0502 Bijkomend vakantiegeld

Paritair (sub-)Comité nr.:
312.00.00-00.00

Bijwerking: 03/03/2003
Geldig vanaf: 01/01/1990
Geldig tot: 31/12/2001

In het Paritair Comité voor de warenhuizen werd op 13 december 1989 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 21 september 1990 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 december 1990.

 

Wij geven u hierna de bepalingen met betrekking tot het bijkomend vakantiegeld.

1.   Toepassingsgebied

 

Deze bepalingen zijn van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen.

2.   Rechthebbenden

 

De werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige en met een onvolledige dienstbetrekking, die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of voor bepaalde tijd en die het wettelijk vakantiegeld genieten, hebben recht op een bijkomend vakantiegeld dat wordt uitgekeerd in de maand juni.

 

3.   Bedrag van het bijkomend vakantiegeld

 

a)     Volledig wettelijk vakantiedienstjaar

 

·       Voor de werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige dienstbetrekking en die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, bedraagt het bijkomend vakantiegeld ten minste 14 000 BEF. Dit bedrag wordt verhoogd volgens de onderstaande formule :

 

L × 40    - 17.000 BEF

100

 

 

L = overeengekomen bruto maandloon van de maand mei begrensd tot 60 000 BEF.

 

17 000 BEF = totaal van het minimum bijkomend vakantiegeld, vermeerderd met 3 000 BEF (dit is het oorspronkelijk bedrag van de aanvullende kerstpremie).

 

·       Voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die tewerkgesteld zijn met een onvolledige dienstbetrekking, wordt het bijkomend vakantiegeld berekend naar rato van het gemiddelde van de wekelijkse arbeidsprestaties van de maanden maart, april en mei, volgens de hierna volgende formule :

 

Bedrag vastgesteld zoals hierboven X gemiddelde van het wekelijkse aantal uren arbeidsprestaties van de maanden maart, april en mei

                                                                                                36

 

·       Voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt het bijkomend vakantiegeld berekend naar rata van het aantal maanden arbeidsprestaties tussen 1 juli van het vakantiedienstjaar en 30 juni van het vakantiejaar, volgens de hierna volgende formule :

 

Bedrag vastgesteld zoals hierboven X aantal maanden arbeidsprestaties

                                     12

 

b)     Onvolledig wettelijk vakantiedienstjaar

 

Wanneer het wettelijk vakantiedienstjaar onvolledig is, worden de basisbedragen van het bijkomend vakantiegeld, vastgesteld zoals hierboven verminderd naar rata van het aantal maanden of dagen arbeidsprestaties of daarmee gelijkgestelde maanden of dagen, volgens de hierna volgende formule :

 

Basisbedrag van het bijkomend vakantiegeld × aantal maanden in aanmerking te nemen voor het wettelijke 

vakantiegeld

                                                                   12

 

4.   Geldigheidsduur

Deze bepalingen hebben uitwerking met ingang van 1 januari 1990 en zijn gesloten voor onbepaalde tijd.

 


Historiek
01/01/2016 31/12/2999 0502 Bijkomend vakantiegeld
01/01/2002 31/12/2015 0502 Bijkomend vakantiegeld
01/01/1990 31/12/2001 0502 Bijkomend vakantiegeld