effectieve en gelijkgestelde met twaalf maanden toegenomen is

HOOFDSTUK V - Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 12

Voor de personeelsleden in dienst op 31 december 2009:

§1. Voor de overgang naar het nieuw systeem en in afwijking van wat voorafgaat: Vanaf 1 januari 2010 zal het aantal jaren ervaring dat voor het personeel dat geen apotheker is en reeds vóór 1 januari 2010 in de apotheek werkzaam is hen, gelijk zijn aan het aantal jaren in de categorie dat in het ervaringsbarema overeenstemt met artikel 6 en met het bedrag dat op hen van toepassing was op 31 december 2009.

§ 2. De eerste verhoging van het minimum maandloon zoals vastgesteld door het PC 313 na 1 januari 2010 zal ingaan de eerste dag van de maand volgend op de verjaardag van hun indiensstreding.

ONDER-TITEL III - Apothekers

HOOFDSTUK I – Bezoldigingsvoorwaarden van de apothekers

(...)

Artikel 15bis

§1. In uitvoering van het uitzonderlijk akkoord na de onderhandelingen op het niveau van de sectoren en de ondernemingen in de periode 2009-2010 en meer bepaald in het kader van de maatregelen betreffende de koopkracht, worden dee barema's verhoogd met 29,80 EUR voor het personeel dat apotheker is voor alle ervaringslijnen van de barema's.

(...) Commentaar: Voor de minimumbezoldigingen en een verdere evolutie, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Artikel 17 - Anciënniteit

Voor toepassing van artikelen 13 tot 16 is de in aanmerking te nemen anciënniteit die welke geldt in de sector, zowel in de hoedanigheid van tewerkgestelde in dienst van één of meerdere werkgevers, als in de hoedanigheid van zelfstandige in de officina waarvan de werknemer eigenaar of beheerder was.

Het bewijs van tewerkstelling moet door de werknemer worden voorgelegd.

De occasionele werkzaamheden van minder dan één maand alsook iedere activiteit in de hoedanigheid van student of gedurende de dienstplicht komen hiervoor niet in aanmerking.

Artikel 18

Om te bepalen of het maandelijks minimumloon dat tussen de partijen werd overeengekomen, beantwoordt aan het in artikelen 13 tot 16 voorziene minimum, moet men rekening houden met alle elementen die in artikel 2 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers worden vermeld, met inbegrip van de voordelen toegekend op een andere dan de maandelijkse basis.

Artikel 19

Voor de apotheker die krachtens een overeenkomst voor deeltijdse arbeid is tewerkgesteld, zijn de bepalingen toepasselijk van de collectieve overeenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, en voornamelijk het artikel 10.

ONDER-TITEL IV - Vervanger van farmaceutisch technisch assistenten

(...)

Artikel 21

Het dagelijks minimumloon van de vervanger van de farmaceutisch technische assistent wordt bepaald op basis van het maandelijks minimumloon van categorie 3, in functie van zijn ervaring, zoals voorzien in artikel 10 van deze overeenkomst.

Commentaar: voor het dagelijks minimumloon van de vervanger van de farmaceutisch technisch assistent, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

De verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever.

Ingeval er voordelen in natura worden toegekend, mag de waarde van de voeding worden afgetrokken volgens het bedrag vastgesteld voor de berekening van de bijdragen voor de sociale zekerheid.

(...)

TITEL V - Slotbepalingen

Artikel 43 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009, met uitzondering van artikelen 6, 8 en 16 die treden in werking op 1 januari 2010.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd behoudens opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, bij ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2008 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden die verplicht wordt door het KB van 13 november 2008 (Belgisch Staatsblad van 15 december 2008)


Historiek
01/02/2022 31/12/2050 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2012 31/01/2022 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2011 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2010 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2010 01/01/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2009 31/12/2009 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2008 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2002 31/12/2004 0401 Loonvoorwaarden
01/07/1998 30/06/2002 0401 Loonvoorwaarden