210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
207.00.00-00.00

Bijwerking: 03/01/2008
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2008

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid werd op 26 juni 2007 een collectieve arbeidso­vereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen op 10 juli 2007 en geregistreerd op 8 augustus 2007 onder het nr. 84232/CO/207.

Deze CAO laat voor de jaren 2007 en 2008 onder welbepaalde voorwaarden conventioneel brugpensioen toe vanaf 56 jaar .

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brug­pensioen, verschenen in het Belgisch staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze inter­professionele documentatie nr. 355 en naar de uitgebreide commentaar volgend op de tekst van de CAO.

U vindt hierboven de link naar de integrale tekst (zie gerelateerde CAO nr.84232), terwijl u hieronder een commentaar vindt.

Commentaar

1. Procedure in de onderneming

De onderhavige brugpensioenregeling is enkel mogelijk voor zover een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten op het vlak van de onderneming of een toetredingsakte wordt ondertekend.

2. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een bediende ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 56 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 2008. Voor zover deze dubbele voor­waarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 2008.

3. Anciënniteitsvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 en de bovenstaande CAO dient de werknemer die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 33 jaar loondienst en minstens 20 jaar gewerkt te hebben in een arbeidsregime met nachtprestaties. Bovendien zullen de betrokken bediende ten minste 5 jaar anciënniteit in de onderneming moeten bewijzen.

4. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie nr. 355.

5. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aan­vullende vergoeding is ten laste van de werkgever.

Zij is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldoging en de werkloosheidsuitkering (zie onze interprofessionele documentatie nr. 355).

6. Maandelijkse bijdrage

Als deelname in de meerkost van de sociale zekerheid die voortvloeit uit deze regeling, wordt bepaald dat bij vervanging van de bruggepensioneerde door een langdurige werkloze (meer dan een jaar werkloos), de onder­neming een maandelijkse bijdrage verschuldigd is aan de sociale zekerheid ten belope van een derde van de aan­vullende vergoeding. Bij vervanging door een andere werknemer beloopt de bijdrage de helft van de aan­vullende vergoeding.

Deze bijdrage blijft verschuldigd tot en met de maand waarin de bruggepensioneerde de leeftijd van 58 jaar bereikt.

7. Voordelen in geval van verhoging van de tewerkstelling

Voor de voordelen waarop de werkgever aanspraak kan maken ingeval de brugpensioenregeling gepaard gaat met een verhoging van de tewerkstelling, zie onze omzendbrief Hfdst.43.2.1.

 

 

 


 

(1)   Deze anciënniteit van 5 jaar in de onderneming mag door de werkgever, mits een uitdrukkelijke vermelding door de werkgever in punt II van deze toetredingsakte, tot maximum 20 jaar worden gebracht.  Indien de werkgever de toegang tot dit conventioneel brugpensioen afhankelijk wenst te maken van supplementaire voorwaarden dient hij ze eveneens uitdrukkelijk te vermelden in punt II van deze toetredingsakte.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
26/06/2007
Registratienr
84232
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
31/12/2010
Neerleggingsdatum
10/07/2007
Registratiedatum
08/08/2007
Onderwerp
brugpensioen op 56 jaar
BS Bericht van neerlegging
09/10/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
24/07/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
09/10/2008
Keywords
BRUGPENSIOEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT)

Historiek
01/07/2023 30/06/2025 210301 SWT 60 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/07/2021 30/06/2023 210301 SWT 60 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2019 30/06/2021 210301 SWT 59 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2017 31/12/2018 210301 210103 SWT 58 jaar/59 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2015 31/12/2016 210301 210103 SWT 58 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2013 31/12/2014 210301 210103 SWT 56 jaar - 33 jaar - nachtarbeid
01/01/2011 31/12/2012 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2009 31/12/2010 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2007 31/12/2008 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2005 31/12/2006 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2003 31/12/2004 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2001 31/12/2002 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/1999 31/12/2000 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar