1002 Anciënniteitsvakantie

Paritair (sub-)Comité nr.:
312.00.00-00.00

Bijwerking: 08/12/2015
Geldig vanaf: 01/01/2016

Vanaf 10 jaar anciënniteit.

Indien al ten minste 24 wettelijke vakantiedagen:

  • 20 jaar anciënniteit en +: 3 bijkomende vakantiedagen.
  • tussen 10 en 20 jaar anciënniteit: 2 bijkomende vakantiedagen.

Indien geen 24 wettelijke vakantiedagen: cf. degressieve tabel.

In het Paritair Comité voor de warenhuizen werd op 21 september 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de afwezigheden (nr. 150053/CO/312).

Wij geven u hierna de toepasselijke bepalingen.

1. Aantal dagen

10 jaar anciënniteit en TEN MINSTE 24 wettelijke vakantiedagen

De werknemers wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt en die recht hebben op vierentwintig wettelijke vakantiedagen genieten een bijkomende vakantie waarvan de duur als volgt is vastgesteld :

Anciënniteit in de onderneming

Bijkomende vakantiedagen

van 10 tot en met 20 jaar

2

meer dan 20 jaar

3

10 jaar anciënniteit en MINDER dan 24 wettelijke vakantiedagen

De bedienden wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt, maar die recht hebben op minder dan vierentwintig wettelijke vakantiedagen, genieten bijkomende vakantiedagen waarvan het aantal wordt vastgesteld overeenkomstig de hierna volgende tabel:

Wettelijke vakantiedagen

Bijkomende vakantiedagen voor een anciënniteit in de onderneming

van 10 tot 20 jaar

meer dan 20 jaar

22

2,0

3,0

20

1,5

2,5

18

1,5

2,5

16

1,5

2,0

14

1,0

2,0

12

1,0

1,5

10

1,0

1,5

8

0,5

1,0

6

0,5

1,0

4

0,5

0,5

2

0,0

0,5

0

0,0

0,0

10 jaar anciënniteit en MINDER dan 24 wettelijke vakantiedagen

De werklieden wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt, maar die recht hebben op minder dan vierentwintig wettelijke vakantiedagen, genieten bijkomende vakantiedagen waarvan het aantal als volgt wordt bepaald :

Wettelijke vakantiedagen

Bijkomende vakantiedagen voor een anciënniteit in de onderneming

van 10 tot 20 jaar

meer dan 20 jaar

23

2,0

3,0

22

2,0

3,0

21

2,0

2,5

20

1,5

2,5

19

1,5

2,5

18

1,5

2,5

17

1,5

2,0

16

1,5

2,0

15

1,5

2,0

14

1,0

2,0

13

1,0

1,5

12

1,0

1,5

11

1,0

1,5

10

1,0

1,5

9

1,0

1,0

8

0,5

1,0

7

0,5

1,0

6

0,5

1,0

5

0,5

0,5

4

0,5

0,5

3

0,5

0,5

2

0,0

0,5

1

0,0

0,0

0

0,0

0,0

2. Modaliteiten

De wettelijke vakantiedagen en de dagen die op het niveau van de sector en van de ondernemingen werden overeengekomen, worden berekend in werkdagen.

Het totaal aantal vakantiedagen omvat de volledige duur van de toerbeurt ongeacht of deze uit hele en/of halve dagen bestaat en of de vakantiedagen al dan niet aaneensluitend worden genomen.

Voor de werknemers wier wekelijkse arbeidsduur verdeeld is over dagen met een vaste arbeidstijdregeling, komt de tijdwaarde van een vakantiedag overeen met een werkdag, een beurtdag of een dag bestaande uit een halve werkdag en een halve beurtdag.

Voor de werknemers die het stelsel van de glijdende arbeidstijdregeling hebben aanvaard, komt de tijdwaarde van een vakantiedag overeen met het gemiddelde van 7 uur 12 minuten.

Voorbeeld: een werknemer heeft 4 weken wettelijke vakantie, plus 6 dagen bijkomend sectorieel en/of verlof van de onderneming, zijnde in totaal 30 dagen. De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 36 uur verdeeld over vier en een halve dag. De duur van de jaarlijkse vakantie bedraagt vijf kalenderdagen.

3. Varia

De anciënniteit moet verworven zijn op 31 december van het vakantiedienstjaar.

De betaling van de bijkomende vakantiedagen komt rechtstreeks ten laste van de onderneming. De storting in halve vakantiedagen is toegelaten mits er in de onderneming bijzondere modaliteiten bestaan.

De data van de bijkomende vakantiedagen, die collectief of individueel kunnen worden genomen, worden per onderneming vastgesteld.

De vakantieregeling is van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn met een onvolledige dienstbetrekking onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn bepaald voor de werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige dienstbetrekking.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/09/2015
Registratienr
130053
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
05/10/2015
Registratiedatum
12/11/2015
Onderwerp
afwezigheden en kort verlet
BS Bericht van neerlegging
07/12/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/05/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
13/06/2016
Keywords
VAKANTIEGELD, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, KLEIN VERLET, VERLOF OM DWINGENDE REDEN, OUDERSCHAPSVERLOF EN VERLOF OM PERSOONLIJKE REDENEN, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET

Historiek
01/01/2016 31/12/2999 1002 Anciënniteitsvakantie
01/01/2002 31/12/2015 1002 10 Anciënniteitsvakantie
01/01/1990 31/12/2001 1002 Anciënniteitsvakantie