1002 10 Anciënniteitsvakantie

Paritair (sub-)Comité nr.:
312.00.00-00.00

Bijwerking: 08/12/2015
Geldig vanaf: 01/01/2002
Geldig tot: 31/12/2015

In het Paritair Comité voor de warenhuizen werd op 5 november 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de afwezigheden. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd neergelegd bij de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen op 14 november 2002 en werd geregistreerd op 9 januari 2003 onder het nr  65 025/CO/312.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1989 betreffende de arbeids-en loonsvoorwaarden op.

Wij geven u hierna de toepasselijke bepalingen.

CAO van 5 november 2002

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de warenhuizen.

(…)

HOOFDSTUK IV - Jaarlijkse vakantie

1. Bijkomende vakantie

Artikel 7

De werknemers wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt en die recht hebben op vierentwintig wettelijke vakantiedagen genieten een bijkomende vakantie waarvan de duur als volgt is vastgesteld :

Anciënniteit in de onderneming

Bijkomende vakantiedagen

van 10 tot en met 20 jaar

2

meer dan 20 jaar

3

Artikel 8

De bedienden wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt, maar die recht hebben op minder dan vierentwintig wettelijke vakantiedagen, genieten bijkomende vakantiedagen waarvan het aantal wordt vastgesteld overeenkomstig de hierna volgende tabel:

Bijkomende vakantiedagen voor een anciënniteit in de onderneming

Wettelijke vakantiedagen

van 10 tot 20 jaar

meer dan 20 jaar

22

2,0

3,0

20

1,5

2,5

18

1,5

2,5

16

1,5

2,0

14

1,0

2,0

12

1,0

1,5

10

1,0

1,5

8

0,5

1,0

6

0,5

1,0

4

0,5

0,5

2

0,0

0,5

0

0,0

0,0

Artikel 9

De werklieden wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt, maar die recht hebben op minder dan vierentwintig wettelijke vakantiedagen, genieten bijkomende vakantiedagen waarvan het aantal als volgt wordt bepaald :

Bijkomende vakantiedagen voor een anciënniteit in de onderneming

Wettelijke vakantiedagen

van 10 tot 20 jaar

meer dan 20 jaar

23

2,0

3,0

22

2,0

3,0

21

2,0

2,5

20

1,5

2,5

19

1,5

2,5

18

1,5

2,5

17

1,5

2,0

16

1,5

2,0

15

1,5

2,0

14

1,0

2,0

13

1,0

1,5

12

1,0

1,5

11

1,0

1,5

10

1,0

1,5

9

1,0

1,0

8

0,5

1,0

7

0,5

1,0

6

0,5

1,0

5

0,5

0,5

4

0,5

0,5

3

0,5

0,5

2

0,0

0,5

1

0,0

0,0

0

0,0

0,0

Artikel 10

De wettelijke vakantiedagen en de dagen die op het niveau van de sector en van de ondernemingen werden overeengekomen, worden berekend in werkdagen.

Het totaal aantal vakantiedagen omvat de volledige duur van de toerbeurt, zoals is bepaald in de artikelen 22 tot 24, ongeacht of deze uit hele en/of halve dagen bestaat en of de vakantiedagen al dan niet aaneensluitend worden genomen.

Voor de werknemers wier wekelijkse arbeidsduur verdeeld is over dagen met een vaste arbeidstijdregeling, komt de tijdwaarde van een vakantiedag overeen met een werkdag, een beurtdag of een dag bestaande uit een halve werkdag en een halve beurtdag.

Voor de werknemers die het stelsel van de glijdende arbeidstijdregeling hebben aanvaard, komt de tijdwaarde van een vakantiedag overeen met het gemiddelde van 7 uur 12 minuten.

Voorbeeld:

Een werknemer heeft 4 weken wettelijke vakantie, plus 6 dagen bijkomend sectorieel en/of verlof van de onderneming, zijnde in totaal 30 dagen. De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 36 uur verdeeld over vier en een halve dag. De duur van de jaarlijkse vakantie bedraagt vijf kalenderdagen.

Artikel 11

De anciënniteit moet verworven zijn op 31 december van het vakantiedienstjaar.

Artikel 12

De betaling van de bijkomende vakantiedagen komt rechtstreeks ten laste van de onderneming. De storting in halve vakantiedagen is toegelaten mits er in de onderneming bijzondere modaliteiten bestaan.

Artikel 13

De data van de bijkomende vakantiedagen, die collectief of individueel kunnen worden genomen, worden per onderneming vastgesteld.

Artikel 14

De vakantieregeling beschreven in de artikelen 7 tot 13 is van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn met een onvolledige dienstbetrekking onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn bepaald voor de werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige dienstbetrekking.

(…)

HOOFDSTUK VIII - Slotbepalingen

Artikel 25

De collectieve arbeidsovereenkomsten van 13 december 1989, 26 juni 1991, 24 juni 1999 en van 24 oktober 1990 worden opgeheven.

Artikel 26

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op l januari 2002. Ze is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de warenhuizen.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
05/11/2002
Registratienr
65025
Geldig van
-
Geldig tot
01/01/2016
Neerleggingsdatum
14/11/2002
Registratiedatum
09/01/2003
Onderwerp
afwezigheden
BS Bericht van neerlegging
22/01/2003
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/12/2005
Gepubliceerd in het B.St. van
14/02/2006
Keywords
VAKANTIEGELD, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, KLEIN VERLET, VERLOF OM DWINGENDE REDEN, OUDERSCHAPSVERLOF EN VERLOF OM PERSOONLIJKE REDENEN, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET

Historiek
01/01/2016 31/12/2999 1002 Anciënniteitsvakantie
01/01/2002 31/12/2015 1002 10 Anciënniteitsvakantie
01/01/1990 31/12/2001 1002 Anciënniteitsvakantie